Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 54 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

Deelnemers Proeven Beurs van Berlage 2003

Wines
Adventure Wine Trading
AIVIE Nederland
Australian Wine Bureau
Bodegas Castillo Viejo
Casella Wines
Cheviot Bridge
De Lucca
La Branche
Ernest & Julio Gallo
Evans & Tate
(Filgueira)
Gall & Gall
Het Sherry Inst. Van Spanje
Imperial Wijnkoperij
Juanico
Noordman Wijnimport
Oostenrijk
Oud Reuchlin & Boelen
Otterman
Paul Vetter
Pernod Ricard
Pisano
Q-Vignes Wijnimport
R.M. de Geus
Sographe
Sopexa
Southcorp Wines
Traversa
Vinoblesse
VinoVino
Vinos Argentinos
Wine Marketeers
Wijnhandel De Geus
Wijnhuis "Zur Gemütlichkeit"
Q-Vignes Wijnimport (De Bild)Food
Apollo Specerijen
Arrigoni
Beemster kaas
Boering Melkblok
Cailles Robin
Casa Rinaldi
De Graaff Kaas
Glerum Auctioneers
Haagendasz
Iglo Mora Groep BV
Isigny Saint Merre
Koppert Cress B.V.
Les Charmilles
Kraft
L’Oeul et Piriot
Prins & Dingemans
Procanar S.A.
Reypenaer Kaas
Sacor
Savel
Scoff
The Welsh Lamb and Beef Club
Van Drie Group
VEN Internationale Versmarkt
Yama Products B.V.

Diversen
Bacardi Martini Nederland
Bokma
De Kuyper
Demerara Distillers Europe
Eurocave
Handboek Gastronomie
Holland Alcomix
Illycaffè Benelux BV
International Marques
Leerdammer Glaswerk
Nederlandse Bartenders Club
Perswijn
Société des Maîtres d’ Hotel
Wenneker
Zwilling Nederland B.V.

Achtergrond & Interviews

Gall & Gall nodigt u uit: Proeven in de Beurs van Berlage

Klik hier om u aan te melden.

Op 21 en 22 september 2003 opent de Beurs van Berlage zijn deuren voor de tweede editie van "Proeven in de Beurs". Een groots gastronomisch evenement, waarbij onze hedendaagse culinaire- en wijncultuur, van klassiek tot trendy, centraal zal staan. Dus dat is: wijn & spijs voor iedereen, proeven en probgeren, toegankelijk, lekker -en met een gunstige verhouding tussen prijs en kwaliteit, gepresenteerd door tal van bekende wijn- en delicatessenimporteurs. De historische Beurs van Berlage te Amsterdam, die dit jaar zijn honderdjarig jubileum viert, zal daarnaast plaats bieden aan wijnproducenten uit verschillende wijnlanden. Bovendien staan er talloze seminars op het programma, waarbij het samenspel tussen wijn en spijs centraal zal staan. Kortom, een spetterend evenement voor fijnproevers en levensgenieters!

Er is een Blending Wedstrijd met Portwijnen. U maakt uw eigen Portwijn en u kunt een reis naar Portugal winnen. Dit is een wedstrijd met teams van drie personen, waarvoor iedereen zich kan inschrijven die van port houdt, na het beantwoorden van een aantal vragen. Klik hier voor meer informatie over de Graham’s Blending Contest.
Er worden ook verschillende wedstrijden georganiseerd, zoals de "Grote Prijs van Amsterdam". Daarbij kunnen de bezoekers prijzen winnen door vragen over de stands te beantwoorden.
Bij de wedstrijd om de Gouden Terrine 2003, georganiseerd door VEN International, wordt een prijs uitgeloofd voor de de bereider van het mooiste kalfsvleesgerecht. Deze wedstrijd staat open voor amateurs en professionals, individueel of in teamverband, die een heuse gouden terrine kunnen winnen. Voor meer informatie: John van de Ven, tel. 020-398 88 67, e-mail pr@ven.nl.

Op beide dagen organiseert De Nederlandse Bartenders Club de Nationale Cocktail en Longdrink Competitie 2003. Ook dat wordt proeven en genieten! Meer info…

Het steeds aangroeiende programma vindt u hier.

Korting
Een geweldig evenement, dat u als wijnliefhebber en levensgenieter niet mag missen. De toegangsprijs bedraagt € 25,-. Als Gall & Gall klant krijgt u een korting van liefst 50%, zodat u slechts €12,50 hoeft te betalen.

Achtergrond & Interviews

Medailleregen op château La Garde

In één maand tijd had de wijn van Château de la Garde, La Tulipe, onlangs drie gouden medailles gewonnen. Op het concours de Bordeaux, dat sterk op Bordeaux gericht is, op het Concours Général de Paris, wat de nationale wijnkampioenschappen van heel Frankrijk zijn en op de ‘International London Wine Trade Fair’ in Londen. Voor eigenaar Ilja Gort, altijd in voor een wijnfeestje, reden om Cees Veerman, de Minister van landbouw, uit zijn zomervakantie op zijn landgoed in de Périgord te rukken om hem persoonlijk met deze prestatie te komen feliciteren. Er wordt gezegd dat de minister Gort een gouden medaille op de borst kwam spelden, maar de Minister had dit keer even geen medailles bij zich.
Aan de eeuwenoude, vier meter lange plukkerstafel van het chateau werd een uitgebreide lunch geserveerd voor onder andere Minister Veerman en zijn vrouw Marianne, Arlette van Etten, persoonlijke secretaresse van de minister (niet geheel toevallig een nicht van Ilja Gort), Jean Louis Trocard, président van de C.I.V.B. en Franck Mähler Besse, Nederlandse consul in Bordeaux. Verder natuurlijk de burgermeester van het 80 zielen tellende dorp, Alain Montion.
De burgermeester was zo ondersteboven door het hoge Nederlandse bezoek, dat hij uit veiligheidsoverwegingen de plaatselijke gendarmerie had gewaarschuwd. Deze ‘gendarmerie’ bestaat hier uit één persoon: Jean-Claude, een goedlachse koddebeier.
Eén van de besproken onderwerpen was de verbetering van de Nederlands/Franse betrekkingen die momenteel voornamelijk uit een eenzijdig touristenverkeer bestaan en derhalve, op economisch gebied wel enige verbetering behoeven, en uiteraard de positie van de boeren, zowel in Nederland als in Frankrijk, wier positie de laatste jaren dusdanig onder druk is komen te staan.
Uiteraard kwam ook de dalende omzetcijfers van Franse wijn met name in Nederland aan de orde, die de laatste tijd gelukkige weer wat aan het stijgen zijn. Over de promotie van Franse wijn konden de degens worden gekruist met Jean Louis Trocard, die in zijn functie van président van het C.I.V.B. een reclamestragie voert die alleen door de makers ervan begrepen wordt en verder geen enkel verkoopbevorderend effect sorteert. Kortom, een mooie middag na een weldadige medailleregen -voor wat het waard is.

Château de la Garde
Dorpsweg 147
3738 CC Maartensdijk
Tel. 0031 346 213 452

Achtergrond & Interviews

Duitsland heeft het: reactie van een lezer

Eindelijk weer een artikel over Duitse wijnen. Zo dol als Nederlanders op Duitse auto’s zijn, zo weinig lijken ze op te hebben met Duitse wijnen – dat wil zeggen: Duitse wijnen die zoveel kosten dat je voor het geld ook een Fanse wijn kan kopen, want dan wint die franse wijn het onherroepelijk, vooral als die wijn uit de Elzas afkomstig is. In uw artikel komt u hierop ook terug: terwijl Elzassers wijnen steeds zoeter worden, zijn er in Duitsland tal van goede en echt droge rieslings te koop die geweldige begeleiders van en mooie maaltijd kunnen zijn. Helemaal mee eens, alleen die eeuwige vergelijking van Duitse wijnen met Elzas wijnen; de verschillen in klimaat en terroir zijn over het algemeen (uitzonderingen zijn wellicht sommige delen van Baden en Rheinpfalz) zo groot dat elke vergelijking bij voorbaat al mank gaat.

Over zoet gesproken: u vermeldt dat het handelsmerk van Moezelwijnen lange tijd een combinatie van weinig alcohol met een subtiele zoet/zuur balans is geweest, met andere woorden: veel restzoet moest een (te) hoge zuurgraad en een gebrek aan concentratie camoufleren. Ook ben ik met u eens, alleen worden Duitse wijnen met restzoet zo wel heel algemeen veroordeeld. Restsuiker dient niet alleen in Duitsland ter camouflage van gebreken, ook in andere landen worden wijnen met steeds meer restsuiker geproduceerd en niet alleen in de Franse Elzas.
Bovendien worden veel Duitse wijnen niet met restzoet gemaakt om gebreken te camoufleren, maar simpelweg om zoet te zijn, dat dat kwaliteit kan opleveren blijkt ook wel uit de door u geproefde wijnen. Om Duitse wijnen op het onderwerp restzoet te beoordelen zou er een aparte beoordeling kunnen zijn tussen wijnen met en wijnen zonder een merkbaar aanwezig restzoet, want daar gaat het toch om: is het restzoet duidelijk waarneembaar of niet? Is de wijn bedoeld als aperitief, voor bij de maaltijd, voor na de maaltijd of om gewoon zo, op zichzelf te worden genoten ?
Zoete wijnen uit de Sauternes worden immers ook niet gelijktijdig geproefd c.q. vergeleken met wijnen uit de Graves of Pessac-Leognan die per definitie droog (horen te) zijn. Bovendien lopen de oogstjaren van de geproefde wijnen wel er uiteen. Dat geeft wel een leuk beeld van de mogelijkheden van het ouderen van de betere wijnen maar maakt het vergelijken weer lastiger, de wijnen verkeren immers in totaal andere fasen van hun ontwikkeling.

In het voorwoord vermeldt u overigens dat u ook aan de Nahe bent geweest, maar over deze wijnstreek is in het artikel, nog in de proefnotities een woord terug te vinden. Jammer, want juist de Nahe is een interessante streek met een zeer gevarieerd aanbod en zeer interessante wijnen. Hopelijk komt deze streek in het volgende nummer wel aan bod, dan kunt u meteen uw vaste leverancier van wetenswaardigheden over de Duitse wijnbouw, Armin Diel erin vermelden. Kent u bijvoorbeeld het wijngoed Oskar Mathern uit Niederhausen ?
Ook mis ik de vermelding van de Mittelrhein. Ik hoop niet dat u deze streekl overslaat (evenals de Ahr ?) want de Mittelrhein produceert – alleen in echt goede jaren – voortreffelijke rieslings, kent u bijvoorbeeld wijgoed August Perll te Boppard ?

De door u bezochte wijnstreken liggen qua klimaat, terroir en mogelijkheden nogal uit elkaar, bovendien vermeldt u in "Geproefd en beoordeeld" twee bezochte wijnbedrijven per wijnregio. Dat lijkt mij iets dunnetjes, en zo krijgt de lezer die geen of weinig "verstand" van Duitse wijnen heeft ook geen representatief beeld van de mogelijkheden van deze gebieden en de prestaties van de beste producenten..
U vermeldt bijvoorbeeld Schloss Vollrads in de tekst, maar er zijn geen proefnotities van de wijnen van dit zeer gereputeerde domein, terwijl Schloss Vollrads inderdaad jarenlang een voortrekker van de "nieuwe" Rheingauer wijn is geweest.
Onnodig hier een opsomming van uitstekende producenten te maken; dat kunt u zelf ook.

Verder valt mij op dat er nog steeds bitter weinig importeurs van goede Duitse wijnen zijn. Maar geen nood, Duitsland is vlakbij, dus een lijstje met aanbevolen wijnproducenten en hun locatie zou een ondernemende lezer zover kunnen krijgen om zelf eens langs te gaan. Ik weet het wel – Perswijn lezers zullen over het algemeen wel volwassen en zelfstandige mensen zijn die heel wel in staat zijn om zelf iets te ondernemen – maar gezien het feit dat uw artikel over een ware "Fundgrube" gaat zou enige aansporing in de goede richting geen kwaad kunnen.

"Duitsland heeft het"
Inderdaad, dat vind ik ook, en al heel wat jaren: ragfijne, elegante en raszuivere rieslings, droog of mét merkbaar restzoet, van lichte, droge aperitiefwijnen tot en met edelzoete dessertwijnen en bovendien kunnen de betere wijnen uit goede jaren ook nog eens geweldig goed ouderen. En ze zijn vaak, om toch maar met de Elzas te vergelijken, nog betaalbaar ook (vooral als men de moeite neemt om ze zelf ter plekke te gaan kopen), en ook dat zou de gemiddelde Nederlander aan moeten spreken. U heeft het al eerder zo treffend verwoord: goede kwaliteit voor een redelijke prijs, dát is waar Nederlanders van houden, en dat is in Duitsland volop te vinden.
Je moet alleen wel weten waar je moet zijn.

Nico Meier
Amsterdam

Achtergrond & Interviews

Leve de Vaagheid!

Een reactie op het artikel van René van Heusden in Perswijn 2003/4 over het gebruik van puntensystemen van Erik Muller, Amsterdam.
Parker Punten zijn betrouwbaar
Helaas kan ik mij niet vinden in het stuk over de punten van René van Heusden. Zeker bij Parker kan je zeer goed aflezen aan de punten, in combinatie met de tekst over de wijn wat je van die bepaalde wijn kan verwachten. Er zijn veel mensen die vergelijkende proefervaring hebben met de punten van Parker en d.m.v. puntenwaardering snel af kunnen lezen wat de verschillen van de jaren zijn voor die betreffende wijn en dat voor zichzelf kunnen vertalen.
Het lijkt er haast op in het stuk dat de Wine Advocate alleen maar door domme mensen wordt gelezen, ik denk dat het tegendeel waar is. Je moet aan de andere kant maar het lef hebben om op die manier te publiceren, je kan je weinig fouten veroorloven tenslotte.
Ik denk ook dat zijn beoordelingen tot de betrouwbaarste horen van de beschikbare wijnbladen, en het ligt toch doorgaans aan jezelf of je met zijn beschrijvingen en beoordelingen om kan gaan. Natuurlijk zijn er mensen die klakkeloos zijn beoordeling volgen zonder enige eigen kennis, die kopen waarschijnlijk ook altijd de ‘beste koop’ van de Consumentenbond. Het feit dat een Beaujolais of Muscadet geen 100 punten kan krijgen lijkt mij vrij begrijpelijk. Er zijn maar weinig streken (en wijnmakers) die een hele grote wijn kunnen voortbrengen (zoals Montrachet, Pauillac o.i.d.). Het drinken van een 100 puntenwijn is de ultieme smaaksensatie. Montrose 1990 bijvoorbeeld.
Vind je die sensatie in de Beaujolais of de Muscadet? Wanneer een Beaujolais een beoordeling van 92 punten krijgt dan begrijpen zijn lezers heel goed dat dat een bijzondere goede beoordeling is. Ik denk dat de Perswijn in bepaald opzicht ook wel rijper wordt voor een verfijnder puntensysteem (met beschrijvingen uiteraard). Het is een systeem dat je uitsluitend kunt hanteren wanneer er de kennis en het specialisme voor in huis is.
En dat moet voor Perswijn geen probleem zijn. Ik had het wijzer gevonden wanneer hij de Wine-Spectator had genomen als voorbeeld.


Reactie René van Heusden

Met veel belangstelling heb ik de reactie gelezen van Erik Muller op mijn opiniërend bedoeld artikel in Perswijn 2003/4 over de (on)zin van punten. Graag wil ik hem hier van antwoord dienen op wat hij te berde brengt. Eerst echter nog een opmerking vooraf. Wat ik mis in zijn reactie is een stellingname ten aanzien van de principiële vraag of het mogelijk is een wijn in een 100-puntensysteem te vangen. Met andere woorden: of zo’n systeem vanuit wetenschappelijk en filosofisch oogpunt gezien wel enig recht van bestaan heeft. Muller lijkt er op voorhand van uit te gaan dat dat wel het geval is, al geeft hij daarvoor nu jammer genoeg geen argumenten.

Waarom Parker?
Dat ik bij mijn kritiek op punten refereer aan Parker, lijkt mij tamelijk voor de hand liggend. Tegenstanders kies je namelijk op niveau! Ik heb bij tijd en wijlen groot respect voor Parker. Als proever heeft hij uitgesproken persoonlijke voorkeuren en de nodige blinde vlekken, maar die zwakheden zijn hem vergeven. Vrij naar W.A. van Buren zou ik willen zeggen: wat Parker beweert is ook maar een mening. Subjectief, maar zo goed in de markt gezet dat iedereen die mening graag napraat. Wat netter geformuleerd: Parker bepaalt de conventies waar mensen zich graag aan spiegelen, omdat ze menen dat het zo hoort.
Hij is in mijn ogen een verschijnsel zonder weerga. Het gegeven dat hij keer op keer de tongen weet los te maken spreekt voor zichzelf. En laten we wel zijn: The Wine Advocate is de ‘moeder van alle puntenfetisjisme’. Over de Wine Spectator zwijg ik maar liever. Dat is toch meer een blad voor kapsalons en wachtkamers.
Dat lezers van The Wine Advocate dom zouden zijn, heb ik nergens beweerd. Enkel plaats ik vraagtekens bij het denkvermogen van diegenen die a) heilig geloven in het dogma van de exactheid van punten en b) niet zonder goeroe kunnen.

Grote wijn versus kleine wijn
Muller beweert te begrijpen waarom het slechts enkele wijnen en gebieden gegeven is om een hoge score in absolute zin te halen, d.w.z. boven de 95 punten. En dat andere daarvan tot in lengte van dagen uitgesloten moeten blijven en zich tevreden zullen moeten stellen met slechts een relatief hoge score. Ik begrijp dat niet. Parker zelf beweert namelijk punten te geven binnen de context van een bepaald type wijn of van een bepaald gebied. Niet voor niets heb ik dat als citaat aangehaald in mijn artikel.
Even gesteld dat een Muscadet a priori een intrinsiek ‘mindere’ wijn op moeten leveren dan Montrachet, dan zou het toch mogelijk moeten zijn dat binnen de gegeven context van een Muscadetproeverij een maximaal resultaat gehaald wordt. Een resultaat dat dan ook in een zeer hoge score vertaald zou moeten worden, niet in relatieve maar in absolute zin. Immers, de Muscadet wordt met Muscadet vergeleken en niet met Montrachet. Toch is 90 punten hier wel zo’n beetje de bovengrens. Waarom? Worden absolute en relatieve scores dan toch weer op een hoop gegooid? Wanneer er schijnbaar ingebouwde beperkingen zijn, wat is dan nog de zin van dit 100-puntensysteem?
De vraag is dus: hoe bepaalt Parker – of wie dan ook – nu eigenlijk wat een wijn ‘groot’ maakt? Antwoord: eerst en vooral op basis van zijn subjectieve voorkeuren (‘heftig’?), en pas in tweede instantie op basis van technische criteria. Absolute, objectieve smaak en gelijkaardige smaakcriteria bestaan bij mijn weten niet. Waar blijf je dan met de pretentie smaak exact te kunnen beoordelen?
René van Heusden

Reactie van Ronald de Groot
Wat René van Heusden schijft in de laatste alinea, is gelijk ook de reden dat Perswijn tot op heden voor de meeste proeverijen een sterrensysteem hanteert. In puntensystemen zien we toch gemakkelijk de neiging insluipen om de scores van bepaalde streken te relateren aan andere, dus geen hoge punten te geven aan wijnen uit gebieden waar minder complexe wijnen worden gemaakt. Bij het door Perswijn gehanteerde sterrensysteem kunnen deze wijnen wel degelijk veel sterren krijgen. Absolute scores zoals Parker die hanteert zijn toch een beetje flauwekul. Natuurlijk zullen velen die prachtige hoge punten graag citeren, vooral als ze een wijn hebben geproefd ‘van honderd punten’. Helaas kan dit nogal eens een ontluisterende ervaring opleveren. Wijnen proeven is een momentopname. Bovendien zal wat de één een perfecte wijn vindt, iemand anders een stuk lager waarderen. Absolute scores vertroebelen dit beeld. Afgelopen week nog hadden we bij de Grand Jury Européen een Barolo Cannubi Boschis 1996 in het glas, die van Parker 100 punten had gekregen. Je kunt dat gedurfd noemen en dat klopt ook wel. Té gedurfd zelfs. Sorry, maar deze wijn was met 90 punten al ruim bedeeld, als we hetzelfde systeem zouden moeten hanteren. En dat is bepaald geen uitzondering. Het houdt zichzelf in stand omdat de discipelen erin geloven. Ons sterrensysteem is vrij goed doordacht, en toch blijven we er voortdurend over nadenken. Per 1 januari is een verandering voorzien, waarbij de sterrenschaal iets verder zullen oprekken, om meer spreiding te krijgen. Maar het blijven sterren, want dat houdt het voor de lezer overzichtelijk en het spiegelt hem/haar geen onrealistisch nauwkeurige beoordelingen voor.
Ronald de Groot, hoofdredacteur Perswijn

Achtergrond & Interviews

Graham’s Blending Contest 2003

De ultieme uitdaging voor de echte portkenner Tijdens het bijzondere evenement ‘Proeven in de Beurs van Berlage’ rond wijn en culinaire genoegens, zal op zondag 21 september een bijzondere wedstrijd worden gehouden: de Graham’s Blending Wedstrijd 2003. Bij deze wedstrijd zal een aantal teams van drie personen een port moeten blenden die zo goed mogelijk lijkt op een voorbeeldport die iedereen van te voren te proeven krijgt. Deze voorbeeldport zal een gerijpte port zijn, bijvoorbeeld een Graham’s 10 years old tawny. Deze port wordt samengesteld uit verschillende tawny ports van uiteenlopende leeftijden. Aan de teams wordt de vraag gesteld de verschillende ports zo te mengen dat het percentage zo dicht mogelijk bij dat van de voorbeeldport komt. Het team dat het dichtst in de buurt zit, wint de Graham’s portblending trofee 2003 en een mooie prijs in de vorm van enkele bijzondere flessen Graham’s Port.
Verschillende teams hebben zich over de vragen gebogen en hebben zich gekwalificeerd voor de finale in de Beurs van Berlage. De vragen werden als vrij pittig ervaren, ondanks de belofte van de auteur van de vragen, Frank Jacobs, om het niet al te moeilijk te maken. Maar hij kon het niet laten een lastige vragen te stellen, dus inderdaad, er moest geblokt worden. Maar voor het goed gedaan heeft lonkt de hoofdprijs, na een leuke wedstrijd. Toeschouwers zijn uiteraard welkom. Onderstaand de antwoorden op de vragen.

Vragen
1. Van wie is de uitspraak: "The first duty of port is to be red." Aan welk porthuis was deze persoon verbonden en gedurende welke periode was hij Chairman van dit huis?
2. Wat betekenen de namen Tinto Cão, Rabigato en Branco Sem Nome en wat betreft het hier?
3. Hoe lang duurt het gistingsproces bij port?
4. Wat is een "split vintage" en wanneer was de laatste?
5. Waar en wanneer verdronken Baron James Forrester en Dona Antónia Ferreira in de rivier de Douro?
6. Waar komt de brandy vandaan die gebruikt wordt om port te versterken, wat is het alcoholpercentage van deze brandy en wat is ongeveer de verhouding tussen de gistende most en de toegevoegde brandy?
7. Wat is de "corte"?
8. Wat is de betekenis van Saint Georges Day en São João in relatie tot Port?
9. Op welke quinta is het verblijf van de eigenaren een replica van een huis op een theeplantage in het voormalige Ceylon?
10. "An iron fist in a velvet glove." Wie gebruikte deze omschrijving en over welke vintage port ging het?
11. Wie ontwierp het symbool van Sandeman, de Don (zie foto), en wanneer was dat?
12. De ruim 400 ha grote quinta Val de Figueras, behoorde eens toe aan Dona Antónia Ferreira, maar werd door de familie verkocht en is nu bekend onder een andere naam. Welke?
13. Wat is op dit moment uw favoriete port? Geef aan waarom en vertel in het kort waarbij u deze port vandaag graag opnieuw zou willen drinken.

Antwoorden vragen blending contest
1. Deze uitspraak van Ernest Cockburn, Chairman van het gelijknamige porthuis van 1929 tot 1938, wordt door verstokte portliefhebbers nogal eens aangehaald als het fenomeen witte port ter sprake komt.
2. Rode hond, Kattenstaart en Witte Zonder Naam zijn toegestane druivenrassen voor de portproductie.
3. 36-48 uur.
4. Declaratie tot vintage van twee achtereenvolgende jaren door verschillende Engelse portshippers; 1991-1992.
5. Inderdaad, een strikvraagje: De boot van Baron James Forrester en Dona Antónia Ferreira sloeg op 12 mei 1861 om ter hoogte van Cachão de Valeira. Baron Forrester verdronk, maar Dona Antónia overleefde het ongeval, naar men vaak beweerd door het drijvend vermogen van haar crinoline.
6. De brandy die gebruikt wordt kan uit de gehele wereld komen, maar dient te worden getest en goedgekeurd door het IVP (Instituto do Vino Porto) Het alcoholpercentage bedraagt 77% en de verhouding van de most en de brandy is ± 1/5-4/5 of ± 450 liter most en ± 100 liter brandy, samen goed voor een pipe.
7. Het treden van de druiven gedurende de eerste twee tot drie uur in de lagares vindt plaats op een bijna militaristische wijze en wordt de ‘corte’ genoemd. Men marcheert met de armen over elkaars schouders op commando voorwaarts of achterwaarts door de lagares. Daarna volgt de ‘liberdade’, waarin men zich vrij door de lagares mag bewegen. Dat gebeurt meestal onder begeleiding van muziek en al dansend.
8. Op 23 april, Saint Georges Day, vindt traditioneel de declaratie van een vintage plaats, terwijl de naamdag van São João (Sint Jan de Doper) op 24 juni altijd uitbundig gevierd wordt. Sint Jan is de patroon van Porto en het feest op zijn naamdag is een beetje vergelijkbaar met Koninginnedag bij ons. Van oudsher overhandigde men aan vrienden en personen die men aardig vond een "manjerico", een bosje basilicum, terwijl mensen die wat minder in de gratie waren een bosje knoflookbloemen kregen overhandigd, of met een streng knoflook om de oren werden geslagen. Dit laatste gebruik is de afgelopen jaren vervangen door het elkaar uitbundig op het hoofd slaan met allerhande soorten plastic hamers. Lachend neemt iedereen de klappen met de plastic hamers in ontvangst om daarna uiteraard "keihard terug te slaan". Als start van het feest van Sint Jan vindt er om middernacht een groot vuurwerk aan de oevers van de Douro plaats. Voor de portshippers is er op São João echter nog een ander hoogtepunt: traditioneel vindt de jaarlijkse zeilrace met de Barcos Rabelos plaats, de traditionele portschepen, die vroeger zorgden voor het vervoer van de vaten port van de productieregio naar Vila Nova de Gaia, de stad tegenover Porto, waar de lodges van de portfirma’s zijn gevestigd.
9. Quinta do Bomfim.
10. Michael Broadbent over Quinta do Noval 1931
11. De beroemde Don, het beeldmerk en symbool van Sandeman, dateert uit 1928 en is een ontwerp van de kunstenaar George Massiot-Brown.
12. Quinta do Vesuvio.
13. Meerdere antwoorden mogelijk; ter beoordeling van de jury.

Frank Jacobs

Achtergrond & Interviews

Nieuw klassement Crus Bourgeois van de Médoc vastgesteld

Na enkele jaren werk is op 20 juni 2003, bij de aanvang van Vinexpo, de grote wijnbeurs in Bordeaux, de nieuwe classificatie van de Crus Bourgeois van de Médoc gepresenteerd. Voor deze classificatie zijn vele jaargangen van de betrokken Crus Bourgeois geproefd en is de grootst mogelijke hoeveelheid informatie over de châteaux ingewonnen. De wet waarin werd vastgelegd dat de classificatie er moest komen, dateert van 30 november 2000. Het nieuwe klassement is geldig met ingang van de oogst 2003. De châteaux mogen één van de volgende aanduidingen op hun etiket vermelden: Cru Bourgeois Exceptionnel voor de beste, Cru Bourgeois Supérieur voor de middencategorie en gewoon Cru Bourgeois voor de rest. In de categerie Cru Bourgeois Exceptionnel zijn negen châteaux ingedeeld: Chasse-Spleen (Moulis), Haut-Marbuzet (Saint-Estèphe), Labegorce-Zédé (Margaux), Les Ormes de Pez (Saint-Estèphe), De Pez (Saint-Estèphe), Phélan-Ségur (Saint-Estèphe), Potensac (Médoc), Poujeaux (Moulis) en Siran (Margaux).
Daarmee kan gelijk de discussie losbarsten in hoeverre het nieuwe klassement ‘terecht’is of niet. Van een paar châteaux is de plaatsing onomstreden, zoals bijvoorbeeld Poujeaux, Chasse-Spleen of Phélan-Ségur. Eén château, normaalgesproken een ‘Exceptionnel’, ontbreekt helemaal in het klassement: Sociando-Mallet. Simpelweg omdat eigenaar Jean Gautreau (terecht) van mening is dat zijn wijn als Grand Cru Classé zou moeten worden geklasseerd. Dat Saint-Estèphe sterk is vertegenwoordigd, is niet meer dan logisch, omdat we daar de beste Crus Bourgeois vinden. Eigenlijk had Meyney er nog wel bijgekund. Naar mijn smaak het meest discutabel is de aanwezigheid van de twee Margaux in dit rijtje, Siran en Labégorce-Zédé. Geen van beide châteaux heeft de laatste jaren echt grote wijnen gemaakt, op zijn hoogst elegant, maar zelden indrukwekkend. Maar dit soort lijstjes zal eeuwig en altijd discussie opleveren, hoe ze ook samengesteld zijn. In elk geval is het goed dat er een herziening heeft plaatsgevonden. De vorige dateerde uit 1932. Op de naar de volgende.

Achtergrond & Interviews

Perswijn Nieuwsbrief: Nieuw klassement Crus Bourgeois van de Médoc vastgesteld

Na enkele jaren werk is op 20 juni 2003, bij de aanvang van Vinexpo, de grote wijnbeurs in Bordeaux, de nieuwe classificatie van de Crus Bourgeois van de Médoc gepresenteerd. Voor deze classificatie zijn vele jaargangen van de betrokken Crus Bourgeois geproefd en is de grootst mogelijke hoeveelheid informatie over de châteaux ingewonnen. De wet waarin werd vastgelegd dat de classificatie er moest komen, dateert van 30 november 2000. Het nieuwe klassement is geldig met ingang van de oogst 2003. De châteaux mogen één van de volgende aanduidingen op hun etiket vermelden: Cru Bourgeois Exceptionnel voor de beste, Cru Bourgeois Supérieur voor de middencategorie en gewoon Cru Bourgeois voor de rest. In de categerie Cru Bourgeois Exceptionnel zijn negen châteaux ingedeeld: Chasse-Spleen (Moulis), Haut-Marbuzet (Saint-Estèphe), Labegorce-Zédé (Margaux), Les Ormes de Pez (Saint-Estèphe), De Pez (Saint-Estèphe), Phélan-Ségur (Saint-Estèphe), Potensac (Médoc), Poujeaux (Moulis) en Siran (Margaux).
Daarmee kan gelijk de discussie losbarsten in hoeverre het nieuwe klassement terecht is of niet. Van een paar châteaux is de plaatsing onomstreden, zoals bijvoorbeeld Poujeaux, Chasse-Spleen of Phélan-Ségur. Eén château, normaalgesproken een Exceptionnel, ontbreekt helemaal in het klassement: Sociando-Mallet. Simpelweg omdat eigenaar Jean Gautreau (terecht) van mening is dat zijn wijn als Grand Cru Classé zou moeten worden geklasseerd. Dat Saint-Estèphe sterk is vertegenwoordigd, is niet meer dan logisch, omdat we daar de beste Crus Bourgeois vinden. Eigenlijk had Meyney er nog wel bijgekund. Naar mijn smaak het meest discutabel is de aanwezigheid van de twee Margaux in dit rijtje, Siran en Labégorce-Zédé. Geen van beide châteaux heeft de laatste jaren echt grote wijnen gemaakt, op zijn hoogst elegant, maar zelden indrukwekkend. Maar dit soort lijstjes zal eeuwig en altijd discussie opleveren, hoe ze ook samengesteld zijn. In elk geval is het goed dat er een herziening heeft plaatsgevonden. De vorige dateerde uit 1932. Op de naar de volgende.

Achtergrond & Interviews

Zon, zand en rosé: heerlijke Rosé aan Zee 2003

Het lijkt alsof ze voor elkaar gemaakt zijn: het strand en rosé. Als er een plaats is waar rosé oprukt, dan is het op het strand. Vooral in de hipste strandtenten is Rosé een hit. Het weekeinde van 14 en 15 juni organiseerde Perswijn de eerste editie van Rosé aan Zee. Een proeverij van Rosé in de sfeer waar deze wijn het zo goed doet, een strandpaviljoen in Scheveningen. Een heerlijk succes. Met honderden kwamen de belangstellenden genieten van fraaie Rosé en bijpassende tapas en paëlla.

Natuurlijk moet je bij de organisatie van dit soort evenementen een beetje geluk hebben. Zaterdagochtend nog dreven wat zware wolken over het strandpaviljoen, maar in de loop van de middag klaarde het prachtig op. De wind veegde de hemel schoon en er waren flink wat parasols nodig om de zon weg te houden van de koele flessen rosé. Het ijs was niet aan te slepen, en de flessen werden gezwind geleegd. De zon is hier altijd nét even wat feller, zonder dat je het direct merkt, omdat er ook altijd dat verkoelende windje is. Zondag was nog zonniger, maar in de loop van de avond zorgde de zeewind voor de nodige frisheid.

De bezoekers waren laaiend enthousiast, en genoten nadrukkelijk van de rosé en de ongedwongen ambiance. Het glas in de ene hand, een bord in de andere, en een geanimeerd gesprek. Opvallend was het grote aantal jonge proevers. Prima.

Achtergrond & Interviews

Jaap en Elise Kwast vieren 25-jarig jubileum in De Kas

25 jaar geleden begonnen in een loods, en nu een groot feest in een Kas. Zondag 1 juni was de grote dag, waarop het jubileum op feestelijke wijze werd gevierd, in aanwezigheid van trouwe klanten en leveranciers. Een mooie mijlpaal voor Kwast Wijnkopers, dat in 25 jaar uitgroeide tot een van de vaste waarden in importeursland. Met als specialiteit het leveren van betaalbare wijnen aan de betere wijnhandel heeft Jaap Kwast in 25 jaar veel succes geoogst. De loods is jaren geleden ingeruild voor een fraai kantoorpand, waarna het bedrijf een echte, keurige importeur is geworden, serieus genomen door leveranciers en afnemers. Tien jaar geleden kwam het in een stroomversnelling, toen porthuis Taylors bij de ‘stal’ kwam. Huyse Bower van Taylors, op de viering van het jubileum met vele andere trouwe leveranciers aanwezig, wist met zijn netwerk ook andere grote huizen binnen te brengen, zoals Champagne Laurent Perrier en het grote huis uit Piemonte, Gaja.
‘Het zoeken van betaalbare wijnen, en vooral goede producten, heeft altijd voorop gestaan. Producenten moeten dat begrijpen. Met nieuwe producten komen, dynamisch zijn, maar wel binnen bepaalde grenzen. Van de week had ik een flinke aanvaring met een leverancier die met een topwijn van meer dan dertig euro inkoop wilde komen. Belachelijk in deze tijd, en dat heb ik hem ook gezegd. Niet te verkopen, niemand zit daar op te wachten.’ Eigenzinnigheid troef bij deze wijnkoper, die altijd een rechtlijnige politiek heeft gevolgd. En die moeilijke momenten heeft meegemaakt. ‘Toen ik het nieuwe bedrijfspand wilde neerzetten, dreigde de raad van commissarissen met opstappen. Ik deed het toch. Ook dit bleek een goede investering.’ Op naar de volgende 25 jaar.

1 52 53 54 55 56 57
Page 54 of 57
nl Nederlands