Columns Archives - Pagina 4 van 80 - Perswijn

Columns

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Keuzestress van een inkoper

Kortgeleden werd ik met een groepje collega-journalisten uitgenodigd op het hoofdkantoor van Albert Heijn in Zaandam. Doel: kennismaken met nieuwe wijnen in het assortiment van de grootste supermarkt van Nederland. Een uitstekend idee. Gelukkig kwam ik de dag voor de geplande proeverij terug uit Bordeaux, zodat ik de uitnodiging kon aannemen.

Het is natuurlijk altijd interessant om te zien waar de keuze van de grootste wijnverkoper van Nederland door wordt bepaald. Het zal niemand verrassen: de markt, zeg maar de keuze van de consument, is voor een groot deel leidend. Maar er spelen natuurlijk ook strategische belangen. Daarover later meer.

Het is niet zo vreemd dat ons een heel team werd voorgesteld rond, zoals dat zo mooi heet, senior category manager Nanco Haak en Coen van Straalen, communicatie specialist wijn. Zeker nu steeds meer het accent komt te leggen op duurzaamheid en talloze regels moeten worden gerespecteerd, heb je heel wat mensen nodig. Bijvoorbeeld ook voor de enorme logistiek.

Maar ik was natuurlijk vooral nieuwsgierig naar wat er aan nieuwe wijnen zou worden gepresenteerd. Want, zoals gezegd, het zegt veel over de richting waarin de moderne wijndrinker zich beweegt. Ik weet nooit zo goed wat ik daar van moet vinden. Nou ja, je ziet alle wijnen die tegenwoordig in de mode zijn, de revue passeren. ‘Tardia Sweet Rosé’, ‘Tardia Sweet Red’ of ‘Sweet White’ haken in op de verschuiving naar wat zoetere wijnen, die je bijna overal ziet. Natuurlijk mogen oranje-wijnen, wit gemaakt met schilcontact, niet ontbreken in het schap van tegenwoordig. Wat ook geldt voor wat ‘natuurwijn’ wordt genoemd. Overigens kunnen met schilcontact prima witte, of zo u wilt, ‘oranje’ wijnen worden gemaakt, zoals de Daschbosch Skin Contact 2023 (€ 12,99).

Het team benadrukt dat het tegenwoordig van groot belang is om ook de jongere wijndrinker mee te krijgen. Een logische gedachte. We hopen dan altijd weer dat een deel zal ‘doorgroeien’ tot een echte wijnliefhebber. Maar zonder jonge aanwas gebeurt dat niet, dus het is belangrijk genoeg – uiteraard ook commercieel. Ook commercieel is de serie wijnen onder het label ‘Wijntje’. Verschillende wijntypen (wit, bubbels, rosé, rood) voor een zeer schappelijke prijs, vanaf € 3,99. Logisch, als je bedenkt dat de meeste wijn die in de supermarkt wordt verkocht onder de € 5 per fles kost. Voor die prijs iets bijzonders kopen, is echter een lastige opgave.

Dat is wat ik bedoel met strategie. Je moet voortdurend nadenken over de juiste benadering van je publiek. Dat natuurlijk vooral bestaat uit vrouwen die met een winkelwagentje langs het schap lopen, om in een split second te beslissen wat er diezelfde avond op tafel moet komen.

Ook onderdeel van de strategie is dat Albert Heijn liever niet met merkartikelen werkt. Die zijn elders al snel goedkoper, dus dat levert per definitie een nadeel op. Dus als Canei populair is, dan laat Albert Heijn liever een eigen versie maken door een van de leveranciers, als eigen merk.

Gaande de proeverij krijg je veel respect voor het werk van zo’n inkoopteam. Ga er maar aan staan. Een hele serie wijnen selecteren die wellicht je smaak niet zijn, maar alleen maar met je (mogelijke) publiek in gedachten. Petje af.

Gelukkig voor de inkopers richt Albert Heijn zich ook op de wijnliefhebber die zijn wijn bij de wijnhandel koopt. Dat geeft ruimte voor de inkoop voor betere en duurdere wijnen. Zo is de serie wijnen van Constantia Uitsig uitgebreid met een fraaie Chardonnay en een fijne Sémillon uit Constantia (beide 2022 en beide € 18,99). Het enthousiasme over deze wijnen is duidelijk -en terecht.  Ook de Pommery Noir Brut Champagne, in een beperkt aantal winkels verkrijgbaar, kan me zonder meer bekoren, champagneliefhebber als ik ben.

Het was een leerzame middag. Mooi om te zien hoe de supermarktketen die ooit aan de basis stond van de democratisering van de wijn, opereert in de moderne tijd. Niet meer trendsettend, maar meer trendvolgend dan in het verleden. Maar nog steeds met de vinger aan de pols van de Nederlandse wijndrinker.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Mono-toon

Afgelopen week was ik te gast op Sicilië, voor wat daar ‘Sicilia en Primeur’ wordt genoemd. Waar die naam op slaat, heb ik nooit begrepen. Wellicht een knipoog naar de Bordeaux primeurs. Maar de aard van de proeverij is totaal anders. In Bordeaux worden alleen monsters geproefd van de laatste oogst, van wijnen die nog op vat liggen, maar die je al wel kunt kopen. In Sicilië krijg je natuurlijk wel veel wijnen van de laatste jaargang op tafel, maar dat zijn altijd wijnen die al op fles zijn. En je krijgt ook de hele stortvloed van wijnen die op Sicilië worden gemaakt over je heen gegooid, ook van oudere jaren. Dus is het noodzakelijk scherpe keuzes te maken bij het proeven, anders verzuip je genadeloos.

Je moet ook wat verdragen tijdens zo’n bezoek. Ik wil niet klagen hoor, maar toen we afgelopen vrijdag met zijn allen een voormalige kerk in werden gedreven voor een ‘conferentie’ van twee uur die een half uur te laat begon – en dus ook een half uur te laat eindigde, en die geheel in het Italiaans werd gehouden, had ik het wel even gehad. Dat collega’s van ons ontsnapten om buiten een biertje te drinken, was meer dan te billijken.

Gelukkig zijn er ook altijd weer de momenten die leerzaam zijn, gesprekken met producenten waar je wat aan hebt om beter te begrijpen hoe de wijnwereld, en Sicilië in het bijzonder, in elkaar zit. Zo sprak ik met Gaetana Jacono, de eigenaresse van Valle dell’Acate, een bedrijf in de wijnstreek bij Vittoria, aan de zuidkant van het eiland. Ze vertelde me dat ze haar focus had gelegd op de lokale druif frappato. Dat verbaasde me, want de blend met de druif nero d’avola heeft meer prestige, want hij geniet de status van DOCG als Cerasuolo di Vittoria. Puur Frappato geniet ‘slechts’ de DOC Vittoria. Maar ze legde me uit dat de vermelding van één druif op het label domweg beter verkoopt.

Een Australisch onderzoek van afgelopen week laat zien dat ze gelijk heeft. In de tien belangrijkste exportlanden voor Austalië is in zeven van de tien de druif de belangrijkste factor bij de wijnkeuze, of de op één na belangrijkste. Alleen in Japan en in Zuid-Korea wordt de wijn gekocht op basis van de combinatie met een gerecht. Beschaafde landen, dat wisten we al langer.

Maar goed, Australiërs zijn dol op dit soort onderzoeken. Want ook is natuurlijk bekeken wélke druiven het meest populair zijn bij de wereldwijde wijndrinkers. Ach, dan kom je natuurlijk bij het bekende rijtje van merlot en cabernet sauvignon – nog altijd – en bij wit sauvignon blanc en chardonnay. Shiraz, een soort handelsmerk voor het land, daalt wat in populariteit, vooral in Australië zelf.

Maar waar zijn deze cijfers eigenlijk goed voor? Want wat nu populair is, hoeft dat straks niet meer te zijn. En als je een wijngaard plant voor de langere termijn, lijkt me dat heel moeilijk te voorspellen. Nu schijnen de Australiërs meesters te zijn in het ook snel weer rooien van onrendabele wijngaarden, maar dat moet ook wel. Want als er éen land is geweest waarin overschotten van populaire druiven de druiventelers de afgelopen jaren tot wanhoop hebben gedreven, was het wel Australië.

In die zin hebben de Sicilianen natuurlijk de perfecte uitweg gevonden. De afgelopen jaren hebben ze zich gericht op het maken van eendruifswijnen van lokale druiven. Dus weg van de mainstream van bekende rassen, zoals de bovengenoemde. Maar toch ook weer mainstream, omdat het wijnen zijn op basis van één druif.  Dus noem ze maar op, de druiven die je hier groot op het etiket ziet staan. Voor wit bijvoorbeeld grillo, catarratto, carricante of inzolia. Bij rood vooral nero d’avola, maar dus ook frappato en niet te vergeten perricone. Allemaal onder het label Sicilia DOC of de IGP Terre Siciliane. Allemaal mono-cépage. Superslim. Ik constateerde al eerder dat de Italianen meesters zijn in marketing. Nu de nieuwe rassen nog wat meer bekendheid geven, en klaar is kees. Zo heb je het beste van twee werelden. Slimme jongens – en meisjes, die Sicilianen.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Marketingcrisis – in moeilijke tijden is het geld voor promotie op

Tijdens de week dat ik in Bordeaux was voor de primeurproeverijen, was te voelen dat de stemming ter plekke niet bijzonder goed was. Vooral ook gespannen over de verkopen tijdens de primeurcampagne, die is gestart op 29 april. Maar ook over de verkopen van de wijnen uit de streek in het algemeen. Rood is dood, zou je bijna denken, nu de vraag naar rode wijnen wereldwijd in een dramatisch hoog tempo is afgenomen. In elk geval begrepen de châteaux dat er dit keer uit een ander vaatje zou moeten worden getapt om nog in de belangstelling te blijven. Zo verlaagde Château Léoville-las-Cases zijn ’23 vorige week maandag met 40% in prijs vergeleken met de ’22. Bij Lafite-Rothschild ging er donderdag 32% vanaf. Of het gaat werken, weet ik nog niet, maar het is in elk geval wat.

In dit geval gaat het om wijngoederen die een prijsverlaging, gezien hun marges, wel kunnen lijden. Anders ligt het voor de middenklasse in Bordeaux, laat staan voor de gewone Bordeaux-appellation-wijnen. Aan tafel beluisterde ik een gesprek over de promotie-plannen van de Grand Cercle, een club van châteaux die niet tot de top van de streek behoren, en die zeg maar de gegoede middenklasse vormen. Nou ja, dat gegoede kunnen we tegenwoordig wel weglaten. Er kwam ter sprake dat gesneden moest worden in de promotie-activiteiten van de club. Reden: niet genoeg geld om alles te kunnen betalen. Eigenlijk heel vreemd. Ik noem dat de promotie-paradox. In tijden dat je meer promotie nodig hebt, omdat de verkopen dalen, dan schroef je die juist terug.

Op de website vitisphere.com stond een paar dagen geleden een interessant gesprek met Hervé Bizeul, oud-journalist en tegenwoordig wijnboer in de Roussillon. Het ging over het te veel aan regels en de pogingen van de Franse regering om de regelgeving terug te dringen – zoals bijna overal in de westerse wereld een vrijwel onmogelijke opgave. Maar hij koppelde dit aan een pleidooi richting zijn collega-wijnboeren om trotser te zijn op de appellations. Producenten keren zich te gemakkelijk af van de appellations, vanwege de regeldruk. Maar ze onderschatten daarmee de kracht van de officiële herkomstbenamingen, aldus Bizeul. Als je gezamenlijk trots bent op je unieke appellation, en gezamenlijk probeert om de eisen voor de appellation te respecteren, dan kun je ook met zijn allen promotie maken voor de unieke wijnen die je maakt. En dan zijn er ook minder regels nodig; iedereen moet snappen dat je alleen met kwaliteit verder komt. En dat je binnen de streek niet alleen concurrent bent, maar elkaar ook helpt om je unieke product in de markt te zetten.

Een typisch voorbeeld van hoe het níet moet, zien we bij Cava. Een aantal jaren geleden heeft een groep vooraanstaande producenten zich afgescheiden van Cava en zijn eigen club opgericht, Corpinnat. Het niveau van Cava was niet hoog genoeg, en meer van die dingen. Hierdoor is een lose-lose-situatie ontstaan. Het imago van Cava is door het vertrek van de producenten uitgehold. Maar de club van producenten zelf is zonder de steun van Cava niet bij machte voldoende geld en aandacht te genereren voor het eigen, nieuwe merk. Wellicht waren de producenten er van uit gegaan dat ze bekend genoeg waren om het buiten Cava om te rooien. En wellicht lukt het ze ook wel. Maar als je niet tevreden bent over je wijngebied, verander het dan van binnenuit. Dan profiteert iedereen van een sterk merk, en is de promotie een stuk gemakkelijker. In een tijd dat de wijnconsumptie onder druk staat is het besteden van meer geld aan goede promotie en bundeling van krachten belangrijker dan ooit. Bij versplintering en inkrimpen van budgetten in deze tijden is helemaal niemand gebaat.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Klimaatextremen kosten wijnboeren geld

Een van de leukste ervaringen van de primeurweek in Bordeaux is het verblijf op verschillende châteaux, waarbij je rustig aan de keukentafel even de laatste ontwikkelingen kunt bespreken. De laatste dagen voor ons vertrek zaten we in Moulis, op Château Branas-Grand-Poujeaux. De leiding is hier in handen van de Franse Nederlander Arjen Pen, wat het gesprek dan nog weer nét even gemakkelijker maakt.

Veel gesprekken gaan over de lastige markt voor Bordeaux en over de prijsverlagingen die worden voorgesteld. Branas-Grand-Poujeaux behoort tot de middenklasse van Bordeaux. Wijnen die voor een redelijke prijs worden verkocht, maar waar het geld niet met bakken binnenstroomt. En wat binnenkomt, wordt dan ook nog eens geïnvesteerd in de kwaliteit. Dus als de handel van Bordeaux vraagt de prijzen met 30% te verlagen, zoals de afgelopen tijd is gebeurd voor de campagne van de voorverkoop, dan dat is voor châteaux als deze te veel gevraagd.

Eerder overnachtten we op château Yon-Figeac, in Saint-Émilion. Dat was weer een heel andere ervaring. Gedurende de nacht hoorde je geluiden die deden denken aan een helikopter. Molens, klein en groot, werden aangezet om de lucht in beweging te zetten. Net als de afgelopen jaren daalden de temperaturen in een rap tempo richting het vriespunt. En net als elders waren de stokken, na weer een zachte winter, al weer ver uitgelopen. Het ging nét goed, maar dat was elders niet zo. In de Jura ging al 40% verloren door de vorst. Ook bij ons in Limburg was er vorstschade. In de wijngaard van Pietershof werd zo’n driekwart van de stokken door vorst beschadigd.

Maar ook zonder vorstschade zorgt dit voor extra kosten voor de producenten, overal eigenlijk. Want al die propellers, kaarsen en andere hulpmiddelen om de voorjaarsvorst te bestrijden, zijn niet gratis. Ook het personeel is dat niet, zeker niet als er in de nachtelijke uren hard gewerkt moet worden. Zo zorgen de weersextremen niet alleen voor veel problemen, maar ook voor hoge kosten.

Afgelopen week kwam het bericht dat het Cava-huis Freixenet, onderdeel van Henkell, het grootste deel van zijn personeel naar huis wil sturen. Door de aanhoudende droogte in het productiegebied van Cava, Penedès, zijn er niet meer genoeg druiven om de productie van deze mousserende wijn op peil te houden. Ooit leek irrigatie de oplossing, maar door de waterbeperkingen in Catalunya is ook daarvoor geen water meer beschikbaar. Een trieste ontwikkeling, zeker als je bedenkt dat mousserende wijnen een van de wijnsectoren is die het (nog) goed doet.

Ondertussen staan in delen van de Languedoc de wijngaarden zo’n beetje onder water. Ook daar was het de afgelopen jaren heel droog, maar nu komt de regen met bakken naar beneden. Niet alleen hier, maar ook in andere streken, zoals de Bordeaux, is het groeiseizoen begonnen met veel meer behandelingen tegen ziektes dan gewoonlijk, door een combinatie van (veel) regen en zacht weer.

We kunnen moeilijk anders concluderen dan dat het nieuwe, extreme klimaat de wijnproducenten – en niet alleen de wijnproducenten – op veel hogere kosten jaagt. Er gaan meer oogsten verloren en er is veel nodig om meer verlies te voorkomen.

Daar komt dan nog bij dat de markt, zeker voor rood, heel slecht is. In het verleden reageerden de prijzen van bulkwijnen met een forse stijging op het bericht dat er nachtvorstschade was. Als er nu schade is, zie je geen enkele reactie. Dus worden de wijnboeren op geen enkele manier gecompenseerd voor de schade en de kosten. Een verontrustende constatering voor de toekomst van de wijnbouw.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Primeurcampagne Bordeaux tussen hoop en vrees

Op dit moment ben ik in Bordeaux voor zo ongeveer mijn 35e primeurcampagne. Nou ja, ik ben de tel een beetje kwijt, en door covid vielen er ook een paar uit, dus het zal iets minder zijn. Tijdens deze periode proef je de wijnen van de nieuwe jaargang, terwijl ze nog op vat liggen. Dus het gaat om de wijnen, maar bij veel van deze proeverijen ging en gaat het over de verwachte prijzen van de wijnen. Maar zelden zo nadrukkelijk als nu. De wijnen komen binnenkort op de markt, en sommigen noemen het een omslagpunt, omdat de markt op dit moment, op zijn zachtst gezegd, nogal moeilijk is.

Ik kan me herinneren dat ik begin jaren negentig al eens bij de lunch met de toenmalige eigenaar van Cos d’Estournel, Bruno Prats, een stevige discussie had over het bijzondere systeem van de primeurverkopen. Wat er zo’n beetje op neerkomt dat de châteaux hun wijnen van de laatste oogst  verkopen voor (te) hoge prijzen aan de handel in Bordeaux, en zich dan in de handen wrijven over het geld dat ze ontvangen voor een wijn die nog op vat ligt en pas na anderhalf jaar – op zijn vroegst – wordt geleverd. Maar de négoce in Bordeaux moet deze wijnen dan nog wel zien te verkopen.

De handelshuizen zijn bang om te weigeren, omdat ze in dat geval wellicht achter het net vissen bij de ‘grote wijnen’, als ze die het jaar daarna weer zouden willen kopen. Maar dat heeft in de afgelopen jaren geleid tot grote voorraden van moeilijk te verkopen wijnen. De grote namen verkopen nog wel, maar de rest wordt steeds lastiger. Vooral de Chinese markt, waar een jaar of vijftien geleden grote verwachtingen van waren, laat het volkomen afweten.

Zo gingen de prijzen dalen, en dan daalt ook de waarde van je onderpand bij de bank, bij de handelshuizen die geld geleend hebben om hun aankopen te financieren, en dat zijn de meeste. De bank klopt aan en wil meer zekerheid. Gevolg: gedwongen verkopen, nog verder dalende prijzen. Je krijgt een vicieuze cirkel naar beneden. Wie kijkt naar de index van 500 meest courante Bordeaux, kan zien dat minder dan 10% in prijs is gestegen sinds hij op de markt kwam, de rest is gedaald.

Voor wijnliefhebbers is het kopen in primeur, in de voorverkoop, alleen interessant, als de prijzen daarna stijgen. Als ze dalen, kun je beter wachten tot een later moment. Dus Bordeaux schiet zichzelf met dit systeem in de voet, want op een gegeven moment wacht iedereen af. Einde primeurverkopen.

Veel zal ook afhangen van de beoordelingen door de wijncritici. In Bordeaux werd van te voren gehoopt op een positief oordeel over deze oogst. En er verschijnen op internet ook zeker positieve commentaren. Met James Suckling – ik schreef vorige week over hem – als verwachte uitschieter. Maar de realiteit is dat de omstandigheden zo wisselend waren, dat er zeker goede wijnen zijn gemaakt, maar helaas ook minder goede. Het jaar is voor veel wijnen frisser en klassieker dan 2022, maar dat geldt zeker niet voor alle wijnen. Met name de hitte van begin september werd sommige wijngaarden te veel. Ergens werd ons zelfs op het hart gedrukt vooral positief te schrijven, want deze oogst had positieve stemmen nodig, om verkocht te worden.

De handel heeft de châteaux verteld dat een prijsdaling van zo’n 30% ten opzichte van 2022 nodig is om de markt te reanimeren. Maar ja, wie gaat dat doen? Bij veel middenklassers wordt gezegd dat het de toppers zijn die daarin hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Die verdienen genoeg per fles, zo wordt gezegd – wat niet onwaar is. Maar het is zoals zo vaak. Iedereen ziet de noodzaak, maar de ander moet het doen.

Om de zaak vlot te trekken is ook besloten om af te spreken wanneer de châteaux met hun wijn en prijzen op de markt komen, om te voorkomen dat iedereen op elkaar gaat zitten wachten en de kat uit de boom gaat kijken. Dit circus gaat starten met de premiers crus op maandag 29 april. Veiligheidsgordels vast. Het is erop of er onder.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Punteninflatie

In de laatste editie van Vinée Vineuse, het promotieblad van Okhuysen, schrijft eigenaar Xavier Kat over het puntencircus van de internationale wijnpers. Een onderwerp dat ons – vanzelfsprekend – ook bezighoudt. Hij heeft goed gefundeerde kritiek, maar tuigt daarna wel een wijnpromotie op met flessen die internationaal hoog scoorden. Tja.

Wat ons vooral verbaast, is dat de punten maar blijven stijgen. Natuurlijk, de kwaliteit van wijnen neemt wereldwijd toe, maar strooien met 100 punten, dat gaat te ver, lijkt me zo. Xavier Kat doet dezelfde constatering.

Zelf hebben we er bewust voor gekozen om vast te houden aan het aloude Franse systeem met scores tot 20 punten. Omdat in het honderd-punten-systeem eigenlijk ook alleen de punten van, pakweg, 85, 90 of hoger maar echt meetellen, is het verschil uiteindelijk niet eens zo groot. Voor een deel van de wijnen gebruiken we zelfs alleen sterren, omdat het de mogelijkheid geeft om wijnen binnen hun eigen categorie een hoge score te geven, ook al is het een betrekkelijk eenvoudige wijn. Zo vermijden we bewust om een steentje bij te dragen aan dit puntencircus en de bijbehorende inflatie.

Voor veel liefhebbers zijn wijnen met 100 punten de heilige graal, flessen die ze móeten hebben. Maar wat betekent 100 punten op een moment dat steeds meer wijnen hoge scores krijgen, en steeds meer wijnen 100 punten? Mijn probleem is dat 100 staat voor perfectie -althans, ik kan het moeilijk anders zien. Maar als je eenmaal een glas Château Latour 1982 hebt geproefd, dan buig je deemoedig het hoofd, en geeft hem 100 punten. Daarna wordt het lastig om andere wijnen dat ook te geven, want dat niveau van perfectie is lastig te benaderen.

Maar er zijn een paar wijncritici die er geen probleem mee hebben flink wat wijnen dit soort hoge scores te geven. Hier op de redactie hebben we een weddenschap lopen wie als eerste meer dan 100 punten gaat geven. Nou ja, natuurlijk laat het systeem dat niet toe, maar je krijgt wel eens het gevoel dat dit op een gegeven moment nog de enige uitweg is uit de inflatie aan hoge puntenscores.

Ooit had ik het genoegen samen met James Suckling terug te vliegen van een proeverij op een Château in de Médoc naar de Vinexpo, in de tijd dat Bordeaux nog het idee had dat de wijnwereld om deze streek draaide. Suckling, destijds werkzaam voor de Wine Spectator, waagde er een grapje aan. ‘Als we de wijnen niet goed genoeg scoren, gooien ze ons uit de helikopter, denk ik.’ Nou ja, dat was uiteraard niet serieus, maar Suckling is wel een van degenen die, zeker na zijn vertrek bij de Wine Spectator, zijn punten flink omhoog heeft gejaagd. Xavier Kat constateert in zijn artikel dat de punten van Suckling gemiddeld 2 punten hoger zijn dan bij de andere critici.

Eigenlijk kun je stellen dat er, sinds de opkomst van Robert Parker, begin jaren tachtig, een systeem is ontstaan waarin producenten en importeurs in een soort symbiose met bekende critici wijnen aanprijzen die hoge punten krijgen. Omdat Engelstalige critici over de hele wereld gelezen (kunnen) worden, voeren zij in dit circus de boventoon. Morgen vertrek ik naar Bordeaux voor de primeur-proeverijen. Daar krijgt een select clubje vooraanstaande critici een soort speciale VIP-behandeling. Tja, verschil moet er zijn.

Xavier Kat schrijft ook dat de Wine Spectator er prat op gaat juist niet zoveel hoge scores te geven, en weinig 100 punten. Het is ook zo dat blinde proeverijen met een panel er voor zorgen dat de scores ‘afgevlakt’ worden. Niet ieders smaak is hetzelfde, en de score komt dan eerder uit op een gemiddelde. Dat constateren we ook bij onze eigen panelproeverijen. Dat voorkomt ook dat een bepaald type wijn de hoogste scores krijgt, zoals volle en krachtige wijnen bij Robert Parker.

Ik voelde me erg aangesproken door de opmerking van Neal Martin, die voor Vinous werkt, in het interview dat ik maakte voor #2 van Perswijn. Ik stelde hem de vraag waarom in zijn boek alleen châteaux werden aanbevolen, maar geen scores werden vermeld. Hij hield niet zo van scores, vertelde hij, omdat deze op dat moment een eigen leven gaan leiden. Liever proefde hij een wijn vaker, om dan zijn oordeel bij te stellen.

Een verfrissende kijk in een wereld die steeds meer draait om hoge scores, en die voorbij gaat aan het feit dat het karakter van wijnen en van de proevers sterk verschilt, en dat iedereen zijn eigen smaak heeft. Want daar draait het bij wijn uiteindelijk om.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Droogte? Hoezo droogte?

Afgelopen dagen waren we voor een lang weekend in Twente. Voor het plezier, maar ook voor wat bezoeken ter plekke. Onder andere aan Roelof en Ilse Visscher van de wijngaard Hof van Twente, waar ik vandaag later op de dag wordt verwacht. Gelukkig hadden we goed weer, nogal uitzonderlijk, lijkt het op dit moment, na al die regen. Als je hier rondfietst, dan valt je op dat overal water staat, ook op veel akkers en in de weilanden.

Het resultaat van een naar mijn gevoel onafgebroken regen sinds zo’n beetje midden september vorig jaar. Dat zal wel weer overdreven zijn, maar dat het veel heeft geregend, blijkt wel uit de cijfers. 2023 was in Nederland het natste jaar ooit, met neerslagcijfers van rond de 1100 millimeter. Nederland was niet de enige plek. Ook in Bordeaux was 2023 het natste jaar in de geschiedenis, eveneens met neerslag van ruim boven de 1000 millimeter. Het lijkt wel of er tegenwoordig, met de klimaatverandering, een soort scheidslijn over West-Europa loopt. De streken onder Atlantische invloed krijgen veel meer regen dan normaal. De gebieden in Spanje en Frankrijk aan de Middellandse Zee zuchten onder een lange droogte. In de Roussillon zijn op sommige plekken wijngaarden waar in twee jaar geen druppel regen is gevallen. Over extremen gesproken.

En toch wordt hier in Nederland door waterleidingbedrijven gezegd dat er straks niet genoeg drinkwater meer is. Een paradoxale situatie. Dat het water in Catalunya op de bon is, kan ik me voorstellen, maar in Nederland? Maar we moeten ons wel realiseren dat door de hogere temperaturen ook meer verdamping optreedt. Ook zijn we niet gewend water op te slaan. Wat ook geldt voor Franse wijnboeren, overigens. In landen als Chili of Zuid-Afrika zie je overal waterbassins, waarin het weinige regenwater wordt opgeslagen. Een kwestie van eigen verantwoordelijkheid. In Europa wordt al snel geroepen dat de overheid het maar op moet lossen. Maar hoe?

Feitelijk is de situatie voor de wijngaarden rond de Middellandse Zee vrij rampzalig. Wetenschappers kwamen kortgeleden met een publicatie dat wijnbouw in Griekenland, Spanje, Zuid-Frankrijk en Zuid-Italië aan het einde van deze eeuw niet meer mogelijk zou zijn, door de hogere temperaturen en de droogte. Een conclusie die werd getrokken op basis van een groot aantal onderzoeken en publicaties. Nu zijn er wijnboeren in Zuid-Frankrijk die eisen dat ze irrigatie mogen gebruiken, en die daar zelfs voor worden gesubsidieerd. De situatie in Catalunya laat zien dat dit niet gaat helpen. Door de droogte daar is er gewoon geen water, dus ook niet om te irrigeren.

In een interview op vitisphere.com geeft onze medewerker professor Kees van Leeuwen dit ook aan. Hij nuanceert de uitkomsten van de publicatie door te stellen dat boeren nog veel mogelijkheden hebben om zich aan te passen aan de droogte. Bijvoorbeeld door de wijngaarden als bosjes te laten groeien, in vaktermen gobelet genoemd. In dat geval hebben de wijngaarden veel minder water nodig, en de druiven hangen veel beter in de schaduw. Dus juist de aanplant op bedrading en de aanleg van irrigatie zijn de verkeerde weg, iets waar ik overigens al vaker over heb geschreven.

Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat hier nog steeds voorvechters van zijn, zeker als je bedenkt dat er schaars water voor nodig is, terwijl de stokken ook zonder zouden kunnen. Een vorm van struisvogelpolitiek die in deze tijd van grote klimaatverandering en droogte domweg onacceptabel is.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: De kloof in Bordeaux

Afgelopen zaterdag, aan de keukentafel. Ik geniet even van een glas rode Château La Garde 2021, een wijn uit Pessac-Léognan. Een heerlijke wijn, van een château met een verhaal. Op het moment dat de classificatie van de Graves werd ingevoerd, in de jaren vijftig, mocht een eigenaar maar één château voordragen. Het huis Eschenauer had er twee: Smith-Haut-Lafitte en La Garde. De keuze viel destijds op Smith-Haut-Lafitte. In realiteit liggen de châteaux naast elkaar, en het terroir van de beste delen van de wijngaard verschilt eigenlijk niet noemenswaardig. Nu werd de waarde van de classificatie destijds niet direct hoog ingeschat. Maar tegenwoordig is de aanduiding ‘Grand Cru Classé’ op het etiket van groot belang, want veel wijndrinkers hechten daar waarde aan. Niet voor niets is het prijsverschil tussen de wijnen van Smith-Haut-Lafitte en La Garde tegenwoordig enorm. Niet dat ik wil zeggen dat ze even goed zijn, natuurlijk. Mede door de status en de bijbehorende hoge prijzen is de familie Cathiard op Smith-Haut-Lafitte in staat om meer in de wijn te investeren, wat ook op het vlak van de kwaliteit zijn vruchten afwerpt. U kunt in Nederland een flesje 2021 aanschaffen voor € 137,50. Voor La Garde betaalt u € 19,95. Zeer aan te bevelen, overigens.

Wat ik maar wil zeggen, is dat de classificatie de verschillen tussen de châteaux vergroot, en ook groter maakt dan op basis van de kwaliteit van de wijnen en de wijngaarden gerechtvaardigd is. En net als in de ‘gewone’ wereld, lijkt de kloof tussen de top van de classificaties en de basis alleen maar groter te worden. Dit weekend las ik het nieuws dat Château Latour zijn 2017 op de markt heeft gebracht. Geen topjaar, maar wel voor een topprijs: € 420 per fles voor de handel, dus zonder marges of belastingen. Château d’Yquem, Sauternes, deed het rustiger aan met € 300 per fles – zoete wijnen zijn wat minder populair. Geen prijsdaling ten opzichte van eerdere jaargangen. En dat op een moment dat wordt geroepen dat een prijsdaling nodig is om de verkoop van hoge Bordeaux vlot te trekken. Latour laat weten dat alle allocaties zijn afgenomen. Maar uit de markt valt te horen dat dit ook komt omdat de handel bang is de allocaties voor de goede jaren 2016, 2018, 2019 en 2020 te missen, als ze de 2017 niet afnemen. Tja. Cynisme troef. Voor d’Yquem geldt dit overigens niet. De 2021, die ik begin januari mocht proeven, is een prachtige wijn.

Maar terug naar de kloof. Het is schrijnend dat eerder het bericht kwam dat de Franse supermarkt Carrefour flessen Bordeaux in de aanbieding deed voor € 1,66 (vier flessen voor € 2 plus twee gratis). Het kwam de supermarkt op veel kritiek te staan, omdat iedereen wel begreep dat de ongelijke beloning voor Bordeaux-boeren op deze manier wel heel erg werd benadrukt. De aanbieding werd dan ook niet verlengd.

Kennelijk wanen de beroemde grote wijnen zich op dit moment nog onaantastbaar. Hoe lang nog? De handel vraagt voor de komende primeur-campagne een prijsverlaging van 30%. Niet voor het eerst. In eerdere campagnes was deze vraag vaak aan dovemansoren gericht. Maar de vraagt blijft of de toppers de kloof tussen top en basis blijvend kunnen laten groeien.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Gamay – stiefkind uit de Beaujolais

Afgelopen vrijdag had ik een bijzondere ervaring. Ik mocht op bezoek komen bij de priorin van Sint Catharinadal in Oosterhout. Deze priorin, zuster Maria Magdalena, is de initiatiefnemer van een bijzonder project: een eigen wijngaard. Ik bracht het bezoek in het kader van onze serie over Nederlandse wijngaarden. Daarin belichten we de belangrijkste wijngoederen van Nederland – ze verdienen het. De Chardonnay van Sint Catharinadal is een vaste waarde, en een van de betere die in Nederland wordt gemaakt. Maar lopend door de wijngaard, inclusief de nieuwste aanplant ruim 10 hectare groot, kwam ik een voor Nederland heel bijzondere druif tegen: gamay. Kennelijk een van de favoriete druiven van de Vlaming die verantwoordelijk was voor de aanplant van de wijngaard, Dirk-Antoon Samyn. Oenoloog Gerhard Horstink, sinds 2021 vanuit het bestuur betrokken bij de technische begeleiding van de wijngaard en de kelder, vertelt dat de gamay hier niet geschikt is voor het maken van rode wijnen, en dat hij wordt ingezet bij het maken van de verdienstelijke, droge rosé.

De gamay heeft dan toch iets meer warmte nodig om mooie rode wijnen op te kunnen leveren. In het Loiredal zijn de gamay-wijnen vaak nog vrij fruitig en licht. Geen wijnen waar je een liefhebber een bijzondere avond mee bezorgt, laten we maar zeggen. Op zijn best te genieten als een licht gekoelde zomerwijn. Uitzonderingen daargelaten.

Anders dan een druif als cabernet franc, ooit vrij miskend, maar nu geleidelijk populairder, heeft gamay buiten de streek waar hij vandaan komt, de Beaujolais, maar weinig succes geboekt. Het probleem is natuurlijk ook dat het imago van deze druif door de Beaujolais zelf in vroeger jaren flink verpest is. Ik kan me nog goed herinneren dat we in november de nieuwste Beaujolais primeur te proeven kregen. De snoepjes en de bananen sprongen meestal je glas uit. Fruit, fruit, fruit, maar geen complexiteit. Maar ja, de wijnen werden snel verkocht, dus het snelle geld was belangrijker dan de kwaliteit op lange termijn.

De weg terug is lang, en ook nog lang niet volbracht. Het is meer een worsteling. Officieel is de Beaujolais onderdeel van de Bourgogne. Maar de hype rond de rode Bourgognes op basis van pinot noir, met extreem hoge prijzen, is aan de Beaujolais volledig voorbij gegaan.

Vandaag vlieg ik naar Lyon, voor een bezoek aan Moulin-à-Vent. Een van de crus van de Beaujolais die sinds enige jaren probeert weer een imago op te bouwen als serieuze wijnstreek. Een van de speerpunten is ons er van te overtuigen dat de cru van de Beaujolais zijn eigen onderverdeling in aparte crus, wijngaarden met wijnen van eigen karakter, verdient. Een verleidelijk concept, dat in de Côte d’Or natuurlijk perfect werkt. Maar daar heeft het een duidelijke historische achtergrond, waardoor de namen van de crus, vooral van de grands crus, maar ook die van goede premiers crus, wereldwijd bekend zijn.

Pouilly-Fuissé, even ten noorden van de Beaujolais, ging onlangs voor met een eigen systeem van crus. Dat werkt in zekere zin, omdat je voor de beste crus domweg meer moet betalen, zodat ze ook meer prestige krijgen.

Maar de vergelijking met Pouilly-Fuissé gaat niet helemaal op. De witte wijnen van die streek waren al erg gewild, wat altijd helpt als je dan ook nog bijzondere wijnen in vrij kleine oplages van aparte wijngaarden gaat maken. Ik vrees dat het voor de crus van de Beaujolais, hoe bekend ze ook zijn, een stuk lastiger wordt om hier succes mee te hebben. Potentie is er wel. Ooit proefde ik oude wijnen uit de streek, die nog in een uitstekende conditie waren. Ze hoeven dus niet per se jong en fruitig te zijn. Gamay is geen pinot noir, maar als je de wijnen maakt op een klassieke, Bourgondische manier, met vatrijping, kan het allicht helpen.

Ik ben benieuwd naar het verhaal en de wijnen. Goede Beaujolais verdient het om gewaardeerd te worden. De gamay-druif verdient het om serieus te worden genomen. Zonde om er alleen rosé van te maken.

Ronald de Groot

Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Wijngaarden kleuren groen en geel

Met enige regelmaat hebben we het voorrecht even op ons eigen plekje in Frankrijk te mogen zijn, hartje Languedoc. Zo aan het begin van het voorjaar is een mooie tijd, om even de koude en regenachtige Nederlandse winter achter ons te laten. Nou ja, vorig weekend was het hier ook regenachtig, maar de afgelopen dagen was het heerlijk. Op zich is wat regen heel normaal voor deze tijd van het jaar. Maar ja, wat is normaal tegenwoordig? De natuur smachtte hier al lange tijd naar water, dus alles wat op dit moment aan regen valt, is meer dan welkom. Droogte heerst hier. Gelukkig viel vorige week zaterdag in het naburige Catalunya ook de nodige regen – daar is de situatie zelfs nog een slag erger dan hier in de Languedoc.

Het voorjaar is hier sowieso een fijn jaargetijde. Niet de hitte van de zomer, als het goed is een lekker zonnetje en een landschap dat je voor je ogen ziet veranderen door bloemen en uitlopend groen. Opvallend is de kleur van de wijngaarden, die in de loop der jaren in het voorjaar duidelijk is veranderd. Dit jaar zagen we voor het eerst zelfs gele stroken tussen de stokken. Bij nadere beschouwing bleek het te gaan om koolzaad, dat op meerdere plekken is ingezaaid tussen de rijen. Om en om, dus een rij gras en dan een rij koolzaad.

Het is mooi om te zien, maar dat niet alleen. Het is een teken dat – ook hier – meer en meer wordt nagedacht over onderbegroeiing in de wijngaarden. In het verleden waren vrijwel alle wijngaarden tussen de rijen stokken nagenoeg kaal. Boeren houden niet zo van onkruid, laten we maar zeggen. Maar inmiddels zijn de wetenschappelijke inzichten over dit ‘onkruid’ sterk veranderd. Onderbegroeiing kan veel voordelen hebben, als je maar kiest voor de juiste vorm. Uiteraard aangepast aan de specifieke behoefte van de wijngaard.

In Bordeaux hoorde je lange tijd zeggen dat bijvoorbeeld gras in de wijngaard te veel concurrentie met de stokken zou opleveren. Inmiddels zijn ze daar helemaal van teruggekomen. Door de juiste beplanting te gebruiken blijkt verdamping juist te worden tegengegaan, waardoor het vocht beter in de grond blijft. Wat in de huidige warme jaargangen, zoals 2022, veel voordeel blijkt op te leveren. Waarmee de wijngaarden een enorme metamorfose hebben ondergaan. Het leidt ook tot een grotere biodiversiteit, waardoor nuttige insecten beter hun werk kunnen doen.

Andere voordelen van beplanting tussen de stokken zijn het voorkomen van erosie en het fungeren als natuurlijke groenbemesting, zoals bijvoorbeeld met koolzaad. Het is mooi dat wetenschappelijk onderzoek en nieuwe inzichten op die manier een positief effect hebben op het landschap. Het is jammer dat niet iedereen bereid of in staat is deze inzichten in de praktijk te brengen. Ondanks alle negatieve berichten over glyfosaat zijn er ook nog altijd producenten die dit blijven gebruiken. In de omgeving waar wij zitten zijn er ook wijngaarden die in beheer zijn bij leden van coöperaties die weinig gemotiveerd zijn om voor kwaliteit te gaan. Geen wijnboeren, maar druiventelers. De goede uiteraard niet te na gesproken. Het is, zo lijkt het wel, net als met vaccinaties, die afgelopen weekend weer in het nieuws waren na het overlijden van meerdere baby’s aan kinkhoest. Degenen die er in geloven, doen er hun voordeel mee. Degenen die er niet in geloven, worden geconfronteerd met de gevolgen.

In feite is het in de wijnbouw net als bij andere vormen van landbouw. Er is een groep die zich op allerlei manieren bezighoudt met kwaliteit en met duurzaamheid. Daarnaast is er een groep die focust op productie, en de manier waarop ze die kunnen bereiken, laat hen koud. En net als bij andere vormen van landbouw is het wetenschappelijk onderzoek en innovatie die kunnen zorgen voor meer duurzaamheid en evenwicht met de natuur. Hopelijk komen steeds meer boeren tot het inzicht dat dit de juiste weg is. De kleur van de wijngaarden hier in het voorjaar is hoopgevend.

Ronald de Groot

1 2 3 4 5 6 80
Page 4 of 80
nl Nederlands