Elf keer honderd Parkerpunten
Eddy Gravemaker, onze man in Frankrijk, liet zich adviseren door de Wine Advocate in eigen persoon. Robert Parker kende honderd punten toe aan de Château Montrose 1990. Eddy kocht een kist met twaalf flessen. De eerste fles ging vorige maand open. Lekker? “Genoegen bij de eerste slok werd genot bij slok twee en drie! En het mooiste: ik heb nog elf flessen over.”
Mijn interesse in wijn ontstond in de jaren zeventig, ongeveer tegelijk met de wijninteresse van ene Robert Parker aan de andere kant van de oceaan. Ik kocht zijn boeken en werd, vrijwel vanaf het eerste nummer, abonnee van de Wine Advocate. De Wine Advocate is zonder meer het meest gevreesde tijdschrift ter wereld. Geen enkel ander magazine heeft zoveel invloed als de Wine Advocate in de wijn business. Hoewel de laatste jaren links en rechts een paar kleine haarscheurtjes in de absolute macht van Robert Parker zijn gekomen, is hij nog steeds een van de meest invloedrijke en succesvolle wijnschrijvers ter wereld. Zijn honderd puntensysteem,zeker door wijnproducenten gevreesd, zal bij elke wijnliefhebber bekend zijn.
Ooit tipte hij mij Chateau La Lagune 1976 te kopen. Ik kocht twee kisten, die ik met enorm veel genoegen heb leeggedronken. Tot voor kort had ik nog nooit een rode wijn gedronken die Robert Parker met honderd punten had gezegend. Een zaterdagavond in december was het eindelijk zover. Er kwam een mooi stuk vlees op tafel en daarnaast een fles Chateau Montrose 1990, honderd punten van Robert Parker.
Ik was een beetje zenuwachtig. Stel je voor, ik vind het niks. Uiteindelijk vond Michael Broadbent, ook geen kleine jongen in de wijnwereld, dezelfde wijn in juni 1996 naar een boerenerf ruiken en gaf hij de Montrose 1990 de laagste punten van de 144 geproefde wijnen uit datzelfde jaar. Tot overmaat van ramp was mijn tafeldame op deze zaterdagavond geen echte Bordeaux liefhebber. Werd dit een topavond of een ramp?
De neus van de wijn was inderdaad een boerenerf, of zoals Robert Parker het beschrijft ‘zadelleer en gegrilde biefstuk’. De reuk van zadelleer op een boerenerf, dat reken ik goed. De eerste slok walste door mijn mond, een sensatie van geconcentreerde fruitsappen en zoete tannines. Wat een spectaculair oraal genoegen. De tweede en de derde slok waren nog beter. De wijn begon zich volledig te openen en van een oraal genoegen werd het een oraal hoogtepunt. Met wat glazige ogen zat ik, licht gegeneerd, naar mijn tafeldame te staren, die zo te zien dezelfde ervaring beleefde.
Nu mag mijnheer Nossiter vinden van Parker wat hij wil (zie ook Perswijn van december 2007, bladzijde 7), maar ik vaar vrijwel blind op Parker, zeker na deze ervaring. De wijn is nu perfect op dronk, maar volgens Robert Parker kan je ‘m ook nog minstens twintig jaar bewaren. Ik kocht ooit begin jaren negentig twaalf flessen Montrose 1990 voor 480,- gulden. Voor de hele kist, welteverstaan! Bij Glerum werd in november 2007 de zelfde wijn voor € 400,- per fles geveild. Ik heb er gelukkig nog elf van in mijn kelder. Ik zoek nu nog elf tafeldames om de komende elf jaar in december een fles Montrose 1990 met mij te drinken.
Eddy Gravemaker