Columns Archives - Pagina 4 van 80 - Perswijn

Columns

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Onvermijdelijke veranderingen

Bericht in de Volkskrant: bomen gaan dood omdat de wortels te lang in het water staan. Een beetje de omgekeerde wereld. Gelukkig zijn we het regenachtige weer al meer dan een week geleden ontvlucht, voor een verblijf in de Languedoc. Maar ook hier is het weer om het maar zo te noemen, ‘anders dan anders’. Wel lekker, maar niet zo heel warm. En af en toe zelfs een dag met regen, wat in deze tijd van het jaar nogal uitzonderlijk is. Je zou denken dat al dat water – ook hier was het voorjaar extreem nat – voor enige verlichting zou zorgen in de voortdurende droogte. Maar de restricties op waterverbruik blijven onveranderd. Auto wassen is verboden, maar dat is toch al niet mijn hobby. Tuin sproeien mag ook niet, maar we hebben niets staan dat gesproeid moet worden. Zwembad bijvullen mag ook niet. Maar door de regen van de laatste tijd klotst het water bijna over de rand.

Op de een of andere manier duurt het, net als in Nederland, lang voordat alle tekorten van de afgelopen jaren zijn ingelopen. Bovendien zie je, ook hier, een stijging van het verbruik. Want iedereen hamert op het bouwen van meer huizen, maar meer huizen hebben ook meer water nodig, zo leert de keiharde praktijk.

Afgelopen maandag waren we voor een proeverij in het maison du vin van Saint-Chinian. We hadden gevraagd om witte wijnen uit de streek. Het aandeel wit is klein, maar inmiddels toch gegroeid van 1% een aantal jaren geleden, tot 7% nu. Voor wit is viognier een populaire druif, maar hier voor de appellation verboden – naar mijn smaak terecht. Die druif doet het beter in koelere klimaten, zoals in de noordelijke Rhône, waar hij vandaan komt. Of zelfs in Nederland, bij de Apostelhoeve, zoals we onlangs tijdens het proeven van een serie Nederlandse wijnen konden constateren.

Het is onvermijdelijk om de overstap te maken naar druiven die meer geschikt zijn voor het warme klimaat. Dat ze minder bekend of populair zijn, zoals carignan blanc, moet dan op de koop toe worden genomen. Dat is uiteindelijk de kracht van de appellation, het draait om de streek en het terroir, de druiven moeten daaraan worden aangepast.

Daarmee gaan de wijnboeren in feite terug naar af. Want sinds een jaar of veertig drijft de appellation op syrah en grenache, en werden de lokale druiven van de streek afgedankt. De trend was destijds naar wijnen met meer kracht en alcohol, en met name de grenache is daarbij ideaal. Maar inmiddels sterven de stokken grenache op de hoogste terrassen met schistes – een soort leisteen – door de droogte en dalen de opbrengsten. En willen wijndrinkers meer elegante wijnen met minder alcohol. De oude lokale rassen zijn daar heel goed in. Ze werden weggedaan omdat ze weinig kleur hadden en (te) laat rijpten. Bij de INAO, de Franse organisatie voor appellations, ligt nu een voorstel om carignan en cinsault, twee ooit gesmade druiven, weer op te nemen als ‘cépages principaux’, druiven van eerste keuze. Daarnaast wordt gevraagd om oude rassen als rebeyrenc, picpoul noir, morrastel noir, l’oeillade, counoise, terret noir toe te voegen voor rood en voor wit bourbolenc blanc, terret blanc en picquepoul blanc – onder andere – te accepteren voor de appellation.

Het lijkt me een logische en verstandige ontwikkeling, en het laat zien dat appellations zich kunnen en moeten aanpassen. En wat mij betreft is dit een meer logische keuze dan wat in Bordeaux is gebeurd, met het toelaten van touriga nacional. Begrijpelijk misschien, maar de keuze voor oude, verdwenen lokale druiven vind ik beter passen bij de veranderingen die uiteindelijk onvermijdelijk zijn.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Alcohol, de nieuwe verboden vrucht

Een telefoontje met Tom Dukker, ter voorbereiding van een bezoek aan Priorat, volgende week. Tom woont in Catalunya en is managing partner van ¡Hola! Cava, een bedrijf van twee Belgische ondernemers die Cava (en wat stille wijnen) op een eigentijdse manier aan de man brengen. Hij vertelt over het laatste project van het bedrijf, een Cava met minder alcohol. ‘Je ziet dat de markt voor wijn de laatste tijd revolutionair is veranderd, het gaat allemaal razendsnel. Je ziet nu ook dat veel overheden besluiten om wijn met minder alcohol lager te belasten. Wij hebben daarin dan een voorsprong, want we werken al een tijdje aan Cava die minder alcohol heeft, zo’n 8%, en die dan toch ook écht naar wijn smaakt. Daarmee zitten we voor dit moment in de juiste niche.’

Dukker is met zijn bedrijf niet de enige. Op dit moment werk ik aan een artikel over Chileense bedrijven die ik bezocht, onder andere Santa Rita. Op het moment dat ik daar was, in november, vertelde het hoofd van de afdeling R&D, Andrés Illabaca, dat hij werkt aan een methode met vergisting van wijn onder zuurstofarme omstandigheden, waardoor bij de gisting minder alcohol wordt gevormd, niet meer dan zo’n 7%. Het voordeel is, naar zijn zeggen, dat de wijn een betere natuurlijke balans heeft, omdat je er geen alcohol uit hoeft te halen, zoals bij vrijwel alle wijnen met geen of weinig alcohol, zoals ook de Cava van Tom Dukker. Een bijzonder, technisch fraai project.

Dit zijn natuurlijk mooie initiatieven, en wellicht een goed alternatief voor wijnen zonder alcohol. De wijnen zonder alcohol die ik tot nu toe heb geproefd, misten de smaak van wijnen mét – wellicht mede omdat ik op wijngebied natuurlijk een heel verwend persoon ben. Ik weet dat er pleitbezorgers zijn, en dat is helemaal prima. Bij bier zijn de producenten al een stap verder, er zijn heel fatsoenlijke 0.0-exemplaren in de handel. Maar alle nuances van wijn vangen in een product zonder alcohol, het lijkt me heel sterk, eerlijk gezegd. En waarom zou je ook? Er zijn genoeg drankjes zonder alcohol, dus waarom dan ‘wijn’? In alle eerlijkheid ben ik natuurlijk ook gewoon geërgerd door de anti-alcohol-lobby. Net als bij veel andere maatschappelijke vraagstukken is er tegenwoordig bij discussies en stellingnames, en dus ook over alcoholgebruik, geen plaats voor enige vorm van nuance. Inmiddels zijn er onderzoeken dat 39% van de Amerikanen gelooft dat er geen gezonde vorm van alcoholconsumptie bestaat. Zonder goede wetenschappelijke gronden.

In Perswijn 3 van dit jaar stond een zeer lezenswaardig interview met de journaliste Felicity Carter. Ik citeer even uit dit interview, als het gaat over de rol van de WHO, die in 2023 heeft gezegd dat er geen veilig niveau van alcoholconsumptie bestaat. ‘De WHO wordt geadviseerd door een aantal ngo’s en particuliere groeperingen, en de meeste daarvan zijn anti-alcohol. Deze groepen betwisten de wetenschap, in het bijzonder de wetenschap achter de J-curve. Al sinds de jaren twintig van de vorige eeuw is bekend dat heel licht tot gematigd drinken gezondheidsvoordelen oplevert voor je hart, diabetes helpt voorkomen en meer van dat soort dingen. Nu wordt gezegd dat dit effect waarschijnlijk niet bestaat. En dat, als het wel bestaat, het niet relevant is, want drinken verhoogt de kans op kanker. Het risico op kanker is ongelooflijk klein. Het betreft voornamelijk borstkanker, maar ook bij borstkanker is de kans heel erg klein. Maar zodra je het woord kanker in de mond neemt, zegt iedereen: ik raak het spul niet aan. Dus de gezondheidscampagne is heel, heel effectief geweest.’

De realiteit is dat uit onderzoek blijkt dat niet meer dan 4% van alle kanker wereldwijd gelinkt kan worden aan alcoholgebruik. En dan gaat het in verreweg de meeste gevallen om personen die excessief drinken. Ik heb er al vaker over geschreven, maar het kan niet vaak genoeg herhaald worden.

Als overheden denken dat ze het probleem van excessief alcoholgebruik op deze manier op te kunnen lossen, dan lijkt me dat rijkelijk naïef. In plaats daarvan beroven ze grote groepen liefhebbers van een enkel glas wijn op een dag, en vaak niet eens elke dag, van een fijn plezier zonder dat dit enige vorm van gezondheidsvoordeel oplevert. Dat is de droevige waarheid in een sector die mede door dit beleid inmiddels in een ernstige crisis verkeert.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Klimaatextremisme. Wen er maar aan!

Het is u waarschijnlijk ook opgevallen. De klimaatverandering zorgt er voor dat weersystemen langer op hun plek blijven ‘hangen’. Wetenschappers zeggen dat het komt door een verminderde kracht van de straalstroom. Die zorgde in het verleden voor een komen – en gaan van hoge- en lagedrukgebieden. Tegenwoordig zie je dat veel minder. Zo kan het wekenlang hetzelfde type weer zijn. Het lijkt er ook op dat de weermodellen er moeite mee hebben. In de langetermijnvoorspelling zie je dan dat het weer zou gaan opknappen. Maar als de dagen vorderen, blijft het weer net zo slecht als het was. Of het blijft lang heet en warm. De Nederlandse cijfers spreken boekdelen. Het KNMI meldt nu, begin juni, op zijn website dat het niet eerder 12 maanden aaneen zo nat was als de afgelopen 12 maanden. Als je kijkt naar de cijfers, zie je langs de hele Atlantische kust van West-Europa extreme neerslagcijfers. Het KNMI verklaart een deel van de regenhoeveelheden door het zachte voorjaar. Als het warmer is, kan de lucht meer waterdamp bevatten en valt er meer regen.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Stroeve campagne Bordeaux primeurs 2023

Op het moment dat ik in Bordeaux was voor de proeverijen van de monsters van de oogst 2023, eind april, werd verkondigd dat er een snelle primeurcampagne zou volgen. De markt was lastig, dat begreep iedereen wel. Dat gold zelfs voor de meest arrogante château-eigenaren, die zich als regel maar weinig van de ‘markt’ aantrekken. Ze vinden het meestal belangrijker hun wijn duurder te maken dan die van de buurman – nou ja, dat is misschien ook wel weer overdreven, hoewel er vreemde snoeshanen tussen zitten, die zich weinig gelegen laten liggen aan het algemeen belang van de streek.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Brood & Spelen, dat willen we

Het is zo oud als de mensheid, denk ik: spelen, en liefst wedstrijden. Niet voor niets is een van de meest uitputtende – en meest ongezonde – aller wedstrijden, de marathon, genoemd naar een loop uit de Griekse oudheid. De legende wil dat de hardloper van destijds, 490 v.C. om precies te zijn, de afstand liep om een boodschap over te brengen van Marathon naar Athene en vervolgens dood neerviel. Wat ik me eerlijk gezegd heel goed kan voorstellen.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Keuzestress van een inkoper

Kortgeleden werd ik met een groepje collega-journalisten uitgenodigd op het hoofdkantoor van Albert Heijn in Zaandam. Doel: kennismaken met nieuwe wijnen in het assortiment van de grootste supermarkt van Nederland. Een uitstekend idee. Gelukkig kwam ik de dag voor de geplande proeverij terug uit Bordeaux, zodat ik de uitnodiging kon aannemen.

Het is natuurlijk altijd interessant om te zien waar de keuze van de grootste wijnverkoper van Nederland door wordt bepaald. Het zal niemand verrassen: de markt, zeg maar de keuze van de consument, is voor een groot deel leidend. Maar er spelen natuurlijk ook strategische belangen. Daarover later meer.

Het is niet zo vreemd dat ons een heel team werd voorgesteld rond, zoals dat zo mooi heet, senior category manager Nanco Haak en Coen van Straalen, communicatie specialist wijn. Zeker nu steeds meer het accent komt te leggen op duurzaamheid en talloze regels moeten worden gerespecteerd, heb je heel wat mensen nodig. Bijvoorbeeld ook voor de enorme logistiek.

Maar ik was natuurlijk vooral nieuwsgierig naar wat er aan nieuwe wijnen zou worden gepresenteerd. Want, zoals gezegd, het zegt veel over de richting waarin de moderne wijndrinker zich beweegt. Ik weet nooit zo goed wat ik daar van moet vinden. Nou ja, je ziet alle wijnen die tegenwoordig in de mode zijn, de revue passeren. ‘Tardia Sweet Rosé’, ‘Tardia Sweet Red’ of ‘Sweet White’ haken in op de verschuiving naar wat zoetere wijnen, die je bijna overal ziet. Natuurlijk mogen oranje-wijnen, wit gemaakt met schilcontact, niet ontbreken in het schap van tegenwoordig. Wat ook geldt voor wat ‘natuurwijn’ wordt genoemd. Overigens kunnen met schilcontact prima witte, of zo u wilt, ‘oranje’ wijnen worden gemaakt, zoals de Daschbosch Skin Contact 2023 (€ 12,99).

Het team benadrukt dat het tegenwoordig van groot belang is om ook de jongere wijndrinker mee te krijgen. Een logische gedachte. We hopen dan altijd weer dat een deel zal ‘doorgroeien’ tot een echte wijnliefhebber. Maar zonder jonge aanwas gebeurt dat niet, dus het is belangrijk genoeg – uiteraard ook commercieel. Ook commercieel is de serie wijnen onder het label ‘Wijntje’. Verschillende wijntypen (wit, bubbels, rosé, rood) voor een zeer schappelijke prijs, vanaf € 3,99. Logisch, als je bedenkt dat de meeste wijn die in de supermarkt wordt verkocht onder de € 5 per fles kost. Voor die prijs iets bijzonders kopen, is echter een lastige opgave.

Dat is wat ik bedoel met strategie. Je moet voortdurend nadenken over de juiste benadering van je publiek. Dat natuurlijk vooral bestaat uit vrouwen die met een winkelwagentje langs het schap lopen, om in een split second te beslissen wat er diezelfde avond op tafel moet komen.

Ook onderdeel van de strategie is dat Albert Heijn liever niet met merkartikelen werkt. Die zijn elders al snel goedkoper, dus dat levert per definitie een nadeel op. Dus als Canei populair is, dan laat Albert Heijn liever een eigen versie maken door een van de leveranciers, als eigen merk.

Gaande de proeverij krijg je veel respect voor het werk van zo’n inkoopteam. Ga er maar aan staan. Een hele serie wijnen selecteren die wellicht je smaak niet zijn, maar alleen maar met je (mogelijke) publiek in gedachten. Petje af.

Gelukkig voor de inkopers richt Albert Heijn zich ook op de wijnliefhebber die zijn wijn bij de wijnhandel koopt. Dat geeft ruimte voor de inkoop voor betere en duurdere wijnen. Zo is de serie wijnen van Constantia Uitsig uitgebreid met een fraaie Chardonnay en een fijne Sémillon uit Constantia (beide 2022 en beide € 18,99). Het enthousiasme over deze wijnen is duidelijk -en terecht.  Ook de Pommery Noir Brut Champagne, in een beperkt aantal winkels verkrijgbaar, kan me zonder meer bekoren, champagneliefhebber als ik ben.

Het was een leerzame middag. Mooi om te zien hoe de supermarktketen die ooit aan de basis stond van de democratisering van de wijn, opereert in de moderne tijd. Niet meer trendsettend, maar meer trendvolgend dan in het verleden. Maar nog steeds met de vinger aan de pols van de Nederlandse wijndrinker.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Mono-toon

Afgelopen week was ik te gast op Sicilië, voor wat daar ‘Sicilia en Primeur’ wordt genoemd. Waar die naam op slaat, heb ik nooit begrepen. Wellicht een knipoog naar de Bordeaux primeurs. Maar de aard van de proeverij is totaal anders. In Bordeaux worden alleen monsters geproefd van de laatste oogst, van wijnen die nog op vat liggen, maar die je al wel kunt kopen. In Sicilië krijg je natuurlijk wel veel wijnen van de laatste jaargang op tafel, maar dat zijn altijd wijnen die al op fles zijn. En je krijgt ook de hele stortvloed van wijnen die op Sicilië worden gemaakt over je heen gegooid, ook van oudere jaren. Dus is het noodzakelijk scherpe keuzes te maken bij het proeven, anders verzuip je genadeloos.

Je moet ook wat verdragen tijdens zo’n bezoek. Ik wil niet klagen hoor, maar toen we afgelopen vrijdag met zijn allen een voormalige kerk in werden gedreven voor een ‘conferentie’ van twee uur die een half uur te laat begon – en dus ook een half uur te laat eindigde, en die geheel in het Italiaans werd gehouden, had ik het wel even gehad. Dat collega’s van ons ontsnapten om buiten een biertje te drinken, was meer dan te billijken.

Gelukkig zijn er ook altijd weer de momenten die leerzaam zijn, gesprekken met producenten waar je wat aan hebt om beter te begrijpen hoe de wijnwereld, en Sicilië in het bijzonder, in elkaar zit. Zo sprak ik met Gaetana Jacono, de eigenaresse van Valle dell’Acate, een bedrijf in de wijnstreek bij Vittoria, aan de zuidkant van het eiland. Ze vertelde me dat ze haar focus had gelegd op de lokale druif frappato. Dat verbaasde me, want de blend met de druif nero d’avola heeft meer prestige, want hij geniet de status van DOCG als Cerasuolo di Vittoria. Puur Frappato geniet ‘slechts’ de DOC Vittoria. Maar ze legde me uit dat de vermelding van één druif op het label domweg beter verkoopt.

Een Australisch onderzoek van afgelopen week laat zien dat ze gelijk heeft. In de tien belangrijkste exportlanden voor Austalië is in zeven van de tien de druif de belangrijkste factor bij de wijnkeuze, of de op één na belangrijkste. Alleen in Japan en in Zuid-Korea wordt de wijn gekocht op basis van de combinatie met een gerecht. Beschaafde landen, dat wisten we al langer.

Maar goed, Australiërs zijn dol op dit soort onderzoeken. Want ook is natuurlijk bekeken wélke druiven het meest populair zijn bij de wereldwijde wijndrinkers. Ach, dan kom je natuurlijk bij het bekende rijtje van merlot en cabernet sauvignon – nog altijd – en bij wit sauvignon blanc en chardonnay. Shiraz, een soort handelsmerk voor het land, daalt wat in populariteit, vooral in Australië zelf.

Maar waar zijn deze cijfers eigenlijk goed voor? Want wat nu populair is, hoeft dat straks niet meer te zijn. En als je een wijngaard plant voor de langere termijn, lijkt me dat heel moeilijk te voorspellen. Nu schijnen de Australiërs meesters te zijn in het ook snel weer rooien van onrendabele wijngaarden, maar dat moet ook wel. Want als er éen land is geweest waarin overschotten van populaire druiven de druiventelers de afgelopen jaren tot wanhoop hebben gedreven, was het wel Australië.

In die zin hebben de Sicilianen natuurlijk de perfecte uitweg gevonden. De afgelopen jaren hebben ze zich gericht op het maken van eendruifswijnen van lokale druiven. Dus weg van de mainstream van bekende rassen, zoals de bovengenoemde. Maar toch ook weer mainstream, omdat het wijnen zijn op basis van één druif.  Dus noem ze maar op, de druiven die je hier groot op het etiket ziet staan. Voor wit bijvoorbeeld grillo, catarratto, carricante of inzolia. Bij rood vooral nero d’avola, maar dus ook frappato en niet te vergeten perricone. Allemaal onder het label Sicilia DOC of de IGP Terre Siciliane. Allemaal mono-cépage. Superslim. Ik constateerde al eerder dat de Italianen meesters zijn in marketing. Nu de nieuwe rassen nog wat meer bekendheid geven, en klaar is kees. Zo heb je het beste van twee werelden. Slimme jongens – en meisjes, die Sicilianen.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Marketingcrisis – in moeilijke tijden is het geld voor promotie op

Tijdens de week dat ik in Bordeaux was voor de primeurproeverijen, was te voelen dat de stemming ter plekke niet bijzonder goed was. Vooral ook gespannen over de verkopen tijdens de primeurcampagne, die is gestart op 29 april. Maar ook over de verkopen van de wijnen uit de streek in het algemeen. Rood is dood, zou je bijna denken, nu de vraag naar rode wijnen wereldwijd in een dramatisch hoog tempo is afgenomen. In elk geval begrepen de châteaux dat er dit keer uit een ander vaatje zou moeten worden getapt om nog in de belangstelling te blijven. Zo verlaagde Château Léoville-las-Cases zijn ’23 vorige week maandag met 40% in prijs vergeleken met de ’22. Bij Lafite-Rothschild ging er donderdag 32% vanaf. Of het gaat werken, weet ik nog niet, maar het is in elk geval wat.

In dit geval gaat het om wijngoederen die een prijsverlaging, gezien hun marges, wel kunnen lijden. Anders ligt het voor de middenklasse in Bordeaux, laat staan voor de gewone Bordeaux-appellation-wijnen. Aan tafel beluisterde ik een gesprek over de promotie-plannen van de Grand Cercle, een club van châteaux die niet tot de top van de streek behoren, en die zeg maar de gegoede middenklasse vormen. Nou ja, dat gegoede kunnen we tegenwoordig wel weglaten. Er kwam ter sprake dat gesneden moest worden in de promotie-activiteiten van de club. Reden: niet genoeg geld om alles te kunnen betalen. Eigenlijk heel vreemd. Ik noem dat de promotie-paradox. In tijden dat je meer promotie nodig hebt, omdat de verkopen dalen, dan schroef je die juist terug.

Op de website vitisphere.com stond een paar dagen geleden een interessant gesprek met Hervé Bizeul, oud-journalist en tegenwoordig wijnboer in de Roussillon. Het ging over het te veel aan regels en de pogingen van de Franse regering om de regelgeving terug te dringen – zoals bijna overal in de westerse wereld een vrijwel onmogelijke opgave. Maar hij koppelde dit aan een pleidooi richting zijn collega-wijnboeren om trotser te zijn op de appellations. Producenten keren zich te gemakkelijk af van de appellations, vanwege de regeldruk. Maar ze onderschatten daarmee de kracht van de officiële herkomstbenamingen, aldus Bizeul. Als je gezamenlijk trots bent op je unieke appellation, en gezamenlijk probeert om de eisen voor de appellation te respecteren, dan kun je ook met zijn allen promotie maken voor de unieke wijnen die je maakt. En dan zijn er ook minder regels nodig; iedereen moet snappen dat je alleen met kwaliteit verder komt. En dat je binnen de streek niet alleen concurrent bent, maar elkaar ook helpt om je unieke product in de markt te zetten.

Een typisch voorbeeld van hoe het níet moet, zien we bij Cava. Een aantal jaren geleden heeft een groep vooraanstaande producenten zich afgescheiden van Cava en zijn eigen club opgericht, Corpinnat. Het niveau van Cava was niet hoog genoeg, en meer van die dingen. Hierdoor is een lose-lose-situatie ontstaan. Het imago van Cava is door het vertrek van de producenten uitgehold. Maar de club van producenten zelf is zonder de steun van Cava niet bij machte voldoende geld en aandacht te genereren voor het eigen, nieuwe merk. Wellicht waren de producenten er van uit gegaan dat ze bekend genoeg waren om het buiten Cava om te rooien. En wellicht lukt het ze ook wel. Maar als je niet tevreden bent over je wijngebied, verander het dan van binnenuit. Dan profiteert iedereen van een sterk merk, en is de promotie een stuk gemakkelijker. In een tijd dat de wijnconsumptie onder druk staat is het besteden van meer geld aan goede promotie en bundeling van krachten belangrijker dan ooit. Bij versplintering en inkrimpen van budgetten in deze tijden is helemaal niemand gebaat.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Klimaatextremen kosten wijnboeren geld

Een van de leukste ervaringen van de primeurweek in Bordeaux is het verblijf op verschillende châteaux, waarbij je rustig aan de keukentafel even de laatste ontwikkelingen kunt bespreken. De laatste dagen voor ons vertrek zaten we in Moulis, op Château Branas-Grand-Poujeaux. De leiding is hier in handen van de Franse Nederlander Arjen Pen, wat het gesprek dan nog weer nét even gemakkelijker maakt.

Veel gesprekken gaan over de lastige markt voor Bordeaux en over de prijsverlagingen die worden voorgesteld. Branas-Grand-Poujeaux behoort tot de middenklasse van Bordeaux. Wijnen die voor een redelijke prijs worden verkocht, maar waar het geld niet met bakken binnenstroomt. En wat binnenkomt, wordt dan ook nog eens geïnvesteerd in de kwaliteit. Dus als de handel van Bordeaux vraagt de prijzen met 30% te verlagen, zoals de afgelopen tijd is gebeurd voor de campagne van de voorverkoop, dan dat is voor châteaux als deze te veel gevraagd.

Eerder overnachtten we op château Yon-Figeac, in Saint-Émilion. Dat was weer een heel andere ervaring. Gedurende de nacht hoorde je geluiden die deden denken aan een helikopter. Molens, klein en groot, werden aangezet om de lucht in beweging te zetten. Net als de afgelopen jaren daalden de temperaturen in een rap tempo richting het vriespunt. En net als elders waren de stokken, na weer een zachte winter, al weer ver uitgelopen. Het ging nét goed, maar dat was elders niet zo. In de Jura ging al 40% verloren door de vorst. Ook bij ons in Limburg was er vorstschade. In de wijngaard van Pietershof werd zo’n driekwart van de stokken door vorst beschadigd.

Maar ook zonder vorstschade zorgt dit voor extra kosten voor de producenten, overal eigenlijk. Want al die propellers, kaarsen en andere hulpmiddelen om de voorjaarsvorst te bestrijden, zijn niet gratis. Ook het personeel is dat niet, zeker niet als er in de nachtelijke uren hard gewerkt moet worden. Zo zorgen de weersextremen niet alleen voor veel problemen, maar ook voor hoge kosten.

Afgelopen week kwam het bericht dat het Cava-huis Freixenet, onderdeel van Henkell, het grootste deel van zijn personeel naar huis wil sturen. Door de aanhoudende droogte in het productiegebied van Cava, Penedès, zijn er niet meer genoeg druiven om de productie van deze mousserende wijn op peil te houden. Ooit leek irrigatie de oplossing, maar door de waterbeperkingen in Catalunya is ook daarvoor geen water meer beschikbaar. Een trieste ontwikkeling, zeker als je bedenkt dat mousserende wijnen een van de wijnsectoren is die het (nog) goed doet.

Ondertussen staan in delen van de Languedoc de wijngaarden zo’n beetje onder water. Ook daar was het de afgelopen jaren heel droog, maar nu komt de regen met bakken naar beneden. Niet alleen hier, maar ook in andere streken, zoals de Bordeaux, is het groeiseizoen begonnen met veel meer behandelingen tegen ziektes dan gewoonlijk, door een combinatie van (veel) regen en zacht weer.

We kunnen moeilijk anders concluderen dan dat het nieuwe, extreme klimaat de wijnproducenten – en niet alleen de wijnproducenten – op veel hogere kosten jaagt. Er gaan meer oogsten verloren en er is veel nodig om meer verlies te voorkomen.

Daar komt dan nog bij dat de markt, zeker voor rood, heel slecht is. In het verleden reageerden de prijzen van bulkwijnen met een forse stijging op het bericht dat er nachtvorstschade was. Als er nu schade is, zie je geen enkele reactie. Dus worden de wijnboeren op geen enkele manier gecompenseerd voor de schade en de kosten. Een verontrustende constatering voor de toekomst van de wijnbouw.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Primeurcampagne Bordeaux tussen hoop en vrees

Op dit moment ben ik in Bordeaux voor zo ongeveer mijn 35e primeurcampagne. Nou ja, ik ben de tel een beetje kwijt, en door covid vielen er ook een paar uit, dus het zal iets minder zijn. Tijdens deze periode proef je de wijnen van de nieuwe jaargang, terwijl ze nog op vat liggen. Dus het gaat om de wijnen, maar bij veel van deze proeverijen ging en gaat het over de verwachte prijzen van de wijnen. Maar zelden zo nadrukkelijk als nu. De wijnen komen binnenkort op de markt, en sommigen noemen het een omslagpunt, omdat de markt op dit moment, op zijn zachtst gezegd, nogal moeilijk is.

Ik kan me herinneren dat ik begin jaren negentig al eens bij de lunch met de toenmalige eigenaar van Cos d’Estournel, Bruno Prats, een stevige discussie had over het bijzondere systeem van de primeurverkopen. Wat er zo’n beetje op neerkomt dat de châteaux hun wijnen van de laatste oogst  verkopen voor (te) hoge prijzen aan de handel in Bordeaux, en zich dan in de handen wrijven over het geld dat ze ontvangen voor een wijn die nog op vat ligt en pas na anderhalf jaar – op zijn vroegst – wordt geleverd. Maar de négoce in Bordeaux moet deze wijnen dan nog wel zien te verkopen.

De handelshuizen zijn bang om te weigeren, omdat ze in dat geval wellicht achter het net vissen bij de ‘grote wijnen’, als ze die het jaar daarna weer zouden willen kopen. Maar dat heeft in de afgelopen jaren geleid tot grote voorraden van moeilijk te verkopen wijnen. De grote namen verkopen nog wel, maar de rest wordt steeds lastiger. Vooral de Chinese markt, waar een jaar of vijftien geleden grote verwachtingen van waren, laat het volkomen afweten.

Zo gingen de prijzen dalen, en dan daalt ook de waarde van je onderpand bij de bank, bij de handelshuizen die geld geleend hebben om hun aankopen te financieren, en dat zijn de meeste. De bank klopt aan en wil meer zekerheid. Gevolg: gedwongen verkopen, nog verder dalende prijzen. Je krijgt een vicieuze cirkel naar beneden. Wie kijkt naar de index van 500 meest courante Bordeaux, kan zien dat minder dan 10% in prijs is gestegen sinds hij op de markt kwam, de rest is gedaald.

Voor wijnliefhebbers is het kopen in primeur, in de voorverkoop, alleen interessant, als de prijzen daarna stijgen. Als ze dalen, kun je beter wachten tot een later moment. Dus Bordeaux schiet zichzelf met dit systeem in de voet, want op een gegeven moment wacht iedereen af. Einde primeurverkopen.

Veel zal ook afhangen van de beoordelingen door de wijncritici. In Bordeaux werd van te voren gehoopt op een positief oordeel over deze oogst. En er verschijnen op internet ook zeker positieve commentaren. Met James Suckling – ik schreef vorige week over hem – als verwachte uitschieter. Maar de realiteit is dat de omstandigheden zo wisselend waren, dat er zeker goede wijnen zijn gemaakt, maar helaas ook minder goede. Het jaar is voor veel wijnen frisser en klassieker dan 2022, maar dat geldt zeker niet voor alle wijnen. Met name de hitte van begin september werd sommige wijngaarden te veel. Ergens werd ons zelfs op het hart gedrukt vooral positief te schrijven, want deze oogst had positieve stemmen nodig, om verkocht te worden.

De handel heeft de châteaux verteld dat een prijsdaling van zo’n 30% ten opzichte van 2022 nodig is om de markt te reanimeren. Maar ja, wie gaat dat doen? Bij veel middenklassers wordt gezegd dat het de toppers zijn die daarin hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Die verdienen genoeg per fles, zo wordt gezegd – wat niet onwaar is. Maar het is zoals zo vaak. Iedereen ziet de noodzaak, maar de ander moet het doen.

Om de zaak vlot te trekken is ook besloten om af te spreken wanneer de châteaux met hun wijn en prijzen op de markt komen, om te voorkomen dat iedereen op elkaar gaat zitten wachten en de kat uit de boom gaat kijken. Dit circus gaat starten met de premiers crus op maandag 29 april. Veiligheidsgordels vast. Het is erop of er onder.

Ronald de Groot

1 2 3 4 5 6 80
Page 4 of 80
nl Nederlands