Riedel, meesterlijk glaswerk, meesterlijke marketing - Perswijn
Achtergrond & Interviews

Riedel, meesterlijk glaswerk, meesterlijke marketing

“The Riedel Family ….. has done more to enhance the oenophile’s pleasure than almost any winemaking dynasty”. Dat is wat Time Magazine ooit zei over de beroemde glasproducent uit Oostenrijk. Tekst en fotografie: Lars Daniëls
Dat is nogal een compliment. Het geeft -volledig terecht- aan hoe belangrijk glaswerk is in relatie tot genieten van wijn. Bij Riedel hadden ze dat al heel vroeg door en nog steeds ontwikkelen ze wijnglazen en karaffen, die schoonheid en functionaliteit perfect combineren.

Bepaalde glazen en karaffen worden nog met de mond vervaardigt, door echte meesters: meesterlijk glaswerk dus. Heel slim noemen ze hun glazen grape varietal specific (vrij vertaald: ‘afgestemd op druivenras’) en hebben die term gepatenteerd natuurlijk. Voor elke druif een apart glas dus, en dat op verschillende prijsniveaus. Dat is meesterlijke marketing.


Geschiedenis

Riedel is de belangrijkste producent van kwaliteitswijnglaswerk ter wereld, maar nog steeds een familiebedrijf, nu onder leiding van vader Georg en zoon Maximilian Riedel. Het heeft zijn grootste concurrent, Spiegelau, in 2004 opgekocht, en heeft nu vrijwel alleen nog wat te duchten van Schott Zweisel, uit het Böhmer Wald in Beieren.

Het overgrote deel van de productie van Riedel, zoals de Restaurant Series, Vinum, Vitis en Grape Series, worden machinaal gemaakt in drie fabrieken, ook in zuidelijk Duitsland, waar trouwens ook de belangrijkste grondstof, het kwartszand, vandaan komt. Het mondgeblazen glaswerk, zoals de Sommeliers Series en de karaffen, komt uit de oude fabriek in Kufstein, die ik namens Perswijn op uitnodiging van de Nederlandse importeur van Riedel, Résidence Wijnen, onlangs bezocht.

Die fabriek in Kufstein, Die Tiroler Glashütte, bestaat sinds 1956 en is gestart door Walter Riedel, opa van Georg, met geleend geld van de familie Swarovski. De Riedels hadden hun fabrieken in Bohemen, waar ze al sinds 1756 in de glasproductie zaten, gedwongen moeten opgeven: deze werden na de Tweede Wereldoorlog onteigend door het communistische bewind van Tjsecho-Slowakije. Het was de zoon van Walter, Claus-Josef, die de focus van Riedel op wijnglazen legde, iets dat sterk is uitgebouwd door Georg en nu Maximilian.

Meister

De link met Bohemen en oost-Europa in het algemeen is in Kufstein nog zeer aanwezig. Bijna alle arbeiders in de fabriek komen uit Tsjechië, Slowakije en Slovenië, in het bijzonder de ‘Meister’, degenen die het echte glasblaaswerk mogen doen. Dat mondblazen van glazen en kunstige karaffen is een uitstervend vak: er is bijna geen opleiding voor en in West-Europa is er geen interesse.

De cultuur die Oost-Europa nog kent, wordt door Riedel ten volste benut, hetgeen er op neer komt dat de betere glasblazers als ware het talentvolle voetballers door het rijke Riedel worden weggekocht. Ze krijgen er beter betaald en het is blijkbaar ook een zekere eer om bij Riedel te werken, want sommigen rijden op vrijdagavond wel 700 km terug naar hun thuis, voor het weekend.

Elke druif zijn glas

Dé uitvinding van Riedel zijn de grape varietal specific wine glasses, wijnglazen gemaakt voor wijnen van een specifiek druivenras. Nog niet eerder had een glasfabriek onderzoek gedaan naar het effect van de vorm van het wijnglas op de expressie van het aroma en de smaak van verschillende wijnen.


De resultaten leidden ertoe dat Riedel begon met het ontwerpen van glazen voor specifieke wijnen, voor wijnen van specifieke druivenrassen. Dit was niet alleen een zegen voor de wijnliefhebber, maar zeker ook voor Riedel, dat het publiek door middel van proeverijen en geweldige marketing wist te overtuigen van het nut van het gebruik van verschillende glazen, afhankelijk van het wijntype dat gedronken wordt.

Het begon allemaal met de Sommeliers glazen, geïntroduceerd in 1973, een serie mondgeblazen glaswerk, die Riedel nog steeds maakt. Met de Vinum serie uit 1986 begon het grote succes, want dit was de eerste serie van hoogwaardig, machinaal geblazen wijnglaswerk, dat in grote aantallen vervaardigd kon worden, en dus voor veel minder hoge prijzen kon worden aangeboden.

De Vinum serie geldt als dé referentie van Riedel, en wat mij betreft van alle hoogwaardige wijnglazen ter wereld. Vooral het Riesling/Chianti glas, dat officieel Riesling Grand Cru heet, is en blijft een heerlijk glas, ideaal als proefglas (bij Perswijn wordt uit dit glas geproefd, red.) en perfect voor frisse, aromatische witte wijnen, en niet heel krachtige rode wijnen met duidelijke zuren.

Maar ook de Vinum Bordeaux zal de meesten van u niet onbekend zijn. Riedel heeft de laatste jaren flink voortgeborduurd op de Vinum Series, en er een hoekigere variant van op de markt gebracht, Vinum Extreme, en een oversized versie, Vinum XL.

Verder onderzoek, op gebied van aroma/smaak, design en markt, heeft inmiddels een hele verzameling aan series wijnglaswerk opgeleverd,  soms van opmerkelijke vormgeving (Swirl), vaak van grote schoonheid (Vitis, Grape).

De proef op de som

Zo, genoeg geschiedenis en ophemeling. Naar de belangrijkste vraag: werkt het? Of, beter geformuleerd: maken de glazen waar wat Riedel belooft? Om een en ander proefondervindelijk te ervaren, had Riedel natuurlijk een proeverij samengesteld. Voor ons stonden zes wijnglazen en twee digestiefglazen.

De eerste wijn, Riesling Steinmassel 2010 van Loimer, een dijk van een droge Riesling, dient om het verschil in zuur- en zoetervaring duidelijk te maken. Geproefd uit glas twee, een klein, tulpvormig glas genaamd Vinum Rheingau, smaakt de wijn veel zoeter dan dan uit glas zes, Sommeliers Sauternes, dat sterk taps toelopend is. Het is een bekend fenomeen. De zoetwaarneming vindt vooral plaats op de punt van de tong, en die wordt in het geval van het Rheingauglas in of minimaal óp de rand van het glas gelegd met als resultaat dat de wijn als eerste op de punt van de tong komt.

In het geval van het taps toelopende Sauternes glas leggen we de punt van de tong erbuiten, valt de wijn er overheen, zodat de zuurwaarneming de zoetwaarneming overheerst; zuur proef je meer voorbij de punt van de tong, vooral aan de zijkanten. Een en ander is een reden dat, wanneer je in Duitsland bijvoorbeeld een Riesling te proeven krijgt uit een tulpglas (bij de producent!), je je moet afvragen of de wijnboer wat te verbergen heeft, zoals een teveel aan (onrijpe) zuren.

Dan een vrij rijke, wat boterige Chardonnay, Pfarrweingarten Morillon 2009 van Sattlerhof. Uit het Rheingauglas ruikt de wijn wat vlak, en smaakt hij simpel en zoetig, maar in glas drie, Sommeliers Chablis/Chardonnay, komt de rijkdom van zijn concentratie en houtopvoeding helemaal terug. De wijn is zelfs zo krachtig, dat hier de ruimere, bredere Vinum Chardonnay niet had misstaan.


De verschillen bij de rode wijnen zijn ook duidelijk, zij het soms minder groot. De Pinot Noir 2008 van Heinrich (Gols, Neusiedlersee) opent zich inderdaad veel sneller wanneer hij wordt geschonken in glas vier, het Burgundy Grand Cru glas uit de Sommeliers serie. Dat glas is groot, zo groot, dat er sprake is van karafferen en drinken tegelijk: dit heeft zijn voordelen, maar als drinkglas houd ik er niet van, je zit er met je hele hoofd in. Mijn persoonlijke voorkeur terzijde, het hele aromapalet van de wijn uitvouwt zich, maar de alcohol is ook merkbaar. Uit het Chablisglas komt de wijn veel strakker en tannineuzer over. Enfin, een kleinere versie van het Bourgogneglas, zoals Vinum Burgundy, zou hier ideaal zijn geweest.

Ik proefde dezelfde wijn ook nog uit glas vijf, Sommeliers Bordeaux Grand Cru, een groot, maar nauwer, hoger glas dan de Burgundy Grand Cru. Ook hierin werd de Pinot Noir aanvankelijk strakker, maar na verloop van tijd werd het verschil met het Burgundy Grand Cru glas steeds minder.

Belangrijke ervaring

Een wat tannineuzer, strakker type rode wijn, zoals Heinrich’s Gabarinza, een blend van 60% zweigelt, 30% blaufränkisch en 10% merlot, komt mooi gelaagd over uit de Sommeliers Bordeaux Grand Cru, maar wordt minder aromatisch, bitterder en haast vegetaal uit de Sommeliers Burgundy Grand Cru. Dit is een belangrijke ervaring, voor mij: ik zal niet snel meer een strakker type rode wijn uit een wijd Bourgogneglas drinken.

Het deed me denken aan een recente ervaring in Verona, waar Querciabella’s prachtige Camartina 1999 (60% sangiovese, 35% cabernet sauvignon, 5% merlot en syrah) ook werd geschonken in zo’n oversized Bourgognekelk; ik heb de wijn na beluchten direct terug geschonken in een normaal, hoger glas. Andersom, een Pinot Noir uit een ruim Bordeauxglas is veel minder jammer.

Na het zoet-zuur-trucje met een Eiswein, dat we al eerder hadden ervaren met de droge Riesling, kregen we tot slot wat Cognac. Eerst uit een in samenwerking met Hennessy ontworpen cognacglas, daarna uit het ouderwetse, bolle, sterk taps toelopende glas. U raadt het al, in het traditionele cognacglas ruik je vooral alcohol, die lekker wordt bewaard door de vorm van het glas. In het glas Vinum Cognac Hennessy wordt de cognac aromatisch, fruitig zelfs, en stoort de alcohol veel minder.


Wijnbeleving

De proeverij was op alle punten overtuigend, en bewijst het gelijk van Riedel om veel aandacht te geven aan de ontwikkeling van wijnglazen voor specifieke wijntypen. Dat er zó veel keuze is, wat betreft type, maar ook qua vormgeving en prijsniveau, is natuurlijk vooral briljante marketing. Maximilian Riedel gaf het in vloeiend Engels aan: de ontwikkeling van nieuwe wijntypen en -stijlen vraagt telkens weer om nieuwe glazen. Het is Riedel’s raison d’être geworden.

Voor de ‘gewone’ consument en zelfs voor een deel van de wijnliefhebbers, is de enorme diversiteit, gekoppeld aan de niet geringe prijzen, intimiderend. Glazen als die van Riedel worden dan ook vooral gekocht door mensen met verregaande interesse in wijn en/of met veel geld. Toch is dat een beetje jammer, want ook voor de ‘gewone’ wijnliefhebber voegt de aanschaf van echt goede wijnglazen, zoals die van Riedel, maar ook die van andere merken als Spiegelau, Schott-Zwiesel of Zalto, veel toe aan de wijnbeleving. En je hoeft echt niet een complete serie aan te schaffen. Want zelfs als je gevarieerd drinkt, kun je toch met vier typen vrijwel het hele spectrum aan wijnen afdekken.

Om de Vinum serie -goed verkrijgbare en nog redelijk betaalbare glazen- als uitgangspunt te nemen, gaat het om Champagne, Riesling Grand Cru, Burgundy en Bordeaux. Toegegeven, als je van al deze typen vier glazen wilt aanschaffen, is dat een serieuze uitgave (± € 300,00), maar dan heb je ook wat. En bij voorzichtige omgang gaan ze lang mee. Als je als wijndrinker een duidelijke voorkeur hebt voor een bepaald type wijn -stel, je hebt echt smaak en drinkt veel goede Riesling-, dan zul je verbaasd zijn hoeveel het juiste glas nog kan bijdragen aan de beleving van dat soort edle Tropfchen.

Voor de betere horeca is een flinke diversiteit aan goed glaswerk een must geworden. Het hoort bij een professionele omgang met wijn, en voegt ook in de gastronomie heel veel toe aan de beleving. Bovendien mag de gast, gezien de prijzen die hij of zij in de gastronomie betaalt voor serieuze wijn, gewoon verwachten dat deze in een goed passend glas wordt geserveerd.

Lars Daniëls MV.

Riedel glaswerk wordt geïmporteerd door Résidence Wijnen, dat het verkoopt aan de horeca en handel. Particulieren kunnen terecht bij vele betere wijnspeciaalzaken, o.a. de winkels van De Gouden Ton, en bij De Bijenkorf. Kijk voor alle verkooppunten en informatie over Riedel glaswerk op: www.riedelglas.nl.

Reageer op dit item

nl Nederlands