Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 3 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

Languedoc: een zee aan rosé en meer finesse

De Languedoc is een wijngebied dat bekend staat om zijn diversiteit, zijn blends, zijn soms nogal ’warme’ wijnen en de aantrekkelijke prijs-kwaliteitverhouding. Met 38 appellations en terroirs/denominaties is het ook een groot, en daardoor soms wat onoverzichtelijk gebied. Maar tijdens een persreis in juni leken de meeste appellations toch dezelfde richting uit te gaan.

Het is een bekend gezelschapsspel onder wijn aficionado’s. Welke wijn deed bij jou de stoppen doorslaan en leidde tot het besluit een carrière in de wijnwereld na te streven? Sommige mensen hebben daar een heel eenduidig antwoord op, maar ikzelf zou eerder tien momenten noemen die de belangstelling langzaam hebben aangewakkerd. Een wijngoed dat er in een vroeg stadium aan bijdroeg dat ik me meer in wijn ben gaan verdiepen was Paul Mas. Een vriend van mijn vader kocht Franse wijnen in voor zijn vrienden. Na verloop van tijd kwamen daar vrienden van vrienden bij en verscheen er een foldertje, dat geleidelijk aan evolueerde tot een fullcolour brochure. De focus lag op wijnen met finesse, elegantie en, typisch Nederlands, betaalbaarheid. Voor een jonge twintiger, zoals ik destijds, was dat laatste een pluspunt. Paul Mas’ wijnen behoorden tot de goedkoopste. Voor een kleine vijf gulden per fles kon je intekenen op zijn instapwijn. Ik heb hem inmiddels al jaren niet meer gedronken, maar toentertijd vond ik het heel behoorlijk. Soepel, fruitig, eenvoudig maar goed. En blijkbaar vond de wijnvriendenclub dat ook, want hij heeft jaren in de brochure gestaan.

De abdij Sainte-Marie de Valmagne in de appellation Grés de Montpellier ©Bart de Vries

Oost – West

In juni was ik weer eens in de Languedoc. De omvang van het gebied vergt wel wat kennis om de verschillen te zien, die niet altijd even groot zijn. Eén manier om er tegenaan te kijken is door het gebied op te splitsen in een oostelijk en westelijk deel. Het laatste heeft meer Atlantische invloed, wat je in het uiterste westen van de Languedoc terugziet in de druivenrassen die zijn toegestaan. Cabardès, een vrij onbekende appellation, profileert zich bijvoorbeeld met assemblages van cabernet franc, cabernet sauvignon, merlot (Atlantisch), grenache en syrah (mediterraan). Zoals Fabien Revol van Château de Brau zegt: “Cabardès maakt wijnen met de fruitigheid en delicaatheid van de Rhône en de sophistication van Bordeaux.”

Faugères ©Bart de Vries

Kennis van producenten

Mijn trip concentreerde zich vooral op het oostelijke deel, met onder andere de appellations Saint-Chinian, Faugères, Terrasses du Larzac, Picpoul de Pinet en de terroirs Pézenas en Sommières. Hier is het de klassieke combinatie grenache, syrah en mourvèdre wat de klok slaat. Subtiele verschillen in terroir en soms een extra druivenras (bijvoorbeeld carignan in La Livinière en Terrasses du Larzac of lledoner pelut in Saint-Chinian en Faugères) definiëren het karakter, maar uiteindelijk is kennis van de producenten essentieel. Onderaan staan daarom van een aantal appellations de namen van wijngoederen die mij tijdens het proeven van zo’n 500 wijnen positief zijn opgevallen.

Xavier de Franssu van Mas de Cynangue, Saint-Chinian ©Bart de Vries

Innovatie

De Languedoc afficheert zich als een gebied van innovatie en rode wijnen. Voor het eerste valt wat te zeggen. Heel wat vernieuwingen hebben op zijn minst een link naar de Languedoc. Het procedé om bruiswijn te maken bijvoorbeeld – we zouden het nu waarschijnlijk petnat noemen – werd voor het in eerst in Limoux toegepast.

Ook fortificatie van wijnen kwam al vroeg in de Languedoc voor. Arnaud de Villeneuve, hoewel een Catalaan, ontdekte toen hij in Montpellier woonde, dat je de fermentatie van druivennat kan stoppen door de toevoeging van alcohol.

Jules-Émile Planchon uit de Hérault is de grondlegger van het enten van wijnstokken op een Amerikaanse wortelstok.  En Alain Bouquet was een pionier op het gebied van PIWI’s ofwel schimmelresistente druivenrassen.

Wijngoed Clos de l’Amandaie, Grés de Montpellier ©Guillaume Horcajuelo

Rosé

Maar een rode-wijngebied is de Languedoc eigenlijk niet meer, want 55 procent van de geproduceerde wijn is rosé, vaak en bewust niet de etherische, bleekroze Provençaalse rosé, maar een wat donkerdere, complexere wijn met gastronomische ambitie. Toch koos de spiksplinternieuwe appellation Grés de Montpellier ervoor zich volledig aan rode wijn te wijden, net als bijvoorbeeld de appellation Terrasses du Larzac. In Faugères kan ook witte wijn en rosé geproduceerd worden, maar die maken slechts 5 respectievelijk 14 procent van de productie uit. En in de Pic Saint-Loup appellation wordt naast rood 10 procent rosé gemaakt. Met andere woorden, binnen de subregionale appellations ligt de nadruk op rood, maar gelabeld als AOP Languedoc (vooral zonder denominatie), IGP of Vin de France wordt er een zee aan rosé gemaakt.

Meer frisheid en finesse

Aan frisheid kon het in de Languedoc nog wel eens ontbreken. Maar waar ik ook kwam, iedereen verzekerde mij dat er nu vol wordt ingezet op minder extractie, minder nieuwe eikenhouten vaten, minder alcohol en meer finesse, mineraliteit en elegantie. Ook het druivenras kan een handje helpen. Zo brengt morrastel, een van de supplementaire, lokale rassen in Grés de Montpellier meer van de gewenste frisheid. En inderdaad was het merendeel van de wijnen die ik proefde minder machtig dan ik op basis van vroegere ervaringen verwachtte.

Luc Bettoni van Les Eminades ©Bart de Vries

Invloed van de zee

Traditioneel zegt men van de Languedoc dat de beste wijnen uit de appellations in de voetheuvels van de Cévennes komen. Iets meer koelte helpt bij het behoud van de zuren. Terrasses du Larzac, Saint-Chinian en Faugères hebben er hun goede naam aan te danken. Maar door de matigende invloed van de Middellandse Zee bevinden zich dicht bij de kust ook een aantal appellations waar tintelende wijnen vandaan komen, zoals Picpoul de Pinet. Uit het aanbod van ongeveer een dozijn wijngoederen vielen de wijnen van Domaine Félines Jourdan mij vooral op. Claude Jourdan maakt twee cuvées van haar piquepouldruiven, die uit drie wijngaarden komen. “De nog niet geassembleerde wijnen zijn naar mate de wijngaarden verder van de kust liggen rijker en minder fris-ziltig,” legt ze uit.

Claude Jourdan van Domaine Félines Jourdan

Grés de Montpellier

Grés de Montpellier is ook zo’n gebied waar de hoge zomerse temperaturen eerder door de zee dan door de bergen worden getemperd. Tijdens mijn verblijf werd bekendgemaakt dat Grés de Montpellier nu officieel de status appellation mag voeren. (Het was tot voor kort een van de denominaties binnen de Languedoc AOP.) Ter gelegenheid daarvan presenteerde een selectie van jonge en gevestigde producenten hun beste wijnen om te laten zien wat de appellation te bieden heeft. Clos de l’Amandaie was een van hen. De eigenaars Stéphanie en Philippe Peytavy verkochten tot twintig jaar geleden hun druiven aan de coöperatie, maar hebben sindsdien het areaal waarvan ze zelf wijnen maken stap voor stap uitgebreid, en met succes. Hun Madolia is een assemblage van voornamelijk grenache (met een vijfde carignan) die in amforen is gerijpt. Stéphanie vertelde mij dat zij voor amforen kozen omdat de vorm ervan de circulatie van de lies stimuleert. Vanwege grenache’s gevoeligheid voor oxidatie zijn de amforen met epoxy gevoerd om het binnendringen van zuurstof te voorkomen. Zo behoudt de wijn de elegantie van grenache, inclusief de frisheid en het primaire fruit. Het soort rijpingscontainer kan dus helpen om meer finesse in de wijn te krijgen.

Thibault Julien van Mas de Janiny, Grés de Montpellier ©Bart de Vries

Van de oude garde in Grés de Montpellier presenteerde Domaines Paul Mas een van zijn topwijnen. Aan mijn tafel was iedereen het erover eens dat het bedrijf, waarvan de wijnen soms wat worden geringschat, met zijn Silénus een goede wijn had meegebracht. Klassiek van aard met een flinke extractie en royale inzet van (nieuw) eikenhout – misschien niet passend in de trend, maar goed gedaan. Wel iets duurder dan de frisfruitige allemansvriend van vroeger.

Aanbevolen wijngoederen

Saint-Chinian

Les Eminades – Luc Bettoni werkt biologisch en heeft een hands-off benadering in de kelder. Zowel zijn rode als witte wijn vielen bij mij in de smaak.
Mas de Cynanque – Eerste generatie wijnmakers. Ingetogen wijnen met nadruk op mineraliteit.

Mas Champart – Noémie Vidil, de nieuwe wijnmaker van deze parel van Saint-Chinian, lijkt dezelfde kwaliteitsgerichte koers te blijven varen als haar voorganger. De wijnen die ik proefde waren top.

Domaine de Cambis – Heeft een relatief grote hoeveelheid oude wijnstokken. De carignandruiven voor de sappige Caudomato zijn 80 jaar oud.

Picpoul de Pinet

Domaine Félines Jourdan – Maakt twee piquepoul-cuvées van haar drie wijngaarden. Om een zekere uniformiteit over de jaren heen te bewaren bevat de klassieke cuvée de druiven van alle drie haar terroirs. De topcuvée, Féline, wordt gemaakt van uitsluitend druiven van haar wijngaard direct aan de kust.

Domaine de Petit Roubié – Werkt biologisch. Maakt een Picpoul die niet alleen geschikt is als aperitief of bij oesters, maar ook iets stevigers aankan.

Frédéric Brouca ©Bart de Vries

Faugères

Frédéric Brouca – De voormalige sommelier Frédéric Brouca is een outsider die in Faugères is neergestreken omdat de grond er nog betaalbaar was. Inmiddels maakt hij ruim tien jaar wijnen. Ik proefde onder andere de eerste jaargang (2013) van zijn Clos Sauveplane (mourvèdre, syrah) en dat was meteen een schot in de roos. Elf jaar later nog altijd prachtig. Low intervention, maar niet dogmatisch. Verbazingwekkend dat hij nog geen importeur in Nederland heeft.

Binet Jacquet – Biodynamisch gecertificeerde, harmonische, terroirgedreven wijnen.

Domaine des Prés Lasses – Sprong eruit zowel met zijn witte (Pataque) als rode wijn (Castel Viel). Werkt biologisch, zo min mogelijk interventie en minimaal sulfur.

Grés de Montpellier

Stephanie en Philippe Peytavy van Clos de l Amandaie ©Vincent Bartoli

Clos de l‘Amandaie – Sympathiek bedrijf dat het experiment niet schuwt, maar de mainstream niet uit het oog verliest.

Mas de Janiny – Werkt al sinds 1989 biologisch. Hun topwijn Les Hauts de Laborie wordt gerijpt in nieuwe eikenhouten vaten, maar zo vakkundig dat het volle, bessige primaire fruit op de voorgrond blijft staan. Voor 18 euro heb je een bijzondere wijn voor relatief weinig geld.

Terrasses du Larzac

Château de Jonquières – Historisch wijngoed dat sinds de 12e eeuw in de familie is gebleven, hoewel niet altijd via de eerste lijn. Charlotte en Clément Béarn, de huidige 32e generatie, maken op hun biologisch gecertificeerde wijngoed naast een rode wijn onder de Terrasses du Larzac appellation ook twee witte wijnen onder de IGP’s Saint Guilhem le Désert en Pays d’Herault.

Sommières

Mas Granier – Pleitbezorger van morrastel, in Spanje graciano genoemd. Maakt er een mooie monocépage van.

Pézenas

Domaine de la Font des Ormes – In transitie naar biodynamie. Stijl wordt bepaald door ongebruikelijke combinatie van kalk- en basaltbodems.

Bart de Vries

Achtergrond & InterviewsVideo

WIJNPERSoonlijkheden met Johan Reyneke

Wie is de Wijnpersoonlijkheid achter Johan Reyneke? Johan Reyneke is een biodynamische wijnproducent uit Stellenbosch. Een openhartig gesprek met Karin Leeuwenhoek in PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden.

In de rubriek PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden interviewt Karin Leeuwenhoek interessante en mysterieuze wijnpersoonlijkheden.

Video: Karin Leeuwenhoek

In elke editie van PERSWIJN Magazine leest u rapportages over wijnregio’s en diepgaande interviews met wijnmakers en sommeliers.  Word abonnee van PERSWIJN!

 

Bekijk ook de andere afleveringen van PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden

Achtergrond & InterviewsVideo

Teaser Wijnpersoonlijkheden: Johan Reyneke

Wie is de Wijnpersoonlijkheid achter Johan Reyneke? Johan Reyneke is een biodynamische wijnproducent uit Stellenbosch. Een openhartig gesprek met Karin Leeuwenhoek in PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden. Hier alvast een voorproefje van het interview. Het volledige interview is vanaf 31 juli te bekijken op de website van PERSWIJN.

In de rubriek PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden interviewt Karin Leeuwenhoek interessante en mysterieuze wijnpersoonlijkheden.

Video: Karin Leeuwenhoek

In elke editie van PERSWIJN Magazine leest u rapportages over wijnregio’s en diepgaande interviews met wijnmakers en sommeliers.  Word abonnee van PERSWIJN!

 

Bekijk ook de andere afleveringen van PERSWIJN WIJNPERSoonlijkheden

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers: Oechsle, Brix en Baumé

Het suikergehalte van druiven bij de oogst is van wezenlijk belang voor de kwaliteit van de latere wijn. Oechsle, Baumé en Brix zijn allemaal maten (of schalen) om het suikergehalte van het druivensap en de most te meten. Dat geeft een indicatie van de rijpheid van de druiven en van het potentiële alcoholgehalte van de latere wijn. De gebruikelijke instrumenten om het suikergehalte te meten zijn refractometers en hydrometers. Deze werken niet op dezelfde manier. Een refractometer meet op basis van lichtinval de brekingsindex van het druivensap, die een waarde geeft van de hoeveelheid droge stof in het sap, voor het overgrote deel suiker. Een hydrometer meet de dichtheid van het sap, door middel van een dobber. De waarden kunnen worden uitgedrukt in diverse maten.

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers: Vitis

Vitis is een geslacht uit de familie van de Vitaceae, een plantenfamilie waartoe vele planten die druiven of bessen vormen, behoren. Het geslacht kent 79 druivensoorten, waarvan de meeste als klimplanten van nature voorkomen in de gematigde klimaatzones van Noord-Amerika en Azië. Bekende voorbeelden daarvan zijn o.a. de Amerikaanse soorten vitis labrusca, vitis riparia, vitis rupestris en vitis berlandieri, die allemaal een rol spelen in de wijnbouw als (onderdeel van) wortelstokken, om de kans op schade door de druifluis, Daktulosphaira vitifoliae, te beheersen. Of als klein aandeel in moderne hybriden als PiWi’s (Pilzwiderstandsfähige Rebsorten), gecreëerd voor betere schimmeltolerantie en winterhardheid, zoals ook de Oost-Aziatische vitis amurensis. 

Gecultiveerde wijndruiven stammen af van een klein percentage eenhuizige, hermafrodiete wilde Vitis vinifera, die zichzelf kan bevruchten

De Euraziatische soort, Vitis vinifera, is echter de beroemdste, omdat deze de beste wijn geeft. Vitis vinifera kent een wilde ondersoort, Vitis vinifera sylvestris, en een gecultiveerde ondersoort, Vitis vinifera vinifera. Vaak staat er in officiële documenten L. achter, verwijzend naar Carl Linnaeus, de Zweedse grondlegger van de taxonomie (classificatie van organismen) en binomiale nomenclatuur (tweedelige naamgeving van soorten). Het bijzondere verschil tussen de wilde en gecultiveerde wijndruif, is dat de wilde druif doorgaans een tweehuizige plant is, waarbij mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen niet op dezelfde plant voorkomen; ze zijn afhankelijk kruisbevruchting. De gecultiveerde wijndruiven stammen af van een klein percentage eenhuizige, hermafrodiete wilde vitis vinifera, die zichzelf kan bevruchten. Deze werden om hun goede vruchten uit hun natuurlijke habitat het bos gehaald en worden al millennia lang gecultiveerd. Die culturele praktijk heeft zo’n 10.000 verschillende druivenrassen of variëteiten opgeleverd, waarvan we bepaalde tegenwoordig allemaal kennen, zoals chardonnay, riesling, pinot noir en cabernet sauvignon.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Achtergrond & Interviews

Champagne Joseph Perrier: frisheid, elegantie en balans

Het Champagnehuis Joseph Perrier was lange tijd vrijwel onzichtbaar op de Nederlandse markt. Middels de samenwerking met Brouzje, een importeur volledig gespecialiseerd in champagne, hoopt men daar verandering in te brengen en weer een rol van betekenis te kunnen spelen in Nederland.

Het champagnehuis Joseph Perrier, een van de 24 Grandes Marques in de Champagne, werd opgericht in 1825 en hoopt dus volgend jaar het tweehonderdjarig bestaan te vieren. Het is nog altijd een volledig familiebedrijf. Via vader François-Alexandre en zijn zoon Joseph Perrier kwam het champagnehuis in 1888 in handen van hun neef Paul Pithois en momenteel staat met directeur Benjamin Fourmon de zesde generatie aan het roer. Het huis bezit 24 hectare aan wijngaarden, voornamelijk gelegen in de Vallée de la Marne, in dorpen als Cumières – waar men 10 hectare bezit – Hautvillers, Damery en Verneuil. Daarnaast koopt men op contractbasis jaarlijks druiven in bij 80 à 100 wijnboeren in het Champagnegebied. Joseph Perrier is daarmee dus een négociant-manipulant, een producent die champagne maakt van eigen én aangekochte druiven. Ongeveer 70% van de productie wordt geëxporteerd.

Joseph Perrier in Châlons-en-Champagne

Châlons-en-Champagne

Champagne Joseph Perrier is gevestigd in Châlons-en-Champagne, een stad van ruim veertigduizend inwoners, wat meer oostelijk in het Champagnegebied. Weliswaar is Châlons-en-Champagne de prefectuur van het departement Marne en was het de hoofdstad van de regio Champagne-Ardenne totdat die bij de regionale herindeling van 1 januari 2016 werd opgeheven en opging in de nieuw ingestelde regio Grand Est, toch is het qua betekenis en bekendheid slechts de derde stad – en als je Troyes meerekent zelfs de vierde – in het Champagnegebied. Een deel van de relatief wat mindere bekendheid van het huis, niet alleen in Nederland, maar bijvoorbeeld ook op de Franse thuismarkt, is dan ook terug te voeren op die vestigingsplaats. Steden als Reims en het kleinere Epernay worden door de liefhebbers veel meer gezien als het centrum van de champagneproductie, er zijn veel meer huizen gevestigd en ze trekken dan ook beduidend meer toeristen. Rondom de stad Chalons-en-Champagne zijn, in tegenstelling tot Reims en Epernay, ook geen wijngaarden te vinden. Je moet echt een kleine tien kilometer de stad uit voordat je de eerste wijngaarden tegenkomt. Maar Joseph Perrier probeert nu ook in Châlons-en-Champagne het wijntoerisme te stimuleren en gestalte te geven. De fraaie kelders zijn opengesteld voor geïnteresseerde wijnliefhebbers, er is een museum en uiteraard ook een proeflokaal waar het gamma in alle rust kan worden doorgenomen.

Keldermeester Nathalie Laplaige en directeur Benjamin Fourmon

Vinificatie en opvoeding

In Châlons-en-Champagne bezit het bedrijf een gangenstelsel van vijf kilometer aan kelders, uitgegraven in een eeuwenoude Gallo-Romeinse krijtgroeve die in de 19e eeuw verder werd uitgebreid, waar in totaal vier miljoen flessen onder perfecte omstandigheden liggen te rijpen. In totaal produceert Joseph Perrier tien verschillende cuvées waarvan er nu negen door Brouzje op de Nederlandse markt worden geïmporteerd en waaraan de tiende binnenkort wordt toegevoegd. Verantwoordelijk voor de wijnen van Joseph Perrier is Nathalie Laplaige, die hier, na eerder vijftien jaar voor Champagne Alain Thiénot te hebben gewerkt, in 2017 als keldermeester werd aangesteld. Dit in nauwe samenwerking met Patrick Martin die als chef de culture reeds decennialang verantwoordelijk is voor de wijngaarden. Nathalie Laplaige heeft in de afgelopen jaren een aantal belangrijke wijzigingen in de vinificatie en opvoeding van de wijnen doorgevoerd, waaronder een vinificatie per perceel, een beduidend langere rijping sur lattes – 36 maanden voor de brut sans année en acht jaar voor de millésimé – en een wijziging van de op het eind aan de wijn toegevoegde liqueur d’expedition. Opvoeding op hout is bij Joseph Perrier uit den boze, er wordt uitsluitend met roestvrij staal gewerkt.

Huisstijl

Dat alles resulteert in champagnes die zich met drie mooie Franse kernwoorden laten samenvatten: fraîcheur, élégance et équilibre, oftewel frisheid, elegantie en balans. Mooi is ook de speciale aandacht en opwaardering door Nathalie Laplaige bij Joseph Perrier van chardonnay uit de Vitryat. De Vitryat? Jazeker, de Vitryat! Elke champagneliefhebber kent natuurlijk de drie belangrijkste subgebieden van de streek: La Montagne de Reims, La Vallée de la Marne en La Côte des Blancs. De Vitryat is een klein gebied zo’n dertig kilometer ten zuidoosten van Châlons-en-Champagne. Ooit stond hier meer dan drieduizend hectare aan wijngaarden aangeplant, die langzamerhand vrijwel totaal verdwenen. Inmiddels bestaat het wijngaardareaal weer zo’n 480 ha. Joseph Perrier bezit hier drie hectare aan wijngaarden, voornamelijk rond het dorp Bassuet en volledig beplant met chardonnay. Chardonnay uit de Vitryat wordt geprezen vanwege zijn energie en frisheid, hetgeen dus naadloos aansluit bij de huisstijl van Joseph Perrier die Nathalie Laplaige voor ogen heeft.

Paul Edgar Bredar (Export Manager Joseph Perrier) en Hinke de Jong (Brouzje)

Favorieten

Eind juni vond bij Hotel Karel V in Utrecht de herintroductie van Champagne Joseph Perrier op de Nederlandse markt plaats middels een presentatie en proeverij begeleid door Paul Edgar Bredar, exportmanager Europa van Joseph Perrier, en Hinke de Jong, eigenaar van Brouzje. Van de geproefde wijnen licht ik vijf van mijn favorieten uit:

Cuvée Royale Brut: 35% pinot noir, 35% chardonnay, 30% meunier; druiven uit ±20 dorpen; 36 maanden sur lattes; ±20% reservewijn; dosage 7 gr/l; open en aromatisch, heel fris, citrus, witte perzik, elegantie, schoon, zuiver, fijn, levendig, floraal, iets toast

Blanc de Blancs Brut: 100% chardonnay; druiven uit ±10 dorpen, waaronder Bassuet in de Vitryat; 36 maanden sur lattes; ±15% reservewijn; dosage 6 gr/l; voller, rijper en rijker in de geur, vulling, sap, een mooie frisheid, prima balans tussen de wat krachtiger en vettere chardonnay uit Cumières en de energieke en frisse chardonnay uit Bassuet

Rosé Brut: 40% pinot noir, 40% chardonnay, 20% meunier; ±10% rode wijn van pinot noir toegevoegd; druiven uit ±15 dorpen; 36 maanden sur lattes; ± 20% reservewijn; dosage 7 gr/l; open, rood zomerfruit, framboos, aardbei, sappig, een goede structuur en een fijne, levendige en opwekkende bittertoets in de finale

La Côte à Bras Blanc de Noirs Brut Nature 2015: 100% pinot noir; druiven afkomstig van een gelijknamige wijngaard in Cumières; 8 jaar sur lattes; dosage 0 gr/l; heel schoon, zuiver, elegantie en finesse, mooi strak, puur, pittige zuren, vief, krijt, wat saliniteit en klein rood fruit

Cuvée Joséphine Extra Brut 2014: 40% pinot noir, 60% chardonnay; druiven uit 5 dorpen; 8 jaar sur lattes; dosage 5 gr/l; de cuvée de prestige van Joseph Perrier, 11e editie van deze wijn sinds de eerste in 1982; open, expressief, vulling, romigheid, sap, rondeur, toast, hazelnoot, inhoud, kracht, complexiteit, gestructureerd, karaktervol met veel lengte, een gastronomische champagne die zich in het glas blijft ontwikkelen

Importeur: Brouzje

Tekst: Frank Jacobs

Achtergrond & Interviews

Asolo: op weg naar terroir-gedreven Prosecco

Met een adembenemende productie van bijna 500 miljoen flessen per jaar is Prosecco ’s werelds meest gedronken bruiswijn. De keerzijde van het overweldigende succes van Prosecco is dat het Italiaanse bubbeltje in wijnkringen niet altijd serieus wordt genomen. Als terroir-gedreven wijn is zijn reputatie zo klein als zijn commerciële succes groot is. Maar in de Asolo Prosecco appellation proberen de producenten het tij te keren. Het consorzio stuurde mij zes proefflessen.

Met 34.000 hectare in het gebied tussen Vicenza en Trieste is de Prosecco appellation immens. Vooral langs de noord-zuidas is de geografische verscheidenheid groot. Van de uitgestrekte alluviale vlaktes net ten noorden van de monding van de Po tot aan de grillige bergen van het skioord Cortina d’Ampezzo in de Dolomieten, overal mag Prosecco geproduceerd worden. Iedereen kan zo een graantje meepikken.

Het grootste deel komt van de vlaktes waar de opbrengsten zeer hoog kunnen zijn (tot 18 ton per hectare) en de wijn dientengevolge weinig concentratie heeft. Met een beetje extra suiker in de dosage wordt de wijn opgepimpt. De meest voorkomende stijl is Extra Dry.

Glera ©Consorzio Asolo Prosecco

Het hart van het gebied wordt gevormd door de DOCG Conegliano-Valdobbiadene. In het heuvelachtige terrein kan de gleradruif rustiger rijpen, wat leidt tot meer smaak in de wijn. Hier en in de aangrenzende Asolo Prosecco appellation moet je dan ook de kwaliteitsgerichte wijnboeren zoeken.

In de heuvels van Asolo groeien de wijnstokken vaak op steile hellingen met kalkrijke bodems waar het werk voornamelijk met de hand wordt uitgevoerd – een goed uitgangspunt voor strakke, minerale wijnen. De maximaal toegestane opbrengst ligt met 12 ton/ha een stuk lager, nog iets lager zelfs dan in Conegliano-Valdobbiadene.

Asolo heuvels ©Consorzio Asolo Prosecco

Sinds 2009 wordt Asolo Prosecco erkend als DOCG. Wijngaarden beslaan slechts 6 procent van het gebied van de appellation, bos 29 procent. Het consorzio legt de nadruk op kwaliteit en biodiversiteit, en niet op groei, zegt de in Asolo geboren Alessandro Marchesan, sommelier en moderator van een online masterclass. De wijnen worden merendeels geproduceerd door zo’n vijftig kleine (familie)bedrijven. Er zijn slechts vier producenten die meer dan 1 miljoen flessen per jaar produceren. “Door het bepalen van de beste locaties en verbeterde wijnbouwvaardigheden, kunnen wij er tegenwoordig voor zorgen dat de druiven de gewenste zuurgraad en rijkheid van smaak hebben.”

Met circa 2200 hectare aan wijnstokken is de Asolo Prosecco DOCG niet heel klein. Een zoneringsstudie, uitgevoerd in 2012, heeft laten zien dat met name de heuvels rondom het pittoreske dorp Asolo (de Colli Asolani) zeer geschikt zijn voor glera, de druif waar Prosecco van wordt gemaakt. Een volgende stap zou kunnen zijn dat het consorzio binnen de Colli Asolani naar de meest geschikte locaties gaat zoeken. Maar zover is het nog niet. Het is trouwens toegestaan dat er naast glera maximaal 15 procent verdiso, bianchetta trevigiana, perera en/of glera lunga gebruikt wordt voor de wijnbereiding.

Adelino Pozzobon van Case Paolin ©Consorzio Asolo

En hoe zijn de wijnen? De zes die ik proefde waren inderdaad duidelijk interessanter dan de gemiddelde Prosecco. Van de beendroge Sui Lieviti van Case Paolin (0 gram restsuiker) tot de Prosecco Dry van Le Terre (20 gram), ze hadden alle zes een zekere complexiteit en een rokerige of stenige mineraliteit. Het verschil in karakter zat hem, behalve in de hoeveelheid restsuiker, vooral in het fruitkarakter. Giusti’s Extra Dry en Villa Sandi’s Brut hadden meer tropische smaken. Giusti zegt daarover: “De tropische tonen zijn deels te danken aan de vorming van esters uit beide gistingen en de thiolprecursoren die zich op natuurlijke wijze kunnen vormen tijdens het transport van de druiven naar de kelder, de persing en de eerste fase van de gisting. Het langdurige contact met de droesem van zowel de basiswijn als de langdurige droogte dragen ook bij aan complexere en minder voorspelbare aroma’s.”

Mijn grootste bezwaar tegen deze wijnen was de persistentie van de mousse. Dit hangt waarschijnlijk samenhangen met de manier waarop de meeste Prosecco’s gemaakt worden – de Martinotti- of tankmethode. De tweede fermentatie vindt niet plaats in de fles, zoals bijvoorbeeld bij Champagne of Cava, maar in een druktank. Nadat de fermentatie is afgerond, wordt de wijn gebotteld. Vooral Le Terre’s Dry en in mindere mate Bresolin’s Benny Extra Brut vielen door het snelle verlies van bubbels een beetje plat. De traditionele methode van bereiding komt in Asolo sporadisch voor, maar die heb ik helaas niet kunnen proeven.

Enrico, Matteo en Davide Bresalin van wijngoed Bresolin ©Consorzio Asolo Prosecco. Bresolin is lid van Vignaioli Indipendenti en werkt biologisch

De uitzondering was Case Paolin’s Col Fondo Sui Lieviti. Hier is geen sprake van een tweede fermentatie. De eerste fermentatie komt tot zijn einde in de fles. De bubbels blijven in deze wijn veel langer aanwezig. Het feit dat de wijn niet is gedegorgeerd en dus enige tijd op de lies (sui lieviti in het Italiaans) in de fles rijpt, geeft deze Prosecco ook nog eens meer smaak. De toevoeging Col Fondo (in het Nederlands: met residu) in de naam van deze wijn verwijst naar de dode gistcellen die in de fles achterblijven. Sui lieviti of Col fondo wijnen zijn jammer genoeg nog steeds een niche product. In de Asolo Prosecco DOCG is het slechts 1 procent van de productie. Net zoals in de generieke Prosecco DOC, is Extra Dry ook in de Asolo DOCG met 68 procent veruit de belangrijkste stijl, maar Brut en Extra Brut rukken op.

Al met al zijn de Asolo Prosecco’s zeker interessanter, vooral degene waarvan de druiven op de kalkhoudende bodems van de Colli Asolani worden verbouwd. Voor slechts een klein beetje meer geld, heb je een lekkerdere, maar nog steeds betaalbare Prosecco.

Bart de Vries

NieuwsWijnkennis

Wijnbreinbrekers: plantdichtheid

Plantdichtheid gaat over de hoeveelheid druivenplanten op een stuk land, meestal uitgedrukt in het aantal stokken per hectare. Hoeveel ideaal is, hangt af van het soort wijn dat een producent wil maken (lager of hoger segment) en de manier waarop de wijngaard ingericht is en bewerkt wordt. Worden er veel machines gebruikt, dan zal de afstand tussen de rijen dat moeten toelaten, met gevolgen voor de plantdichtheid. Medebepalend zijn (de groeikracht van) het druivenras en de gebruikte wortelstok, maar vooral ook het klimaat en de bodem van de wijngaard. Een en ander maakt de juiste keuze behoorlijk complex. 

Een arme, zanderige bodem verdraagt niet veel planten per hectare, ook niet indien men irrigeert, omdat hij niet genoeg voeding heeft en water vasthoudt. Daar zul je van oudsher ook vaak losstaande planten zien, gobelets of bush vines genoemd, zoals in delen van de zuidelijke Rhône, Barossa en Swartland bijvoorbeeld. Maar een rijkere bodem in een klimaat met ruim voldoende neerslag meestal ook niet, zeker niet als het om variëteiten met veel groeikracht gaat. Dan dijen bladeren en stengels te veel uit, wat te veel schaduw oplevert voor de plant en mogelijk ook voor naburige planten, en wordt loofwandbeheer erg lastig. Voorbeelden zijn wijngaarden in de vlakke, minder goede delen van Rheinhessen en Marlborough in Nieuw-Zeeland, al speelt mechanisatie inclusief machinaal oogsten daar een zeker zo grote rol in de wijngaardinrichting.

De klassieke gedachte dat een hoge plantdichtheid tot hoge wijnkwaliteit leidt, is gebaseerd op het feit dat er veel competitie is tussen de planten omdat ze zo dicht op elkaar staan, waardoor het wortelsysteem dieper gaat en fijner vertakt raakt, de groeikracht en opbrengst per plant teruglopen en de druiven geconcentreerder zijn. Dit is geen algemeenheid, maar gaat wel op in wijngaarden in een gematigd klimaat op een goed drainerende bodem, zoals in beroemde kwaliteitswijngebieden als Bordeaux en Bourgogne, waar 10.000 planten per hectare normaal zijn. 

Treffend voorbeeld is Klaus Peter Keller in Rheinhessen, die in het Zellertal nieuwe wijngaarden aanplant met meer dan 20.000 planten per hectare

Tegenwoordig wordt zeer hoge plantdichtheid door bepaalde producenten van hoge kwaliteitswijnen gezien als een manier om in tijden van klimaatverandering toch en versneld heel goede, complexe wijnen te kunnen maken, met bescheiden alcohol en goede zuren. Treffend voorbeeld is Klaus Peter Keller in Rheinhessen, die in het Zellertal nieuwe wijngaarden aanplant met meer dan 20.000 planten per hectare. Het vergt veel kennis en handwerk, want de planten moeten heel recht omhoog groeien en zo worden gesnoeid dat de loofwand hoog genoeg is voor voldoende fotosynthese en tegelijkertijd voor de nodige schaduw zorgt tegen zonnebrand. Doordat de druivenzone hoger boven de grond is, worden de druiven minder (snel) rijp en kan deze voldoende belucht worden van onderaf. Met twee ogen links en twee ogen rechts liggen de opbrengsten per plant laag (per hectare zo’n 18-20 hectoliter), maar de (potentiële) kwaliteit is hoog. En omdat de planten gedwongen worden diep te wortelen, zijn de wijngaarden zeker op den duur beter bestand tegen droogte. Overigens, de hoogste plantdichtheid ter wereld schijnt de Bonsaiwijngaard van Podere Le Ripi in Montalcino te hebben, met 62.500 planten per hectare. Het kan dus nog gekker.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Achtergrond & Interviews

Wijn gerijpt op de Kroatische zeebodem

Barbara Verbeek schrijft niet alleen over wijn in diverse media, ze is ook Croatian Wine Ambassador. Onlangs was ze in die hoedanigheid in Kroatië, op een wijnreis die veel van vakantie had. Hier is haar verslag:

Als Croatian Wine Ambassador 2023 mocht ik vier dagen naar het gastronomische wijngebied Dalmatië om in sneltreinvaart de wijngebieden te bezoeken. Nu zegt mijn rebelse liefde iedere keer als ik op wijnreis ga “Fijne vakantie”, maar voor het eerst in 15 jaar had hij daar grappig genoeg een keer gelijk in. Het was een geweldige reis zo langs de Kroatische Riviera.
Na een vlucht van twee uur kwam ik aan in het meest zuidelijke puntje van Kroatië en kreeg een prachtige rondleiding door de oude stad van Dubrovnik. Dubrovnik ligt op een drielandenpunt waar ook Bosnië en Herzegovina en Montenegro liggen. Tot de jaren negentig behoorden deze drie landen plus Slovenië, Servië en Noord-Macedonië tot Joegoslavië. Druivenboeren verkochten in die tijd hun druiven aan grote coöperaties. De lokalen en de toeristen dronken deze wijn zelf op. En de kwaliteit was matig tot slecht; het ging puur om de kwantiteit.
In de afgelopen 30 jaar is er veel veranderd. Druivenboeren werden wijnboeren en gingen dus zelf hun wijn maken. Overal waar je nu komt zijn er wijnbarretjes, wijnwinkels, proeflokalen en wijnhuizen. Een heus wijntoerisme is er ontwikkeld. En de kwaliteit is veelal goed opgeschaald.

In de vier dagen dat ik van zuid naar noord door Dalmatië reisde, louter per grote catamaran, bezocht ik drie (schier)eilanden: Korčula, Pelješac en Hvar. Alle drie staan ze bekend om hun wijn en olijfolie. Olijven en druiven groeien al sinds de oude Griekse tijd op deze eilanden. Het bijzondere is dat ieder eiland zijn eigen specialiteit heeft in wijn en bijbehorend druivenras. Er zijn zoveel verschillende verhalen te vertellen. Hier is er eentje…..

Op Pelješac heb je veel wijngaarden waar voornamelijk de blauwe druif de plavac mali groeit. De bijnaam is de kleine blauwe. Deze Kroatische variëteit is de vader van de Italiaanse primitivo.
Het grote verschil is dat de plavac mali speciale omstandigheden nodig heeft om goed te kunnen rijpen. Ook komt de wijn over het algemeen pas tot leven als hij een paar jaar fles- of houtrijping heeft gehad. De twee beschermde wijngebieden waar de beste Plavac Mali vandaan komt, zijn Dingač en Posjup. Deze wijngebieden hebben heel steile wijngaarden (soms wel tot 45%) pal aan zee met een zeer arme bodem. De wijngaarden worden met de hand bewerkt. De druiven pakken door deze hellingsgraad de volledige capaciteit van de zon en worden extra verwarmd door de weerkaatsing van het zonlicht vanaf de zee. Maar de constante wind houdt de druiven koel.

 

Wijngaarden bij Dingač

De Kroaten zijn creatief. In 2011 bedacht een duikfanaat een manier om deze rode wijn op een wel hele bijzondere manier te laten rijpen: op 20 meter diepte in zee laat hij honderden flessen wijn twee jaar lang rijpen in een oud scheepswrak. De wijnmaker maakt de Plavac Mali eerst in tanks van roestvrij staal en daarna krijgt de wijn twee jaar rijping op groot Slavonisch hout (Slavonië is het meest oostelijk gelegen gebied van Kroatië, beroemd om zijn eikenbossen). Daarna wordt eenderde van de flessen gewoon in de kelder gelegd, eenderde van de flessen gaat onder water en eenderde van de flessen krijgt een amforakruikjas aan. Daardoor krijgt deze fles geen enkel licht. Zo gaan ze ook twee jaar de zee in.

 

@Edivo

Onder water ondergaan de flessen een constante druk van 3 bar. Het zeewater heeft een vrijwel constante temperatuur van 14 tot 16 graden en op 20 meter diepte is het behoorlijk donker. Wat er gebeurt is dat de smaak, de kleur en de textuur van de wijnen verandert, maar ook de ontwikkeling van de rijping verloopt anders voor de drie verschillende wijnen. Het alcoholpercentage van 15,5 procent blijft wel hetzelfde. De buitenkant van de glazen fles en de fles in de kruik (die in de zee rijpen, red.) verandert door alle oesters die eraan vastgroeien. Het wordt een natuurlijk kunstwerk.

So far, so good. Ik dook het proeflokaal in en proefde de drie rode wijnen naast elkaar.

2016 Plavac Mali uit de kelder van Ediva “Navis Mysterium bottle”  (adviesprijs  €78):
Zongerijpt fruit, balsamico, gestructureerd, streng, gevuld fruitig en krachtig.

2016 Plavac Mali op fles uit de zee van Ediva “Navis Mysterium bottle from sea” (adviesprijs €145):
Sexy, hout, pikante zoetheid, kruidigheid en ziltigheid, gevulde structuur.

2016 Plavac Mali op fles in amforakruik uit de zee van Ediva “Navis Mysterium Amfora” (richtprijs €399):
Complex, op een voetstuk geplaatst, zwoel, overdaad, diepte en een groene frisheid, gelaagdheid en een zachte structuur. De wijn is erg levendig!

Deze wijnen zijn te koop bij Croatiangrapes.com

De wijn uit de amforakruik moet wel gekarafeerd worden en komt pas een uur daarna echt tot volle bloei. En wat eten we daarbij? Dalmatië staat niet alleen bekend om zijn prachtige zee en verse vis maar ook om zijn smaakvolle lamsvlees en de lokale harde koe- en schapenkazen. Deze gaan fantastisch samen met de beroemdste Kroatische rode wijn van allemaal: de Plavac Mali.

 

Barbara Verbeek

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers: DIAM

Diam, officieel Diam Bouchage, is een producent van wijnkurken. Het bedrijf, onderdeel van de Franse groep Oeneo waartoe ook Seguin Moreau en Vivelys behoren, heeft een substantieel marktaandeel verworven door middel van zijn DIAM kurk, vaak kortweg Diam genoemd. Het is een samengestelde kurk. Hij bestaat voor 95% uit hoogwaardige, gemalen kurk en microdeeltjes acrylaat, bijeengehouden door polyurethaanlijm. De biologische variant bevat geen microplastics en het kleefmiddel erin bestaat uit castorolie en bijenwas. Er is ook een versie voor mousserende wijnen. Essentieel is dat de kurkdeeltjes worden behandeld met koolstofdioxide in wat zijn ‘superkritische fase’ heet. Dan heeft het eigenschappen van gas en vloeistof en is het een zeer effectief oplosmiddel, dat TCA (de verbinding die ‘kurk’ veroorzaakt) en 150 andere voor wijn mogelijk besmettelijke stoffen uit de kurk verwijdert. Diam garandeert dat zijn kurken aromatisch neutraal zijn en vrij van TCA. Een net zo belangrijk argument voor wijnproducenten om Diam te gebruiken, is de (zeer) geringe en homogene zuurstofdoorlaatbaarheid van de kurken (er zijn vijf verschillende niveaus van zuurstoftransmissie om uit te kiezen). Vooral daarom zijn ze zo geliefd geworden onder (top)producenten van witte Bourgogne, die lang problemen hebben gehad met voortijdige oxidatie. Een ander voordeel van deze afsluiting is dat producenten minder sulfiet hoeven te gebruiken. Bovendien ziet een Diam er op het eerste gezicht uit als een natuurkurk; belangrijk voor bepaalde markten en wijnen.

Naar verluidt wordt 60% van witte Bourgogne Grand Cru met Diam gebotteld

Alhoewel Diam TCA-vrij blijkt te zijn –er zijn geen serieus te nemen klachten van producenten, terwijl het gebruik alleen maar toenneemt–, is er wel wat discussie over Diam in relatie tot andere off-flavours. Anekdotisch worden soms mufheid, lijmgeur of de geur van verse kurk gemeld. Die laatste lijkt logisch; Diam bestaat voor 95% uit gemalen kurk. En een natuurkurk ruikt ook naar verse kurk; als je een aromatisch helemaal neutrale afsluiting wilt, dan is een schroefdop misschien beter. Lijmgeur is wellicht louter associatief, wetende dat er polyurethaanlijm in Diam zit. Maar wetenschappelijk aangetoond zijn die afwijkingen niet. Volgens bepaalde Duitse bronnen is het gehalte kurkzuur (suberic acid) een beetje verhoogd in wijnen afgesloten met Diam. Dat zou een bron van wat meer bitterheid zijn. Evenwel, het doet niets af aan de populariteit van Diam onder wijnproducenten. Diam verkoopt inmiddels zo’n 2,7 miljard samengestelde kurken per jaar, goed voor een marktaandeel van ± 15%. En naar verluidt 60% van witte Bourgogne Grand Cru wordt met Diam gebotteld.

Lars Daniëls, Magister Vini.

1 2 3 4 5 57
Page 3 of 57
nl Nederlands