Reportages & Reizen Archives - Pagina 33 van 35 - Perswijn

Reportages & Reizen

Wine Society

Ongefilterd: Moet Moët?

In menig aangrijpend verhaal over spraakmakende chefs lezen we hoe bezorgd die zijn om de kwaliteit van hun ingrediënten. Hoe alles van de beste kwaliteit moet zijn, verser dan vers en een authentieke smaak moet hebben. Geen industriële convenience derhalve. Dit is een waarlijk fijne instelling die we als restaurantbezoekers alleen maar kunnen toejuichen. Immers, alleen op basis van niet-gestandaardiseerde producten kan een chef zijn of haar individuele klasse ten volle tonen.
In menig aangrijpend verhaal over spraakmakende chefs lezen we hoe bezorgd die zijn om de kwaliteit van hun ingrediënten. Hoe alles van de beste kwaliteit moet zijn, verser dan vers en een authentieke smaak moet hebben. Geen industriële convenience derhalve. Dit is een waarlijk fijne instelling die we als restaurantbezoekers alleen maar kunnen toejuichen. Immers, alleen op basis van niet-gestandaardiseerde producten kan een chef zijn of haar individuele klasse ten volle tonen. Het zou dus ondenkbaar zijn dat ze zich overleverden aan een multinationale producent van diepvriesmaaltijden.

Bij wijn, en meer bepaald champagne, ligt dat anders. Sla je in diezelfde zaken waar alleen lijngevangen vissen worden toegelaten de wijnkaart open op pagina 1, dan is het in 9 van de 10 gevallen raak. De eerste champagne op de kaart is de standaard Brut van de meest industriële onderneming die in Epernay en omgeving actief is, jaarlijks goed voor miljoenen flessen. Op een uitgesproken individuele stijl kun je die wijnen dus niet betrappen. En het woord ‘ambachtelijk’ is al helemaal niet van toepassing. Die onderneming heeft het niettemin wel slim aangepakt. Ere wie ere toekomt. Een aantal clubs van samenwerkende restaurants is een vette kluif voorgehouden in de vorm van speciale inkoopprijzen en verkoopondersteuning wanneer die collectief het merk op de kaart zouden zetten. Wat de fabrikant van diepvriesmaaltijden nog niet gelukt is, is de raffinaderij in Epernay wel gelukt.

De zelfverklaarde fine fleur van de Nederlandse gastronomie heeft gretig toegehapt. En dus voeren al die grensverleggende restaurateurs dezelfde convenience huischampagne. Vanwege de kennelijk niet te versmaden marge die hierop te realiseren valt. We zagen daar pas nog een staaltje van op de wijnkaart van een etablissement in Noordwijk. Men heeft daar de euvele moed om 75 euro in rekening te brengen, terwijl de meeste collega’s het op de toch ook niet kinderachtige 65 euro houden. Het zou verboden moeten worden. Nieuw is het verschijnsel van deze schaamteloze volksverlakkerij niet en het is eerder al aan de kaak gesteld. Beangstigend is alleen dat het maar blijft voortduren. Een toppunt van cynisme?

Nu we het toch over wijnkaarten hebben, op wijnkaarten van ‘betere’ restaurants – zoals aangesloten bij die clubs die zich graag laten ondersteunen door kapitaalkrachtige industriële giganten – tref je nog vaak grote selecties witte Bourgogne en rode Bordeaux aan. Niet dat zoiets nu echt veel keuze betekent, want je bestelt er per keer toch maar hooguit een van. Vooropgesteld dat je je dat als gewone sterveling al kunt veroorloven. Goed, het zal nog wel iets met verkeerd begrepen ‘prestige’ te maken hebben om zulke wijnen in zulke grote aantallen te voeren. Imponeergedrag? Een beetje zoals gebruik van ganzenlever en kaviaar garant zou moeten staan voor een keuken van niveau. Niet dat er op zichzelf iets mis is met die ‘grote namen’ en luxe ingrediënten, maar het is allemaal zo voorspelbaar.

Daarom is het des te vreemder en paradoxaler dat realistische Bordeaux er helemaal niet aan te pas lijkt te komen in wijnarrangementen. Het gaat daarbij uiteraard niet om het tragisch ondrinkbare werk uit de obscure buitengewesten, maar om wijnen uit bijvoorbeeld de satellietappellations van Saint-Emilion en Pomerol of uit de Côtes (Castillon, Francs, Bourg, Blaye en Premières Côtes de Bordeaux). Goed gemaakte wijnen, karaktervol en nog beschaafd geprijsd ook. Tien jaargangen van een premier cru voeren vereist geen enkele kennis, alleen geld om ze aan te kopen. Een mooie Côtes de Castillon vinden en die durven schenken is een ander verhaal. Dat is een demonstratie van actuele kennis en originaliteit binnen een klassiek kader. Wie durft nu eens een keer? Je hoeft je voor Bordeaux toch zeker niet te schamen? Maar ja, petits châteaux hebben niet de financiële middelen om leuke sponsorcontracten af te sluiten.

René van Heusden

Wine Society

Ongefilterd: wijn & glas

Les 1 in elk wijnboek of elke wijncursus leert ons dat een goede wijn een goed glas verdient. Glaswerk is terecht een pijler van wat zo mooi ‘wijncultuur’ heet. Toch wordt die vanzelfsprekende raad uit de wijnboeken door lang niet iedereen in wijnland ter harte genomen. Helaas zijn er nog hele volksstammen voor wie het glas niet meer dan een onbeduidende bijzaak lijkt te zijn. Zowel bij producenten met pretenties als in restaurants met pretenties.
Les 1 in elk wijnboek of elke wijncursus leert ons dat een goede wijn een goed glas verdient. Glaswerk is terecht een pijler van wat zo mooi ‘wijncultuur’ heet.
Toch wordt die vanzelfsprekende raad uit de wijnboeken door lang niet iedereen in wijnland ter harte genomen. Helaas zijn er nog hele volksstammen voor wie het glas niet meer dan een onbeduidende bijzaak lijkt te zijn. En dus krijg je hun wijn in belachelijk kleine gevalletjes die de naam ‘glas’ nauwelijks waardig zijn. Zowel bij producenten met pretenties als in restaurants met pretenties. 

Fransen, die graag pretenderen zo trots te zijn op hun vermeend superieure wijncultuur, zijn nog altijd berucht om hun ongeëvenaarde klungeligheid op het gebied van presentatie. Grands crus uit eierdopjes of tandenborstelglazen, het gebeurt nog regelmatig! Om over hygiëne nog maar te zwijgen. Alleen in Bordeaux – waar anders dan daar, waar uiterlijk vertoon zo mogelijk belangrijker is dan inhoud – ziet het er wat beter uit. Bij de primeurproeverijen althans. In werkelijk beschaafde landen als Italië en ook het 21eeeuwse Duitsland is het daarentegen wel een goede gewoonte om wijnen in eersteklas glaswerk te presenteren.  

En in Nederland? Mwa. Het houdt niet over. Recente proeverijen in respectievelijk een groot hotel, een congrescentrum – herstel: convention centre – een passagiersterminal en een  historisch kasteel stemden niet echt vrolijk. Jammer, want het ging in alle gevallen ten koste van mooie wijnen. Beseffen de organisatoren dat niet? Is het een kwestie van zuinigheid? Dat zou vreemd zijn, want ze hebben wel geld over voor zaken als ‘seminars’, ‘smaakcolleges’ en ‘masterclasses’. Voortaan graag even beginnen bij het begin. Met echte glazen in plaats van opgeblazen nep. Dat komt de promotionele boodschap van een evenement pas echt ten goede. Hoe het ook kan, lieten het nuchtere Poot Agenturen en het al even pretentieloze Van der Valk begin dit jaar in De Gouden Leeuw in Voorschoten zien. Twee clubs die wars zijn van poeha, maar het gewoon wel begrepen hadden.   

Restaurants die het nog steeds wagen om wel straf te calculeren maar niet te investeren in fatsoenlijke glazen, dienen simpelweg geboycot te worden totdat beterschap is betoond. Ruil die dure maar nutteloze glimbladen liever in voor goede accessoires. Tussen haakjes, beste restaurantuitbaters aller landen, ook witte wijnen verdienen een ruim glas. Net als rode.  

Nu we het toch over restaurants hebben, we aten afgelopen week in een ‘trendy’ etablissement in een zeer dure Gooise gemeente. Zo’n zaak met een lounge (!) en een restaurantgedeelte. En met ronkende teksten over de Chef op de menukaart. De keuken zou min of meer Japans hebben moeten zijn. Duur dus. Achteraf gezien veel te duur, gelet op de kwaliteit van het gebodene. Maar voor het lokale foute publiek niet bezwaarlijk. Op de wijnkaart – met alle wijnen van een en dezelfde leverancier! – ontbraken oogstjaren. Niet zo sterk. Een zoveelste schoolvoorbeeld van desinteresse? Ja, want toen mijn bijdehante gastvrouw het ook nog waagde om aan de dienster even te vragen hoe dat nu toch zit met die uiteindelijk bestelde Grüner Veltliner, volgde een diepe stilte. I know nothing… Overbodig te melden dat de glazen al evenmin indrukwekkend waren. Meer verstand van  rekenen? Of gewoon verpletterende onkunde?  

René van Heusden

Wine Society

Ongefilterd: feest in de achterhoek

Er zijn hele volksstammen die in de veronderstelling verkeren dat ik nooit een glas rosé zou aanraken. Welnu, het tegendeel is waar. Een Bandol van Tempier, 2005 van Knipser uit de Pfalz, zo’n onvolprezen Dom Ruinart van 1990… Reken maar dat dat er in gaat. Of de 2006 Rosé Cuvée Jules van Domaine de Marotte. Die dronk ik op 18 april op het met avondzon overgoten terras van De Stenen Tafel in Borculo. Bij wijze van aperitief voor wat een van mijn mooiste culinaire belevenissen van de afgelopen maanden zou worden. Waar hebben we het over? Over wijnen van Domaine de Marotte van Daan en Elvira van Dijkman, afkomstig uit het gebied  Côtes du Ventoux. En over gerechten van chef Raymond Prinsen. Ventoux meets Achterhoek. Wat een feestje was dat!
Er zijn hele volksstammen die in de veronderstelling verkeren dat ik nooit een glas rosé zou aanraken. Welnu, het tegendeel is waar. Een Bandol van Tempier, 2005 van Knipser uit de Pfalz, zo’n onvolprezen Dom Ruinart van 1990… Reken maar dat dat er in gaat. Of de 2006 Rosé Cuvée Jules van Domaine de Marotte. Die dronk ik op 18 april op het met avondzon overgoten terras van De Stenen Tafel in Borculo. Bij wijze van aperitief voor wat een van mijn mooiste culinaire belevenissen van de afgelopen maanden zou worden. Waar hebben we het over? Over wijnen van Domaine de Marotte van Daan en Elvira van Dijkman, afkomstig uit het gebied  Côtes du Ventoux. En over gerechten van chef Raymond Prinsen. Ventoux meets Achterhoek. Wat een feestje was dat!

Daan van Dijkman heeft geen rare Chinese hangsnor en slaat niet wild om zich heen met allerhande beledigende wartaal aan het adres van derden om toch maar de aandacht te trekken van dom Hilversums TV-volk en andere populistische media. Hij heeft wel heel veel verstand van drankentechnologie en maakt (dus?) gewoon wijnen die ieder jaar beter en beter worden. Elvira noemt zich geen Turf, maar runt een gezin met een man en vier kinderen. Ze heeft verstand van tuinbouw én weet dus zelf hoe je het best met een wijngaard omgaat. Bovendien ziet ze er ook nog stralend mooi uit. Kortom, dit zijn echte mensen en geen derderangs poseurs die rommel via een grootgrutter slijten. Hier durf ik dan ook dat zo vaak misbruikte woord ‘passie’ zonder enige reserve te gebruiken. Ze hebben het afgelopen decennium met eigen handen een wijngoed van de grond af nieuw opgebouwd. Dat is nog eens een prestatie. Wellicht zijn de Van Dijkmans nog altijd iets té bescheiden gelet op wat ze inmiddels bereikt hebben. Door alles zelf te doen, af te zien – leven en lijden in Frankrijk is niet altijd even leuk – en  keihard te werken. Hoeveel Nederlandse ‘wijnboeren’ kunnen ze dat nazeggen? Inderdaad. Geldbezit, hoe aangenaam ook, maakt iemand nog niet tot een ‘wijnboer’. Dit echter terzijde. Wat Marotte betreft, de wijnen waren er nog nooit zo goed als in 2005 en 2006! Anderen delen die mening. De Cuvée Eline werd afgelopen door de Franse oenologen bekroond met een en Grand Prix d’Excellence.

Op het moment van schrijven toeren de Van Dijkmans door Nederland voor een serie wijn-spijsproeverijen. Vorig jaar had Elvira er al een paar gedaan, en dat smaakte naar meer. De primeur voor voorjaar 2007 was voor De Stenen Tafel. In dat verre Borculo dus. Uitnodiging op korte termijn ontvangen, maar dat heeft soms z’n voordelen. Er stond voor dezelfde dag al een lunchafspraak in Het Savarijn in Nijmegen, en dat is niet al te ver weg van Borculo. Aangezien die alleszins bevredigende lunch pas om half vijf afgelopen was, vroeg ik me onderweg toch even af of dat diner nog wel goed zou vallen. Hoe naïef! Dit was buiten de kwaliteiten van het duo Raymond Prinsen en Gea Meppelink gerekend. Hij kookt, zij doet de wijn. En hoe! Zelden heb ik zo’n fantastische wijn-spijsavond meegemaakt!
Dat is én een compliment aan Daan en Elvira van Dijkman én aan het voornoemde duo van De Stenen Tafel. Ze waren met elkaar in contact gebracht door een wederzijdse relatie in Borculo, de ambachtelijke varkensslagerij De Schelfer (http://www.schelfer.nl/), die ondermeer verrukkelijke ‘Parmaham’ en varkensvlees aan Prinsen levert. Over streekproducten gesproken.

Het menu zag er als volgt uit:

Amuses: sardine met ui en kostdeeg, beantri-ham, gougères
Rosé Cuvée Jules 2006
*
King krab met bospeen-gember en citrusvinaigrette
Viognier 2005
*
Rode mul met venkelpuree en jus van bouillabaisse
Cuvée Luc blanc 2006/ Cuvée Vieilles Vignes 2005
*
Op lage temperatuur gegaarde varkensbuik met truffel
Cuvée Niels rouge 2004
*
Pepersteak van Hollands lam, lamjus met rozemarijn
Cuvée Eline rouge 2004
*
Tarte Tatin met specerijenschuim en vanille-ijs
Viognier Late Harvest 2006
*
Koffie met friandises

Van amuses tot friandises wáánzinnig goed! Daar rijd je graag een stukje extra voor. Subtiele maar toch duidelijk geaccentueerde gerechten, perfect naar de wijnen toegekookt. Met ook ‘gedurfde’ combinaties als een gekoelde rode bij de rode mul. Dat soort dingen. Alles, maar dan ook alles klopte. En dat voor een deelnemersprijs van maar 50 euro. Geen wonder dat het festijn al lang tevoren driemaal overtekend was. Niemand die het zonodig een ‘masterclass’, ‘smaakcollege’ of ‘seminar’ wenste te noemen. Gewoon genieten op het allerhoogste niveau, zonder poeha of gewichtigdoenerij. Zo kan het dus ook. Warm aanbevolen derhalve, dit wijngoed en dit restaurant!

http://www.marottevins.nl/
http://www.destenentafel.nl/   

René van Heusden, ML

Wine Society

Ongefilterd: Cijfers en letters

Met statistieken kun je alles en niks bewijzen. Een klassiek voorbeeld daarvan zijn de Marktgegevens van het Productschap Wijn. Volgens de meest recente cijfers zou de wijnconsumptie in 2006 gestegen zijn tot 21,5 liter per hoofd van de bevolking tegen 21,3 liter in 2005. Er is echter geen enkele Nederlander die statistisch gemiddeld 21,5 liter wijn drinkt. Waarmee we direct bij de vraag komen: hoe meet je eigenlijk wijnconsumptie? De meest realistische methode is die waarbij alleen rekening gehouden wordt met potentiële drinkers, c.q. reële gebruikers. Een minder realistische is die waarbij de hele bevolking over één kam geschoren wordt.
Met statistieken kun je alles en niks bewijzen. Een klassiek voorbeeld daarvan zijn de Marktgegevens van het Productschap Wijn. Volgens de meest recente cijfers zou de wijnconsumptie in 2006 gestegen zijn tot 21,5 liter per hoofd van de bevolking tegen 21,3 liter in 2005. Er is echter geen enkele Nederlander die statistisch gemiddeld 21,5 liter wijn drinkt. Waarmee we direct bij de vraag komen: hoe meet je eigenlijk wijnconsumptie?

De meest realistische methode is die waarbij alleen rekening gehouden wordt met potentiële drinkers, c.q. reële gebruikers. Een minder realistische is die waarbij de hele bevolking over één kam geschoren wordt. Want lang niet elke gemiddelde Nederlander consumeert alcoholhoudende dranken. Zelfs de vroegrijpe tieners van vandaag de dag hebben er al de nodige jaren opzitten voor ze zich op alcoholica storten. En er zijn diverse groeperingen in de samenleving die op basis van zogenaamd ‘heilige’ boeken menen het bij water of een fruitsapje te moeten houden. Een gewogen meting zou daarom heel andere resultaten te zien geven. De gemiddelde drinkende Nederlander blijkt dan ineens flink wat meer wijn te consumeren dan die 21,5 liter van nu.

Dat het Productschap toch voor de ‘verwaterde’ aanpak kiest, betekent niet dat daar domme of wereldvreemde mensen zitten. In tegendeel! Een dergelijke keuze is in hoge mate ingegeven door de noodzaak om als overheidsinstelling behoedzaam te manoeuvreren. Immers, de Nederlandse overheid pretendeert bezorgd te zijn om de gezondheid van haar burgers. Daarbij hoort ook bezorgdheid om alcoholisme. Nu weten we allemaal dat alcoholisten, zeker die van het jeugdige type, zich zelden of nooit bezatten aan wijn, maar darvoor hun toevlucht nemen tot bier en gedistilleerd. Een dergelijke fijne nuance is aan de overheid evenwel niet besteed. In het kader van ‘verantwoord alcoholgebruik’ wordt de wijnbranche op één hoop geveegd met de ware veroorzakers van het kwaad. Het is in dat kader dus niet onverstandig om de waarheid een beetje aangepast naar buiten te brengen. Desnoods met naar beneden afgeronde cijfers. (De bezorgde overheid strijkt ondertussen natuurlijk wel met gretigheid de accijnzen op. Hoe meer, hoe liever zelfs.)

De Marktgegevens staan al weer een jaar of wat volledig in het teken van wat zich in de vaderlandse supermarkten afspeelt. De gespecialiseerde vakhandel is daarmee in feite tot een marginaal verschijnsel gedegradeerd. Wanneer enkel nog aantallen en volumes tellen, ziet het er slecht uit. Het product wijn dankt zijn status als bijzondere drank met een verhaal immers niet aan de inspanningen van de supermarkt, maar aan die van de klassieke vakhandel. Waarbij ‘ status’ allesbehalve een elitair begrip is. Noem het desnoods ‘uitstraling’ of ‘toegevoegde waarde’. Dat status er ook in tijden van democratisering nog steeds toe doet, blijkt keer op keer uit wat consumenten bij ‘kwalitatief onderzoek’ te melden hebben over hun beleving van wijn. Een beleving die alleen zo weinig mogelijk mag kosten.

De gemiddelde prijs van een in de supermarkt ver- en gekochte standaardfles stille wijn bedroeg in 2006 2,62 euro, inclusief accijns en BTW. Deprimerend? Geenszins! Een beetje spin doctor merkt hierbij juist enthousiast op dat de gestage prijsdaling van de afgelopen eindelijk tot staan is gekomen. Fantastisch nieuws dus. Tegelijkertijd lezen we dat diezelfde lieden die nauwelijks iets overhebben voor de inhoud van een fles zich bij alternatieve vormen van verpakking en afsluiting wel bezorgd maken over waarden als ‘luxe’ en ‘uitstraling’. Of: hoe proleten ineens de elitaire bal gaan uithangen. Wedden dat ook hier weer een ‘stukje educatie’ op losgelaten moet worden? Maar pas op, sommige mensen zullen het nooit leren.

René van Heusden

Wine Society

Ongefilterd: uitgelezen wijnen in 2006

Lastig, lastig, lastig, dat opstellen van zo’n eindejaarslijstje met favoriete wijnen. Ongeacht of het er nu vijf, vijftien of vijftig zijn. Dat vraagt dus om een zekere listigheid waardoor je er nog een paar extra kunt meesmokkelen. Maar zelfs dan blijven er beperkingen. Wat maakt een wijn tot een favoriet? Punten van? Nee. Grote intrinsieke klasse? Ja, uiteraard. Maar meer nog de ‘beleving’ op het moment van proeven en/of drinken. Het zijn dus niet per se de allergrootste of allerduurste namen, maar wijnen die me geraakt hebben. Al zit er eerlijk gezegd weinig goedkoops bij. Dat kan ook niet.
Lastig, lastig, lastig, dat opstellen van zo’n eindejaarslijstje met favoriete wijnen. Ongeacht of het er nu vijf, vijftien of vijftig zijn. Dat vraagt dus om een zekere listigheid waardoor je er nog een paar extra kunt meesmokkelen. Maar zelfs dan blijven er beperkingen. Wat maakt een wijn tot een favoriet? Punten van? Nee. Grote intrinsieke klasse? Ja, uiteraard. Maar meer nog de ‘beleving’ op het moment van proeven en/of drinken. Het zijn dus niet per se de allergrootste of allerduurste namen, maar wijnen die me geraakt hebben. Al zit er eerlijk gezegd weinig goedkoops bij. Dat kan ook niet.   

Winningen Röttgen Erste Lage Riesling ‘alte Reben’ 2005, Weingut Heymann-Löwenstein
Het liefst had ik een lijst van wel twintig Duitse Rieslings gegeven, want dat in nu eenmaal mijn favoriete type witte wijn. Droog, wel te verstaan, van het type Grosses Gewächs/Erste Lage. Als runner up de Königsbacher Idig Riesling Spätlese trocken 2001 van Weingut Christmann. Geproefd en gedronken in de wijngaard zelf, na de 2004 en voor de 1997. Hmm, de Pfalz op z’n best, en dat wil heel wat zeggen. Het barst daar immers van de toppers. De hoofdprijs gaat evenwel naar Reinhard Löwenstein, een man die als geen ander bezeten is van terroir en laat zien de Moezel niet bij Traben-Trarbach ophoudt maar ook onder de rook van Koblenz grootse wijnen oplevert. Zijn Röttgen 2005 Alte Reben is van een zeldzame intensiteit, met en de essentie van fruit en de essentie van mineralen. 
(Résidence Wijnen / De Gouden Ton)

Alsace Riesling ‘Clos Ste. Hune’ 2000, F.E. Trimbach
Soms twijfel ik wel eens ernstig aan de intenties van de Elzassers, wanneer ze weer slappe zoete hap proberen te slijten onder het mom van ‘typisch’. Maar er is nog hoop voor de Elzas zolang er ‘calvinistische’ puristen zijn die niet meedoen aan cocacolawijnen! Trimbach is zo’n bedrijf. Hun vlaggenschip is de Riesling Clos Ste. Hune. Een terroirwijn uit een perceel binnen de grand cru Rosacker in Hunawihr. Die echter als ‘gewone’ Alsace op fles komt. Concentratie en mineraliteit ten top, maar zonder overdaad aan alcohol en/of restzoet? Het kan. Getuige deze beste droge Riesling van het gebied, jaar in, jaar uit. Moraal: om mooi te rijpen heb je niet per se restsuiker nodig. De strakke, droge stijl van wijnmaken in optima forma! Bij gebrek aan een helaas uitverkochte, on-waar-schijn-lijk mooie 1990 is 2000 geen straf. In Trimbachtermen is dat overigens nog wel nog een ‘jonkie’… Voor doordeweekse (feest)dagen is er trouwens ook nog de bijna even mooie Cuvée Frédéric Emile, geassembleerd uit Geisberg en Osterberg in Ribeauvillé. Rrrrrriesling!
(van der Linden, Walraven & Sax)

Kamptal Grüner Veltliner Heiligenstein 2005, Weingut Hiedler
Iedere keer wanneer ik in Oostenrijk kom en daar wijnen proef, moet ik mezelf even in de arm knijpen. Is het onwaarchijnlijk hoge kwaliteitsniveau nu droom of werkelijkheid? Werkelijkheid dus. Geen enkel ander land in Europa lijkt in staat zo’n hoge gemiddelde kwaliteit te leveren. Lastig kiezen dus. Of eigenlijk ook niet. Ludwig en Maria-Angeles Hiedler in Langenlois (Kamptal) combineren zolang ik ze ken kwaliteiten als vakmanschap, gastvrijheid en goede smaak. Hij de geboren Oostenrijker, zij de ‘spicy’ Catalaanse. Wat een koppel! En wat een wijnen! Hiedler produceert diverse prachtige ‘Grüners’, maar de Heiligenstein is wel het summum, een terroirwijn pur sang met in een rijp jaar als 2005 nog een schepje extra rijkdom en complexiteit. Riesling trouwens idem dito…. 
(Imperial) 

Rueda 2005, Viñedos de Nieva
Rueda is het toonbeeld van hoe de Spaanse wijnbouw zich opnieuw heeft uitgevonden. Met een bestaand maar ‘onontgonnen’ terroir en met een betstaand maar onderschat druivenras in de vorm van de verdejo. En vooral met een compleet nieuwe technische aanpak. Resultaat: een heerlijk frisse, herkenbare witte wijn. Rueda met grote complexiteit kom je echter (nog) maar weinig tegen. Toch kan dat wel degelijk, zoals bewezen wordt door Viñedos de Nieva, een bedrijf dat zich in een verre uithoek van de DO bevindt in de provincie Segovia. Trefwoorden: mineraliteit, gelaagdheid, complexiteit en lengte.

Santorini 2005, Sigalas
Dat er van het Griekse eiland Santorini wijn komt, is op zich al een wonder. Dat er zulke unieke wijn vandaan komt een groot wonder. Zie de bijna zwarte vulkaanbodem en de altijd waaiende winden. Dat vraagt om een extreem laagbijdegrondse geleiding. Je moet die gezien hebben om het te kunnen geloven. Maar het gebeurt echt. Verantwoordelijk druivenras is de asirtiko. Die geeft bij Sigalas een knisperend droge wijn met uitgesproken citruszuren (6 à 7 gr/l!). Dat zou je van een mediterrane witte wijn misschien niet zo een. twee, drie verwachten. Griekenland heeft echter het patent op dit soort wijnen, ook op het vasteland. Vergeet dus al die trieste industriële Chardonneetjes van waar dan ook. Zo’n wijn van Santorini, dat is pas echt! Griekenland, beste wijnliefhebbers, houd dat land in de peiling…
(Aridjis)

Cullen Sauvignon Blanc / Semillon 2004, Margaret River
Er is niks mis met Australische Shiraz en al die andere imponerende zaken van Down Under. Echt fascinerend wordt het echter pas, wanneer de wijnen ‘Europese’ trekjes gaan vertonen. Daarvoor moet je bij specialisten als new World Wineries zijn. En bij wijnen zoals de Australische ‘witte Graves’ van Vanya Cullen in Margaret River, West Australië. Die daar trouwens ook prachtige rode ‘Bordeauxblends’ maakt, maar dat is weer een heel ander verhaal. Klassieke blend, op hout gevinifieerd, krachtig, met diepte, complexiteit en rijpingspotentieel. Ook dit is Australië! 
(New World Wineries)

Bürgstadt Centgrafenberg ‘R’ Spätburgunder Grosses Gewächs 2004, Weingut Rudolf Fürst
In het kielzog van de droge Rieslings hebben Duitse Spätburgunders zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld van lelijke eendjes tot serieuze rode wijnen. Groot voorbeeld was de Rheingauer August Kesseler, die al in de jaren ’80 ‘echte’ wijnen begon te maken. Zijn Assmannshäuser Höllenberg en Rüdesheimer Berg Schlossberg zijn terecht internationale referenties. Proef maar eens die van 2003. Ook in Franken is een tovenaar opgestaan in de persoon van Paul Fürst (Weingut Rudolf Fürst). Zijn wijnen combineren trekjes van grote Bourgogne met eigenschappen van al even grote Pinot Noir uit de Nieuwe Wereld. Wijnen om blind te (laten) proeven…

Kopár Villány Cuvée 2003, Attila Gere
Net als Griekenland is Hongarije is een land om tegenwoordig extra scherp in de gaten te houden! Van de voormalige Oostblokstaten heeft het zich verreweg het meest voorspoedig ontwikkeld dankzij particulier initiatief. En dat maakt nu juist het verschil. Een van Hongarijes onbetwiste sterren – geheel en al terecht – is Attila Gere in het zuidelijke Villány. Zijn Kopár 2003 is een Bordeauxblend van een groot jaar uit een specifiek terroir binnen datzelfde Villány. Wat een fantastische wijn! Zeer rijk, complex en toch prachtig uitgebalanceerd. Zoals je in Villány trouwens ook bij collega)í van Gere regelmatig tegenkomt. Mindblowing, zouden ze dan in Amerika zeggen.   
(D.R. Trading)

Walla Walla Valley Merlot 2003, L’Ecole No. 41
Washington State was voor mij dé ontdekking van het jaar, en dan met name het district Walla Walla. Wijnmaken is hier een hoogtechnologische aangelegenheid. In combinatie met de enorme hoeveelheid zonlicht en wortelechte stokken levert dat wijnen van een enorme intensiteit op. Marty Clubb was met zijn Ecole No.41 een van de pioniers in dit nog jonge wijngebied dat nu boomt dat het een lieve lust is. Zijn Merlot kan zich meten met eersteklas Pomerol of Saint-Emilion. Of misschien moeten we de zaken wel omdraaien: hoe veel wiijnen uit de Libournais kunnen zich eigenlijk meten met Merlots uit Washington?  

Tulbagh Syrah Mourvèdre 2004, Tulbagh Mountain Vineyards
Zuid-Afrika produceert, zoals bekend, grote hoeveelheden treurige bulkwijn die funest zijn voor het imago van het land. Maar er zijn geluukig ook boutique wineries die het liever houden op small is beautiful en die terroir serieus nemen. Een goed voorbeeld daarvan is Tulbagh Mountain Vineyards, inderdaad te vinden op de hellingen van de Tulbagh Vallei. Dat gebied is pas de afgelopen jaren ontdekt. Evenals het aangrenzende Swartland blijkt het een perfecte omgeving voor syrah. Wat toch heel iets anders is dan shiraz. Meer Rhôneachtig dus, en waarvan je ondanks de krachtige structuur wel met plezier een fles leegdrinkt. Nieuwkomer Tulbagh Mountain Vineyards, met als wijnmaker de Frans geïnspireerde Chris Mullineux, is daar een exponent van. Zie de Syrah Mourvèdre, een kanjer met 85% syrah, Frans hout en vooral heel veel smaak. Goede hoop voor de Kaap dus.  
(Unique Holland Wine Import / Henri Bloem)

Penedès Cabernet Sauvignon ‘Mas la Plana’ 2001, Torres
Ik proefde dit jaar een uitgebreid gamma wijnen van dit beroemdste van alle Spaanse wijnhuizen. Alle wijnen, van basisniveau tot icoon, bleken van een onberispelijke kwaliteit. Gelet op de diversiteit en de omvang van de productie dwingt dat bewondering af. Torres is verknocht aan Catalonië, maar daarom niet bang van wijnen in internationale stijl. Dat internationale gaat wel samen met een eigenheid die ontleend is aan de specifieke herkomst. Vandaar dat Torres’ Mas la Plana enerzijds doet denken aan een grote Bordeaux, anderzijds een geheel eigen signatuur heeft. Een echte aristocraat. Nu al lekker…
(Oud Reuchlin & Boelen)

Bolgheri ‘Ornellaia’ 2001, Tenuta Ornellaia
Ondoorzichtig land, dat Italië. Maar tegelijkertijd wel een land dat keer op keer voor verrassingen zorgt. Ornellaia is dat overigens niet. Ook vorig jaar was dit al een favoriet. En dit jaar weer. Wat een fantastisch mooie wijn. Verpletterend. Bordeaux op z’n Toscaans. We kunnen het daarom heel kort houden. Bij een complexe wijn als deze is alle gezever en gezeur over traditie en terroir of over Oude versus Nieuwe Wereld ineens totaal irrelevant. Net als bij Mas la Plana eigenlijk.
(Vinites)

Château Pavie 1998, Saint-Emilion Premier Grand Cru Classé B
Volgens een – overigens bevriende – wijnhandelaar zou dit een wijn zijn voor ‘sletten’. Vanwege Michel Rolland en die zogenaamd bizarre 2003. Die in de praktijk helemaal niet bizar is. Sorry, Jancis, maar hier zat je er echt lelijk naast. De voornoemde handelaar weet in zijn immer jeugdige overmoed trouwens niet waar hij het over heeft en wat hij mist. Zelfs de oer anti-Angelsaksische Grand Jury Européen valt keer op keer voor de ‘Parkeriaanse’ Pavie. Bij 1998 en 2000 was dat bijvoorbeeld het geval. En terecht Of: waarom rijpheid een deugd is. Voor de Rolland-skeptici: proef voor de aardigheid eens hoe iedere jaargang een eigen karakter heeft! Zoals bij bijvoorbeeld ook die magnifieke 2004.

Château Haut-Bailly 2004, Pessac-Léognan
Of het door châtelaine Véronique Sanders komt, door de wijn of door een combinatie van beide, maar Haut-Bailly is al sinds een tijdje een van mijn grote favorieten in Bordeaux. De wijnen ervan combineren sinds eind jaren ’90 elegantie en balans met structuur en precisie. Op een heel natuurlijke manier, zonder trucs. Zoals gedemonstreerd met een delicieuze 2004. Met een vergelijkbare klasse als de prachtige 2001 en 1998. Alle drie geserveerd tijdens een prachtig -tiggangendiner in het Brusselse Comme chez Soi. Toen nog net even ***.  Minor detail. Ze weten daar trouwens nog steeds hoe ze een bordeauxvriendelijke zwezerik moeten bereiden…

Champagne Billecart-Salmon Réserve Brut
Champagne mag natuurlijk niet ontbreken. Lange tijd leek Cuvée Les Echansons’ 1996 van Mailly Grand Cru de winnaar te gaan worden. Een prestigewijn van een ‘millésime d’anthologie’, afkomstig van een onderschatte producent. Dat het toch de Billecart is geworden heeft alles te maken met de emotie op het moment van drinken, al vind ik de wijn in kwestie overigens ook onder minder subjectieve omstandigheden verrukkelijk. Wat het drinken ervan zo’n genoegen maakte? Een lieve vriendin, als weinig anderen champagne toegedaan, was bevallen van een wolk van een zoon. Dat moest dus passend gevierd worden. Niets smaakt dan beter dan eersteklas champagne bij beschuit met muisjes! 
(De Gouden Ton)

Wine Society

Ongefilterd: Bordeaux wordt Boom fataal

Of er behalve ten huize van John Bindels nog meer zuchten van verlichting geslaakt zullen worden in Nederwijnland weet ik niet, maar feit is wel dat plaaggeest Hendrik Boom niet langer meer op deze plaats zijn mening ten beste zal geven! Boom is afgelopen week in Bordeaux namelijk bezweken aan een overdosis. Gebakken lucht, wel te verstaan. Het was zodoende tegelijk zijn eerste en zijn laatste Vinexpo. We hadden hem van tevoren nog zo gewaarschuwd, maar het heeft niet mogen baten.

Vrijwel onmiddellijk na Hendriks verscheiden heeft de immer wakkere Hoofdredacteur van Perswijn mij verzocht of ik de rubriek Ongefilterd wilde overnemen. Dit verzoek bereikte mij uitgerekend op de dag waarop in de landelijke media bekend gemaakt werd dat een paar dagen warmte in de vaderlandse supermarkten gezorgd had voor een extra grote vraag naar rosé en naar … karnemelk! Quod erat demonstrandum? Zoiets kan maar in één land het geval zijn. Ik beschouwde deze allermerkwaardigste coïncidentie daarom als een vingerwijzing van Hogerhand. En besloot het eervolle verzoek te aanvaarden. Het is alleen niet niks om in de voetsporen van zo’n spraakmakende voorganger te treden. Ik zal niettemin proberen er het beste van te maken.

Om in de sfeer van Bordeaux en gebakken lucht te blijven, wilde ik het deze eerste keer maar eens hebben over het verbazingwekkende fenomeen voorverkoop. Hoewel zo ongeveer alle weldenkende mensen er anno 2005 de absurditeit van moeten inzien – men denke even aan de enorme onvekochte voorraden in Bordeaux! – blijft het een hardnekkig bestaan leiden. Dat is vreemd, want substantiële speculatiewinst valt eigenlijk alleen nog maar te realiseren bij een handjevol crus. En om nu te zeggen dat 2004 een verpletterend goed jaar is? Niet echt dus. De Bordelais en hun handlangers spreken eufemistisch van een ‘klassiek’ jaar. Dan weten we dus wel hoe laat het is: onrijpheid en/of tannines te over bij minstens 90% van de wijnen. Voeg daar aan toe dat het volume allesbehalve kinderachtig was. Waarom zou je dan zo nodig nu al 2004 kopen, terwijl 2005 met zijn zonnige maand juni ongetwijfeld weer een Jaar van de Eeuw wordt? Wie toch geld aan een of andere vorm van voorverkoop wil spenderen, kan dat beter doen aan Vintage ports 2003. Ook dat is een klassiek jaar, maar in de Portstreek heeft dat woord gelukkig een andere betekenis dan in Bordeaux. Klassiek staat daar nog voor groots. Nog iets ten voordele van de portproducenten. Ondanks het zeer beperkte oogstvolume liggen de prijzen voor de wijnen van 2003 maar een fractie boven die van 2000. De prijsverlagingen waar de Bordelais in hun oneindige menslievendheid mee schermen zijn daarentegen hoogst betrekkelijk. Aardig in vergelijking met het zwaar overprijsde 2003, maar in heel wat gevallen nog boven het niveau van 2002. Tel uit je winst. Ik snap wel een beetje waarom het Boom uitgerekend in Bordeaux te veel is geworden.

René van Heusden

Wine Society

Ongefilterd: Mosselrosé

Rosé is de ultieme natte droom van marketeers die nog werkelijkheid geworden is. Een behartenswaardig leerstuk voor eenieder onder ons die ook nog eens succes wil hebben met het verkopen van gebakken lucht. Des te meer nu er nog een extra tandje wordt bijgestoken om de hype op een hoger plan te tillen. Een van de sceptische redactieleden van het prachtblad Perswijn – nou ja prachtblad, het lijkt inmiddels net als de rest af te glijden tot een medium dat zich wel erg kritiekloos ten dienste van de vaderlandse rosékerk opstelt – liet uw Hendrik Boom onlangs weten dat Sopexa op het buitengewoon lumineuze idee was gekomen om Nederland te laten kennismaken met een nieuw fenomeen genaamd Mosselrosé. U leest het goed: Mos-sel-ro-sé! Mijn zegsman voegde er bedrukt aan toe serieus emigratie te overwegen naar een land waar dit soort bedrukkende zaken van overheidswege niet getolereerd worden. Kortom, naar een land waar men normen en waarden mogelijk nog wel serieus neemt.

Maar om die 'mosselrosé' kunnen we dus al niet meer heen. Altijd gedacht dat de Fransen bij moules met Muscadet, witte Bordeaux , Pinot Blanc of iets dergelijks voor de dag zouden komen, maar nee, ook de mosselen moeten er nu aan geloven. Volgend jaar zullen ongetwijfeld de asperges volgen. Op zichzelf is dat trouwens ook al zo'n zwaar gehypet product dat in feite nergens naar smaakt, maar dat terzijde. Daarna rest ons alleen nog de Achtehoekse wildrosé. Zorgvuldig voor U geselcteerd. En niet te vergeten rosé in de business class van een zekere luchtvaartmaatschappij. Daarom bij deze maar vast een tip aan al die geplaagde Franse boeren die nog in de illusie leven dat ze echte wijn moeten maken vanwege terroir en traditie en wat dies meer zij: als ze willen overleven kunnen ze maar beter rosé gaan maken. Een absurd voorstel? Het ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Het gegeven dat een reeds genoemde club als Sopexa, ooit zeer eerbiedwaardig en per slot van rekening toch het agrarische uithangbord van la grande nation, het trendy uitgaansvolkje langs de Noordzeekust aan het dansen weet te krijgen met Rosé d'Anjou in plastic bekertjes geeft aan hoe diep zowel Frankrijk als Nederland reeds gevallen zijn. Malaise et confusion. (Toegegeven, er schijnen volgens Aad van de Werf, zeer gewaardeerd medewerker van Wijnplein en vooral eminent kenner van het trendy uitgaanscircuit, in die strandclubs ook luchtig geklede hitsige dames met zweepjes aan te pas te komen om het publiek in de stemming te brengen, maar dat is slechts een detail in de marge.) Uw Hendrik had tot voor kort in zijn kennelijk onbegrensde wereldvreemdheid nog gedacht dat een naar brouwsel als Rosé d'Anjou al lang en breed buiten de wet gesteld was wegens grove belediging van de goede smaak n de volksgezondheid. Niet dus. Vloeibare zuurstokken mogen weer. O tempora, o mores! Ter vertroosting en bemoediging daarom bij deze een constructief tegenvoorstel: wordt het zo onderdehand niet eens tijd voor een tegenbeweging van weldenkende en beschaafde mensen met goede smaak die aan al deze ongein voor eens en voor altijd een eind gaat maken. De eerste actie van deze beweging wordt de introductie van de Mosselchampagne. Ook Frans, maar dan met stijl en zonder vals populisme. Wat duurt ook al weer het langst?

Uw Hendrik Boom

Wine Society

Ongefilterd: Verzet

Rinus Michels, alias ‘de Generaal’, sprak ooit de gedenkwaardige woorden waarin hij voetbal op één lijn stelde met oorlog. Een denker van vergelijkbaar kaliber hebben we in wijnland bij mijn bescheiden weten nog niet, maar meer dan de voetbalwereld wordt de Nederlandse wijnwereld momenteel beheerst door maar één thema: oorlog! Wellicht ten overvloede voor al die wereldvreemde types die zich liever onledig houden met de vraag wie Hendrik Boom toch wel zou kunnen zijn (verrassend simpel, hij is wie hij is), die dachten de VVN nog in leven te kunnen houden (niet dus), of die zich op wijn.pagina.nl godbeterehet opwinden over de vraag hoe je nu toch wel Yquem dient uit te spreken (tragisch), we hebben het hier natuurlijk over een prijzenoorlog. Ook wij, echte wijnliefhebbers die wel beter weten en geen rotzooi kopen, zijn hierin partij, of we dat nu willen of niet. Onze opdracht is een heldhaftige: het plegen van verzet!

Terwijl alles duurder wordt, menen de krenten wegende grootgrutters en hun aanleverende trawanten dat de tijd gekomen is om zich te profileren met zo laag mogelijke prijzen, bij voorkeur met die voor levensmiddelen. Met mensvriendelijkheid heeft dit niets te maken. Het is in werkelijkheid niet meer dan een combinatie van koopmansgeest ten eigen bate en het gewiekst inspelen op die calvinistische afkeer van levenskwaliteit die het in bepaalde landen in brede lagen van de bevolking nog altijd goed doet. Kwaliteit van wat voor soort dan ook komt echter altijd met een prijs, en dat ligt gevoelig. Dus dan maar liever niet voluit genieten, maar net doen alsof. En doen alsof goedkoop een garantie is voor lekker. Met andere woorden: dit is zichzelf-voor-de-gek-houderij voor gevorderden. Veel Nederlanders zijn daar goed in. Vanwege hun onverbeterlijke kortzichtigheid.

Voor menigeen mag die onlosmakelijke koppeling van kwaliteit en prijs een ongemakkelijke gedachte zijn, maar het is er wel een waaraan niet valt te ontkomen. Wie dus meent te moeten beknibbelen op de prijs van die zaken die in zo hoge mate bijdragen tot potentiële levensvreugde, is a) niet bekommerd om ons welbevinden en b) al evenmin om dat van de landman die er voor zijn levensonderhoud direct van afhankelijk is. Hoe lager de prijs, hoe meer er door die landman geproduceerd zal moeten worden om financieel toch nog rond te komen. We weten inmiddels waar dat toe leidt: een vicieuze cirkel. Het is niet te hopen dat de wijnbouw hierin de rest van de agrarische sector achterna gaat. Of is het al te laat? Er is nu al veel te veel wijn op de markt. En dus volgt uit het grote aanbod een lagere prijs? Dit lijkt een logische gedachtengang, maar is het niet. Uiteindelijk is de consument, om wie dit zogenaamd allemaal begonnen is en die het spelletje willig (want kortzichtig) meespeelt, namelijk toch de pineut. Ooit wel eens gelezen hoeveel landbouwsubsidies er vanuit Brussel jaarlijks uitgedeeld worden in verband met overschotten in de agro-industrie die draait om de productie van een zo hoog mogelijk volume voor zo een zo laag mogelijke prijs? En er ooit wel eens over nagedacht waar al het geld voor die subsidies vandaan moet komen? En ook wel eens erover nagedacht hoe de Nieuwe Wereld spotgoedkope wijn kan blijven produceren? Zo’n land als Zuid-Afrika bijvoorbeeld?

Wie denkt dat goedkope wijn nog goedkoper kan worden, moet of niet goed snik of een cynicus zijn. Goedkoop is in deze duurkoop. Niemand schiet er iets mee op. Tenzij je als topmanager van een grootgrutter vette bonussen opstrijkt vanwege dat ene procentje omzet meer per jaar. Hoogste tijd derhalve voor een tegenactie door het verlichte deel der natie door a) zelf rotzooi te boycotten en b) de Boodschap aan de buren, vrienden en familieleden over te brengen. Het is nog niet te laat voor een tegenoffensief. Immers, goede wijn behoeft een kans!

Hendrik Boom

Wine Society

Ongefilterd: Call it dry, make it sweet?

"We lezen het in de pers, we horen het in de wandelgangen : Alsace wijnen worden steeds zoeter . Vins d’Alsace vindt het tijd om een eind te maken aan deze eenzijdige berichtgeving, die bovendien de consument op het verkeerde been zet." Aldus de aanhef van een uitnodiging tot het bijwonen van een debat over de smaak van Elzaswijnen. Boodschap: er is helemaal niks aan de hand en de wijnen zijn droog. Nou ja, min of meer.

Waar heeft uw Hendrik Boom dit soort dwaze prietpraat eerder gehoord? Die Elzaswijnen verkopen kennelijk niet zo lekker. Hoe dat komt? Volgens de betrokkenen is het is weer eens de schuld van ‘de pers’ die ‘de consument’ op het verkeerde been zet. Een klassiek voorbeeld van een goedkope samenzweringstheorie en tegelijk ook van een typisch Franse reactie: de boze buitenwereld heeft het allemaal weer gedaan, maar eens een keer zelfkritisch in de spiegel kijken is er niet bij. Spijtig genoeg weet men bij Vins d’Alsace ook niet aan te geven waarom ‘de pers’ de Elzas zonodig in een ongunstig daglicht zou willen stellen. Als er één wijnstreek op een overvloed aan krediet kan rekenen, is het juist de Elzas wel. Ondanks een overmaat aan matige wijnen. (Wat die kwaliteitsproblemen betreft: men leze er maar eens de gespecialiseerde Franse pers op na! Komt het commentaar ook een van een ander.) Het voor iedereen waarneembare fenomeen restsuiker – dat op zichzelf nog geen reden is voor een negatief waardeoordeel – is ten dele nauw met die matige basiskwaliteit verbonden. Immers, restsuiker in wijn kan het natuurlijke gevolg zijn van zeer rijpe, suikerrijke druiven of een kunstgreep om wijnen van onrijpe, suikerarme druiven mee te maskeren. En ja, van onrijpe druiven hebben ze in de Elzas nogal eens last, gelet op de torenhoge opbrengsten die ze daar nog steeds heel normaal vinden. Over de restsuiker in wijnen van producenten als Deiss over Zind-Humbrecht klagen we hier dus niet, maar ook de mensen van Vins d’Alsace zullen moeten toegeven dat dat werk allesbehalve droog is, zonder als Vendanges Tardives op de markt te komen. En zo zijn er nog wel een paar te noemen.

De Fanse grens voor droog (sec) ligt op 4 gram per liter, maar hoe veel Elzaswijnen blijven daaronder? Maar laten we in dezen een beetje rekkelijk zijn en de Elzassers een zelfde marge gunnen als de Duitsers, zo tot een gram of 10 als er maar een beetje fatsoenlijke zuren tegenover staan. Gaan de wijnen daar overheen, laten producenten dat dan eens op hun etiketten aangeven. Zij zelf zijn het namelijk die de consument willens en wetens op het verkeerde been zetten. Er wordt nu al jaren over gedilibereerd, maar concrete actie laat nog altijd op zich wachten. De Elzassers kunnen hun debat dus beter in eigen kring voeren dan in Nederland. Een wat genuanceerdere, eerlijker promotie kan al evenmin kwaad. Heel wat ‘ongemarkeerde’ wijnen zijn met de beste wil van de wereld niet droog te noemen, of men dat bij Vins d’Alsace dat nu leuk vindt of niet.

De spindokters in de Elzas voelen zich diep in hun hart kennelijk niet zo zeker van hun droge zaak, want in de uitnodiging voor het debat is al een opmerkelijke passage opgenomen: "Zijn het misschien alleen de wijnkenners die de ‘zoete mening’ hebben? En naar wat voor type wijn gaat de voorkeur van de huidige consument uit?" In vertaling komt dat neer op het volgende: Als het volk coca cola wil, dan maken wij wijn in de ‘style coca cola’. We noemen hem alleen Gewurztraminer of Pinot Gris. En zijn wij zodoende niet buitengewoon klantvriendelijk bezig? Wat zei men ooit in Jerez? Call it dry, make it sweet! We weten hoe dat verhaal is afgelopen. Elzassers, let op uw zaak. Get real.

Hendrik Boom

Wine Society

Ongefilterd: Nicht gewusst?

Uw Hendrik is blij slechts een eenvoudig stukjesschrijver te zijn en geen serieuze wijnjournalist zoals die wakkere jongens van Perswijn. Want naar die mij onlangs toevertrouwden, zouden ze zich tegenwoordig letterlijk moeten kunnen opdelen of flying winewriters moeten worden om nog fysiek aanwezig te kunnen zijn bij wat er in den lande georganiseerd wordt aan belangwekkende & leerzame bijeenkomsten. Ach ja, denk je dan, die lui worden gewoon oud en vadsig. Nader onderzoek leerde uw Hendrik echter dat inderdaad veel van die evenementen op exact hetzelfde tijdstip of tenminste op dezelfde dag worden gehouden. Natuurlijk is er op zichzelf niks mis met al die informatieve partijtjes, maar wel dat ze willens en wetens op dezelfde datum ‘gepland’ worden.
Een merkwaardige zaak wanneer je dit vergelijkt met de grotemensenwereld. Zie hoe multinationale concerns dat aanpakken. Meer nog dan in wijnland heerst in het echte bedrijfsleven de nodige onderlinge wedijver. Immers, in een zogenaamd ‘vrije’ markt is je collega je concurrent. Toch onderscheidt dat keiharde bedrijfsleven zich op tenminste een punt van wat in wijnland weer ongebruikelijk lijkt te worden: bedrijven nemen de moeite hun agenda’s onderling af te stemmen bij het vaststellen van data waarop gewichtige mededelingen aan de buitenwereld gedaan worden. Wanneer bijvoorbeeld Koninklijke Olie zijn jaarcijfers bekend wenst te maken, dan doet het dat niet op dezelfde dag als BP of Exxon. En vice versa. In Nederwijnland schijnt dat kennelijk niet zo te kunnen. Daar lijkt eerder het omgekeerde het geval te zijn: zowel importeurs als promotiebureaus (!) lijken er een welhaast satanisch genoegen in te scheppen om evenementen op een en dezelfde dag te plannen. Ook al weet de een van de ander dat die al maanden tevoren een datum heeft vastgelegd. En er zodoende dus bewust zelf aan meewerkt dat niet iedereen die men graag zou verwelkomen om de Blijde Boodschap aan te communiceren naar het bewuste partijtje toekomt. Kortom, dit getuigt niet alleen van een oncollegiale instelling, het is ook een contraproductieve handelwijze. Maar dat hebben al die marketingtypes die hun handtekening onder uitnodigingen zetten kennelijk nog niet helemaal begrepen. Vandaar een welgemeend advies aan een ieder in wijnland die met keuzeproblemen geconfronteerd wordt: zorg ervoor dat wie het eerst komt het eerst maalt. Dat is gewoon een kwestie van rechtvaardigheid. In principe althans, want je mag natuurlijk een uitzondering op die regel maken wanneer er te elfder ure een ‘werklunch’ in Rotterdam of Zwolle aangekondigd wordt. Nood breekt wet! O ja, ook nog een welgemeend advies aan al diegenen die wellicht iets in september wensen te organiseren: laat niemand het nog in zijn of haar botte marketinghoofd halen om dan nog iets te doen op de dag van Riesling & Co, een evenement dat al een jaar op voorhand is aangekondigd! Spijtig dat het verplaatst is naar een zo banale locatie als de ArenA – alleen al die foute schrijfwijze! – maar dat is een ander verhaal. Ermelo stond juist zo mooi in dat rijtje van wereldsteden waar dit festijn plaatsvindt. Maar hoe dan ook, laat niemand zeggen: ”Wir haben es nicht gewusst.” Waarvan akte.

Hendrik Boom

1 31 32 33 34 35
Page 33 of 35
nl Nederlands