Overpeinzingen op maandag: Zomerhitte dwingt tot keuzes
Terwijl we heerlijk zitten te genieten van een uitzonderlijk mooie zomer, wringt er uiteindelijk toch ook iets. Want het besef begint toch wel te komen dat het allemaal niet meer zo uitzonderlijk is, wat er op klimaatgebied gebeurt. Klimatologen roepen het al lang, en steeds meer mensen beginnen te beseffen dat de klimaatopwarming echt impact aan het krijgen is. En we drinken op het terras in de zomermaanden natuurlijk graag een mooi glas rosé of soms –lekker decadent- een glas Champagne, maar niet direct in het besef dat het uitzonderlijk warme weer het karakter en de kwaliteit van deze wijnen ernstig bedreigt.
Een van de problemen is dat je een wijngaard aanplant voor een periode van tientallen jaren, normaal gesproken dertig, veertig jaar. Als het allemaal zo snel verandert, plant je dan nog wel de juiste druiven? Lastige vraag. La Revue du Vin de France sprak hierover met Christophe Bousquet, van Château Pech Redon, met wijngaarden in La Clape, bij Narbonne, in de Languedoc. Deze kondigde aan voor zijn rode wijnen een halve hectare nero d’avola, de druif van Sicilië aan te gaan planten, omdat de lokale druiven –grenache, syrah, en zelfs mourvèdre- in de tegenwoordige hitte niet genoeg zuren meer hebben. Bij wit kiest hij voor assyrtiko, de druif van het Griekse eiland Santorini. Niet eens zo gek. Dat hij daarmee zijn appellation ‘La Clape’ verliest, neemt hij voor lief. De Franse regels zijn (nog) niet zover dat je zomaar andere druiven mag gebruiken. Het is al heel wat dat ze mogen worden neergezet, want dat is niet bij alle druiven zo.
Het is een gedurfde stap om in een klassiek wijngebied te kiezen voor volledig andere druiven. En het stuurt ons een duidelijke boodschap: de klassieke wijnen die we kennen en de historische aanplantgebieden gaan veranderen. Of we dat nu leuk vinden of niet.
Ronald de Groot