Columns Archives - Perswijn

Columns

Columns

Overpeinzingen: Punteninflatie

In de laatste editie van Vinée Vineuse, het promotieblad van Okhuysen, schrijft eigenaar Xavier Kat over het puntencircus van de internationale wijnpers. Een onderwerp dat ons – vanzelfsprekend – ook bezighoudt. Hij heeft goed gefundeerde kritiek, maar tuigt daarna wel een wijnpromotie op met flessen die internationaal hoog scoorden. Tja.

Wat ons vooral verbaast, is dat de punten maar blijven stijgen. Natuurlijk, de kwaliteit van wijnen neemt wereldwijd toe, maar strooien met 100 punten, dat gaat te ver, lijkt me zo. Xavier Kat doet dezelfde constatering.

Zelf hebben we er bewust voor gekozen om vast te houden aan het aloude Franse systeem met scores tot 20 punten. Omdat in het honderd-punten-systeem eigenlijk ook alleen de punten van, pakweg, 85, 90 of hoger maar echt meetellen, is het verschil uiteindelijk niet eens zo groot. Voor een deel van de wijnen gebruiken we zelfs alleen sterren, omdat het de mogelijkheid geeft om wijnen binnen hun eigen categorie een hoge score te geven, ook al is het een betrekkelijk eenvoudige wijn. Zo vermijden we bewust om een steentje bij te dragen aan dit puntencircus en de bijbehorende inflatie.

Voor veel liefhebbers zijn wijnen met 100 punten de heilige graal, flessen die ze móeten hebben. Maar wat betekent 100 punten op een moment dat steeds meer wijnen hoge scores krijgen, en steeds meer wijnen 100 punten? Mijn probleem is dat 100 staat voor perfectie -althans, ik kan het moeilijk anders zien. Maar als je eenmaal een glas Château Latour 1982 hebt geproefd, dan buig je deemoedig het hoofd, en geeft hem 100 punten. Daarna wordt het lastig om andere wijnen dat ook te geven, want dat niveau van perfectie is lastig te benaderen.

Maar er zijn een paar wijncritici die er geen probleem mee hebben flink wat wijnen dit soort hoge scores te geven. Hier op de redactie hebben we een weddenschap lopen wie als eerste meer dan 100 punten gaat geven. Nou ja, natuurlijk laat het systeem dat niet toe, maar je krijgt wel eens het gevoel dat dit op een gegeven moment nog de enige uitweg is uit de inflatie aan hoge puntenscores.

Ooit had ik het genoegen samen met James Suckling terug te vliegen van een proeverij op een Château in de Médoc naar de Vinexpo, in de tijd dat Bordeaux nog het idee had dat de wijnwereld om deze streek draaide. Suckling, destijds werkzaam voor de Wine Spectator, waagde er een grapje aan. ‘Als we de wijnen niet goed genoeg scoren, gooien ze ons uit de helikopter, denk ik.’ Nou ja, dat was uiteraard niet serieus, maar Suckling is wel een van degenen die, zeker na zijn vertrek bij de Wine Spectator, zijn punten flink omhoog heeft gejaagd. Xavier Kat constateert in zijn artikel dat de punten van Suckling gemiddeld 2 punten hoger zijn dan bij de andere critici.

Eigenlijk kun je stellen dat er, sinds de opkomst van Robert Parker, begin jaren tachtig, een systeem is ontstaan waarin producenten en importeurs in een soort symbiose met bekende critici wijnen aanprijzen die hoge punten krijgen. Omdat Engelstalige critici over de hele wereld gelezen (kunnen) worden, voeren zij in dit circus de boventoon. Morgen vertrek ik naar Bordeaux voor de primeur-proeverijen. Daar krijgt een select clubje vooraanstaande critici een soort speciale VIP-behandeling. Tja, verschil moet er zijn.

Xavier Kat schrijft ook dat de Wine Spectator er prat op gaat juist niet zoveel hoge scores te geven, en weinig 100 punten. Het is ook zo dat blinde proeverijen met een panel er voor zorgen dat de scores ‘afgevlakt’ worden. Niet ieders smaak is hetzelfde, en de score komt dan eerder uit op een gemiddelde. Dat constateren we ook bij onze eigen panelproeverijen. Dat voorkomt ook dat een bepaald type wijn de hoogste scores krijgt, zoals volle en krachtige wijnen bij Robert Parker.

Ik voelde me erg aangesproken door de opmerking van Neal Martin, die voor Vinous werkt, in het interview dat ik maakte voor #2 van Perswijn. Ik stelde hem de vraag waarom in zijn boek alleen châteaux werden aanbevolen, maar geen scores werden vermeld. Hij hield niet zo van scores, vertelde hij, omdat deze op dat moment een eigen leven gaan leiden. Liever proefde hij een wijn vaker, om dan zijn oordeel bij te stellen.

Een verfrissende kijk in een wereld die steeds meer draait om hoge scores, en die voorbij gaat aan het feit dat het karakter van wijnen en van de proevers sterk verschilt, en dat iedereen zijn eigen smaak heeft. Want daar draait het bij wijn uiteindelijk om.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Droogte? Hoezo droogte?

Afgelopen dagen waren we voor een lang weekend in Twente. Voor het plezier, maar ook voor wat bezoeken ter plekke. Onder andere aan Roelof en Ilse Visscher van de wijngaard Hof van Twente, waar ik vandaag later op de dag wordt verwacht. Gelukkig hadden we goed weer, nogal uitzonderlijk, lijkt het op dit moment, na al die regen. Als je hier rondfietst, dan valt je op dat overal water staat, ook op veel akkers en in de weilanden.

Het resultaat van een naar mijn gevoel onafgebroken regen sinds zo’n beetje midden september vorig jaar. Dat zal wel weer overdreven zijn, maar dat het veel heeft geregend, blijkt wel uit de cijfers. 2023 was in Nederland het natste jaar ooit, met neerslagcijfers van rond de 1100 millimeter. Nederland was niet de enige plek. Ook in Bordeaux was 2023 het natste jaar in de geschiedenis, eveneens met neerslag van ruim boven de 1000 millimeter. Het lijkt wel of er tegenwoordig, met de klimaatverandering, een soort scheidslijn over West-Europa loopt. De streken onder Atlantische invloed krijgen veel meer regen dan normaal. De gebieden in Spanje en Frankrijk aan de Middellandse Zee zuchten onder een lange droogte. In de Roussillon zijn op sommige plekken wijngaarden waar in twee jaar geen druppel regen is gevallen. Over extremen gesproken.

En toch wordt hier in Nederland door waterleidingbedrijven gezegd dat er straks niet genoeg drinkwater meer is. Een paradoxale situatie. Dat het water in Catalunya op de bon is, kan ik me voorstellen, maar in Nederland? Maar we moeten ons wel realiseren dat door de hogere temperaturen ook meer verdamping optreedt. Ook zijn we niet gewend water op te slaan. Wat ook geldt voor Franse wijnboeren, overigens. In landen als Chili of Zuid-Afrika zie je overal waterbassins, waarin het weinige regenwater wordt opgeslagen. Een kwestie van eigen verantwoordelijkheid. In Europa wordt al snel geroepen dat de overheid het maar op moet lossen. Maar hoe?

Feitelijk is de situatie voor de wijngaarden rond de Middellandse Zee vrij rampzalig. Wetenschappers kwamen kortgeleden met een publicatie dat wijnbouw in Griekenland, Spanje, Zuid-Frankrijk en Zuid-Italië aan het einde van deze eeuw niet meer mogelijk zou zijn, door de hogere temperaturen en de droogte. Een conclusie die werd getrokken op basis van een groot aantal onderzoeken en publicaties. Nu zijn er wijnboeren in Zuid-Frankrijk die eisen dat ze irrigatie mogen gebruiken, en die daar zelfs voor worden gesubsidieerd. De situatie in Catalunya laat zien dat dit niet gaat helpen. Door de droogte daar is er gewoon geen water, dus ook niet om te irrigeren.

In een interview op vitisphere.com geeft onze medewerker professor Kees van Leeuwen dit ook aan. Hij nuanceert de uitkomsten van de publicatie door te stellen dat boeren nog veel mogelijkheden hebben om zich aan te passen aan de droogte. Bijvoorbeeld door de wijngaarden als bosjes te laten groeien, in vaktermen gobelet genoemd. In dat geval hebben de wijngaarden veel minder water nodig, en de druiven hangen veel beter in de schaduw. Dus juist de aanplant op bedrading en de aanleg van irrigatie zijn de verkeerde weg, iets waar ik overigens al vaker over heb geschreven.

Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat hier nog steeds voorvechters van zijn, zeker als je bedenkt dat er schaars water voor nodig is, terwijl de stokken ook zonder zouden kunnen. Een vorm van struisvogelpolitiek die in deze tijd van grote klimaatverandering en droogte domweg onacceptabel is.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: De kloof in Bordeaux

Afgelopen zaterdag, aan de keukentafel. Ik geniet even van een glas rode Château La Garde 2021, een wijn uit Pessac-Léognan. Een heerlijke wijn, van een château met een verhaal. Op het moment dat de classificatie van de Graves werd ingevoerd, in de jaren vijftig, mocht een eigenaar maar één château voordragen. Het huis Eschenauer had er twee: Smith-Haut-Lafitte en La Garde. De keuze viel destijds op Smith-Haut-Lafitte. In realiteit liggen de châteaux naast elkaar, en het terroir van de beste delen van de wijngaard verschilt eigenlijk niet noemenswaardig. Nu werd de waarde van de classificatie destijds niet direct hoog ingeschat. Maar tegenwoordig is de aanduiding ‘Grand Cru Classé’ op het etiket van groot belang, want veel wijndrinkers hechten daar waarde aan. Niet voor niets is het prijsverschil tussen de wijnen van Smith-Haut-Lafitte en La Garde tegenwoordig enorm. Niet dat ik wil zeggen dat ze even goed zijn, natuurlijk. Mede door de status en de bijbehorende hoge prijzen is de familie Cathiard op Smith-Haut-Lafitte in staat om meer in de wijn te investeren, wat ook op het vlak van de kwaliteit zijn vruchten afwerpt. U kunt in Nederland een flesje 2021 aanschaffen voor € 137,50. Voor La Garde betaalt u € 19,95. Zeer aan te bevelen, overigens.

Wat ik maar wil zeggen, is dat de classificatie de verschillen tussen de châteaux vergroot, en ook groter maakt dan op basis van de kwaliteit van de wijnen en de wijngaarden gerechtvaardigd is. En net als in de ‘gewone’ wereld, lijkt de kloof tussen de top van de classificaties en de basis alleen maar groter te worden. Dit weekend las ik het nieuws dat Château Latour zijn 2017 op de markt heeft gebracht. Geen topjaar, maar wel voor een topprijs: € 420 per fles voor de handel, dus zonder marges of belastingen. Château d’Yquem, Sauternes, deed het rustiger aan met € 300 per fles – zoete wijnen zijn wat minder populair. Geen prijsdaling ten opzichte van eerdere jaargangen. En dat op een moment dat wordt geroepen dat een prijsdaling nodig is om de verkoop van hoge Bordeaux vlot te trekken. Latour laat weten dat alle allocaties zijn afgenomen. Maar uit de markt valt te horen dat dit ook komt omdat de handel bang is de allocaties voor de goede jaren 2016, 2018, 2019 en 2020 te missen, als ze de 2017 niet afnemen. Tja. Cynisme troef. Voor d’Yquem geldt dit overigens niet. De 2021, die ik begin januari mocht proeven, is een prachtige wijn.

Maar terug naar de kloof. Het is schrijnend dat eerder het bericht kwam dat de Franse supermarkt Carrefour flessen Bordeaux in de aanbieding deed voor € 1,66 (vier flessen voor € 2 plus twee gratis). Het kwam de supermarkt op veel kritiek te staan, omdat iedereen wel begreep dat de ongelijke beloning voor Bordeaux-boeren op deze manier wel heel erg werd benadrukt. De aanbieding werd dan ook niet verlengd.

Kennelijk wanen de beroemde grote wijnen zich op dit moment nog onaantastbaar. Hoe lang nog? De handel vraagt voor de komende primeur-campagne een prijsverlaging van 30%. Niet voor het eerst. In eerdere campagnes was deze vraag vaak aan dovemansoren gericht. Maar de vraagt blijft of de toppers de kloof tussen top en basis blijvend kunnen laten groeien.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Gamay – stiefkind uit de Beaujolais

Afgelopen vrijdag had ik een bijzondere ervaring. Ik mocht op bezoek komen bij de priorin van Sint Catharinadal in Oosterhout. Deze priorin, zuster Maria Magdalena, is de initiatiefnemer van een bijzonder project: een eigen wijngaard. Ik bracht het bezoek in het kader van onze serie over Nederlandse wijngaarden. Daarin belichten we de belangrijkste wijngoederen van Nederland – ze verdienen het. De Chardonnay van Sint Catharinadal is een vaste waarde, en een van de betere die in Nederland wordt gemaakt. Maar lopend door de wijngaard, inclusief de nieuwste aanplant ruim 10 hectare groot, kwam ik een voor Nederland heel bijzondere druif tegen: gamay. Kennelijk een van de favoriete druiven van de Vlaming die verantwoordelijk was voor de aanplant van de wijngaard, Dirk-Antoon Samyn. Oenoloog Gerhard Horstink, sinds 2021 vanuit het bestuur betrokken bij de technische begeleiding van de wijngaard en de kelder, vertelt dat de gamay hier niet geschikt is voor het maken van rode wijnen, en dat hij wordt ingezet bij het maken van de verdienstelijke, droge rosé.

De gamay heeft dan toch iets meer warmte nodig om mooie rode wijnen op te kunnen leveren. In het Loiredal zijn de gamay-wijnen vaak nog vrij fruitig en licht. Geen wijnen waar je een liefhebber een bijzondere avond mee bezorgt, laten we maar zeggen. Op zijn best te genieten als een licht gekoelde zomerwijn. Uitzonderingen daargelaten.

Anders dan een druif als cabernet franc, ooit vrij miskend, maar nu geleidelijk populairder, heeft gamay buiten de streek waar hij vandaan komt, de Beaujolais, maar weinig succes geboekt. Het probleem is natuurlijk ook dat het imago van deze druif door de Beaujolais zelf in vroeger jaren flink verpest is. Ik kan me nog goed herinneren dat we in november de nieuwste Beaujolais primeur te proeven kregen. De snoepjes en de bananen sprongen meestal je glas uit. Fruit, fruit, fruit, maar geen complexiteit. Maar ja, de wijnen werden snel verkocht, dus het snelle geld was belangrijker dan de kwaliteit op lange termijn.

De weg terug is lang, en ook nog lang niet volbracht. Het is meer een worsteling. Officieel is de Beaujolais onderdeel van de Bourgogne. Maar de hype rond de rode Bourgognes op basis van pinot noir, met extreem hoge prijzen, is aan de Beaujolais volledig voorbij gegaan.

Vandaag vlieg ik naar Lyon, voor een bezoek aan Moulin-à-Vent. Een van de crus van de Beaujolais die sinds enige jaren probeert weer een imago op te bouwen als serieuze wijnstreek. Een van de speerpunten is ons er van te overtuigen dat de cru van de Beaujolais zijn eigen onderverdeling in aparte crus, wijngaarden met wijnen van eigen karakter, verdient. Een verleidelijk concept, dat in de Côte d’Or natuurlijk perfect werkt. Maar daar heeft het een duidelijke historische achtergrond, waardoor de namen van de crus, vooral van de grands crus, maar ook die van goede premiers crus, wereldwijd bekend zijn.

Pouilly-Fuissé, even ten noorden van de Beaujolais, ging onlangs voor met een eigen systeem van crus. Dat werkt in zekere zin, omdat je voor de beste crus domweg meer moet betalen, zodat ze ook meer prestige krijgen.

Maar de vergelijking met Pouilly-Fuissé gaat niet helemaal op. De witte wijnen van die streek waren al erg gewild, wat altijd helpt als je dan ook nog bijzondere wijnen in vrij kleine oplages van aparte wijngaarden gaat maken. Ik vrees dat het voor de crus van de Beaujolais, hoe bekend ze ook zijn, een stuk lastiger wordt om hier succes mee te hebben. Potentie is er wel. Ooit proefde ik oude wijnen uit de streek, die nog in een uitstekende conditie waren. Ze hoeven dus niet per se jong en fruitig te zijn. Gamay is geen pinot noir, maar als je de wijnen maakt op een klassieke, Bourgondische manier, met vatrijping, kan het allicht helpen.

Ik ben benieuwd naar het verhaal en de wijnen. Goede Beaujolais verdient het om gewaardeerd te worden. De gamay-druif verdient het om serieus te worden genomen. Zonde om er alleen rosé van te maken.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Wijngaarden kleuren groen en geel

Met enige regelmaat hebben we het voorrecht even op ons eigen plekje in Frankrijk te mogen zijn, hartje Languedoc. Zo aan het begin van het voorjaar is een mooie tijd, om even de koude en regenachtige Nederlandse winter achter ons te laten. Nou ja, vorig weekend was het hier ook regenachtig, maar de afgelopen dagen was het heerlijk. Op zich is wat regen heel normaal voor deze tijd van het jaar. Maar ja, wat is normaal tegenwoordig? De natuur smachtte hier al lange tijd naar water, dus alles wat op dit moment aan regen valt, is meer dan welkom. Droogte heerst hier. Gelukkig viel vorige week zaterdag in het naburige Catalunya ook de nodige regen – daar is de situatie zelfs nog een slag erger dan hier in de Languedoc.

Het voorjaar is hier sowieso een fijn jaargetijde. Niet de hitte van de zomer, als het goed is een lekker zonnetje en een landschap dat je voor je ogen ziet veranderen door bloemen en uitlopend groen. Opvallend is de kleur van de wijngaarden, die in de loop der jaren in het voorjaar duidelijk is veranderd. Dit jaar zagen we voor het eerst zelfs gele stroken tussen de stokken. Bij nadere beschouwing bleek het te gaan om koolzaad, dat op meerdere plekken is ingezaaid tussen de rijen. Om en om, dus een rij gras en dan een rij koolzaad.

Het is mooi om te zien, maar dat niet alleen. Het is een teken dat – ook hier – meer en meer wordt nagedacht over onderbegroeiing in de wijngaarden. In het verleden waren vrijwel alle wijngaarden tussen de rijen stokken nagenoeg kaal. Boeren houden niet zo van onkruid, laten we maar zeggen. Maar inmiddels zijn de wetenschappelijke inzichten over dit ‘onkruid’ sterk veranderd. Onderbegroeiing kan veel voordelen hebben, als je maar kiest voor de juiste vorm. Uiteraard aangepast aan de specifieke behoefte van de wijngaard.

In Bordeaux hoorde je lange tijd zeggen dat bijvoorbeeld gras in de wijngaard te veel concurrentie met de stokken zou opleveren. Inmiddels zijn ze daar helemaal van teruggekomen. Door de juiste beplanting te gebruiken blijkt verdamping juist te worden tegengegaan, waardoor het vocht beter in de grond blijft. Wat in de huidige warme jaargangen, zoals 2022, veel voordeel blijkt op te leveren. Waarmee de wijngaarden een enorme metamorfose hebben ondergaan. Het leidt ook tot een grotere biodiversiteit, waardoor nuttige insecten beter hun werk kunnen doen.

Andere voordelen van beplanting tussen de stokken zijn het voorkomen van erosie en het fungeren als natuurlijke groenbemesting, zoals bijvoorbeeld met koolzaad. Het is mooi dat wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten op die manier een positief effect hebben op het landschap. Het is jammer dat niet iedereen bereid of in staat is deze inzichten in de praktijk te brengen. Ondanks alle negatieve berichten over glyfosaat zijn er ook nog altijd producenten die dit blijven gebruiken. In de omgeving waar wij zitten zijn er ook wijngaarden die in beheer zijn bij leden van coöperaties die weinig gemotiveerd zijn om voor kwaliteit te gaan. Geen wijnboeren, maar druiventelers. De goede uiteraard niet te na gesproken. Het is, zo lijkt het wel, net als met vaccinaties, die afgelopen weekend weer in het nieuws waren na het overlijden van meerdere baby’s aan kinkhoest. Degenen die er in geloven, doen er hun voordeel mee. Degenen die er niet in geloven, worden geconfronteerd met de gevolgen.

In feite is het in de wijnbouw net als bij andere vormen van landbouw. Er is een groep die zich op allerlei manieren bezighoudt met kwaliteit en met duurzaamheid. Daarnaast is er een groep die focust op productie, en de manier waarop ze die kunnen bereiken, laat hen koud. En net als bij andere vormen van landbouw is het wetenschappelijk onderzoek en innovatie die kunnen zorgen voor meer duurzaamheid en evenwicht met de natuur. Hopelijk komen steeds meer boeren tot het inzicht dat dit de juiste weg is. De kleur van de wijngaarden hier in het voorjaar is hoopgevend.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Ruzie in de tent

Het is een constatering die tegenwoordig vaker wordt gedaan: polarisatie is overal. Het lijkt er op dat er in het verleden wat meer met elkaar gepraat werd over tegenstelling. En dat deze nu bij voorkeur worden uitgevochten in de pers media en via sociale media. Ik denk dat de wereld daar helaas niet beter van wordt. Het probleem met sociale media is natuurlijk bekend. Deze hebben baat bij zo veel mogelijk ophef, dus ruzie is voor sommige van deze media domweg een verdienmodel. En als het om big tech gaat, is het verdienmodel heilig.

Columns

Overpeinzingen: Nederlandse wijn: ‘gewoon’ goed

Het is al weer een tijdje geleden dat we voor een diner aanschoven bij De Kas, een fijn restaurant bij ons om de hoek. Sinds de chefs het hebben overgenomen heeft het een constant hoog niveau. Maar daar gaat het natuurlijk niet over. Wel dat we bij het diner met enorm veel plezier een heerlijke Auxerrois dronken van het Wijngoed Thorn, en ook nog eens voor een leuke prijs. Want De Kas is goed, maar ze weten daar ook van prijzen. Hoe dan ook, dit is precies het moment waarop je Nederlandse wijn zou moeten tegenkomen. ‘Gewoon’ in het lokale restaurant om de hoek, als een fijn lokaal, betaalbaar alternatief tussen alle wijnen uit verre of minder verre landen.

Columns

Overpeinzingen: Wijn met een (bij)smaakje

Jaren geleden, tijdens een reis door Australië met een groepje collega’s -onder andere Hubrecht Duijker en Harold Hamersma- was het flink heet, met temperaturen boven de dertig graden. En dat was nog voor de tijd van de klimaatverandering. Maar ook toen al was de pinot noir in opkomst, destijds door de film Sideways. Maar het drinken van Pinot noir in de Australische restaurants waar we kwamen was een ware beproeving. De wijnen werden vrijwel allemaal geserveerd op ‘kamertemperatuur’. U voelt ‘m al. De schenktemperatuur lag als regel ruim boven de twintig graden. Op een gegeven moment waren we het zó zat, dat we ijsblokjes bestelden, en deze in de wijn deponeerden. De bediening kreeg ogen als schoteltjes, maar de wijn ging er met sprongen op vooruit.

Columns

Overpeinzingen: Water groeiend probleem

Alarmerende berichten kwamen de afgelopen week uit Catalunya. Het watertekort in deze Spaanse regio is zo nijpend, dat de noodtoestand werd uitgeroepen. Er moesten limieten worden gesteld aan het watergebruik. Per persoon mag dat niet meer dan 200 liter per dag zijn. Ik kan me niet exact voorstellen hoeveel dat is, maar het lijkt me sowieso een flinke inbreuk op je levensstijl. Als je rekent dat je bij het douchen zo’n 6 liter water per minuut verbruikt, kun je het al wat beter inschatten.

Columns

Overpeinzingen: Nieuwe technologieën brengen vooruitgang – maar niet altijd

Het leven van de moderne mens is vol verwarring. Voor mij althans wel. Ik lees graag de krant, maar het nieuws komt soms hard binnen. Zo schreef de Volkskrant afgelopen week over een nieuwe, verfijnde methode om benzeen te meten bij het koken op gasfornuizen. Wordt de wereld hier beter van? Ik citeer een van de onderzoekers: ‘Het gaat om zulke kleine hoeveelheden, dat deze voorheen niet te meten waren’ (…) ‘Deze nieuwe techniek maakt dat voor het eerst mogelijk.’ Volgens de onderzoeker kan met deze methode 1 benzeenmolecuul per 2 miljard moleculen worden ontdekt. De Volkskrant meldt dat daarmee de maximaal aanvaardbare hoeveelheid volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt overschreden. Hoe ze dat ooit hebben gemeten, is gezien de uitspraak van de onderzoekers een raadsel. Maar het RIVM schrijft zelfs dat er geen veilige concentratie benzeen bestaat. De bewoonster blijft er nuchter onder. ‘Er zijn tegenwoordig zoveel stoffen die allerlei gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Kennisnemen van weer iets dat kanker veroorzaakt, doet me niet veel.’ Wat een heerlijke instelling, in een wereld waar iedereen overal alarm over slaat. Bovendien, moet nu iedereen zomaar zijn gasfornuis de deur uit doen?

1 2 3 76
Page 1 of 76
nl Nederlands