Noordoost-Sicilië: Het oogstrelend mooie rijk van nerello - Perswijn
Aan de warme zuidkant van Etna
Achtergrond & Interviews

Noordoost-Sicilië: Het oogstrelend mooie rijk van nerello

Nerello mascalese en nerello cappuccio zijn de sterren van de Siciliaanse wijnbouw. Op de Etna bereiken ze hun ultieme expressie. Maar het rijk van nerello reikt verder: tot in de noordoostelijke punt van het schitterende eiland, bij Messina.

Sicilië is een ongelooflijk mooi eiland, zo gevarieerd en op veel plaatsen nog zo authentiek. Van Pantelleria via Lipari tot Pachino en Agrigento, het mediterrane eiland heeft ongelooflijk veel te bieden. Het is heel divers. Palermo is anders dan Catania, en Trapani voelt heel anders aan dan Syracuse. Het westen van het eiland lijkt plaatselijk op Noord-Afrika, de toeristische oostkust bij Taormina is Italiaans mondain. De variatie komt uiteraard van de bijzondere geografie en andere natuurlijke omstandigheden, maar in cultureel opzicht is Sicilië minstens zo divers. Na de oorspronkelijke bewoners (van west naar oost Elymiërs, Sicanen en Sicelen) waren het achtereenvolgens de Feniciërs, de Grieken en de Romeinen die de dienst uitmaakten op Sicilië.  Daarna kwamen Oost-Germanen, Byzantijnen en Arabieren, die op hun beurt weer verdrongen werden door de Normandiërs, afstammelingen van de Vikingen. Fransen, Spanjaarden, Habsburgers en Bourbons regeerden later over het eiland. Sicilië ging in de negentiende eeuw samen met Napels en werd in 1861 onderdeel van het Koninkrijk Italië. Sinds 1946 is Sicilië –meer op papier dan in de praktijk– een autonome regio van de Italiaanse Republiek. 

 

Werelderfgoed 

De roemruchte geschiedenis van Sicilië, ook de recente, heeft zijn sporen achtergelaten: sommige minder mooi, andere adembenemend. Je komt zelden zulke goedbewaarde overblijfselen uit de Oudheid tegen als op Sicilië, zoals de magisch mooie Griekse tempels bij Agrigento (Valle dei Templi), Selinunte en Segesta. De kathedralen van Palermo en Ortigia zijn dat ook, net als de kerken van Cefalù en Monreale. Meerdere ervan zijn UNESCO Werelderfgoed. Verder telt het eiland twee natuurlijke werelderfgoederen: de vulkaan Etna en de Eolische Eilanden. En dan is ook nog de alberello pantesco, de voor Pantelleria typerende druivencultuur van ingegraven  gobelets, sinds 2014 UNESCO Immaterieel Cultureel Erfgoed. In mei bezocht ik dit heerlijke eiland weer, voor een (hernieuwde) kennismaking met het noordoosten van Sicilië: het rijk van nerello.

Griekse tempel bij Agrigento

 

De twee nerelli 

Nerello mascalese is een oude variëteit met als oorsprong de hellingen van Etna. De naam komt van nero (zwart) en Mascali (plaats ten oosten van de Etna), “de kleine zwarte van Mascali” dus. Dit ras –waarschijnlijk een natuurlijke kruising van sangiovese x mantonico bianco– is perfect aangepast aan lavabodems en wordt vaak gesnoeid als albarello (gobelet, losstaand, maar meestal met een paal als steun). Er bestaan relatief veel oude stokken van nerello, die vaak op eigen wortels staan. Het ras rijpt laat, soms pas in november, en geeft wijnen met een tamelijk bescheiden kleur, gezonde alcohol en goede zuren. Het aandeel nerello mascalese in DOC Etna Rosso moet minimaal 80% zijn. Nerello cappuccio is familie van nerello mascalese. Het woord cappuccio (“hoed”) verwijst waarschijnlijk naar de witte waas die over de druiven ligt wanneer ze bijna rijp zijn; vandaar ook de andere naam van deze druif: nerello mantellato. Hij rijpt eerder dan nerello mascalese en geeft wat zachtere wijnen, met minder structuur, maar soms wel meer kleur dan mascalese. Het aandeel nerello cappuccio in DOC Etna Rosso mag maximaal 20% zijn. 

Oude nerello mascalese in contrada Monte Gorna

 

Faro 

Dat rijk begint in het uiterste noordoosten van het eiland, in de bergen bij Messina, met Faro als belangrijkste DOC. Faro is een oude DOC (sinds 1978), maar was tot zo’n twintig jaar geleden nauwelijks bekend. Dat heeft ook te maken met de omvang van (naar schatting) minder dan 25 hectare, want de noordoostelijke punt van Sicilië is drukbevolkt. In de uitlopers van de Monti Peloritani liggen prachtige wijngaarden, zoals Le Casematte in Faro Superiore. Toen tijdens ons  bezoek de mist langzaam optrok, de wolken weken en de zon doorkwam, werd duidelijk hoe mooi dit wijndomein ligt. Zeker vanaf het hoogste punt, 500 meter boven zeeniveau, is het uitzicht geweldig. Kijkend naar het noorden zie je de Eolische Eilanden, met Stromboli, een nog actieve vulkaan, als meest opmerkelijke eiland. Naar het oosten kijk je op de Straat van Messina en het vasteland van Calabrië erachter, dat plaatselijk maar iets meer dan 3 kilometer van Sicilië  verwijderd is. De wijngaarden van Faro liggen deels op terrassen en de bodems zijn alluviaal van oorsprong, met klei en zand, afgeronde keien en tufsteen (toch beetje vulkanisch dus). Elders in Faro kom je ook kalksteen tegen. Andere bodems dus dan op de Etna (waar ze puur vulkanisch zijn), maar niet minder bijzonder. Al net zo bijzonder zijn de klimatologische aspecten, met name de grote invloed van de wind; in de zomer houdt de sirocco vanaf zee de wijngaarden koel en gezond. Nerello mascalese speelt hier de glansrijke hoofdrol (45-60% van de blend), bijgestaan door zijn trouwe secondant, nerello cappuccio (15-30%). Maar Faro is meer dan nerello mascalese alleen. Een lokale specialiteit is nocera, die tot 10% aandeel mag hebben in DOC Faro. De wijnenvan Le Casematte die meer nocera bevatten –zoals Peloro Rosso (70% nerello mascalese, 30% nocera) en de bijzondere Nanuci (100% nocera)– worden daarom verkocht als IGP Terre Siciliane. Maar dé wijn van Le Casematte is de DOC Faro, van 55% nerello mascalese, 25% nerello cappuccio, 10% nocera en 10% nero d’avola. 

Uitzicht op zee bij Le Casematte; links ligt Stromboli, rechts Calabrië

 

Mamertino 

Behalve in Faro kan nocera ook schitteren in Mamertino, een DOC een stuk ten westen van Faro. Zeker Planeta, dat mooie wijngaarden op het schiereiland van Milazzo heeft, vindt dat nocera hier een veel grotere rol zou moeten krijgen in de blend, die nu nog verplicht uit 60% nero d’avola moet bestaan. De Marmertino 2016 van Planeta is te koop bij Gall & Gall, maar ook bij Anfors Imperial (± € 20,-)

 

Etna trekt aandacht 

Faro en Mamertino zijn slechts een paar van de bijzondere denominazioni die Sicilië rijk is en die bijzondere wijnen voortbrengen. Maar feit is dat de Etna er de laatste jaren uitspringt en heel veel aandacht opslokt als het om Siciliaanse wijn gaat. Dat is weleens frustrerend voor andere gebieden, die ook niet stilstaan en geen gebrek aan authenticiteit hebben. Maar de Etna heeft zo’n beetje alles mee. De natuurlijke omstandigheden zijn er prachtig en uniek, zowel in de wijngaarden als daarbuiten. Producenten telen er druivenrassen die perfect op hun plek zijn en wijnen opleveren die vaak helemaal van deze tijd zijn, origineel en met van niets te veel. En dat zowel in rood als in wit, en soms zelfs in rosé. Zoiets trekt natuurlijk topproducenten aan, zowel van het eiland zelf als van buitenaf. Zo’n beetje alle belangrijke Siciliaanse producenten zijn actief in de DOC Etna, zoals Tasca d’Almerita, Cusumano, Donnafugata, Firriato en uiteraard Planeta. En hoewel er genoeg goede van oudsher lokale producenten zijn, heeft dit gebied zijn huidige internationale faam toch vooral te danken aan buitenstaanders die de potentie van de terroirs inzagen. De experimentele Frank Cornelissen is een Belg, Marco de Grazia van Tenuta delle Terre Nere een Amerikaan die opgroeide in Florence en Andrea Franchetti van Passopisciaro een Romein. 

Bij Cottanera met Etna op achtergrond

 

Lavastromen

De DOC Etna (rond de 950 hectare van de in totaal ongeveer 3500 hectare op de Etna) ligt als een hoefijzer om het noorden, oosten en zuiden van de vulkaan Etna heen; de westkant heeft die status (nog) niet. De berg is ongeveer 3330 meter hoog –zijn hoogte varieert nogal door de uitbarstingen– en is Europa’s actiefste vulkaan. Het zijn ook de lavastromen van grote flankerupties die de bodems van de interessante terroirs hebben gevormd en nog steeds vormen. Op gedetailleerde geologische kaarten van de Etna kun je goed zien op welke lavastroom de beste terroirs van de DOC Etna liggen. Iedere lavastroom heeft namelijk zijn eigen specifieke samenstelling en de bodems die erop zijn gevormd, verschillen daardoor ook van elkaar. Dat is werkelijk een bijzonderheid op de Etna. Veel van de terroirs of contradas –vernoemd naar kleine plaatsen (gehuchten en dergelijke, in totaal 133 stuks!)– liggen weliswaar op lavastromen die allemaal tot de geologische formazione Pietracannone behoren en in feite allemaal uit basaltlava en pyroclastisch materiaal bestaan, maar omdat ze dateren van verschillende perioden en jaren (3980-80 jaar geleden), zijn ze mineralogisch net even verschillend. Dan gaat het om hun gehaltes aan magnesium, ijzer en calcium, maar ook om vulkanische mineralen als pyroxeen, plagioklaas en olivijn. 

Gestolde lavastroom bij Randazzo

 

Verschillen hoogte en bodem 

Een en ander geeft de contradas hun wijnbouwkundige bestaansrecht. Ze zijn in wezen wat de climats zijn voor de Bourgogne en worden terecht steeds sterker vermarkt. De wijnen tonen subtiele karakterverschillen; niet alleen door de verschillen in hoogte tussen de contradas, maar ook door variaties in de bodem. Dat is zeker zo in het inmiddels beroemde noordelijke deel van de DOC Etna, een gebied dat ik een paar jaar geleden bezocht. Het grote verschil in karakter tussen wijnen uit de contrada Barbabecchi op 1000 meter hoogte en die uit Feudo di Mezzo op 700 meter komt waarschijnlijk voort uit het hoogteverschil. In het geval van contradas als Feudo (tussen Randazzo en Passopisciaro) en Feudo di Mezzo (bij Passopisciaro) is er nauwelijks hoogteverschil, maar Feudo ligt op een veel oudere lavastroom dan Feudo di Mezzo. En ook dat geeft variaties in de wijn, zo is de plaatselijke overtuiging. 

 

Warmere zuidkant 

Ook aan de zuid(oost)kant van Etna, waar we drie producenten bezochten, krijgen de verschillende contradas veel aandacht. In de omgeving van Trecastagni vind je veel bijzondere oude kraters die het landschap bepalen, zoals Monte Gorna en Monte Serra. Aan de voet daarvan liggen wijngaarden van goede producenten, zoals Cantine Nicosia, Terra Costantini en Benanti. Net als in Etna Nord zijn ze hoofdzakelijk beplant met nerello mascalese en wat nerello cappuccio. ‘Maar die worden aan de zuidkant van de Etna logischerwijze sneller rijp dan aan de noordkant’, zegt Antonio Benanti, mede-eigenaar van Benanti en de president van het Consorzio di Tutela dei Vini Etna DOC, als hij ons de wijngaard onder aan Monte Serra laat zien. En later proeven we een overduidelijk verschil tussen een Etna Rosso van de zuidkant en eentje van de noordzijde, als hij Serra della Contessa 2014 naast Rovittello 2014 inschenkt. Die laatste stamt van de noordflanken van de Etna en is iets frisser dan de Serra della Contessa van de zuidoostzijde van de vulkaan. Benanti laat ook een nieuwe wijn proeven, uit de contrada Cavaliere bij Santa Maria di Licodia op de zuidwestelijke flanken van de vulkaan, waar het rijk van nerello bijna eindigt. Ook op andere plaatsen op Sicilië wordt natuurlijk wijn gemaakt van nerello, maar nergens benadert die de kwaliteit en finesse van de Etna, en ook niet van Faro. Antonio Benanti is er heel duidelijk over: ‘Haal de hoogte en de vulkanische bodems weg, en nerello wordt heel gewoontjes.’ 

Aan de warme zuidkant van Etna

 

Carricante en minnella 

Nerello mag dan een eigen rijk hebben, het ras moet wel een heel goede witte druif naast zich dulden: carricante. Dat is een oude lokale variëteit, waarvan de naam waarschijnlijk verwijst naar de ruime opbrengsten die hij kan geven (carica betekent “lading”). Vandaar dat carricante door rigoureuze snoei in toom wordt gehouden. Hoogte en expositie zijn ook belangrijk. Benanti: ‘Carricante doet het goed in hooggelegen wijngaarden op (zuid)oostflanken van de Etna. Bij Milo ligt een subgebied van de DOC Etna dat Etna Bianco Superiore mag produceren. Daar maken wij onze Pietra Marina.’ En dat is waarschijnlijk de beroemdste witte Etna van allemaal; een fantastische wijn. Benanti vindt het heel belangrijk dat Etna Bianco alleen van carricante wordt gemaakt. ‘We gebruiken geen catarratto, die stamt uit Trapani’, zegt hij een beetje smalend. Een puristische houding, die hij natuurlijk kracht bijzet met zo’n mooie wijn als Pietra Marina. En inderdaad kan carricante solo geweldige wijnen geven die, als ze puur en goed gemaakt zijn, een ingetogen geur hebben van citrusfruit, witte bloemen, amandel en venkel, en die een iets fenolische en zilte smaak hebben, met heel goede zuren. Andere voorbeelden zijn Etna bianco Contrada Calderara van Cottanera en natuurlijk Etna bianco Archineri van Pietradolce. De laatste komt van een 120 jaar oude wijngaard op 850 meter hoogte, ook op de oostelijke flank van de Etna. Er zijn echter meer dan genoeg voorbeelden van uitstekende Etna Bianco waaraan  catarratto een fijne bijdrage levert, doordat hij de wijnen wat voller en ronder maakt. De Blandano van Terra Costantino bijvoorbeeld, gemaakt van 75% carricante en 25% catarratto van oude wijngaarden, is een van de beste witte wijnen van de Etna die ik tijdens de reis heb geproefd. Ook Cavanera Ripa di Scorciavacca van Firriato (40% catarratto) en Bianco di Sei van Palmento Costanzo (25% catarratto) mogen er wezen. Wel komen deze wijnen allemaal van oude wijngaarden. Daarin staat niet zelden ook nog wat minnella, een andere lokale variëteit die beperkt in DOC Etna Bianco mag worden gebruikt.

 

Oude wijngaarden 

De Etna heeft veel oude wijngaarden, waarin de stokken vaak nog op eigen wortels staan –ondanks alle dynamiek van de natuurlijke omgeving, met veelvuldige uitbarstingen en lavastromen die nog in 1921, 1947 en 1981 wijngaarden van respectievelijk Rovitello, Passopisciaro en Randazzo (alle Etna Nord) hebben vernietigd. Blijkbaar zijn de terroiromstandigheden –zanderige, maar organisch rijke vulkanische bodems; hoogte; wind– zo gunstig, dat druivenplanten er heel gezond oud kunnen worden. De ziektedruk op de Etna is dan ook niet hoog, waardoor biologische wijnbouw goed mogelijk is. Een bedrijf als Terra Costantino werkt al sinds 2002 biologisch en inmiddels doen de meeste topproducenten dat. Om de bijzonderheid van de wijnbouw op de Etna kracht bij te zetten, lijkt er trouwens een nieuwe branding te zijn geïntroduceerd: viticoltura eroica (“heldhaftige wijnbouw”). Die term kennen we van bepaalde kleine wijngebieden in Italië en elders, waar op heel steile hellingen wijngaarden worden bewerkt. Dat moet je op de Etna wel met een korreltje zout nemen: op veel terrassen kun je een tractor gebruiken. 

Oude nerello in rasola

 

Eigen gisten 

Dat het wijnbouwgebied op de Siciliaanse vulkaan oogstrelend mooi is, beseffen wijnmakers  terdege, en ze maken de wijnen dan ook steeds puurder, zeker in het duurdere segment. Dat is natuurlijk logisch als je een heel specifieke plek “in de fles” wilt krijgen. De topwijnen van de Etna zijn vrijwel zonder uitzondering echte terroirwijnen, afkomstig van oudere percelen in historische  contradas. Er komt bijna geen klein nieuw hout meer aan te pas; de producenten gebruiken gistingsvaten van rvs, hout of beton, grote rijpingsvaten van Frans of Slavonisch eikenhout en cementen eieren. Uiteraard zijn er wijnmakers die hun wijnen spontaan laten gisten, maar meerdere producenten gebruiken eigen gistselecties om niet alleen de terroirexpressie te vergroten, maar ook de huisstijl te bewaken én tegelijkertijd de controle over de gisting te houden. Voorbeelden zijn Palmento Costanzo en opnieuw Benanti. De lokale gistculturen worden onder andere verzameld in oude palmento’s, wijnmakerijen met stenen kuipen en houten persen. Prachtig om op die manier zowel natuurlijk als cultureel erfgoed te benutten voor een betere, duurzame toekomst. 

 

Mooie bedrijven, prachtige wijnen 

Omdat ik dit keer Faro en de zuidoostkant van Etna bezocht, gaat in het overzicht van producenten en wijnen die u niet mag missen daar de meeste aandacht naar uit. Maar ik geef u toch ook even mijn favoriete wijnen van de noordkant van de Etna. Het gaat hier om een selectie van de wijnen die ik ter plaatse heb geproefd, onder meer tijdens Sicilia En Primeur. Het rijk van nerello telt zeker nog meer mooie wijnen, maar de selectie is meer dan representatief. 

 

Le Casematte 

Jong wijnbedrijf in Faro Superiore, van Gianfranco Sabbatino en en oud-international van Italië en ex-verdediger van Juventus Andrea Barzagli. Zij worden met advies bijgestaan door Carlo Ferrini, de beroemde Toscaanse oenoloog. De productie betreft grotendeels wijnen die als Terre Siciliane op de markt komen, maar de topwijn is hun Faro. (Fattoria) 

Favoriete wijnen: Faro 2016 ***** | Nanuci 2017 (Terre Siciliane van 100% nocera) **** 

 

Benanti 

Vinicola Benanti is een van de grote namen van de Etna, en wordt gezien als de pionier van kwaliteitswijn hiervandaan. Het bedrijf ligt net ten noorden van Viagrande, aan de zuidoostkant van de Etna en is in 1988 opgericht door Giuseppe Benanti. Tegenwoordig hebben zijn zoons Antonio en Salvino de leiding. De wijngaarden bij de azienda liggen prachtig aan de voet van de Monte Serra en worden opmerkelijk druk bezocht door lokale dagjesmensen en internationale toeristen. Benanti heeft verder wijngaarden bij Santa Maria di Licodia, Milo en Rovitello, dus zo’n beetje in alle delen van de DOC Etna. Dat, samen met de zeer hoge kwaliteit van de wijnen, maakt een bezoek en proeverij zeer de moeite waard. (Van Eyck Wijnkelders) 

Favoriete wijnen: Pietra Marina 2015, Etna Bianco Superiore ***** | Serra della Contessa 2014, Etna Rosso ****(*) | Rovitello 2014, Etna Rosso ***** 

Benanti’s topcuvées van zuidkant en noordkant van Etna

 

Terra Costantino 

Dino Costantino begon eind jaren 70 wijn te maken, op een vervallen landgoed met een oude palmento. Het domein ligt niet ver van Benanti, in de contrada Blandano bij Viagrande. Tegenwoordig leidt zijn zoon Fabio het bedrijf, waar de 10 hectare aan wijngaarden biologisch worden bewerkt. Bijzonder is de gemengde aanplant op kleine terrassen die hier nog voorkomt, genaamd rasola. Het domein is prachtig en voelt aan als een tuin van Eden. (Wijnkooperij De Lange) 

Favoriete wijnen: Contrada Blandano 2015, Etna Bianco ****(*) | Rasola 2018 (field blend van nerello mascalese, nerello cappuccio, carricante, catarratto en minnella) **** 

 

Cantine Nicosia 

Cantine Nicosia is een traditionele producent op de Etna, opgericht in 1898 in Trecastagni. Het bedrijf heeft nog de tijden van grote (bulk)wijnproductie op de Etna meegemaakt. In de loop van de tijd kwamen er wijngaarden bij in Ragusa (zuidoosten van Sicilië), maar werd de productie op de Etna juist teruggedrongen omwille van de kwaliteit. Tegenwoordig heeft Nicosia zo’n 20 hectare bij Monte Gorna, een oude krater, waaronder een aantal heel oude wijngaarden. (Pasteuning, Grapy) 

Favoriete wijnen: Monte Gorna 2015, Etna Bianco **** | Riserva Monte Gorna 2012, Etna Rosso ****(*) 

 

Favoriete wijnen noordelijke zijde Etna 

Pietradolce, Barbagalli 2015, Etna Rosso ***** 

Gulfi, Reseca 2014, Etna Rosso ***** 

Tenute Bosco, Vigna Vico Prephylloxera 2015, Etna Rosso ***** 

Pietradolce, Contrada Rampante 2016, Etna Rosso ****(*) 

Cottanera, Contrada Feudo di Mezzo 2015, Etna Rosso ****(*) 

Palmento Costanzo, Contrada Santo Spirito 2015, Etna Rosso ****(*) 

 

Favoriete witte wijnen oostelijke zijde Etna 

Pietradolce, Sant’Andrea 2016, Terre Siciliane Bianco ***** 

Firriato, Cavanera Ripa di Scorciavacca 2016, Etna Bianco ****(*) 

 

En ook (geproefd buiten Sicilia En Primeur)

Eduardo Torres Acosta, Nerello Mascalese Versante Nord 2016, Terre Siciliane ***** 

Passopisciaro, Passobianco 2016 (100% chardonnay uit Contrada Guardiola), Terre Siciliane Bianco ****(*) 

 

Lars Daniëls MV

Reageer op dit item

nl Nederlands