Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 9 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

En ondertussen in Bordeaux: jong en vrouwelijk als wijnmaker

Bordeaux is nog steeds een van de belangrijkste wijngebieden ter wereld. Bordeaux-blends worden over hele wereld gekopieerd. Maar alleen op het unieke terroir komen deze het beste tot hun recht. Een belangrijke verantwoordelijke hiervoor is de wijnmaker. Onlangs maakte ik kennis met Lucie Lauilhé, ‘responsable technique vigne et vin’ oftewel verantwoordelijke wijnmaker bij Château Patache d’Aux in de Médoc.
Haar leeftijd: 34 jaar, en haar genre: stoer en zelfstandig.

Achtergrond & Interviews

Rust en de Wachau krijgen hun eigen DAC – de vrije geesten van de Oostenrijkse wijn ingelijfd

Oostenrijk telt inmiddels veertien DAC’s, het equivalent van de Franse AOC’s, maar ’s lands misschien wel meest iconische wijnen doen het nog steeds zonder. De zoete Ruster Ausbruch en de Rieslings en Grüner Veltliners uit de Wachau hebben altijd vanuit hun eigen kracht de markt kunnen bedienen. Nu kiezen de producenten er toch voor om zich aan te sluiten bij de standaardclassificatie van het Alpenland. Een grote mentale omslag voor vele wijnmakers, maar in de fles verandert er weinig.

Achtergrond & Interviews

Gigondas, de grand cru van het zuiden

Het idee dat Gigondas een zware wijn is, klopt niet. Of niet meer. Wellicht was er een tijd dat Gigondas nog opkeek tegen het schier almachtige Châteauneuf-du-Pape en heel extractrijke, zwoele wijnen maakte. Maar dat gebeurt nauwelijks meer. Sterker, de terroirs kunnen wijnen geven die ondanks gezonde alcoholpercentages en natuurlijke kracht meer frisheid en finesse hebben dan welke andere zuidelijke cru dan ook.

Achtergrond & Interviews

5 vragen over de vergistingstemperatuur van wijn… aan oenoloog Volker Schneider

Volker Schneider is (bijna gepensioneerd) docent oenologische chemie aan Geisenheim University, de Duitse hogeschool voor wijnbouw en oenologie, waar hij eind jaren 70 ook zelf studeerde. Daarnaast doet hij als oenoloog consultancywerk voor wijnbedrijven. Hij praat ons bij over de invloed van de vergistingstemperatuur op aroma’s en andere stoffen in wijn.

Waarom is de vergistingstemperatuur van witte wijn in de regel lager dan die van rode wijn?

(… laten we zeggen tussen de 10 en 20 graden Celsius voor witte wijn en tussen de 20 en 30 graden Celsius voor rode wijn?)

Dat hangt vooral samen met de aroma’s die je zoekt, die wenselijk zijn in een wijn. Bij lagere fermentatietemperaturen krijg je fruitige vergistingsaroma’s die het bijproduct zijn van de stofwisseling van de gistcellen. De meeste complexiteit en frisse aroma’s worden tussen de 15°C en 19°C bereikt: dan krijg je namelijk een hogere concentratie aan vergistingsaroma’s afkomstig van acetaten (verbindingen tussen azijnzuur en hogere alcoholen) en esters (verbindingen tussen andere zuren en hogere alcoholen). Die fruitige aroma’s (zoals van perendrups, groene appels, bananen en ananas) passen goed bij een fruitige stijl witte wijn en minder bij rode. Zeker niet bij rode wijn die moet rijpen, omdat dit instabiele verbindingen zijn die relatief snel uit de wijn verdwijnen. Na één, maximaal twee jaar zijn ze weg of worden ze overstemd door rijpingsaroma’s. Die instabiliteit is ook de reden dat deze aroma’s bij hogere vergistingstemperaturen “volatiliseren”, vluchtig worden, en samen met het koolzuurgas dat bij de fermentatie gevormd wordt vervliegen.’

Volker Schneider aan het werk (Foto: Karin Leeuwenhoek)

Is de lagere vergistingstemperatuur van witte wijn dan puur iets wat door de mens gewenst en dus gemanipuleerd wordt, of is die ook van nature lager?

(… bijvoorbeeld omdat er minder gistcellen in de most aanwezig zijn wegens de afwezigheid van de druivenschillen, dit in tegenstelling tot de situatie bij rode wijn.)

‘In elk geval dat eerste. Zonder koeling kun je in warme gebieden geen fruitige witte wijnen maken. Ik heb in de jaren 80 in Portugal wel eens meegemaakt dat de witte most op een temperatuur van 35°C uit de pers kwam… Dankzij de hedendaagse koeltechnieken is dat gelukkig verleden tijd. Ook is tegenwoordig een veel betere voorklaring van de most mogelijk, een andere belangrijke voorwaarde voor het kunnen maken van frisse, fruitige witte wijnen.’

Klaring van de most, die vóór de vergisting plaatsvindt, kan op vele al dan niet hoogtechnische manieren en met behulp van diverse klaringsmiddelen (Foto: Karin Leeuwenhoek)

Dit wordt bevestigd door onze Nederlandse œnologue Gerhard Horstink:

‘In de (moderne) witte-wijnbereiding worden de druiven en de daaruit geperste most gekoeld om de klaring van de most (débourbage) te bewerkstelligen. Als de most niet voldoende koel is (minder dan ca. 12°C) zou de gisting spontaan kunnen starten door de (oplopende) hogere temperatuur. Troebele most (dus nog zonder débourbage) bevat sowieso meer voedingsbestanddelen voor de gist, zodat bij warme, troebele most de kans nog groter wordt dat de gisting spontaan en snel van start gaat. De starttemperatuur voor witte-wijnvergisting is dus lager dan bij rode-wijnbereiding, waar de druiven gekneusd/ontsteeld of met de hele tros in de gistingskuip gaan. Afhankelijk van de buitentemperatuur is die starttemperatuur doorgaans een stuk hoger dan bij de afgekoelde witte most. De gisting veroorzaakt warmte en bij rode-wijnbereiding zal dus vanwege een hogere aanvangstemperatuur de gistingstemperatuur hoger zijn. Bij witte-wijnbereiding is het juist de bedoeling dat de gistingsaroma’s (fruit) behouden blijven en dan moet je koelen, dus zal de gistingstemperatuur altijd lager zijn.

Een ander verhaal is de koude voorweking die vaak plaatsvindt bij rode-wijnbereiding; dan worden de (al dan niet gekneusde en ontsteelde) druiven gekoeld om een wekingsproces in gang te zetten voordat de gisting kan beginnen. Maar men zal, als eenmaal de gisting van start gaat, de temperatuur hier weer verder laten oplopen om voldoende extractie uit schillen en pitten te krijgen.

Volgens mij ligt het niet aan de hoeveelheid gistcellen die wel of niet van nature aanwezig zijn; eenmaal op gang gekomen zorgt de gistvermenigvuldiging ervoor dat er zowel bij rood als wit vergelijkbare hoeveelheden gist in de gistende wijn aanwezig zijn.’

In Gerhard Horstinks syllabus bij de OINOS Cursus Wijnproefkunde lezen we ook over de voorklaring en de vorming van fruitige esters: ‘Zeer belangrijk voor de kwaliteit van wijn is ook de helderheid van de most van witte druiven. Vóór vergisting worden de vaste bestanddelen van de most (bourbes: eiwitten, stofdeeltjes, plantaardig materiaal) zo goed mogelijk verwijderd, hetzij door bezinking (débourbage) hetzij door filtratie of centrifugeren. […] Gist heeft voor zijn stofwisseling onder andere sterolen nodig. Wanneer de most nog troebel is, bevat die voldoende sterolen, maar vrijwel altijd wordt witte most onttroebeld (débourbage) omdat de troebele bestanddelen onzuivere, plantaardige geuren veroorzaken. Hierdoor wordt de most arm aan sterolen en moet de gist de sterolen zelf aanmaken. Bijproducten van dit proces zijn esters die een bijzonder fijne geur aan de wijn geven.’ Voorbeelden van de aroma’s die genoemd worden zijn appel, anijs, ananas, fruitig, zeperig.

Het overpompen van de vergistende wijn bij Château Pontet-Canet in Pauillac  (Foto: Karin Leeuwenhoek)

Wat voor overwegingen spelen nog meer een rol bij de gewenste vergistingstemperatuur?

Volker Schneider: ‘Bij rode wijn bevordert een hogere temperatuur de extractie van anthocyanen (kleurstoffen) en tannine. Vergistingsaroma’s spelen bij rode wijn eigenlijk geen rol. Daarom wordt rode wijn bij voorkeur warm vergist, op temperaturen tot 30°C. In principe geldt: hoe hoger de gistingstemperatuur, hoe sneller de vergisting. Dit gaat echter niet op boven de 32°C – of eigenlijk tussen de 30°C en 35°C, afhankelijk van de giststam – want dan sterft de gist door het zogenoemde “Pasteur-effect” in combinatie met alcohol.

Ook zijn vergistingen onder de 15°C problematisch: ze gaan langzaam, met alle onzuiverheidsrisico’s van dien, en onder de 13°C stopt de gisting in de regel. Daarnaast geven extreem koele vergistingen geen duurzaam voordeel qua aroma’s. Voor moderne witte wijnen met veel frisse, fruitige vergistingsaroma’s hanteer ik een ideale gistingstemperatuuur tussen de 15°C en 19°C. Extra aroma’s die je bij nog lagere temperaturen (onder de 15°C) krijgt, zijn nog minder duurzaam en zelfs na een jaar al verdwenen of overstemd door rijpingsaroma’s.

De bewaartemperatuur van deze wijnen is hierbij cruciaal! Veel wijnmakers hechten te veel waarde aan de vergistingstemperatuur en te weinig aan de opslagtemperatuur van de flessen. Die moet niet boven de 15°C uit komen, anders raak je de aroma’s die je met de extreem koele vergisting met veel moeite hebt verkregen alsnog heel snel kwijt.

Klopt het dat de toename van kater-opwekkende foezels in wijn samenhangt met een (te) hoge vergistingstemperatuur?

(foezels=foezelalcoholen: hogere alcoholen zoals amylalcohol en isobutanol, die giftiger zijn dan het in wijn gangbare ethanol/alcohol.)

‘In het algemeen wel. Zulke hogere alcoholen ruiken vaak naar brandspiritus. Er worden weliswaar meer foezelalcoholen in wijn aangemaakt onder invloed van een hoge vergistingstemperatuur, maar nog meer door de aanwezigheid van te veel vaste bestanddelen in de most oftewel door een slechte voorklaring in het geval van de witte most. Omdat rode wijn troebeler is/meer vaste bestanddelen heeft en op hogere temperatuur wordt vergist dan witte, ontstaan in rode wijn meer foezelalcoholen. In rode wijn ruik je ze alleen niet zo sterk, omdat de spiritusgeur beter gemaskeerd wordt door de druivenaroma’s.’

Geldt datzelfde voor Brett-aroma’s?

(Dat deze stallige en medicinale aroma’s die ontstaan als bijproduct van de activiteit van de ongewenste giststam Brettanomyces samenhangen met een (te) hoge vergistingstemperatuur?)

‘Brettanomyces overleven in de poriën van houten vaten en vergisten slecht en zelfs bijna niet. Ze worden pas actief na de alcoholische vergisting, als de wijn bij een te hoge temperatuur, boven 15°C, wordt bewaard (naast andere risicoverhogende omstandigheden, zoals een lage zuurgraad, en hoog alcoholgehalte van de wijn of te weinig sulfiet/SO2-gebruik – KL). Hun activiteit heeft weinig met een vergisting te maken, maar meer met de vluchtige fenolen (en ongewenste aroma’s van dien) die ze produceren.’

Opvallend in dit verhaal is hoe belangrijk deze oenoloog de bewaartemperatuur van wijn vindt – misschien minstens zo’n interessant thema als de vergistingstemperatuur. Reden genoeg om binnenkort weer eens 5 vragen aan Volker Schneider te stellen!

Karin Leeuwenhoek

Achtergrond & Interviews

Vin méthode Nature: Definitie en label voor natuurwijn

Een van de grote problemen ten aanzien van zogenaamde natuurwijnen/vins naturels/natural wines is dat er geen duidelijke definitie van is. Of moeten we zeggen: was? Want met de introductie van het logo Vin Méthode Nature komt daar voor Franse wijnen verandering in. Vin naturel, ook al mag die wettelijk nog steeds niet letterlijk zo heten, krijgt daarmee officiële erkenning.

Achtergrond & Interviews

5 vragen over kurk… aan Dr. Paulo Lopes

Dr. Paulo Lopes is oenoloog en een vooraanstaand expert op het gebied van kurk(en). Hij is Wine Research Manager bij de Portugese kurkproducent Amorim en schreef zijn PhD-proefschrift voor de universiteit van Bordeaux over wijnflesafsluitingen: ‘Oorspronkelijk was ik bosbouwkundige, forest engineer, maar in Bordeaux ontwikkelde ik me in de oenologie. Wij waren de eersten die de zuurstoftoevoer van verschillende afsluitingen en de chemische en geur- en smaaktechnische effecten daarvan op de gebottelde wijn volledig in kaart brachten.’ Tijdens zijn onderzoek deed hij verrassende ontdekkingen en ontkrachtte hij diverse mythes over kurk en het bewaren van wijn. Hardnekkige mythes die tot op de dag van vandaag voortduren. De hoogste tijd dus voor een grondig gesprek met Dr. Paulo Lopes!

Achtergrond & InterviewsGeproefd & Beoordeeld

Nebbiolo Prima 2020

Eind januari 2020 vond de jaarlijkse proeverij Nebbiolo Prima weer plaats, als altijd in de capoluogo van de streek Langhe, Alba. Roero en Barbaresco 2017 en Barolo 2016 werden en primeur voorgesteld, alsmede een beperkt aantal Riserva’s uit 2016 (Roero), 2015 (Barbaresco) en 2014 (Barolo). Nebbiolo’s uit heel verschillende jaargangen dus, met 2016 als topjaar.

Achtergrond & Interviews

Proeven, checken, keuren en beoordelen

In het Amsterdamse valt altijd wel wat wijn te proeven. Zeker op de maandagen staat steevast een ruime selectie open om de smaakpapillen te verrassen. Maar soms is het op de dinsdag. De leukste proeverijen zijn uiteraard de versies in lunch-of dinervorm. Dé manier om bijzondere wijn-spijscombinatie te beoordelen. Aanbevolen vervoer: de fiets.

1 7 8 9 10 11 57
Page 9 of 57
nl Nederlands