Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 29 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

Het alternatief voor de liefhebber

Na aanleiding van het artikel 'Diploma? Graag!', over wijnopleidingen in Nederland, ontving de redactie van Perswijn veel reacties. Volgens de heer Frans Bajens richtte het artikel zich te veel op de professionals, waarbij de liefhebbers buiten de boord vielen. Een ingezonden brief.
Geachte heer de Groot,

Naar aanleiding van uw artikel 'Diploma? Graag!' in Perswijn nummer 5, over de mogelijkheden van wijnopleidingen in Nederland, zou ik graag een aanvulling hierop willen maken.

Het, overigens altijd zeer interessante blad Perswijn, is bedoeld voor liefhebbers en professionals zoals op de voorpagina wordt vermeld. In het artikel worden echter alleen de voornamelijk professionele opleidingen vermeld. Voor de beginnende wijnliefhebber is dit vaak te hoog gegrepen en zijn ook vaak de kosten en de beperkte leslocaties een belemmering om hieraan deel te nemen.

In Nederland bestaat al ruim 40 jaar het Nederlands Genootschap voor Wijnvrienden, dat momenteel zo’n 350 leden in heel Nederland telt. Dit NGW verzorgt ook ieder jaar wijnopleidingen, en dan met name voor de liefhebbers/amateurs. Deze opleidingen én de examens zijn geaccordeerd door de Féderation Internationale des Confréries Bacchiques, gezeteld te Parijs. Het NGW is in zijn structuur traditioneel conform de aloude gildestructuur.

Binnen deze opleidingen zijn er gradaties: Aspirant-Officier, Officier, Grand Officier en Maïtre. Deze komen bijna geheel overeen met de gradaties van het SWEN. Inhoudelijk zijn er ook maar minieme verschillen. Dit wordt regelmatig gechecked aan de gepubliceerde SWEN-eisen en door leden van het NGW die tevens de SWEN-opleidingen hebben gevolgd.

Wel is er verschil in de manier van proeven. Het NGW proeft voornamelijk op het herkennen van de gebruikte druiven in de wijn en de verschillende methoden van vinificatie. Het tweede en grootste verschil is dat de opleidingen worden gegeven op kostenbasis. De gediplomeerde docenten doen dit voor de leden pro deo, waardoor de cursuskosten veel lager zijn en derhalve aantrekkelijker voor de liefhebbers.

Voor de Perswijnlezers die zich rekenen tot de categorie 'liefhebbers', en voor wie de drempel SWEN of WSET nog iets te hoog ligt, is het Nederlands Genootschap voor Wijnvrienden een goed alternatief!

Met vineuze groet,

Frans Baijens, HB lid

Voor meer info over het NGW: www.wijngenootschapngw.nl.

Achtergrond & Interviews

Grosse Gewächse 2011 – Deel 1: Niet alles is goud wat er blinkt

Voor de elfde keer hield VDP eind augustus zijn gewoontegetrouw uitstekend georganiseerde Vorpremiere voor de pers van Grosse Gewächse, afgekort als GG. Een verslag in delen.Tekst: René van Heusden en Lars Daniëls MV
Wijnen die volgens het classificatiemodel van de vereniging de grands crus van Duitsland zouden moeten zijn. Plaats van handeling: de Kurhauskolonnade in Wiesbaden. In het glas: wit uit 2011, rood uit 2010 of ouder.

Op de proeflijst stonden 361 Grosse Gewächse van de in totaal 436 die dit jaar op de markt gebracht worden. Die 436 wijnen komen uit 267 wijngaarden van 157 wijngoederen. Daar komen nog 15 Erste Lagen ‘zondermeer’  van de Mosel bij, wijnen met iets meer dan de maximale 9 g/l restsuiker die voor GG is toegestaan maar te weinig om voor edelzoet in aanmerking te komen.

Deze cijfers betekenen een verviervoudiging van het aantal wijnen en een verdubbeling van producenten ten opzichte van de eerste proeverij in 2002. Niet minder dan 305 verschillende wijngaarden hebben tot nu toe druiven geleverd voor Grosse Gewächse. Het geeft aan dat bijna iedereen binnen VDP momenteel een graantje probeert mee te pikken.

De vraag is alleen of dat wel kan, want is de absolute top niet per definitie smal? En daarmee dus niet voor iedereen weggelegd? De proeverij in Wiesbaden legde dit probleem genadeloos bloot.

Minder is beter

Voor een waarlijk grote, uitzonderlijke wijn heb je én een topterroir én een topproducent nodig. Dit blijft een gevoelig punt bij de Grosse Gewächse. Hoe lovenswaardig het in feite nog jonge concept is, de invulling ervan vraagt volgens ons om meer strengheid wil het internationaal geloofwaardig blijven.

Nu dreigt zich een zelfde probleem voor te doen als bij Alsace Grand Cru: een prestigieuze vlag die de lading slechts gedeeltelijk dekt. Jaarlijks komen er nieuwe Grosse Gewächse bij – we herhalen nog maar eens dat het aantal sinds de eerste proeverij in 2002 is verviervoudigd –, maar het aantal wijnen met werkelijk grand cru-niveau blijft beperkt.


Minstens de helft van de wijnen die we in Wiesbaden proefden zou eerder thuishoren in de nieuwe categorie Erste Lage, die min of meer als equivalent van de Bourgondische premier cru gaat dienen. Goede, maar niet exceptionele wijnen. Want ja, de benamingen binnen het classificatiemodel wordt weer eens aangepast.

Voor wie het na al die jaren van aanpassingen nog kan volgen: de top van de kwaliteitspiramide zal voortaan gevormd worden door Grosse Lagen. Deze vervangen de huidige Erste Lagen. De benaming Erste Lage op zijn beurt zal gebruikt worden voor wat nu nog klassifizierte Lagen zijn. Hiermee wint de logica het eindelijk. Een Grosses Gewächs hoort immers uit een Grosse Lage te komen en niet uit een Erste.

De vraag is alleen wel in hoe verre deze welkome verheldering en verfijning van de wijngaardclassificatie zal leiden tot herklasseringen, c.q. degradaties. De realiteit van te veel wijnen die niet aan de hoogste standaard  voldoen geeft aan dat de noodzaak er zeker is, maar zie als VDP zo’n opgelegde degradatie er bij de leden maar eens door te krijgen.

Hoe dringend gewenst ook, correctie van de ontstane situatie zal geen gemakkelijke opgave zijn, om nog maar te zwijgen van de integratie van Erste Gewächse uit de Rheingau binnen één landelijk systeem. Verder blijft het jammer dat uitstekende producenten die geen VDP-lid zijn van de wijngaardclassificatie zijn uitgesloten, al is dat meer een probleem van de Duitse wijnbouw in het algemeen.

Overigens is het economische belang van de Grosse Gewächse marginaal. Ze vormen maar 3,2% van de VDP-productie, die op zijn beurt slechts 2,6% van de totale Duitse productie uitmaakt. In 2012 zijn 1,1 miljoen flessen GG op de markt gekomen, wat neerkomt op een gemiddelde amper 2500 flessen per wijn. Het is dus meer een kwestie van prestige en voorbeeldfunctie.

2011 – Grillig jaar met fraaie nazomer

De sleutelfactor voor 2011 is de schitterende nazomer geweest met zijn ‘gouden septembermaand’. De maanden ervoor waren daarentegen nogal grillig, waardoor zowel regionaal als plaatselijk sprake is geweest van sterk wisselende omstandigheden. Zon en warmte in het voorjaar zorgden voor een extreem vroege en snelle vegetatieontwikkeling. Die werd echter gevolgd door ernstige nachtvorst begin mei (Rheinhessen, Franken, Württemberg, Rheingau, Pfalz, Nahe). Daarna kwam een periode met koelte, regen en hagel (Württemberg, Pfalz, Mittelrhein, Franken) van juni tot medio augustus.

Ondanks de koele zomer bleef een rijpingsvoorsprong van twee weken ten opzichte van het gemiddelde overeind. En let wel, zeker in gebieden met arme leisteenbodems was de zomerse neerslag zeer welkom. Nog vroeger dan in het warme 2003 kon men al met de pluk kon beginnen, d.w.z. in de loop van september.


In een enkel geval zelfs werden de eerste druiven al begin september binnengehaald. Voor koelere gebieden als de Mosel gebeurde dat pas eind september, maar ook dat is naar plaatselijke maatstaven extreem vroeg. Over het algemeen bleken de druiven kerngezond en konden ze dankzij een afwisseling van zonnige dagen en koele nachten lang blijven hangen om perfect rijp te worden.

Aangezien er geen reden was tot haast, is een Duitse oogst zelden zo ontspannen verlopen als in 2011. In de Scharzhofberg aan de ‘koele’ Saar werd bijvoorbeeld pas in de laatste week van oktober geplukt. De druiven waren perfect rijp, met mostgewichten tussen 85 en 100º Oechsle.

Toegankelijk, maar zelden echt groot

Nog voor de laatste druiven van 2011 geplukt waren, viel overal in Duitsland al een stemming van euforie waar te nemen. Na het erg klein uitgevallen 2010 met zijn nogal strenge wijnen bracht 2011 een zeer welkom ruimer volume en analyses die in de richting van een evenwichtiger en toegankelijker type wijn wezen. Wat heet euforisch? In kwalitatief opzicht werden al snel vergelijkingen gemaakt met legendarische ‘Elfer’ jaren als 1811 (het kometenjaar) en 1911!

Ook door doorgaans serieuze producenten. Eveneens genoemd als referenties: 1921, 1945, 1953, 1959 en 1971. Zwaar overdreven in onze optiek. Zeker, 2011 is voor menige Riesling een heel aangenaam, maar zeker geen uitzonderlijk jaar. Van 2009 waren we alvast meer onder de indruk.

De wijnen uit 2011 hebben volop vulling, sap en bijna uitsluitend aangenaam wijnsteenzuur in plaats van het harde appelzuur waar 2010 nogal eens door gekenmerkt wordt. Gemiddeld liggen de zuren vrij laag, d.w.z. tussen het niveau van 2007 en 2003 in, zij het met hier en daar wat uitzonderingen. Door de regen in de zomer zijn de extractwaarden hoog en de aroma’s dankzij de koele nachten heel geconcentreerd.

Veel van de geproefde wijnen bieden een uitgesproken minerale impressie met een ziltig mondgevoel. Anders dan in 2010 combineren ze die met vroege toegankelijkheid, mede door de aard van de zuren. Eerder soepel in plaats van spannend, al is dat wellicht iets te kort door de bocht. Maar we herhalen het: de spanning en ook de intensiteit van 2009 lijken meestal te ontbreken.


Het is nog maar de vraag in hoe verre alle wijnen de structuur en diepgang hebben om zich over de jaren voorspoedig op fles te ontwikkelen. Grosse Gewächse zijn immers niet bedoeld om direct te drinken, zeker niet die op basis van riesling.

Tot slot nog een opmerking over het ontwikkelingsstadium waarin de wijnen zich nu bevinden. Eigenlijk komt de proeverij een half jaar te vroeg. Sommige wijnen verleiden weliswaar al met hun primaire (fruit)aroma’s – riesling is nu eenmaal een aromatische druif –, maar andere zijn in dit stadium verre van af. Ze dragen bijvoorbeeld nog de sporen dragen van spontane vergisting en/of reductie door langdurig contact met het gistbezinksel.

Wanneer wijnen nu nog op slot zitten, is dat geen reden om ze af te waarderen zoals dat door onervaren proevers gebeurt. In tegendeel, het geeft juist aan dat ze gemaakt zijn met het oog op de toekomst.  We hebben bij onze beoordeling vooral gelet op structuur en ontwikkelingspotentieel. Met vroege drinkbaarheid is helemaal niets mis, maar aan wijn met grand cru-status mag je wel de eis stellen een lange adem te hebben. En van grands crus in Bordeaux verwacht toch ook niemand dat ze van dag 1 af aan al makkelijk naar binnen glijden?

Overzicht Grosse Gewächse

Per 1 september 2012 is een recordaantal GG in de handel gekomen. Van de druivenrassen is riesling verreweg de belangrijkste met een aandeel van ruim 60%. Ook de 15 ‘Erste Lagen’ van de Mosel zijn allemaal Rieslings. Het klassement van de gebieden wordt soeverein aangevoerd door de Pfalz.

Volgens VDP zou de gemiddelde verkoopprijs in Duitsland op € 28,00 per fles liggen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat de onderlinge verschillen groot zijn. Ook hier bepaalt de markt wie zijn pretenties wel of niet waar maakt.

Druivenras

Riesling

Spätburgunder

Weissburgunder

Silvaner

Grauburgunder

Lemberger

Totaal

Aantal

272

66

39

22

20

17

436

Gebied

Pfalz

Baden

Rheingau

Württemberg

Franken

Mosel

Rheinhessen

Nahe

Mittelrhein

Saale-Unstrut

Ahr

Hessische Bergstrasse

Sachsen

Totaal

Aantal GG

89

64

60

53

52

40

39

24

7

3

3

1

1

436

In de volgende twee delen van dit artikel, te verschijnen op deze site aanstaande donderdag en vrijdag, zullen de Rieslings en andere druivenrassen worden besproken per gebied. Lees hier deel twee.

Tekst: René van Heusden en Lars Daniëls MV

Fotografie: René van Heusden

Achtergrond & Interviews

In gesprek met Louis en Xavier Kat

Louis Kat heeft dit voorjaar afscheid genomen van Wijnkoperij Okhuysen, het bedrijf waar hij in 1962 als twintigjarige zijn carrière als wijnhandelaar begon en waarvan hij sinds 1976 directeur-eigenaar is geweest.Tekst en fotografie: René van Heusden
Een afscheid dat in wijnland bepaald niet onopgemerkt voorbijgegaan is, want Kat is een man die respect afdwingt. Met een select aantal genodigden vierde hij zijn afscheid in maart met een uitzonderlijk déjeuner dégustatoire in restaurant De Zwethheul met gerechten van Cees Helder en Mario Ridder en een rijke selectie Hermitage van Domaine Chave, in het bijzijn van vader en zoon Chave zelf. Een verslag hiervan was te lezen in Perswijn nr. 3.

Achtergrond & Interviews

Terroirbeleving in de Languedoc

Mede geïnspireerd door de notities Corbières en Minervois in Perswijn nummer 5 heeft wijnliefhebber Nico Schiettekatte een artikel geschreven aan de hand van zijn (wijn)reis door de Languedoc, tweede helft juli.Tekst: Nico Schiettekatte
Net als zoveel Nederlanders ben ook ik dit jaar naar de Languedoc afgereisd. Twee weken en met de auto. Niet omdat ik op deze manier lekker veel spullen naar de eindbestemming kon meenemen… Integendeel. Het doel was eerder om met een afgeladen volle auto met kwaliteitswijn uit de Languedoc terug te keren naar Nederland.

Als kleine jongen kan ik me herinneren dat mijn ouders jerrycans vol “tankten” bij lokale coöperatieven. Ik ben benieuwd wat ik na al die jaren zou aantreffen. Met een aantal artikelen, onder andere van de Revue du Vin de France, in mijn rugzak, begin ik aan de tour. De focus ligt op Minervois (la Livinière), met uitstapjes naar La Clape en Terrasses du Larzac.

Rijkdom


De Languedoc overweldigt je met zijn rijkdom en weelderige landschappen die gestreeld worden door de Mediterraanse zon. Je hebt echt ruim de tijd nodig om alle historische schatten tot je te nemen. Denk aan de ruïnes uit de Middeleeuwen, de overblijfselen van de Katharen (Minerve is mijn coup de coeur), de kloosters en kastelen. Nog los van alle kleine dorpjes zoals Guilhem-le-Désert, met hun steegjes waar je soms niet eens met de auto doorheen komt. Gelukkig maar.

Ook de wijngaarden kennen een lange geschiedenis. Zo nam Christophe Bousquets van Pech Redon mij in zevenmijlslaarzen mee van de Romeinse tijd naar anno 2012. Pech Redon bevindt zich in het gebied La Clape, bij Narbonne. La Clape was oorspronkelijk een eiland (insula laci) en stond in de Romeinse tijd bekend als een kruispunt tussen verschillende culturen: orthodox, joods, arabisch en romaans. Slimme jongens die Romeinen. Toen al was terroirbeleving in de Languedoc iets speciaals: de elitewijnen uit La Clape werden naar Rome verscheept, de massawijnen mochten in de Languedoc blijven…

En zoals in veel gebieden, in Frankrijk en elders, verloopt de productie van wijn voorspoedig tijdens de Middeleeuwen; daar zorgden de monniken wel voor. De Languedoc beleeft gouden tijden aan het begin van de 19de eeuw, met een pluriculture van wijnbouw, olijven en geiten.

Veel te veel

Met dezelfde zevenmijlslaarzen komen we dan in 1960 aan. Het gaat bergafwaarts met de wijn in de Languedoc. Er wordt simpelweg veel te veel van gemaakt. Voor de soldaten en de mijnwerkers hoeft het niet meer, want die zijn er nauwelijks nog. En de cultuur verandert ook: de Languedociens variëren hun culinaire gewoontes: niet alleen brood met olijfolie en wijn (weliswaar slechts 9%, maar toch) bij het ontbijt, maar ook wijn bij de lunch en wijn ’s avonds, na een lange dag hard werken op het land.

Vanaf 1980 (mijn herinnering van de jerrycans) komt er pas echt aandacht voor kwaliteitswijnen in de Languedoc. Dankzij een kwaliteitsslag in het gebruik van materiaal en vooral aandacht voor de kwaliteit van druiven. 1985 is het startschot voor de Appellation d’Origine Contrôlée (AOC) en gaandeweg onderscheidt Languedoc zich met vin de cépage. Pech Redon is daar een toonbeeld van.

Terroirbeleving staat bij Bousquets centraal. Deze ambachtsman leeft in osmose met zijn omgeving die hij met passie en overgave observeert. Biologische wijnbouw is voor hem dan ook zeker geen verkooppraatje, maar eerder een levensovertuiging. Bousquets is trots op de biodiversiteit in zijn wijngaarden, waar alle flora en fauna hun functie hebben en daar ook de ruimte voor krijgen. En waar de groei van de kwaliteitsdruif – en dus wijn – alleen maar baat bij heeft. “De wijngaard is een ecosysteem en mijn rol is om dat in stand te houden”, onderstreept hij dan ook.


Biodiversiteit in de bodem

Dat de wijn eigenlijk wordt gemaakt door de wijnstok en niet zozeer door de wijnmaker, is een stelling die ik herhaaldelijk te horen krijg, van de wijnmakers zelf. Bijvoorbeeld Nicolas Gaignan van Le Loup Blanc in Bize-Minervois, een prachtig gebied op het kruispunt van Saint Chinian, Saint Jean de Minervois en Minervois la Livinière. “L’objectif n’est pas de faire beaucoup, mais du bon”.

Dat klinkt niet alleen goed; Gaignan voegt ook nog eens de daad bij het woord. Ik herken zijn Loire-achtergrond in zijn zoektocht naar een evenwicht tussen rijpheid en aciditeit. Kern is vooral veel tijd in de wijngaard door te brengen en doorgronden hoe de bodem werkt, bijvoorbeeld om voldoende mineraliteit in de wijn terug te vinden. Dus ook hier geen pleidooi voor chemische bemesting, maar voor biodiversiteit in de bodem.

Focus

Adembenemend is het landschap rond Pas de L’Escalette in het gebied Les Terrasses du Larzac. Julien Zernott en Delphine Rousseau – beide met een Loire-achtergrond – hebben zich hier in 2002 gevestigd, met 7 hectare. De wijngaarden gaan hier tot 350 meter de hoogte in, de bodem profiteert van de frisse nachten en de waterbronnen. Cinsault heeft hier veel potentieel en is bovendien bestand tegen oidium; dat leer ik terwijl ik met de Landrover wordt meegenomen langs de steile hellingen.

Eenzelfde focus op laag rendement (20 hl/ha) voor een betere concentratie uiteindelijk in de mond, teken ik op bij buurman Montcalmès. Een traditioneel familiebedrijf dat de temperatuurverschillen tussen dag en nacht typeert als kenmerkend voor het gebied, naast de kalkhoudende bodem en ook de galettes rouges (zie Chateauneuf du Pape), ideaal voor de Mourvèdre.

Bij Montcalmès wel veel houtlagering, in tegenstelling tot wat ik tot nu toe tot mijn (aangename) verrassing heb geproefd. De wijnen van Frédéric Pourtalié zijn er niet minder verfijnd en spannend om. Hier geen klachten over oogstjaar 2011, in tegenstelling tot wat de mainstream pers beweert.

Veelbelovend

Olivia en Nicolas Gautran, van Domaine Cailhol Gautran in Aigues-Vives, nemen me mee in hun wijngaarden voordat ze me hun wijnen laten proeven. Op hun schouders drukt de last om na vier generaties van traditionele wijnmakers in de Languedoc een nieuwe en onderscheidende koers door te zetten.

Culture raisonnée om bodemerosie tegen te gaan en fytosanitaire behandelingen alleen wanneer die strikt noodzakelijk zijn; dit is waar dit jonge en ambitieuze stel voor staat. De wijnen zijn veelbelovend; hier gaan we in Nederland nog meer van horen – en proeven.

Groot respect heb ik voor Jean-Luc Dressayre. Op z’n veertigste besluit hij het roer om te gooien en volop voor zijn droom te gaan: wijn maken. Zeker de rode wijn heeft volgens mij potentieel.


Sterren

Toegegeven, met enige vooringenomenheid begon ik aan deze – (te) korte – reis. Mijn beeld over de Languedoc als producent van bulkwijnen heb ik helemaal moeten bijstellen. Of het nu gaat om de gevestigde orde (namen als Château Sainte Eulalie, Château Negly, Borie de Maurel, Domaine de Barroubio) of “rijzende sterren” (domaine Cailhol Gautran, Pech Redon, Loup Blanc, Paumarhel, Pas de l’Escalette, Montcalmès), allen hebben een punt gemeen: de trots om onderscheidende wijn te maken waarbij de lokale druifsoorten centraal staan, met name in hun verhouding tot de bodemstructuur.

Het is boeiend om te zien hoe dit gepaard gaat met een beweging van onafhankelijke wijnmakers; onafhankelijk van de traditionele coöperatieven. En de trots van sommige winebars als l’Artichaut van Matthieu Marzelle in Carcassone, om nieuwe talenten als Jean Baptiste Sénat (“locomotive du bio”), Mireille en Pierre Mann, Laurent Bazin en Frédéric Palacios, Xavier en Mathieu Ledogar, Benjamin Taillandier te promoten.

Borrelen in de openlucht wijnbar van Taillandier, La Cantine du Curé, in Caunes-Minervois, is een absolute aanrader. En wie in stijl wil overnachten kan ik alleen maar de Villa Limonade in Olonzac aanraden, een maison d’hôtes de charme uitgebaat door twee oenologen, Stephen Desmazières en Jean-Marc Jarlot. Een oase van rust, gezelligheid en genot.  

Afgeladen vol

Ik ben erg benieuwd hoe de wijnmakers het evenwicht tussen biodiversiteit en het produceren van kwaliteitswijnen zullen kunnen vasthouden, mede gelet op de toenemende tropicalisering van het klimaat. Een gebied om te (blijven) volgen. Mijn auto zat in ieder geval afgeladen vol op de terugweg. Dit keer geen jerrycans!

Nico Schiettekatte

Wil je Nico's tips over wining & dining (& sleeping) in de Languedoc en Minervois lezen? Klik hier.

Achtergrond & Interviews

Op wijnreis met sommeliers: Württemberg (deel 2)

Voor het tweede deel van de Sommelier Spring Class maakt een deel van het gezelschap zich op voor een reis naar Württemberg. Voor de meesten is het bezoek aan de wijnregio nabij Stuttgart een primeur.tekst: Job de Swart
Voor een goede eerste indruk heeft het Deutsches Wein Institut een veelzijdig dagprogramma in petto. We maken kennis met een moderne coöperatie van wijnboeren, een eigenzinnige kleine producent en een jeugdig samenwerkingsverband. Jetzt geht's los!


Schwaben en Schillerwein

Het is 's ochtends vroeg op om tijdig bij het eerste wijnbedrijf te arriveren. In de touringcar worden wij bijgepraat over het grote, maar relatief onbekende Anbaugebiet Württemberg. De totale regio beslaat 11.421 hectare, grofweg gelegen tussen de steden Stuttgart en Heilbronn. Hiermee is Württemberg momenteel het op drie na grootste wijnbouwgebied van Duitsland.

De belangrijkste reden dat wijnen uit Württemberg weinig bekend zijn buiten de eigen regio is een florerende lokale afzetmarkt. Het gebied is welvarend dankzij de grote auto-industrie in de omgeving van Stuttgart. Daarnaast kennen de Schwaben, de naam voor de lokale bevolking, met 35 liter per capita de hoogste gemiddelde wijnconsumptie van Duitsland.

Württemberg kent, net als het naburige Baden, een handelsstructuur gedomineerd door coöperaties. Dat is ingegeven door een gemiddeld wijngaardbezit van minder dan 1 hectare per wijnboer. Ruim 60 coöperaties zijn goed voor driekwart van de jaarlijkse productie.

De meeste wijngaarden kijken in een heuvelachtig landschap uit op de rivier de Neckar, of één van haar zijriviertjes. Het klimaat wisselt van noord naar zuid, maar is overwegend continentaal. Riesling is met 20% aanplant de belangrijkste witte druif. De blauwe Trollinger, beter bekend als Schiava of Vernatsch in Noord-Italië, en Schwarzriesling, ofwel Pinot Meunier, staan met respectievelijk 22% en 17% nog steeds aan de basis van rood en rosé.

Een specialiteit is Schillerwein, ofwel Rotling: een eenvoudige, lichtrode wijn gemaakt van blauwe en witte druiven die bijzonder populair is bij de lokale bevolking. In de praktijk bestaat de blend voornamelijk uit Trollinger (niet uitspreken als Trollingé). De alcoholische gisting gebeurt doorgaans middels thermovinificatie, waarbij de most voor korte tijd tot 70º Celsius wordt verhit. Met name kleurstoffen (anthocyanen) en tannines lossen snel op in het sap om de wijn kleur en structuur te geven. Thermovinificatie is een efficiënte productiemethode, maar niet bedoeld voor wijnen met expressie en verfijning. Het feit dat wij tijdens onze reis slechts één Schillerwein te proeven kregen, zegt volgens mij genoeg over de kwaliteit.

Cleebronn & Güglingen: coöperatie nieuwe stijl

De sommeliers en ik brengen deze dag als eerste een bezoek aan een samenwerkingsverband van wijnbouwers. En niet de eerste de beste. De coöperatie van Cleebronn & Güglingen is namelijk door Gault Millau uitgeroepen tot 'Entdeckung des Jahres 2012'. Zoiets telt in Duitland. Aan de deur ontmoeten wij de energieke directeur Axel Gerst en zijn compagnon Thomas Beyl. Onze komst is bepaald niet onverwacht, want wat volgt is een presentatie die tot in de puntjes geregeld is.

Gerst vertelt dat coöperaties jarenlang goed geld verdiend met wijnen van onbeduidende kwaliteit bestemd voor de lokale afzetmarkt (lees: Schillerwein). Sinds de jaren '90 staan de prijzen echter onder druk door toenemende concurrentie uit binnen- en buitenland. Daarom probeert een aantal vooruitstrevende coöperaties een kwaliteitsslag te maken om het hoofd boven water te houden, waaronder Cleebronn & Güglingen. De directie ziet toe op 280 hectare wijngaard in handen van bijna 600 boeren uit de dorpen Cleebronn en Güglingen. De jaarlijkse productie bedraagt ruim 2 miljoen flessen.

Sinds 2003 vaart Cleebronn & Güglingen een koers gericht op kwaliteit in plaats van kwantiteit. "Het is een voortdurend proces van horten en stoten, want een coöperatie is politiek", zegt Gerst. "Belangrijk is de handhaving van een puntensysteem. Wij stellen namelijk strenge eisen aan het wijngaardbeheer en de kwaliteit van de oogst. Bij achterstallig onderhoud bijvoorbeeld krijgt een boer puntenaftrek, waardoor de prijs per kilogram druiven daalt. Iedereen wordt dus gedwongen om goede kwaliteit te leveren, maar het vasthouden aan strenge criteria – zeker in mindere jaren – is niet altijd even makkelijk."

Cleebronn & Güglingen verdeelt het portfolio over drie Qualitätsstufen. St. Michael is het basisniveau met een gemiddelde verkoopprijs van € 4,50. Bij dit prijsniveau liggen de rendementen op maar liefst 110 hl/ha. De serie Herzog staat hier in kwaliteit boven. De druiven worden met de hand geplukt en apart geselecteerd door de keldermeester (opbrengt 55 hl/ha). De beste druiven komen in aanmerking voor de topcuvées onder de naam Emotion.

Tijdens de proeverij valt de kwaliteit van de basiswijnen in positieve zin op: technisch zuiver, expressief, fruitig en druifgetypeerd. Met name de droge witte wijnen scoren prima, zoals de St. Michael Riesling, Grauburgunder en Weissburgunder. De rode wijnen van Spätburgunder en Lemberger laten in koele jaren een ruwe en onrijpe, plantaardige kant zien. Zelfs een luxe eikenregime in de premiumlijn kan dat niet verhullen.

Ook Alex Gerst is kritisch over de kwaliteit en het ontbreekt hem allerminst aan realiteitszin. "De meeste consumenten hebben geen boodschap aan een goed of slecht oogstjaar, maar verbinden kwaliteit uitsluitend aan de prijs die wordt betaald. Daarom is het voor ons noodzakelijk om de kwaliteitsslag door te zetten. Met behulp van proeverijen proberen wij de aangesloten wijnboeren voortdurend te attenderen op de positieve kanten van kwaliteitscontroles en een strenge oogst." Het is mij inmiddels duidelijk: een moderne coöperatie is klantgericht, kwaliteitsbewust en heeft een visie voor de toekomst.


Weingut Gerhard Leiss: klein, maar fein

Het volgende bezoek is gepland bij Weingut Gerhard Leiss in Gellmersbach. Dit succesvolle, middelgrote familiebedrijf met 11 hectare wijngaard staat onder leiding van de tweede generatie Wolf-Peter Leiss. Het contrast met Cleebronn zou niet groter kunnen uitvallen, want de familie doet alles in eigen beheer.

De wijnkelder is uitgegraven in een heuvel. Opvallend aan de inrichting is een grote machine die lege flessen reinigt met spoelwater op 77º Celsius. Een deel van de trouwe klantenkring levert namelijk lege flessen in voor hergebruik. 'Zolang de apparatuur blijft werken, gaan we gewoon door met recyclen', vertelt Leiss.

Weingut Leiss is één van vele bedrijven in Württemberg die de productie van wijn met Besenwirtschaft combineert. Een Besen is het Schwabische equivalent van een Oostenrijkse Heuriger, zeg maar een restaurant waar je eenvoudige, traditionele kost en een glas wijn kunt nuttigen.

Herr Leiss neemt de Besen erg serieus. Hij bakt zijn eigen brood en verwerkt zelf het vlees. Het restaurant is slechts 10 dagen (!) per jaar open voor publiek. De andere tijd wordt de ruimte namelijk voor proeverijen en besloten bijeenkomsten gebruikt. Vanaf het terras heb je een waanzinnig uitzicht over de heuvelachtige omgeving die doet denken aan Toscane. We genieten er van huigemaakte Maultaschen, een streekgerecht op basis van worst, spinazie, brood en ui. Even simpel als smaakvol.  

Leiss vertelt dat hij in belangrijke mate inzet op wijntoerisme. En wat heet belangrijk als je jaarlijks vrijwel je complete wijnvoorraad kunt slijten aan 3000 klanten die Abhof kopen. De familie kent ze vrijwel allemaal persoonlijk. En voor de aardigheid levert Leiss ook wat wijn aan restaurants in de omgeving. Daarmee is de handel af. Jawohl, zó kan het dus ook!  

En de wijnen? We zijn in Duitsland, dus we kunnen kiezen uit een tiental wijnen die in de stijlen trocken, feinherb, halbtrocken, Kabinett of Spätlese op de plank staan. Hoewel Weissherbst – een (lichtzoete) rosé meestal gemaakt van Trollinger of Schwarzriesling – onverminderd populair blijft, prefereren volgens Leiss steeds meer klanten droge wijn. De Grauburgunder Gellmersbacher Dezberg spreekt erg tot mijn verbeelding. Ook proef ik er twee verrukkelijke Spätburgunders 2009 voor nog geen tientje. Ausverkauft, dat wel. Of wij tot besluit nog één van de 15 distillaten willen proberen? Nou nee, het is al bijna middag, we moeten verder…


Junges Schwaben

Het volgende onderdeel op het programma is een nadere kennismaking met vijf wijnmakers die zich sinds 2002 gezamenlijk presenteren als Junges Schwaben. Hoewel niet allemaal even jeugdig is het samenwerkingsverband een vernieuwde en originele aanpak om kwaliteitswijnen uit de 'Trollinger-republiek' Württemberg onder de aandacht te brengen.

Elk lid van Junges Schwaben heeft een specialiteit, dus de producenten vullen elkaar prima aan. De groep bestaat uit Weingut Kistenmacher & Hengeren (Spätburgunder), Wachstetter (Lemberger), Weingut Zipf (Rotwein cuvée), Weingut Bernhard Ellwanger (Sauvignon Blanc) en Weingut Beurer (Riesling). Elke domein bottelt jaarlijks een signatuurwijn, zoiets als de beste cuvée, die te herkennen is aan de titel Junges Schwaben op het etiket.

De groep presenteert zich in een grote witte partytent op de top van een hooggelegen wijngaard in de open lucht. Het waait behoorlijk en de bankjes zijn net te klein voor het grote gezelschap. Niet de ideale omstandigheden om wijn te proeven, zou je zeggen. Maar ach, wijn is beleving en die is er volop.

Tijdens de proeverij wordt duidelijk dat elke producent er een eigen stijl op nahoudt. De rieslings van Bueuer vallen erg in de smaak (niet te verwarren met Breuer in de Rheingau). Karakteristiek, intens, origineel en vol materie. De spontane gisting zorgt in sommige gevallen voor een uitgesproken 'flinty' of 'toasty' aroma, iets waarvan je liefhebber moet zijn. De rode, eikengerijpte Lembergers van Wachstetter (VDP-lid) behoren tot de beste die ik tijdens de reis heb geproefd. Krachtig, rijp met frisse zuren een fijne tannines. Eigenzinnig goed.

Ruimte

Met de reis door Württemberg komt ook de Sommelier Spring Class ten einde. Het is een goede mix geweest van presentaties, bedrijvenbezoeken en culinaire intermezzo's. Het kan niet anders dan dat Duitsland meer ruimte krijgt op menig wijnkaart. Sommige sommeliers spraken tijdens de reis al over een heuse 'Summer of Riesling'. Die kan wat mij betreft niet lang genoeg duren.

Job de Swart

Job de Swart (Weinakademiker) is marketeer voor Les Généreux, een samenwerkingsverband van bijna 40 wijnwinkels in Nederland.

foto's: Deutsches Wein Institut

Achtergrond & Interviews

Originele wijnkaart in Alphen a/d Rijn

Hoe kun je vandaag de dag als restaurateur nog een beetje onderscheiden met je wijnkaart anders dan met een fatsoenlijke prijsstelling? Wel, met een bijzondere invulling ervan.Tekst: René van Heusden ML
Denk aan een volledig Franse kaart, al dan niet met bewuste weglating van Bordeaux. Denk aan een volledig Italiaanse kaart. Of aan een kaart met heel veel Duitsland erop. Maar het kan ook heel anders.

 

Enkel cépagewijnen

Mangerie De Zeeger in Alphen a/d Rijn heeft het over een radicaal andere boeg gegooid. Op de kaart van Peter Batelaan vind je daar uitsluitend monocépagewijnen, wijnen die geheel of in ieder geval voor minimaal 85% gemaakt zijn van één enkel druivenras. Wat je noemt een hoogst educatief concept, zeker wanneer je je gasten zo ver kunt krijgen om eens wat te proberen dat ze nog niet kennen. Hoeveel namen van ruivenrassen kan de gemiddelde Nederlander eigenlijk spontaan noemen? Daar moeten we ons geen al te grote illusies over maken. Des te aardiger daarom juist dit initiatief.  

 

Druivenlexicon van A tot Z

Bij de 21 wijnen tellende sectie wit varieert de keuze van Albariño tot Weissburgunder, bij de 30 rode van Acolon tot Zinfandel. Vanzelfsprekend zitten daar, met uitzondering van cabernet franc, de meeste ´usual suspects´ tussen, maar bijna onvermijdelijk ook wat avontuurlijker werk. Denk aan droge Pedro Ximénez uit Chili of Savagnin uit Australië, aan Gropello uit Noord-Italië of Regent uit de Achterhoek. Maar ook bij de meer gangbare rassen gaat het er soms heel verrassend aan toe. Zo drink je een Viognier en een Merlot die allebei uit Duitsland blijken te komen. En dat zijn slechts twee voorbeelden uit een langere rij. Waarmee direct duidelijk wordt dat de kaart ook blijk geeft van een intrigerende geografische spreiding. Even turven leert dat de wijnen uit in totaal veertien landen afkomstig zijn. Bravo!

 

Schappelijk geprijsd

Ook de prijsstelling bij De Zeeger is keurig. Tal van wijnen blijven onder de 30 euro per fles, terwijl slechts een enkeling meer dan 35 euro moet kosten. Nu nog de spelfoutjes eruit en het is helemaal voorbeeldig.. De kaart is in te zien op de site van het restaurant: www.dezeeger.nl

Achtergrond & Interviews

Kleine importeurs, grote wijnen – Abbema Wines

Elke importeur moet ergens beginnen. Het vertrekpunt is vaak de eerste wijnliefde; het land of de streek die het hart wist te veroveren. Die liefde wordt de motor van het bedrijf en is precies wat kleine importeurs zo aantrekkelijk maakt. Tijd voor een nadere kennismaking.Tekst en fotografie: René van Heusden
In deze serie op de Perswijnsite spreken we met een aantal 'kleine' importeurs. Klein in volume, met gemiddeld niet meer dan 25.000 flessen per jaar, maar niet in kwaliteit. Hun passie en liefde voor hun specialisaties zijn onomstreden. Aflevering 3: Mark Abbema van Abbema Wines.


Abbema Wines BV in Zwijndrecht is amper een jaar oud. Het werd in de zomer van 2011 opgericht door horecaondernemer Mark Abbema, hotelier in Kenia. Hij wordt met raad en daad bijgestaan door Hans Mulié, een oude rot in het wijnvak.

Een beetje toeval heeft daarbij geholpen. Begin 2010 maakte de Kaapse wijnproducent Schalk Burger noodgedwongen een landing in Nairobi en kwam daar in contact met Mark Abbema. Het klikte tussen de twee en Mark besloot te gaan werken met Burgers wijnen. Ook kocht Abbema samen met Bert van Eyck – van wijnhandel Van Eyck in Helmond – primeurs in Bordeaux. De liefhebberij was er dus al.

Maar om een professionele wijnimport te runnen is meer nodig dan alleen enthousiasme. Hans Mulié, met ervaring bij Walraven & Sax, De Bruijn en Le vin en direct, bleek er wel voor te voelen om na zijn pensioen nog een jaar of wat actief te blijven in de wijnhandel en Mark in te wijden in de kneepjes van het vak. De Engelse naam Abbema Wines is geen kwestie van interessantdoenerij, maar is gekozen met het oog op de Keniaanse activiteiten. Abbema heeft er zelfs een speciale wijnclub in het leven geroepen.

Perswijn ging bij Abbema en Mulié op bezoek. In Zwijndrecht, niet in Kenia

Wie zijn Abbema's doelgroepen?

"Horeca, groothandel en retail. Particulieren kunnen eventueel via de website bestellen."  

Aantal medewerkers?

"Vijf personeelsleden onder wie twee buitendienstmedewerkers voor de horeca."

Heeft Abbema Wines een specialisatie?

"Niet qua herkomst, wel qua omvang. Maximaal een tiental producenten met interessante wijnen, afgewisseld met producenten van naam en faam. Wij hebben ons assortiment wel op papier staan en ons wensenpakket benoemd. Als er een pareltje voorbij  komt, dan zeggen we geen nee. Specifieke landen hebben we niet op het oog."  

Waarom deze specialisatie?

"Je moet niet te veel producenten in je portfolio hebben. We willen niet dezelfde fout maken als veel importeurs door maar wijnen en producenten blijven toe te voegen. Onze verkoopmedewerkers moeten de portfolio kunnen uitdragen en ervoor zorgen dat de producenten de aandacht krijgen die ze verdienen. José Pariente is daar een mooi voorbeeld van. In één klap konden wij hem een order voor 20.000 flessen geven. Nog een voorbeeld. Toen we in contact kwamen met Johner verkocht hij via twee importeurs in Nederland 180 flessen in twee jaar. Wij doen dit eerste jaar al meer dan 3000 flessen."

Hoe ziet het assortiment er nu uit?

"Vijf domeinen: Schalk Burger/Welbedacht (Zuid-Afrika), Karl Johner (Baden en Nieuw-Zeeland), José Pariente (Spanje), K.Lentsch & H. Lentsch (Südtirol/Alto Adige), Lucien le Moine (Bourgogne plus Bordeaux)."

Van waar het vertrouwen van producenten om met een nieuwkomer in zee te gaan?

"Hans kent zijn pappenheimers en ik ben de man die vooraf afrekent. Financiële betrouwbaarheid daar houdt elke producent van. Bankgaranties zijn dus niet nodig."

Hoe verloopt de communicatie met bestaande en potentiële klanten?

"Via de website – ook voor eventuele bestellingen – , beurzen en proeverijen (als Grootse wijnen, Kleine Importeurs en de Perswijn Zomerproeverij), e-mail en direct mail. Daarnaast een keuze van 'partners in business' die onze boodschap kunnen uitdragen, zoals Gastrovino, De Logie en Van Eyck Wijnkelders."

Hoe waren de ervaringen tot nu toe?  

"Boven verwachting. De zaak heeft een vliegende start gekend."

Opvallende dingen meegemaakt?

"Alle producenten vinden het een razend interessante gedachte om behalve aan Nederland ook aan Afrika te kunnen leveren."

Vijf representatieve wijnen?

"Niet helemaal representatief door de sterke aanwezigheid van drie wijnen uit Zuid-Tirol, maar dat heeft alles te maken met het terechte enthousiasme over deze recente aanwinsten. Wat een finesse!

José Pariente, Rueda Verdejo 2011

H. Lentsch, Südtiroler Goldmuskateller 2011

Klaus Lentsch, Südtiroler Veltliner 'Eichberg' 2010

Klaus Lentsch, Südtiroler Blauburgunder 'Bachgart' 2009

Schalk Burger No. 6 2006 (icon, blend van zes druivenrassen)"

Plannen voor de nabije toekomst?

"Het assortiment verder gestalte geven, zorgen voor een fijnmazige distributie voor iedere afzonderlijke producent en letten op de kosten."

www.abbemawijn.nl

Tekst en fotografie: René van Heusden

Achtergrond & Interviews

Succesformule: Frank Smulders geeft WSET-cursus op niveau 3

Wie ooit les gehad heeft van Frank Smulders MW kan het beamen: hij weet (uiteraard) álles van wijn en is een bevlogen docent met gevoel voor humor. Combineer dit met de degelijke opzet van een WSET-cursus en je hebt een formule die niet stuk kan. De cursus op niveau 3 die hij komend najaar geeft, is een absolute aanrader.Tekst: Anda Schippers
 De cursussen van de Wine and Spirit Education Trust (WSET) hebben een goede reputatie. Ze zijn te volgen van niveau 1 (beginners) t/m 5 (Weinakademiker) en worden internationaal erkend. Master of Wine Frank Smulders geeft al jaren les op alle niveaus, maar dat hij alle lessen van één cursus verzorgt, is uitzonderlijk.


“Een buitenkans voor iedereen die de overstap van beginner naar gevorderde wil maken”, zegt Jenny van Lieshout (foto), die zelf ook docent is bij de WSET en deze cursus organiseert. “Frank vertelt met zoveel enthousiasme en op zo’n heldere manier dat zelfs complexe materie makkelijk te begrijpen is. Wereldwijd wordt er normaal gesproken pas op niveau 4 door Masters of Wine onderwezen. Het is een unieke kans om op gevorderdenniveau al kennis bijgebracht te krijgen van iemand met zoveel kennis en ervaring.” Daar komt nog bij dat deze cursus op maandagmiddag gegeven wordt: dat maakt het voor mensen die in de horeca werken extra aantrekkelijk.

Plezier

Frank, die in 1992 Master of Wine werd, werkt op dit moment als wine director van twee hotels in Oostenrijk en Zwitserland – ‘met de grootste wijnkelder ter wereld’ – en is bezig een wijnonderzoeks- en opleidingsinstituut in Zwitserland op te zetten.

“De resterende tijd steek ik in het lesgeven voor de WSET, zowel in Nederland als in het buitenland. Ik geef les aan beginners, gevorderden en studenten op topniveau. En ik beleef aan alle niveaus en alle cursisten evenveel plezier. De lol zit ’m erin mensen wijzer te maken op het gebied van wijn. As ze daar positief op reageren, wat vrijwel altijd het geval is, dan is en blijft dat leuk om te doen.”

Veel kennis in korte tijd


Nederland kent meer goede wijnopleidingen, zoals het bekende SWEN. Wat maakt de WSET bijzonder? Frank: “De kwaliteit is hoog; de stof is actueel en de certificaten zijn internationaal erkend. De cursus op niveau 3 is echt een heel goede opleidng voor gevorderden. Je krijgt in een vrij compacte vorm een grote hoeveelheid theoretische kennis aangereikt én je doet veel proefervaring op.” Jenny vult aan: “In de cursus worden alle wijngebieden en wijnlanden in de wereld behandeld, en natuurlijk de productie van wijn. Bij het proeven komt ook blindproeftechniek uitgebreid aan bod.”

Het is overigens leuk te vermelden dat in het geval van Jenny al die kennis tot een carrièreswitch leidde: “Ik had dankzij de WSET-cursussen in zo’n razend tempo zoveel over wijn geleerd, dat ik die kennis met andere wijnliefhebbers wilde delen. Ik heb mijn baan opgezegd en ben Approved Programme Provider voor de WSET geworden, zodat ik nu zelf cursussen kan aanbieden.”

Meedoen

Kan iedereen meedoen? Jenny: “Iedereen kan meedoen; liefhebbers en professionals. Het belangrijkste is dat je echt veel interesse voor de materie hebt, want de cursus is zeer gedetailleerd. Een vooropleiding op niveau 2, zoals SWEN 2 of WSET niveau 2, of het wijnbrevet, sluit het beste aan. De cursus is ook heel geschikt voor vinologen die zich willen voorbereiden op de Diploma Course (niveau 4 van de WSET, waarvoor de cursus op niveau 3 een vereiste is), en voor sommeliers in opleiding.”

Frank verheugt zich er al op: “Ik denk dat we dit najaar een cursus van het hoogste niveau kunnen neerzetten, zowel qua inhoud van de lessen als qua niveau van de wijnen die we gaan proeven.”

Praktische zaken

Duur:        8 bijeenkomsten van 4 uur (van 24 september t/m 26 november)

Tijd:          13.00-17.00 uur

Kosten:     € 1195,- per persoon (incl. Btw)

Inbegrepen:    eenmalige deelname aan alle lessen, een set van 6 wijnglazen, studieboeken, de in de les te proeven wijnen en eenmalige deelname aan het WSET level 3 examen

Locatie:     Qurius Inspirience Center, Zaltbommel

Taal:          de cursus wordt in het Nederlands gegeven, maar het studiemateriaal is in het Engels en het examen ook.

Kijk voor meer informatie op www.musttaste.nl.

Anda Schippers

Achtergrond & Interviews

Op wijnreis met sommeliers: Rheingau (deel 1)

Voorafgaand aan de vierdaagse excursie naar de Rheingau en Württemberg, op uitnodiging van het Deutsches Wein Institut, kreeg ik keurig het programma toegezonden met het vriendelijke verzoek om op tijd te arriveren bij Hotel Schwarzer Bock in Wiesbaden. Pünktlichkeit ist alles.Tekst: Job de Swart
En inderdaad, bij aankomst staat de bus al klaar om te vertrekken. Ik blijk in goed gezelschap van zo'n 50 sommeliers, afkomstig uit alle windstreken. Vandaag en morgen brengen wij eerst een bezoek aan enkele producenten in de Rheingau en de Hochfachschule Geisenheim. Een dag later reis ik nog met een deel van het gezelschap door naar Würrttemberg voor een nadere kennismaking met deze regio.


Weingut Joachim Flick – Rheingau

De bus rijdt richting het oostelijke, minder bekende deel van de Rheingau. Herr Flick (!) van het gelijknamige wijnbedrijf wacht ons op. Hij leidt ons rond in de kelder die in 2008 geheel verbouwd en gemoderniseerd is. De beste wijnen gisten in grote eikenhouten vaten, genaamd Stück (1200L) of Doppel Stück (2400L). Het zijn oude vaten die geen smaak of tannine meer afgeven, maar zorgdragen voor complexiteit door geleidelijke micro-oxidatie van de wijn.

Onlangs heeft de eigenaar 18 oude eiken op het 20 hectare tellende domein gekapt voor de productie van nieuwe vaten. De bomen wortelen in dezelfde bodem als de wijnranken, dus zou het bijdragen aan de typicitiet van de wijnen.

Dan volgt er een heuse lichtshow. Met een druk op de knop kan Joachim Flick de verlichting van de gehele wijnkelder van kleur doen veranderen. We vergelijken de smaak van de Riesling trocken 2010 bij wit, felblauw en rood licht. Uit onderzoek blijkt namelijk dat blauw licht de zure en frisse kant van de wijn accentueert, terwijl blootstelling aan rood licht de rijpheid en het fruit benadrukt.

Mijn persoonlijke ervaring is echter iets anders. Het scherpe, blauwe licht leidt de zintuigen zodanig af dat het gewoonweg lastiger concentreren is op de structuur van de wijn in tegenstelling tot de warme, rode kleur.

Aansluitend staat een groot buffet opgesteld met Strudel, Knödel en geit aan het spit. Joachim Flick snijdt zelf trots het vlees aan. Hij vertelt dat de bakker om de hoek bereid is gevonden om zijn oven af te staan voor de 4 uur durende bereiding. Perfect gegaard.

Los proeven wij nog enkele wijnen van het domein. De rieslings 2011 van de monopole Wickerer Nonnberg (3 ha) en de Hocheimer Königing-Victoriaberg behoren tot de beste van het domein.

Geisenheim

De volgende dag wacht ons een druk programma, maar in de ontbijtzaal is, op een verdwaalde zakenman na, nog geen gast te bekennen. Kort voor vertrek haasten de sommeliers zich één voor één langs de buffettafel. Duidelijk geen ochtendmensen. Wederom stipt op tijd vertrekt de bus naar Geisenheim, ongeveer 45 minuten rijden van Wiesbaden. Directeur van de faculteit wijnbouw Professor Hans Schultz praat ons daar bij over de laatste ontwikkelingen in de Duitse wijnbouw.

Duitsland herbergt wijngaarden in de meest noordelijke regio's geschikt voor wijnbouw in Europa. Professor Schultz legt uit dat wijnbouw op de 50e noorderbreedtegraad- algemeen beschouwd als de meest noordelijke grens – bestaat bij de gratie van een unieke combinatie van steile hellingen, arme bodems en nabijheid van water. De Mosel vallei met overwegend leisteenbodem (Schiefer) is hét voorbeeld bij uitstek.


Recent onderzoek wijst uit dat er bovendien verschillen bestaan tussen de samenstelling van riesling druiven afkomstig van blauwe, rode en grijze leisteen in deze regio. Het lijkt erop dat de weerkaatsing van zonlicht op leisteen een enzymatische reactie in de schil van de druif teweegbrengt en de ontwikkeling van fenolen beïnvloedt.

Bovendien beïnvloedt leisteen met een blauwe kleur de weerkaatsing op een andere manier dan grijze leisteen, hetgeen de verschillen in aroma ontwikkeling mede zou verklaren. Een fenomeen dat proeftechnisch al door diverse producenten wordt onderschreven. Clemens Busch uit Pünderich in de Mosel, bijvoorbeeld, bottelt de wijnen van verschillende soorten 'Schiefer' separaat.

We proeven ter vergelijking twee droge rieslings uit de Saar en de Nahe. Omwille van de verteerbaarheid gaat een relatief hoge zuurgraad dikwijls gepaard met enkele extra grammen restsuiker in de wijn. De Riesling trocken 2009 van Van Volxem (12% alc.) uit de Saar met maar liefst 12 gr/l restsuiker heeft een frisse, kristalzuivere smaakstructuur zonder scherpe kantjes en slechts in de verre verte een hint van zoet in de afdronk. Knap werk.

Ook de Riesling trocken 2008 – een koeler jaar – van Diel uit de Nahe (13% alc.) heeft geen waarneembaar zoet met 7,7 gr/l wijnsteenzuur en 7 gr/l restsuiker. De smaak is levendig, puur, knisperend fris en tegelijk en rijp met aroma's van limoen en grapefruit. Kortom, je hoeft niet eens het grote werk te proeven om te begrijpen dat het in de noordelijkste gebieden van Duitsland draait om het spel tussen zoet en zuur.

Pinot Trio

Na een kwartiertje rust staat alweer de volgende 'educatieve' proeverij op het programma. Voor wie er nog aan twijfelt, wijnproeven is topsport! De sommeliers nemen wederom plaats in het proeflokaal voor een uitleg over het pinot trio. Immers, de witte weissburgunder (pinot blanc), grauburgunder (pinot gris) en rode spätburgunder (pinot noir) winnen snel aan populariteit. Wat volgt is een spectaculaire proeverij van de beste Burgunder wijnen die Duitsland te bieden heeft.

Voor de klas staat sommelière Romana Echensperger, tweedejaars student Master of Wine, om de wijnen van toelichting te voorzien. Wat heet toelichting. De Duitse neemt het woord om het vervolgens 60 minuten lang niet af te staan. In de zaal zijn de sommeliers, doorgaans een bijzonder spraakzaam volkje, net als ik overdonderd door de passie en gedrevenheid waarmee Frau Echensperger haar verhaal brengt.

Niks ten nadele van de witte Burgunders, maar persoonlijk ben ik nog steeds het meest onder de indruk van de hoge kwaliteit pinot noir die uit Duitsland komt. Echensperger wijst ons op de opmars die rode wijn de afgelopen decennia gemaakt heeft. In het geval van pinot noir heeft het naast een toename in kennis over plek van aanplant en wijze van vinificatie vooral te maken met de beschikbaarheid van nieuwe, kwalitatief betere klonen.

Klonen

Net als in veel andere Europese wijngebieden selecteerden wijnbouwers in de jaren '50 tot '70 van de vorige eeuw klonen vooral op basis van een hoge productiviteit. De grote dichtheid van de trossen leidde echter tot de nodige, ongewenste Botrytis infecties (grijze rot). Bij verwerking van geïnfecteerde druiven zorgt het oxidase enzym lacasse voor een versnelde bruinkleuring en ontwikkeling van kruidige aroma's in de wijn. Vooral een 'maggi-achtige' toon, sterk aanwezig in gerijpte spätburgunders, is een kenmerk van oude Duitse klonen.

Sinds de eeuwwisseling zijn nieuwe Dijon- en Duitse klonen (GM 20-13) op de markt. De nieuwe klonen worden gekenmerkt door minder compacte trossen en ongelijke rijping van de druiven, waardoor de kans op rot afneemt en de aromacomplexiteit in de wijn toeneemt. Ook hebben de nieuwe klonen een natuurlijk lager rendement hetgeen de kwaliteit ten goede komt.

De proeverij maakt duidelijk dat spätburgunders gemaakt van nieuw klonen, zowel Frans als Duits, doorgaans een hogere zuurgraad hebben en meer rijp, vers fruit aroma's in plaats van de aardse kruidigheid die oude klonen kenmerkt.

Toonaangevende producenten als Rudolf Fürst (Franken) en Huber (Baden) zoeken naar de grootst mogelijke complexiteit in de wijnen. Beide producenten hanteren een mix van oude en nieuwe klonen wat zorgt voor een combinatie van Bourgondische finesse en een zwoele, rijpe stijl die wellicht als typisch Duits te omschrijven is. Geen pinot noir, maar écht spätburgunder dus. De overweldigende Rudolf Fürst Centgrafenberg 2009 en de Huber Schlossberg GG 2008 behoorden tot mijn absolute favorieten. Grote wijnen waarvan de sommeliers en ik nog lang nagenoten.

In deel 2 van dit reisverslag maken we een ontdekkingstocht door Württemberg, het land van de Schwaben nabij Stuttgart, met de blauwe druiven Lemberger en Trollinger in de hoofdrol.

Job de Swart

Job de Swart (Weinakademiker) is marketeer voor Les Généreux, een samenwerkingsverband van bijna 40 wijnwinkels in Nederland.

foto's: Deutsches Wein Institut

Achtergrond & Interviews

Le Pin, het vergeten postzegeldomein

Wie proefnotities over Bordeauxwijnen leest zal het ongetwijfeld zijn opgevallen dat bijna elke grote naam vaak voorbij komt, of het nu ‘en primeur’ proeverijen zijn of niet.Tekst en fotgrafie: Job Seuren
Als je maar een beetje iemand bent krijg je deze wijnen gewoon te proeven in overzichtsproeverijen of op de châteaux. Een naam die vaak echter schittert door afwezigheid is Le Pin.


Dit postzegeldomein in Pomerol maakt wijnen die tot de meest gezochte en duurste wijnen ter wereld behoren, maar je moet flink je best doen om er iets over te weten te komen. Vandaar dat ik de nobele taak op mij heb genomen een kort verslagje van een recent bezoek te maken. Goede wijn, en ook de kennis daarover, is er namelijk om gedeeld te worden.

Buurtfeest

Le Pin doet niets aan PR. Geen grootse proeverijen of perslunches, niets. Dit bezoek was dan ook geen uitnodiging voor een of ander exclusief clubje, maar toevallig zat ik vorig jaar met Fiona Morrison MW in de jury van het Belgisch NK voor sommeliers, de Trophee Bollinger. Fiona is de vrouw van eigenaar Jacques Thienpont en dit gezamenlijk jurylidmaatschap was derhalve een mooie basis voor een bezoek.

Van tevoren doe je natuurlijk onderzoek, pak je er boeken bij en google je jezelf kapot om goed voorbereid te zijn op een gesprek met deze Master of Wine over de wijnen en niet ongeïnteresseerd over te komen. Wat bleek: Het kleine beetje informatie dat voorhanden was, was verouderd. Wat gelukkig nog wel klopte was dat het château zich nog op hetzelfde adres bevond, maar wel een adres dat zonder hulp van her en der rondlopende wijngaardeniers niet te vinden is. Zelfs als je er een foto van twee jaar geleden bij had gehad, zou  je er straal aan voorbij gelopen zijn. Tijdens het bezoek was men namelijk druk in de weer met de voorbereidingen van het feest ter gelegenheid van de opening van het volledig herbouwde château, inclusief hypermoderne cave dat die avond zou plaatsvinden. Niet voor pers, maar voor ‘de buurt’. Een buurtfeest in stijl dus, noblesse oblige.

Klein domein

De van origine Belgische wijnhandelaarsfamilie Thienpont kocht Le Pin in 1979, toen het slechts 1 hectare omvatte, voor 1 miljoen Franse francs. Inmiddels is het in handen van neven Jacques (getrouwd dus met Fiona Morrison) en Alexander en is de oppervlakte in de loop der tijd gegroeid. Met een recente uitbreiding telt het domein nu 2,7 hectare grond, nog steeds erg klein voor een domein in de Bordeaux. Ter illustratie: buurman Petrus telt rond de 12 hectaren.

Alle wijngaarden liggen rondom het château zelf met uitzondering van tien are iets verderop die niet voor Le Pin gebruikt wordt, maar waarvan de aanschaf nodig was om zeven rijen stokken te kopen die aan Le Pin grenzen.

 

Nieuwe stokken

Le Pin bevindt zich op een heel specifiek deel van Pomerol dat met dank aan onderzoek van Kees van Leeuwen in kaart is gebracht als een kiezelgletsjer uit het Jura tijdperk. Veel minder klei dus dan een groot deel van Pomerol, wat gelijk een deel van de elegantie van deze wijn verklaart. Fiona Morisson vertelt dat na de phylloxera in korte tijd veel te veel slecht plantmateriaal is aangeplant dat eind jaren ’70 gerooid moest worden om er goede stokken neer te zetten. Resultaat is dus een wijngaard van wijnstokken van 40 tot 45 jaar oude wijnstokken.

Zoals her en der te lezen is bezit Le Pin wel een paar stokken Cabernet Franc, maar is dat door uitbreidingen met Merlot niet meer de 8% en wordt de Cabernet niet voor Le Pin zelf gebruikt die voor 100% uit Merlot bestaat. Er wordt onder de appelatie Pomerol overigens ook nog een andere wijn gemaakt, de Trilogie. Een blend van drie verschillende jaren en van mindere percelen zoals de halve hectare die niet aan het château zelf grenst. Er wordt echter benadrukt dat dit absoluut geen tweede wijn is. Dit is een andere wijn met een ander karakter. Le Pin is Le Pin en niets is daarmee te vergelijken. Vandaar dat Trilogie ook niet via de reguliere handel op de markt komt maar slechts direct wordt verkocht aan vrienden en goede klanten.

Pretentieloos


Elegantie, sober-chique, charmant en een karakter wars van pretenties stralen in alles door, van wijn tot gebouw tot wijnmaker. Bij ontvangst komt een meer dan gemoedelijke Jacques Thienpont naar ons toe: “Hier heeft ge een glaasje, handig om mee te proeven. Wel een klein beetje maar, hoor.” Hij bezit dezelfde vriendelijkheid en hetzelfde enthousiasme als neef Alexander die we eerder die ochtend bij Vieux Château Certan ontmoeten. 

Het château zelf, dat meer iets weg heeft van een luxe villa, is weliswaar state-of-the-art, maar door gebruik van natuurlijke producten zie je daar nauwelijks iets van. Op de kunststof witte feesttent na dan, die het landschap voor vandaag eventjes bederft. Het ontwerp is van architect Paul Robbrecht die onder andere het Concertgebouw in Brugge heeft ontworpen, het Boijmans van Beuningen en de White Chapel. Tot in detail perfectionistisch dus, niets wordt aan het toeval overgelaten, maar volledig pretentieloos.

 

Fraude

Inmiddels zijn ze er bij Le Pin achtergekomen dat met de groeiende Russische en Aziatische markt voor luxe wijnen en de daaraan gekoppelde fraude, de wijnen goed beveiligd moeten worden. Waren de kosten van een fles wijn voorheen slechts de fles, het papiertje en de kurk, tegenwoordig wordt het papier van speciale producten gemaakt en met speciale lijm door de Franse staatsdrukkerij die ook de nationale postzegels maakt. Elk jaar is het etiket net even anders, zonder dat een willekeurige persoon het door heeft.

Ook wordt de capsule extra stevig vastgezet, omdat bleek dat er in verschillende restaurants nog wel eens een flesje werd uitgeschonken waar de capsule dan zonder mesje, maar heel voorzichtig werd afgehaald om er vervolgens een nieuwe wijn in te doen met dezelfde kurk en capsule er weer op. Om honderd procent zekerheid te hebben dat er niets fout gaat kijkt Fiona er bij proeverijen in Azië persoonlijk op toe dat de lege flessen na afloop kapot geslagen worden. Trieste noodzaak.

Evenwicht

Deze omstandigheden tonen aan dat het hier wel over een heel speciale wijn moet gaan en nu wil u natuurlijk weten: “Hoe proefde de wijn dan?”. Nou beste mensen, het spijt mij zeer, maar over de wijn zal ik niet al te veel zeggen. Ik heb slechts mogen genieten van de blend van 2011 die nog niet af was. Er werd op gevoel uit een aantal vaten samen iets in het glas gedaan en daarover iets zeggen zou speculeren zijn. Daarenboven wil ik niet de indruk wekken over de capaciteit te beschikken met puntensystemen dit soort wijnen te kunnen beoordelen.

Wat wel gezegd mag worden is het geweldig evenwicht tussen rijkdom en elegantie dat opviel. Intens verfijnd drinkplezier, laat ik het zo dan noemen. Of daar zo’n enorme prijs tegenover moet staan moet ieder voor zich uitmaken, exclusief is het in ieder geval wel.

Job Seuren

1 27 28 29 30 31 57
Page 29 of 57
nl Nederlands