Columns Archives - Pagina 4 van 79 - Perswijn

Columns

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: De kloof in Bordeaux

Afgelopen zaterdag, aan de keukentafel. Ik geniet even van een glas rode Château La Garde 2021, een wijn uit Pessac-Léognan. Een heerlijke wijn, van een château met een verhaal. Op het moment dat de classificatie van de Graves werd ingevoerd, in de jaren vijftig, mocht een eigenaar maar één château voordragen. Het huis Eschenauer had er twee: Smith-Haut-Lafitte en La Garde. De keuze viel destijds op Smith-Haut-Lafitte. In realiteit liggen de châteaux naast elkaar, en het terroir van de beste delen van de wijngaard verschilt eigenlijk niet noemenswaardig. Nu werd de waarde van de classificatie destijds niet direct hoog ingeschat. Maar tegenwoordig is de aanduiding ‘Grand Cru Classé’ op het etiket van groot belang, want veel wijndrinkers hechten daar waarde aan. Niet voor niets is het prijsverschil tussen de wijnen van Smith-Haut-Lafitte en La Garde tegenwoordig enorm. Niet dat ik wil zeggen dat ze even goed zijn, natuurlijk. Mede door de status en de bijbehorende hoge prijzen is de familie Cathiard op Smith-Haut-Lafitte in staat om meer in de wijn te investeren, wat ook op het vlak van de kwaliteit zijn vruchten afwerpt. U kunt in Nederland een flesje 2021 aanschaffen voor € 137,50. Voor La Garde betaalt u € 19,95. Zeer aan te bevelen, overigens.

Wat ik maar wil zeggen, is dat de classificatie de verschillen tussen de châteaux vergroot, en ook groter maakt dan op basis van de kwaliteit van de wijnen en de wijngaarden gerechtvaardigd is. En net als in de ‘gewone’ wereld, lijkt de kloof tussen de top van de classificaties en de basis alleen maar groter te worden. Dit weekend las ik het nieuws dat Château Latour zijn 2017 op de markt heeft gebracht. Geen topjaar, maar wel voor een topprijs: € 420 per fles voor de handel, dus zonder marges of belastingen. Château d’Yquem, Sauternes, deed het rustiger aan met € 300 per fles – zoete wijnen zijn wat minder populair. Geen prijsdaling ten opzichte van eerdere jaargangen. En dat op een moment dat wordt geroepen dat een prijsdaling nodig is om de verkoop van hoge Bordeaux vlot te trekken. Latour laat weten dat alle allocaties zijn afgenomen. Maar uit de markt valt te horen dat dit ook komt omdat de handel bang is de allocaties voor de goede jaren 2016, 2018, 2019 en 2020 te missen, als ze de 2017 niet afnemen. Tja. Cynisme troef. Voor d’Yquem geldt dit overigens niet. De 2021, die ik begin januari mocht proeven, is een prachtige wijn.

Maar terug naar de kloof. Het is schrijnend dat eerder het bericht kwam dat de Franse supermarkt Carrefour flessen Bordeaux in de aanbieding deed voor € 1,66 (vier flessen voor € 2 plus twee gratis). Het kwam de supermarkt op veel kritiek te staan, omdat iedereen wel begreep dat de ongelijke beloning voor Bordeaux-boeren op deze manier wel heel erg werd benadrukt. De aanbieding werd dan ook niet verlengd.

Kennelijk wanen de beroemde grote wijnen zich op dit moment nog onaantastbaar. Hoe lang nog? De handel vraagt voor de komende primeur-campagne een prijsverlaging van 30%. Niet voor het eerst. In eerdere campagnes was deze vraag vaak aan dovemansoren gericht. Maar de vraagt blijft of de toppers de kloof tussen top en basis blijvend kunnen laten groeien.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Gamay – stiefkind uit de Beaujolais

Afgelopen vrijdag had ik een bijzondere ervaring. Ik mocht op bezoek komen bij de priorin van Sint Catharinadal in Oosterhout. Deze priorin, zuster Maria Magdalena, is de initiatiefnemer van een bijzonder project: een eigen wijngaard. Ik bracht het bezoek in het kader van onze serie over Nederlandse wijngaarden. Daarin belichten we de belangrijkste wijngoederen van Nederland – ze verdienen het. De Chardonnay van Sint Catharinadal is een vaste waarde, en een van de betere die in Nederland wordt gemaakt. Maar lopend door de wijngaard, inclusief de nieuwste aanplant ruim 10 hectare groot, kwam ik een voor Nederland heel bijzondere druif tegen: gamay. Kennelijk een van de favoriete druiven van de Vlaming die verantwoordelijk was voor de aanplant van de wijngaard, Dirk-Antoon Samyn. Oenoloog Gerhard Horstink, sinds 2021 vanuit het bestuur betrokken bij de technische begeleiding van de wijngaard en de kelder, vertelt dat de gamay hier niet geschikt is voor het maken van rode wijnen, en dat hij wordt ingezet bij het maken van de verdienstelijke, droge rosé.

De gamay heeft dan toch iets meer warmte nodig om mooie rode wijnen op te kunnen leveren. In het Loiredal zijn de gamay-wijnen vaak nog vrij fruitig en licht. Geen wijnen waar je een liefhebber een bijzondere avond mee bezorgt, laten we maar zeggen. Op zijn best te genieten als een licht gekoelde zomerwijn. Uitzonderingen daargelaten.

Anders dan een druif als cabernet franc, ooit vrij miskend, maar nu geleidelijk populairder, heeft gamay buiten de streek waar hij vandaan komt, de Beaujolais, maar weinig succes geboekt. Het probleem is natuurlijk ook dat het imago van deze druif door de Beaujolais zelf in vroeger jaren flink verpest is. Ik kan me nog goed herinneren dat we in november de nieuwste Beaujolais primeur te proeven kregen. De snoepjes en de bananen sprongen meestal je glas uit. Fruit, fruit, fruit, maar geen complexiteit. Maar ja, de wijnen werden snel verkocht, dus het snelle geld was belangrijker dan de kwaliteit op lange termijn.

De weg terug is lang, en ook nog lang niet volbracht. Het is meer een worsteling. Officieel is de Beaujolais onderdeel van de Bourgogne. Maar de hype rond de rode Bourgognes op basis van pinot noir, met extreem hoge prijzen, is aan de Beaujolais volledig voorbij gegaan.

Vandaag vlieg ik naar Lyon, voor een bezoek aan Moulin-à-Vent. Een van de crus van de Beaujolais die sinds enige jaren probeert weer een imago op te bouwen als serieuze wijnstreek. Een van de speerpunten is ons er van te overtuigen dat de cru van de Beaujolais zijn eigen onderverdeling in aparte crus, wijngaarden met wijnen van eigen karakter, verdient. Een verleidelijk concept, dat in de Côte d’Or natuurlijk perfect werkt. Maar daar heeft het een duidelijke historische achtergrond, waardoor de namen van de crus, vooral van de grands crus, maar ook die van goede premiers crus, wereldwijd bekend zijn.

Pouilly-Fuissé, even ten noorden van de Beaujolais, ging onlangs voor met een eigen systeem van crus. Dat werkt in zekere zin, omdat je voor de beste crus domweg meer moet betalen, zodat ze ook meer prestige krijgen.

Maar de vergelijking met Pouilly-Fuissé gaat niet helemaal op. De witte wijnen van die streek waren al erg gewild, wat altijd helpt als je dan ook nog bijzondere wijnen in vrij kleine oplages van aparte wijngaarden gaat maken. Ik vrees dat het voor de crus van de Beaujolais, hoe bekend ze ook zijn, een stuk lastiger wordt om hier succes mee te hebben. Potentie is er wel. Ooit proefde ik oude wijnen uit de streek, die nog in een uitstekende conditie waren. Ze hoeven dus niet per se jong en fruitig te zijn. Gamay is geen pinot noir, maar als je de wijnen maakt op een klassieke, Bourgondische manier, met vatrijping, kan het allicht helpen.

Ik ben benieuwd naar het verhaal en de wijnen. Goede Beaujolais verdient het om gewaardeerd te worden. De gamay-druif verdient het om serieus te worden genomen. Zonde om er alleen rosé van te maken.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Wijngaarden kleuren groen en geel

Met enige regelmaat hebben we het voorrecht even op ons eigen plekje in Frankrijk te mogen zijn, hartje Languedoc. Zo aan het begin van het voorjaar is een mooie tijd, om even de koude en regenachtige Nederlandse winter achter ons te laten. Nou ja, vorig weekend was het hier ook regenachtig, maar de afgelopen dagen was het heerlijk. Op zich is wat regen heel normaal voor deze tijd van het jaar. Maar ja, wat is normaal tegenwoordig? De natuur smachtte hier al lange tijd naar water, dus alles wat op dit moment aan regen valt, is meer dan welkom. Droogte heerst hier. Gelukkig viel vorige week zaterdag in het naburige Catalunya ook de nodige regen – daar is de situatie zelfs nog een slag erger dan hier in de Languedoc.

Het voorjaar is hier sowieso een fijn jaargetijde. Niet de hitte van de zomer, als het goed is een lekker zonnetje en een landschap dat je voor je ogen ziet veranderen door bloemen en uitlopend groen. Opvallend is de kleur van de wijngaarden, die in de loop der jaren in het voorjaar duidelijk is veranderd. Dit jaar zagen we voor het eerst zelfs gele stroken tussen de stokken. Bij nadere beschouwing bleek het te gaan om koolzaad, dat op meerdere plekken is ingezaaid tussen de rijen. Om en om, dus een rij gras en dan een rij koolzaad.

Het is mooi om te zien, maar dat niet alleen. Het is een teken dat – ook hier – meer en meer wordt nagedacht over onderbegroeiing in de wijngaarden. In het verleden waren vrijwel alle wijngaarden tussen de rijen stokken nagenoeg kaal. Boeren houden niet zo van onkruid, laten we maar zeggen. Maar inmiddels zijn de wetenschappelijke inzichten over dit ‘onkruid’ sterk veranderd. Onderbegroeiing kan veel voordelen hebben, als je maar kiest voor de juiste vorm. Uiteraard aangepast aan de specifieke behoefte van de wijngaard.

In Bordeaux hoorde je lange tijd zeggen dat bijvoorbeeld gras in de wijngaard te veel concurrentie met de stokken zou opleveren. Inmiddels zijn ze daar helemaal van teruggekomen. Door de juiste beplanting te gebruiken blijkt verdamping juist te worden tegengegaan, waardoor het vocht beter in de grond blijft. Wat in de huidige warme jaargangen, zoals 2022, veel voordeel blijkt op te leveren. Waarmee de wijngaarden een enorme metamorfose hebben ondergaan. Het leidt ook tot een grotere biodiversiteit, waardoor nuttige insecten beter hun werk kunnen doen.

Andere voordelen van beplanting tussen de stokken zijn het voorkomen van erosie en het fungeren als natuurlijke groenbemesting, zoals bijvoorbeeld met koolzaad. Het is mooi dat wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten op die manier een positief effect hebben op het landschap. Het is jammer dat niet iedereen bereid of in staat is deze inzichten in de praktijk te brengen. Ondanks alle negatieve berichten over glyfosaat zijn er ook nog altijd producenten die dit blijven gebruiken. In de omgeving waar wij zitten zijn er ook wijngaarden die in beheer zijn bij leden van coöperaties die weinig gemotiveerd zijn om voor kwaliteit te gaan. Geen wijnboeren, maar druiventelers. De goede uiteraard niet te na gesproken. Het is, zo lijkt het wel, net als met vaccinaties, die afgelopen weekend weer in het nieuws waren na het overlijden van meerdere baby’s aan kinkhoest. Degenen die er in geloven, doen er hun voordeel mee. Degenen die er niet in geloven, worden geconfronteerd met de gevolgen.

In feite is het in de wijnbouw net als bij andere vormen van landbouw. Er is een groep die zich op allerlei manieren bezighoudt met kwaliteit en met duurzaamheid. Daarnaast is er een groep die focust op productie, en de manier waarop ze die kunnen bereiken, laat hen koud. En net als bij andere vormen van landbouw is het wetenschappelijk onderzoek en innovatie die kunnen zorgen voor meer duurzaamheid en evenwicht met de natuur. Hopelijk komen steeds meer boeren tot het inzicht dat dit de juiste weg is. De kleur van de wijngaarden hier in het voorjaar is hoopgevend.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Ruzie in de tent

Het is een constatering die tegenwoordig vaker wordt gedaan: polarisatie is overal. Het lijkt er op dat er in het verleden wat meer met elkaar gepraat werd over tegenstelling. En dat deze nu bij voorkeur worden uitgevochten in de pers media en via sociale media. Ik denk dat de wereld daar helaas niet beter van wordt. Het probleem met sociale media is natuurlijk bekend. Deze hebben baat bij zo veel mogelijk ophef, dus ruzie is voor sommige van deze media domweg een verdienmodel. En als het om big tech gaat, is het verdienmodel heilig.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Nederlandse wijn: ‘gewoon’ goed

Het is al weer een tijdje geleden dat we voor een diner aanschoven bij De Kas, een fijn restaurant bij ons om de hoek. Sinds de chefs het hebben overgenomen heeft het een constant hoog niveau. Maar daar gaat het natuurlijk niet over. Wel dat we bij het diner met enorm veel plezier een heerlijke Auxerrois dronken van het Wijngoed Thorn, en ook nog eens voor een leuke prijs. Want De Kas is goed, maar ze weten daar ook van prijzen. Hoe dan ook, dit is precies het moment waarop je Nederlandse wijn zou moeten tegenkomen. ‘Gewoon’ in het lokale restaurant om de hoek, als een fijn lokaal, betaalbaar alternatief tussen alle wijnen uit verre of minder verre landen.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Wijn met een (bij)smaakje

Jaren geleden, tijdens een reis door Australië met een groepje collega’s -onder andere Hubrecht Duijker en Harold Hamersma- was het flink heet, met temperaturen boven de dertig graden. En dat was nog voor de tijd van de klimaatverandering. Maar ook toen al was de pinot noir in opkomst, destijds door de film Sideways. Maar het drinken van Pinot noir in de Australische restaurants waar we kwamen was een ware beproeving. De wijnen werden vrijwel allemaal geserveerd op ‘kamertemperatuur’. U voelt ‘m al. De schenktemperatuur lag als regel ruim boven de twintig graden. Op een gegeven moment waren we het zó zat, dat we ijsblokjes bestelden, en deze in de wijn deponeerden. De bediening kreeg ogen als schoteltjes, maar de wijn ging er met sprongen op vooruit.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Water groeiend probleem

Alarmerende berichten kwamen de afgelopen week uit Catalunya. Het watertekort in deze Spaanse regio is zo nijpend, dat de noodtoestand werd uitgeroepen. Er moesten limieten worden gesteld aan het watergebruik. Per persoon mag dat niet meer dan 200 liter per dag zijn. Ik kan me niet exact voorstellen hoeveel dat is, maar het lijkt me sowieso een flinke inbreuk op je levensstijl. Als je rekent dat je bij het douchen zo’n 6 liter water per minuut verbruikt, kun je het al wat beter inschatten.

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Nieuwe technologieën brengen vooruitgang – maar niet altijd

Het leven van de moderne mens is vol verwarring. Voor mij althans wel. Ik lees graag de krant, maar het nieuws komt soms hard binnen. Zo schreef de Volkskrant afgelopen week over een nieuwe, verfijnde methode om benzeen te meten bij het koken op gasfornuizen. Wordt de wereld hier beter van? Ik citeer een van de onderzoekers: ‘Het gaat om zulke kleine hoeveelheden, dat deze voorheen niet te meten waren’ (…) ‘Deze nieuwe techniek maakt dat voor het eerst mogelijk.’ Volgens de onderzoeker kan met deze methode 1 benzeenmolecuul per 2 miljard moleculen worden ontdekt. De Volkskrant meldt dat daarmee de maximaal aanvaardbare hoeveelheid volgens de Wereldgezondheidsorganisatie wordt overschreden. Hoe ze dat ooit hebben gemeten, is gezien de uitspraak van de onderzoekers een raadsel. Maar het RIVM schrijft zelfs dat er geen veilige concentratie benzeen bestaat. De bewoonster blijft er nuchter onder. ‘Er zijn tegenwoordig zoveel stoffen die allerlei gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Kennisnemen van weer iets dat kanker veroorzaakt, doet me niet veel.’ Wat een heerlijke instelling, in een wereld waar iedereen overal alarm over slaat. Bovendien, moet nu iedereen zomaar zijn gasfornuis de deur uit doen?

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Vin Memoriam?

Onder de aansprekende titel ‘Vin memoriam’ verscheen afgelopen week een opiniestuk op de Franse website vitisphere. Mooi gevonden. Het onderwerp was, u zult het begrijpen, minder mooi. Naar aanleiding van de grootschalige protesten van de boeren overal in Europa wordt beschreven welke problemen er allemaal spelen. Dat zijn er nogal wat.

Zelf vind ik de situatie heel complex. Dat de boeren, zeker de wijnboeren, het moeilijk hebben, daar hoeft geen twijfel over te bestaan. Maar de manier van protesteren is niet altijd zo charmant, om het mild uit te drukken. Het in brand steken van het gebouw van de Mutualité sociale agricole (MSA) van Narbonne bijvoorbeeld lijkt me geen positieve bijdrage aan het vinden van oplossingen. Wat ook geldt voor het over de snelweg laten stromen van Spaanse wijn, eveneens afgelopen week. Dit lijkt me meer een vorm van vandalisme. Maar in de wereld die wordt gedomineerd door beeld en door sociale media is dat wellicht nog de enige manier om de aandacht te trekken – hoe treurig dat ook is.

Op zich niet zo gek. Vaak als de boeren op deze manier de aandacht trekken, dan doet de politiek concessies. Ook nu weer. Zowel Ursula von der Leyen als Emmanuel Macron haastten zich om de boeren toezeggingen te doen. Von der Leyen:  “Het werk van de boeren draagt in grote mate bij aan onze voedselzekerheid en aan onze manier van leven.” Met China als grootse klant van Nederlands varkensvlees zijn daar wel enige vragen bij te stellen. Feit is dat de boerenlobby sterk en machtig is. Afgelopen november verwierp het Europees Parlement een wet die het gebruik van pesticiden moest terugdringen. Vorige week sneuvelde de eis dat boeren een stukje land braak moeten laten liggen voor natuurbeheer. Nota bene in Chili bestaat inmiddels voor alle wijnproducenten de verplichting om groenstroken aan te leggen in wijngaarden.

Het probleem is dat de boeren historisch gezien ‘grootverbruikers’ zijn van Europese subsidies. Nog altijd gaat een derde van de Europese begroting naar de boeren. Dat wil niet zeggen dat de boeren geen punt hebben. Door verandering van de regels en de druk op de boeren om duurzamer te werken, is er ook veel regelgeving en bureaucratie. Al dat papierwerk is voor kleine boerenbedrijven een nachtmerrie. En door schommelingen in de prijzen kunnen boeren in de problemen komen. Kijk naar de wijnbouwers in de Bordeaux, die hun rode wijnen aan de straatstenen niet kwijt kunnen. Daarnaast gaat de meeste subsidie naar grote bedrijven. 80 procent van de Europese subsidies naar 20 procent van de boerenbedrijven, dat is nogal uit balans. Wij werken zelf ook met organisaties in het buitenland die op de een of andere manier zwemmen in het subsidiegeld. De verdeling is kennelijk niet helemaal gelijk. Wellicht hangt het er ook vanaf hoe handig je bent in het aanvragen van Europese subsidie. Maar het vele papierwerk is er ook voor kleine bedrijven buiten de landbouwsector. En als graanboeren veel verdienen omdat de graanprijzen door het dak gaan, dan is het gewoon lekker cashen. Nu moeten de grenzen van de EU worden gesloten voor goedkoop Oekraïens graan. Tja. Het is ook nooit genoeg.

Waar ik misschien wel de meeste moeite mee heb, is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen boeren en andere ondernemers. Want boeren zijn ook ondernemers. Als er in de Nederlandse horeca zaken failliet gaan, dan noemt iedereen dat ‘gezonde marktwerking’. Als boeren failliet gaan, dan is het een maatschappelijke ramp. En niet alleen boeren hebben problemen met de voortdurende veranderingen van de regels en de plannen. Zo besloot de staatssecretaris dat het aantal vluchten op Schiphol moet worden verminderd, terwijl ze eerder mochten groeien. Als KLM zegt dat ze dat graag eerder hadden willen weten, omdat ze dan grotere vliegtuigen zouden hebben gekocht in plaats van kleinere, hoeft de vliegtuigmaatschappij niet te rekenen op begrip, laat staan enige vorm van medelijden. En met de boeren lijkt iedereen wél medelijden te hebben, terwijl ook hun uitstoot alle wettelijke perken te buiten gaat.

Aan de andere kant moeten we ook in de spiegel kijken. Want mede door de subsidies zijn landbouwproducten te goedkoop. Ook de maatregelen die nodig zijn om meer biodiversiteit te krijgen en de klimaatopwarming te bestrijden, zouden leiden tot duurdere producten in de supermarkt. Dus het schrappen er van is goed voor onze portemonnee. Een wrange paradox, waar weinigen wakker van zullen liggen.

Mijn volgende aanschaf is een trekker. Dat demonstreert zo lekker, mocht dat een keer nodig zijn.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Droge-mond-maand

Een fenomeen waar je dezer dagen als wijnjournalist lastig omheen kunt, is dry January. Ik zeg zelf wel eens dat ik dan alleen droge wijnen drink, maar dat is natuurlijk gewoon een flauwe grap. En niet waar natuurlijk, want bij een lunch op Château d’Yquem is dat niet gemakkelijk vol te houden. En zonde van de mooie wijnen.

Nu serieus. Dit fenomeen is op allerlei verschillende manieren te benaderen, en gemakkelijk te bekritiseren of toe te juichen, afhankelijk tot welk ‘kamp’ je behoort. Liefst wil ik zelf niet bij een ‘kamp’ horen.

In Frankrijk was er een relletje omdat president Macron weigerde mee te doen met dry January. Het siert hem, wat mij betreft. Waarom zou je als wijnliefhebber hypocriet doen, en het doen voorkomen dat je ’s avonds dan plotseling een maand lang géén glas wijn drinkt bij je diner? Hypocriete politici zijn er al genoeg, wat mij betreft. Nou ja, in dit geval wilde hij waarschijnlijk de boeren te vriend houden – politieke motieven zijn in zo’n geval nooit ver weg.

Maar ik kan deze maand moeilijk voorbij laten gaan zonder me af te vragen wat nu precies het nut is van een maand niets drinken. Wat me sowieso opvalt, zijn de relativerende opmerkingen van enkele personen die aan deze nieuwe hype meedoen. ‘Ik doe sinds een paar jaar aan dry January, en soms knoop ik er een maandje aan vast. Allemaal prima, maar in alle eerlijkheid merk ik er lichamelijk heel weinig van. Je zou je fitter moeten voelen, beter slapen, maar bij mij: helemaal niets.’ Weinig opwekkend, mag ik wel zeggen. Naar aanleiding van kort een interview in de NRC, onlangs, kreeg ik zelfs een nog veel uitgebreidere reactie. ‘Allereerst, hoe komt het dat alcoholvrij (m.n. rood) zo ontzettend laxerend werkt? Dan de vraag waarom wijn zonder alcohol eenzelfde behoefte creëert als mét alcohol? Welke stof maakt dat er door gedronken móet worden? En tot slot: waarom word je door drinken van alcoholvrij nooit wakker met een fris hoofd? Die watten deken is er na een half jaar nog steeds, het ‘frisse hoofd’ laat op zich wachten.’ Tja, anekdotisch, maar niettemin veelzeggend.

De anti-alcohol-lobby heeft kennelijk met succes gepredikt dat je je van af en toe een glas wijn, en van matig alcoholgebruik in het algemeen, slecht zou moeten voelen. In het bijzonder de Volkskrant heeft zich de afgelopen tijd ingespannen om deze boodschap te verspreiden. Wat me bij de krantenkoppen in dat medium vooral stoort is de eenzijdigheid van het verhaal, alsof er maar één waarheid bestaat. Het lijkt wel alsof de polarisatie die in het hele maatschappelijke debat is geslopen, hier ook toeslaat. Het echte verhaal is dat de waarheid, als altijd, in het midden ligt.

Ik kan natuurlijk weer al die onderzoeken aanhalen die zeggen dat een kleine hoeveelheden alcohol op oudere leeftijd een positief gezondheidseffect heeft. Ik ga dat niet nog eens doen, maar iedereen kan begrijpen dat het risico dat pakweg een 65-jarige of zeventigjarige loopt om nog kanker te ontwikkelen als gevolg van een glas wijn per dag, nooit heel groot kan zijn. En iedereen die zich bezighoudt met onderzoeken naar het effect van alcohol op onze gezondheid weet ook heel goed dat het lastig is om het effect van alcohol los te zien van alle andere voedingsmiddelen en omgevingsfactoren.

Waar nog eens bij komt dat veel mensen die alcohol gebruiken, bij de dokter de neiging hebben om hun gebruik iets lager voor te stellen dan het in werkelijkheid is. Waardoor onderzoeken gerelateerd aan het aan het aantal consumpties per dag of per week niet per definitie betrouwbaar zijn. Het is maar één van de vele factoren die verstorend werken. Er zijn ook berichten dat alcohol, zeker bij ouderen, kan leiden tot minder hart- en herseninfarcten, en dat bij mensen met matig alcoholgebruik minder dementie voor zou komen. Maar ook in dat geval moeten we voorzichtig zijn met conclusies, omdat ook in dat geval bij het onderzoek dezelfde problemen kunnen spelen. Eén ding is wél zeker. De tijden van de French paradox liggen ver achter ons.

Maar alcoholgebruik gelijk stellen aan roken, dat slaat nergens op. Het aantal kankergevallen door alcohol staat in geen enkele verhouding tot die bij roken. En dan hebben we het nog niet eens over de schade aan hart en bloedvaten bij roken. Er is ook een verband tussen kanker en rood vlees, bewerkt voedsel en overgewicht. Ik heb nog meer slecht nieuws. We gaan allemaal dood, hoe dan ook. Onze voeding, onze levensstijl in het algemeen, kent vele gevaren. Dus als we op de voet van dry January willen doorgaan, dan heb ik nog wel een paar suggesties. Wat denkt u van een suikervrije september en een vetvrije februari?

Nou, ik weet het wel. Ik ga liever dood na het – met mate – genieten van de geneugten van het leven. Dood ga ik toch wel. Dan liever maar met een glas goede wijn.

Ronald de Groot

1 2 3 4 5 6 79
Page 4 of 79
nl Nederlands