De stelling: weg met appellations?
Frankrijk heeft al een poosje te maken met wat in het land zelf als ‘la crisis viticole’ wordt omschreven. De positie van de tot voor kort nog onaantastbaar geachte wijnsupermacht is ernstig aan het wankelen geraakt, nu het ooit als vanzelfsprekend geldende respect voor Franse wijnen in brede lagen van de samenleving is ingeruild voor scepsis.
Grands crus hebben daar misschien weinig van te duchten, maar voor wijnen in het midden- en basissegment van de markt ligt dat anders. Waarom spreken ze grote groepen consumenten niet meer aan?
Frankrijk heeft al een poosje te maken met wat in het land zelf als ‘la crisis viticole’ wordt omschreven. De positie van de tot voor kort nog onaantastbaar geachte wijnsupermacht is ernstig aan het wankelen geraakt, nu het ooit als vanzelfsprekend geldende respect voor Franse wijnen in brede lagen van de samenleving is ingeruild voor scepsis. Grands crus hebben daar misschien weinig van te duchten, maar voor wijnen in het midden- en basissegment van de markt ligt dat anders. Waarom spreken ze grote groepen consumenten niet meer aan? Het probleem De vraag is in hoe verre al die herkomstbenamingen garant staan voor wijnen van een aantrekkelijke kwaliteit. Het antwoord is: nee. In de praktijk worden gewoon veel te veel matige wijnen met een AOC aangeboden. Zijn die AOC’s te makkelijk toegekend? Zelker is wel dat er iets schort aan de concrete invulling van regels en controlemechanismes. De tijd begint echter te dringen. Al maar meer consumenten haken af bij die onmogelijke, nietszeggende namen. Ook de gemiddelde Fransman weet echt niet waar al die Côtes en Coteaux liggen. Mysterieuze vlaggen voor een vaak teleurstellende lading. Een overgrote meerderheid van producenten vindt het niettemin nog steeds niet nodig om op rugetiketten wat extra informatie te verschaffen. Over druivenrassen bijvoorbeeld. Daar heeft een potentiële koper uiteindelijk toch meer aan dan mysterieus gedoe over terroir. Ter waar? Niet voor niets kennen juist vins de pays de cépage uit de Languedoc, geproduceerd naar het Angelsaksische wijnmodel, een groot commercieel succes. De reden: een begrijpelijke voorstelling van zaken. Vandaar de stelling: Frankrijk moet het aantal appellations met minstens de helft terugbrengen. Pleiters Tegen de stelling pleit wijnhandelaar Karel de Graaf, een man die zelfs op zijn leeftijd nog heilig gelooft in de Bourgogne, hét toonbeeld van ondoorzichtigheid als het om appellations gaat. Karel vindt echter dat hij altijd gelijk heeft, en zo zien we dat graag. Hij is in consumptief opzicht bovendien een ervaringsdeskundige van de eerste orde. Voor hem mag Frankrijk al die honderden appellations houden. Wijn moet niet te makkelijk zijn! Voor de stelling pleit Anda Schippers, sinds enkele maanden de nieuwe eindredacteur van Perswijn. Ze heeft niet alleen grote kennis van tekstuele zaken, maar ook van wijn. Zij vindt dat de Fransen het zowel zichzelf moeilijk maken als wijndrinkers die nog wel wat anders te doen hebben dan alleen wijnboeken lezen en vervolgcursussen volgen. Van haar mogen daarom zelfs alle appellations afgeschaft worden. Elitair gedoe! Reageer via wijnpers@wijnpers.nl wij plaatsen uw reactie op onze website en in Perswijn. René van Heusden | ||
Voor: Toevallig las ik onlangs een interview met Karel de Graaf. Daarin zegt hij dat Nederlanders veel meer over wijn zouden moeten lezen. Daar ben ik het natuurlijk helemaal mee eens. Want zonder een grondige kennis van Franse wijnstreken, klimaten, druivenrassen en producenten, en dus een kast vol boeken daarover, sta je op zaterdagochtend weer eens fijn voor gek bij de slijter als die je een fles Menetou-Salon overhandigt en jij zegt: ‘Nee, ik wilde een Sauvignon.’ Waaruit blijkt dat het appellationsysteem zeer ondoorzichtig is voor de gewone mens. En hoe meer appellations er zijn, hoe groter de nachtmerrie wordt voor de wijndrinker. Nog maar een boek kopen? Of weer eens op wijncursus? Daar komt nog bij dat het systeem niet functioneert. Een Bourgogne Blanc is niet te vergelijken met een Corton-Charlemagne, hoewel het ogenschijnlijk om dezelfde kwaliteitsklasse gaat. Fraude is moeilijk te controleren en aan te tonen, zelfs door de Service de la Répression des Fraudes. En hoe meer appellations er zijn, hoe lastiger dat wordt. Heel jammer voor de Fransen is dat al die appellations ook nog eens de toekomst van hun wijn in de weg staan. Intelligente of gewoon leuke experimenten met druivenrassen of wijnmaaktechnieken zijn immers uitgesloten. En dat terwijl de concurrentie groeit: wijnen uit landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Chili worden in hoog tempo steeds beter. De zelfmoordwijnen – van die in your face fruit- en houtexplosies – waar zoveel liefhebbers van Franse wijnen een hekel aan hebben, zijn bezig te veranderen in goed gemaakte, elegante wijnen. Wijnen die bovendien als voordeel hebben dat je gewoon op het etiket kunt zien van welke druif ze zijn gemaakt, waar ze vandaan komen et cetera. Het is natuurlijk niet moeilijk een nieuwe of aangepaste kwaliteitsclassificatie te bedenken voor Frankrijk. Maar het appellationsysteem wordt, net als elk ander systeem, in stand gehouden en verdedigd door mensen die eraan verdienen – zoals producenten, ambtenaren, handelaren en wijndocenten -, door romantici die de wijnwereld graag in een mystiek waas zien en door mensen die na lang studeren eindelijk weten hoe het in elkaar zit. Die vinden dan dat anderen die moeite ook maar moeten nemen, en dat ‘we de dingen niet altijd moeten willen oversimplificeren. Waarom moet alles maar makkelijk en in kleutertaal zijn?’, enzovoort. Nu de SP zoveel zetels gewonnen heeft, durf ik wel weer te zeggen dat dat een buitengewoon elitaire opstelling is. Ik zeg dus: halveer het aantal appellations (of doe ze maar helemaal weg) en geef de Franse wijn terug aan de man en de vrouw in de straat. | Tegen: In 1935 is in Frankrijk de wet op de gecontroleerde herkomstbenamingen (AOC’s) ingevoerd. Die bestaan niet alleen voor wijn, maar ook voor kazen en zelfs voor kippen. Het toezichthoudende orgaan is het INAO (Institut National des Appellations d’Origine) in Parijs. Waar het bij terroir om gaat, is de interactie tussen biologische, fysische en menselijke factoren. Hierbij hebben invoering van lokale en constante gebruiken een zeer belangrijke rol gespeeld en spelen die nog steeds. Nogal complex. Verder schrijft de AOC zaken voor als druivenrassen, snoeimethoden, rendementen, hoeveelheid restsuiker, enzovoort. Dat een AOC geen garantie is voor de kwaliteit, maar alleen voor de herkomst van een wijn is velen een doorn in het oog. Maar de hoofdoorzaak ervan is de kwaliteitsinvulling door de producenten zelf. Een fraai voorbeeld is Chablis. Verworden tot soortnaam. Vrij smerig, zuur of lichtzoet spul voor een eurootje of zes en gebotteld in de Rhône kom je tegen, maar ook fraaie, minerale, strakke en true-to-type wijnen. En dat allemaal onder de naam Chablis. Hoe kan dat allemaal? Het antwoord is simpel: de INAO heeft geen middelen (lees: geld) en dus geen macht om controles uit te voeren. De producenten hebben in wezen ‘vrij’ spel en een aantal maakt daar dan ook naar hartelust ge- en misbruik van. Toezicht en controle, daarom draait het. Hoe krijgt een wijn een AOC? Als producenten een AOC willen, moeten ze zelf de aanvraag indienen, relevante regels opstellen en de naleving daarvan controleren. Het initiatief ligt dus niet bij het INAO, zoals door velen wordt gedacht! Twee voorbeelden. In het Chablisgebied werd en wordt in zeven dorpen een Sauvignon de Saint-Bris geproduceerd. De producenten hebben jaren geleden bij de INAO op de deur geklopt om hun wijn van VDQS tot AOC te laten promoveren. Zo ontstond met ingang van de oogst 2002 de nieuwe appellation Saint-Bris. Er worden daar mooie wijnen gemaakt, maar ik vraag me af wat deze wijn als enige van sauvignondruiven in de Bourgogne te zoeken heeft. Frankrijk bezit wel de mooiste terroirs van alle wijnproducerende landen. Dat komt niet uit mijn koker maar uit die van Claude Bourguignon, wellicht de grootste terroir-specialist ter wereld. Waarom? Het bezit 70% van alle calcaire in de wereld. Voor finesserijke en elegante wijnen is aanwezigheid van dit bodemtype onontbeerlijk. Een deel van de Franse AOC’s is zeker niet terecht, maar het gaat me veel te ver om te beweren dat meer dan de helft ervan dient te verdwijnen. Ter illustratie Bordeaux. Toen daar destijds het bestaan van de Nieuwe Wereld nog niet was doorgedrongen, heeft de INAO in een ‘vlaag van verstandsverbijstering’ toestemming gegeven wijnstokken aan te planten op bieten- en maisvelden. Producenten die dit ‘voorrecht’ destijds genoten, hebben nu moeite het hoofd boven water te houden. Dat supermarkten nietszeggende, concentratie missende bordeauxtjes voor € 1,95 te koop aanbieden, betekent echter nog niet dat je AOC’s als Bordeaux en Entre-deux-Mers moet opheffen en vervangen door nieuwe namen. Dat is te kort door de bocht. De oplossing? Zulke AOC’s gewoon saneren. Plantdichtheid verplicht omhoog naar 7.000 stokken (of meer) per ha, verbod op het oogsten met machines, strengere regels ten aanzien van rendementen. En controleren. Zo simpel is het. Om te durven beweren dat in Frankrijk het aantal appellations met minstens Tot slot. Simpele wijndrinkers worden wellicht confuus van al die Franse AOC’s. Maar moeten een AOC en de notie van terroir wijken omdat slecht geïnformeerde consumenten in verwarring raken? Als zij in de supermarkt gewoon hun favoriete rode, diepgekleurde, lichtzoete, vaak alcoholische, zuurloze en ronde wijntjes uit de Nieuwe Wereld voor gemiddeld € 2,63 blijven kopen, raken zij echt niet in verwarring. | |
Anda Schippers heeft alle gelijk aan haar kant wanneer zij pleit voor een drastische vereenvoudiging van het Franse systeem van appellations. Het huidige systeem werkt niet. Het schrikt wijndrink(st)ers af en remt creativiteit van producenten. Vereenvoudiging is heel wat anders dan de oversimplificatie waarvan Karel de Graaf spreekt. Diens zienswijze is sowieso nogal bezijden de werkelijkheid. Franse wijnen zijn heel wat meer dan die paar anekdotische flessen Bourgogne waar alleen een paar mannen (met testostoronproblemen?) zich in geheim clubverband over kunnen opwinden. Om direct iedereen die daar even niet aan meedoet maar in de hoek van de Lidlgangers te zetten, getuigt al vast niet van overmatig nuanceringsvermogen. Verwacht hij nu werkelijk dat iedereen een paar honderd onmogelijke namen uit het hoofd gaat leren vooraleer er een fles wijn aangeschaft wordt? Het zou al een beetje helpen wanneer de Fransen gewoon eens wat meer informatie op hun flessen gingen zetten. Zoals regio en druivenras(en). Dat ‘terroir’ wordt er heus niet minder om. Al zal De Graaf moeten toegeven dat men in Frankrijk wel heel makkelijk dat woord in de mond neemt. Hoe stelt hij zich eigenlijk de hervorming van de appellations voor? Meer blauw in de wijngaard? Frankrijk verzuipt al in bureaucratie en ambtenaren. En o ja, stond op de site van Perswijn niet te lezen dat datzelfde Frankrijk de invoering van een Vin de Pays de France overweegt. Over simplificatie gesproken! Zo ver hoeft het nu ook weer niet te gaan. Annemarie van Dijk, Perswijnabonnee Albert de Jong mag dan misschien een voorliefde vooor wijnen uit Duitsland hebben, kennelijk is het hem wel ontgaan dat de Duitsers al 35 jaar lang aan het proberen zijn hun herkomstbenamingen te vereenvoudigen. In 1971 werd het aantal Einzellagen drastisch teruggebracht, zij het niet nog onvoldoende. Met de introductie van Classic en Grosses Gewächs/Erste Lage is een noodzakelijke stap verder gezet. Achterliggende gedachte: gebruik alleen die namen die er werkelijk toe doen en die werkelijk iets met bijzonder terroir te maken hebben. Daar zou men in Frankrijk ook baat bij hebben. Of gelooft iemand werkelijk dat al die 460 AOC’s daar voor even zo veel unieke terroirs staan? Rein Diekman, liefhebber van Duitse én Franse wijn Ik begrijp niet waarom het elke keer maar weer moet gaan over het afschaffen van de AOC’s. Robèrt Koopman, Perswijnabonnee De AOC werkt niet, wanneer je als wijnliefhebber niet verzekerd kan zijn van een lekkere wijn met de typische terroirkenmerken van de streek. Neem Bordeaux als voorbeeld. Meer dan 50% van alle chateautjes – ieder hondenhok of fietsenstalling heet tenslotte CHATEAU in deze streek – hebben dezelfde uniforme smaak: dun, schraal, drogend van de onrijpe tannines en gebrek aan frui. Voor deze wijne kunnen AOC’s afgeschaft worden. Dick Kramer vanuit Limoux | Karel heeft een steekhoudend verhaal maar de stelling van Claude Bourguignon kan ik niet onderschrijven! Kijk maar eens naar de druivensoort Riesling. Hier heeft Frankrijk grote moeite om Duitsland en Oostenrijk bij te benen of te evenaren. Daabij ben ik ook van mening dat de Bourgogne, in de toekomst met de Pinot Noir, zware concurrentie krijgt met streken zoals: Pfalz, Franken, Baden, Kremstal en Kamptal. Natuurlijk zullen topexemplaren als Romanee-Conti ect. misschien wel altijd aan de top (afwachten wat de klimaatverandering brengt!) blijven, maar denk eens aan “Villages” wijnen of de verschillende Premier Cru’s. Die leggen het regelmatig af tegen de nieuwe, koele, Pinot Noir streken. Essentieel, zeker bij Pinot Noir, blijft echter de producent. Albert de Jong Als voormalig langjarig abonnee van Perswijn and voortdurend liefhebber van Franse en Duitse wijn voel ik mij geroepen om op uw wel zeer uitnodigende stelling te reageren. De vraag is: wil Frankrijk een producent van kwaliteit of van kwantiteit zijn? Nico Meier |