Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 20 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

Alessandro Masnaghetti brengt de Italiaanse wijngebieden in kaart

Alessandro Masnaghetti, geboren op 16 mei 1962 in Milaan, is een van de interessantste persoonlijkheden van de Italiaanse wijnmedia. Hij is tegenwoordig vooral bekend van zijn beschrijvingen en prachtige kaarten van beroemde Italiaanse wijngebieden (en zelfs van de Médoc, Sauternes en Barsac!), die eerder nooit op zo’n duidelijke manier in kaart waren gebracht. Maar het bijkomend effect van het maken van die kaarten is minstens zo belangrijk als de kaarten zelf.

Masnaghetti zet er namelijk mee aan tot discussie over terroir in het algemeen en wijngaarddenominatie en -classificatie in het bijzonder. En dat in een van de meest traditionele wijnlanden ter wereld. Ik ontmoette de aimabele eigenaar en hoofdredacteur van ENOGEA in Alba, tijdens Nebbiolo Prima 2015. En liet hem uitgebreid aan het woord.

PW: Van nucleair wetenschapper tot ‘wijnjournalist’. Hoe ging dat?

AM: Ik studeerde nucleaire wetenschappen aan de technische universiteit van Milaan (Politecnico di Milano) en studeerde in april 1988 af. Ik kreeg een baan, maar was die meteen weer kwijt nadat Italië in mei 1988 besloot te stoppen met kernenergie (naar aanleiding van de kernramp van Tsjernobyl, red.). Ik had toen al veel passie voor eten en wijn, en had de mazzel dat de bekende wijnjournalist Luigi Veronelli het zag zitten met mij (Luigi Veronelli wordt door velen gezien als de belangrijkste Italiaanse culinaire journalist van zijn tijd, red.).

PW: Dus Luigi Veronelli stond aan de basis?

AM: Zeker. Ik ging eerst voor zijn tijdschrift l’Etichetta schrijven en werd later verantwoordelijk voor de nieuwsbrief Ex Vinis. In die tijd droeg ik ook bij aan zijn gids I Vini di Veronelli.

PW: En wanneer begon u voor uzelf?

AM: In 1997 starte ik Enogea, mijn eigen nieuwbrief, en in 2002 stopte ik tijdelijk. In 2005 blies ik Enogea nieuw leven in en met succes. Mijn eerste kaart maakte ik trouwens al in 1994, voor Veronelli. Een van Barbaresco. Niemand wilde hem kopen destijds, 95% bleef onverkocht… Maar in 2007 probeerde ik het toch weer. Kaarten van Castiglione Falletto (Barolo DOCG) en Panzano (Chianti Classico DOCG) kwamen uit als bijlagen bij mijn nieuwsbrief. En dit keer waren producenten enthousiast, vandaar ben ik doorgegaan.



PW
: Wat is terroir?

AM: Lastig te zeggen, er zijn zoveel visies. Voor producenten is bodem altijd het belangrijkst, maar daar ben ik niet zeker van. Ik denk behoorlijk anders, er is namelijk veel meer. Bodems verklaren zeker niet alle verschillen tussen wijnen in Barolo bijvoorbeeld. Je kunt ook niet makkelijk over bodems praten, want daarvoor moet je geoloog zijn. Maar de meeste studies van bodems zijn niet gerelateerd aan wijnkwaliteit. De sectie besteed aan bodems in mijn nieuwste boek, Barolo MGA, The Barolo Great Vineyard Encyclopedia, is dan ook maar één pagina.

PW: En vanwaar alle aandacht voor kaarten?

AM: Ik wil dat lezers de verschillen begrijpen tussen wijngaarden, en daarvoor zijn kaarten handig en goed. Want daarop zie je de verschillen in ligging en hoogte. Ik vind het in de eerste plaats belangrijk om wijnliefhebbers het landschap van een bepaald gebied te doen begrijpen en te laten zien waarom er een subzone of Cru is gevormd. Op een goede kaart zie je meteen wat bijzonder is. In Castiglione Falletto en Serralunga d’Alba liggen de heuvels dichter bij elkaar, je voelt dat het iets kouder is en je begrijpt dat de wijnen anders zijn dan in La Morra. Toch moet je voorzichtig zijn met gemeenplaatsen; wijnen uit Serralunga kunnen best heel elegant zijn. Nuance is belangrijk.

Terroir is mysterieus: je hoeft niet alles te kunnen uitleggen. Simpel gezegd wil ik laten zien hoe bijzonder liggingen zijn. De kaarten zijn gemaakt voor wijnliefhebbers. En ik ben geen echte cartograaf. Bij mijn driedimensionale kaarten is Noord niet altijd ‘boven’; ik wil de heuvelvorm laten zien, je moet het landschap op zijn meest fascinerende manier kunnen zien, het mooiste uitzichtpunt zoeken.

Zo probeer ik ook een Cru uit te leggen: ik wil de vorm, de hoogte en dergelijke laten zien. Lazzarito (een beroemde cru van Serralunga d’Alba, red.) bijvoorbeeld is een amfitheater, dat laat je toch niet van buiten zien!

PW: Zetten uw kaarten aan tot classificatie, tot een wijngaardhiërarchie?

AM: Wellicht, maar daarmee ben ik heel voorzichtig, zelfs in Barolo en Barbaresco. Ik heb een officieuze classificatie gemaakt voor de crus van Barolo en Barbaresco en dat is interessant voor journalisten en andere wine geeks. Maar een officiële hiërarchie, daar moet je goed over nadenken, dat duurt even. De crus zoals ze nu zijn begrensd, stammen pas uit 2010, wellicht kunnen we over tien jaar over een wettelijk vastgelegde classificatie beginnen te praten.Als journalist ben ik vrij, dus mijn classificatie van Barolo en Barbaresco is een journalistieke, dat kan. Maar een producent is geen journalist, die is blijvend ter plaatse bezig. Daarmee moet je rekening houden, dus moet je veel genuanceerder zijn, voorzichtiger. En hoe ga je een grote cru als Bussia (in Barolo DOCG) classificeren, met goede maar ook minder delen. Hoe kun je voor producenten beslissen of Bussia vijf sterren of minder krijgt? We moeten eerst weten hoe we deze crus gebruiken, later pas kunnen we gaan denken aan classificatie.

We moeten onze tijd nemen, we zijn geen Bourgogne, waar een en ander eeuwen geleden al is vastgelegd. De begrenzing van de crus duurde al 20 jaar, hoe kunnen we dan heel snel daarna een hiërarchie maken? Ik wil niet belerend zijn, maar producenten moeten wel hun appellatie kennen, en in Barolo kennen ze het deel van hun dorp meestal nog wel, maar dat daarbuiten niet. Daarom is de kaart met de geografische denominaties (Menzioni Geografiche Aggiuntive is de term die Masnaghetti gebruikt, red.) belangrijk. En van daaruit kunnen ze wellicht rijp worden voor een classificatie, want die moet gelden voor de hele DOCG Barolo.

PW: Hoe vordert de kaart van Montalcino, een DOCG met een veel kortere – maar wel grote – faam dan Barolo en een zone die geen historische crus kent?

AM: Dat is een heel uitdagend project (hij glimlacht). Sommige mensen daar hebben er heel eigen ideeën over… Ik weet het nu echt nog niet of het ervan komt. Maar er is nu in ieder geval interesse, die was er vijf jaar geleden helemaal niet, dus dat is een goede ontwikkeling. Vele internationale journalisten dringen erop aan, dus het zal wel eens gaan gebeuren. Ook Chianti Classico was lastig, maar dat is eveneens gelukt. Je moet vooral bescheiden zijn in je benadering, heb ik geleerd.

PW: Laatste vraag, een praktische: hoe maakt u de kaarten?

AM: Dat hangt van de regio af. Hier in Barolo kon ik starten op basis van kadasterkaarten, een belangrijk voordeel en ook belangrijk om exact te kunnen zijn. In Chianti begon ik met satellietbeelden, die ik op de computer intekende zodat er kaarten ontstonden. Wat ik belangrijk vind: je moet er altijd iets van je zelf, van je eigen ziel, in leggen, dus ontstaat een eigen opmaak. Desondanks heb ik geen echte vaste ‘huisstijl’, de stijl ontstaat vanaf het scherm. De boeken en kaarten van Alessandro Masnaghetti zijn te bestellen via www.enogea.it en grotendeels ook te downloaden via iTunes.

tekst: Lars Daniëls MV

beeld: Enogea en Lars Daniëls MV

Achtergrond & Interviews

Poderi Aldo Conterno – een van Barolo’s groten

Zelden stonden een paar weken dermate in het teken van een gebied en een druif als de afgelopen weken in het teken van Barolo, Barbaresco en Roero, met uiteraard nebbiolo als druif. Mega-interessant, maar ook inspannend: Nebbiolo is niet gemakkelijk.

Na een week Nebbiolo Prima in Alba, was afgelopen woensdagavond 27 mei Franco Conterno namens Poderi Aldo Conterno in Nederland voor een proeverij. Een buitenkans om mijn nebbiolo-periode waardig af te sluiten. Voor even. Plaats van handeling was restaurant Zarzo, van Adrian Zarzo Habraken, een van de grote talenten (of eigenlijk al veel meer dan dat) van de vaderlandse gastronomie. Iemand met een grote passie voor en kennis van eten én wijn, een helaas zeldzame combinatie in ons land. Een zeer aanbevolen adres dan ook voor de ware hedonist. En een prima plek om de wijnen van het beroemde Poderi Aldo Conterno te laten proeven.

Mythische Barolo

Want dat Aldo Conterno (1931-2012) een van de groten was van Barolo, staat vast. Aldo was de zoon van Giacomo Conterno, van het zo nodig nóg befaamdere gelijknamige wijngoed in Monforte d’Alba, dat de waarschijnlijk meest mythische Barolo van allemaal maakt: Riserva Monfortino. Toen Giacomo in 1961 zijn cantina overdroeg aan zijn twee zonen Giovanni en Aldo, besloten deze vrij snel daarna om uit elkaar te gaan. Aldo had andere ideeën – ondermeer opgedaan tijdens een verblijf in de Verenigde Staten – en startte in 1969 Poderi Aldo Conterno (letterlijk: Ddomeinen Aldo Conterno).

Aldo kocht de boerderij Favot, prachtig gelegen in het beste deel van de meest ruim bemeten cru van Barolo DOCG: Bussia. Bussia is werkelijk groot, te groot om als geheel als hoogwaardige cru te boek te staan (zie plaatje links, klik om PDF te downloaden). Maar de wijngaarden van Aldo Conterno behoren tot de absolute toppercelen. Ze zijn allemaal gelegen op het zuiden tot zuidwesten op dezelfde heuvelrug, gebroederlijk naast elkaar. Toch geven ze heel verschillende wijnen, iets dat goed te proeven valt als de Barolo’s uit de individuele wijngaarden naast elkaar staan.

Iconische wijngaarden

Colonella, de wijngaard die het dichtstbij Barolo ligt, heeft wat meer zand in de bodems (ze hebben een aandeel Sant’Agata mergel, net als die van Barolo en La Morra, red.) en de wijn is dan ook de lichtere maar ook de meest aromatische van de drie. Tenminste, wanneer jong. Cicala, direct ten oosten van Colonella, en Romirasco, waarin Cicala overgaat, hebben meer de kleibodems die typerend zijn voor Monforte d’Alba en Serralunga d’Alba. Deze wijngaarden geven dus krachtigere wijnen, die meer tijd nodig hebben op zich te openen en zachter te worden.Romirasco zien de Conterno’s als hun topwijngaard en vandaar dat hun topcuvée Granbussia, een Riserva die alleen in de beste jaren wordt gemaakt, voor zo’n 70% is gemaakt op basis van nebbiolo uit Romirasco. De rest komt uit Colonella en Cicala, in ongeveer gelijke delen. Met Granbussia creëerde Aldo Conterno een iconische Barolo, net als zijn opa met Monfortino. En de wijn leeft uiteraard voort door middel van het werk van zijn kinderen Giacomo, Stefano en Franco (zie foto rechtsonder), de huidige generatie van Poderi Aldo Conterno.

Huisstijl


In zijn tijd werd Aldo Conterno vaak bestempeld als een ‘modernist’, maar dat is maar deels waar. Nieuwe barriques zijn nooit zijn ding geweest bijvoorbeeld. En zeker tegenwoordig is het wijnmaken bij Poderi Aldo Conterno wat de Barolo’s aangaat eerder traditioneel te noemen.De wijnen zijn inderdaad opvallend krachtig en geconcentreerd, maar dat vindt zijn oorzaak in de wijngaarden. Deze worden biodynamisch bewerkt (niet gecertificeerd) en daarbij worden via strenge groene oogst de opbrengsten nog eens extra beperkt, tot soms maar een kilo per plant in Romirasco, waar de oudste stokken staan (gemiddeld bijna 60 jaar oud). De geconcentreerde, gezonde druiven staan lange maceraties (inwekingen) toe, van 30 dagen voor Colonella tot 60 dagen voor Granbussia. Die vinden plaats in horizontale vergistingstanks (maar geen rotorfermenters). Daarna rijpen de wijnen 28 tot 32 maanden in grote gebruikte vaten van Slavonisch eikenhout (botti).Het resultaat zijn zeer krachtige Barolo’s – ook qua alcoholgehalte, dat zelden stoort overigens – die lang moeten en kunnen rijpen op fles om hun hoogtepunt te bereiken. Dat ligt volgens Franco Conterno bij goede Barolo in het algemeen na 10 à 15 jaar na verschijnen op de markt. “Maar afhankelijk van het jaar en de cuvée gaan onze wijnen veel langer mee. Grote jaren van Granbussia, zoals 2006, naderen na twintig jaar na de oogst pas hun ideale drinking window”.

De proeverij

Het is immer spannend en soms zelfs wat intimiderend om wijnen te proeven met zulke faam. En waarvan je weet dat ze voor meer dan € 350,00 per fles worden aangeboden, zoals in het geval van Granbussia. Reden te meer om geconcentreerd te blijven (niet extra, maar ook niet minder kritisch) en de kwaliteit van de Barolo’s van Poderi Aldo Conterno in je hoofd proberen af te zetten tegen andere topwijnen uit Langhe en de hele wijnwereld.Er was vooral 2011 te proeven, een goed jaar – in de zin dat het voor minder geoefende wijndrinkers een heel aangenaam Barolo-jaar is (want open, niet te tannineus en rond door alcohol). Maar tegelijk, om eerlijk te zijn, voor aficionado’s niet heel spannend. Desondanks kwamen de terroirverschillen tussen de individuele delen van Bussia er overtuigend uit. En dat is altijd een goed teken: bij Conterno praten ze niet alleen over terroir, ze laten ook proeven wat het doet met de wijnen.

Hieronder volgen de wijnen zoals geproefd. Vermeld zijn de consumentenprijzen per fles.

Langhe Chardonnay Bussiador 2012

Deels gevinifieerd (vergisting start in RVS, vervolg in barriques) en volledig gerijpt in nieuwe Franse barriques, eikenhout van verschillende herkomsten en van verschillende tonneliers; rijke maar gesloten geur, wat boterig; krachtige smaak, met tonen van pistachenoten, ananas en mandarijn, krachtig, behoorlijk lang en niet te zwaar. 15,5/20 punten.

€ 50,00

Barolo Bussia 2011

Uit diverse percelen in Bussia; vergisting en malo in RVS, maceratie (schilcontact) 30 dagen, dan 26 maanden rijping in groot Slavonisch hout; licht floraal (hint van rozen) en fruitig, vooral krachtig en aards, je zou zeggen dat er nieuw hout is, maar moet extract en rijpheid van 2011 zijn; volle smaak, met al behoorlijk extract, rulle tannine en natuurlijke kruidigheid, flinke lengte, wat alcohol in de afdronk. 16/20 punten.

€ 64,00

Barolo Bussia Colonella 2011

Uit vigna Colonella, grenzend aan de gemeente Barolo, van gemiddeld 45 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 30 dagen, dan 28 maanden rijping in groot Slavonisch hout; van de drie individuele wijngaardbottelingen het meest open, prachtig floraal en fruitig (zwarte kersen); goede tannine, meer grip dan de normale Bussia, wel wat warmte van alcohol. 16,5/20 punten.

€ 118,00

Barolo Bussia Cicala 2011

Uit vigna Cicala, direct ten oosten van Colonella, van gemiddeld 45 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 30 dagen, dan 28 maanden rijping in groot Slavonisch hout; duidelijk meer gesloten dan Colonella, meer aards, met tonen van leer ook, wel cassis en munt; smaak heeft veel structuur en power, is compact en nog onontwikkeld, maar heeft wel balans. 16,5/20 punten.

€ 118,00

Barolo Bussia Romirasco 2011

Uit vigna Romirasco, direct ten oosten van Cicala, van gemiddeld 55 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 48 dagen, dan 30 maanden rijping in groot Slavonisch hout; donker van kleur, zeker voor nebbiolo; ook donker van geur, met zwarte kersen en pruimen, wat zoethout, dicht en erg compact nog, je voelt de intrisieke kracht van oude stokken al in de geur; smaak is ook compact, er is geweldige inhoud en power, door superieure balans en frisheid iets eleganter dan Cicala. 17,5/20 punten.

€ 174,00

Barolo Riserva Granbussia 2006

70% vigna Romirasco, 15% vigna Cicala, 15% vigna Colonella; vergisting en rijping in groot Slavonisch hout, maceratie 60 dagen, dan 32 maanden rijping; prachtige geur, ware Barolo, met rozen, viooltjes, hazelnoten, een hint van kruidnagel en teer, fijne aardse ondertonen; smaak is fijn ondanks de kracht, mooie klassieke tannine die langzaam zachter wordt, mooie zuren, heel compleet en jong nog. 18/20 punten.

€ 360,00

Barolo Riserva Granbussia 2001

Iets vluchtig, zoete krenten, pruimen, gedroogde rozen, leer en teer, laurier ook; in de smaak wat gerookte spek, zoete specerijen, zachte maar goede tannine, warmte, genoeg zuren, grote lengte.

17/20 punten. Niet meer te koop.

De wijnen van Poderi Aldo Conterno worden geïmporteerd en verkocht door Luxurious Drinks.

tekst Lars Daniëls MV

beeld Lars Daniëls MV en Poderi Aldo Conterno

Achtergrond & Interviews

Heden, verleden en toekomst van een wijngigant

De hedendaagse kwaliteit hoog in het vaandel, respect voor het verleden en aandacht voor de toekomst: een bedrijf dat deze speerpunten heeft, kan bijna niet anders dan succesvol zijn. Dat is inderdaad het geval bij Torres, de Spaanse wijngigant die grote expansiedrang naar andere werelddelen heeft.


Sinds dit jaar heeft Torres een nieuwe businesspartner in Nederland en daar werd op gepaste wijze aandacht aan besteed. Miguel Torres (4e generatie) kwam naar Amsterdam om een aantal van zijn topwijnen te laten proeven, en daarnaast licht hij ons in over zijn visie op de toekomst van zijn familiebedrijf.

Familiebedrijf

Het bedrijf bestaat al 140 jaar en tegenwoordig staan de 4e en 5e generatie Miguels, traditioneel de naam van de zonen, aan het roer. Uiteraard samen met de dochters, die ook hun eigen inbreng hebben. De Torresfamilie is zich uitermate bewust van de nieuwe uitdagingen die een bedrijf van deze omvang in deze tijd met zich meebrengt. Het is dan ook geen kleine speler: in totaal werken er 1300 mensen wereldwijd, ze bezitten 2432 hectares wijngaarde in Spanje, Amerika en Chili, hun wijnen zijn te vinden in 150 landen, en de omzet in 2014 bedroeg 240 miljoen euro.

Respect voor de natuur

Al sinds de oprichting in 1870 werkt de familie met de grootst mogelijke respect voor de natuur, maar de laatste jaren hebben de veranderingen in het klimaat de focus hierop vergroot. De afgelopen 40 jaar stijgt de temperatuur, en dat heeft grote gevolgen voor de wijnbouw: er wordt nu al 10 dagen eerder geoogst dan 20 jaar geleden.

Daarom startte het bedrijf het ‘Torres and Earth’ programma, dat de ecologische voetprint zo klein mogelijk moet houden. Het bedrijf pakt het grondig aan, met een uitgebreide reeks van maatregelen. Om er maar eens een paar op te noemen: het opwekken van energie uit natuurlijke bronnen, het plaatsen van zonnepanelen en het gebruik van windmolens. Afval uit de wijngaard wordt omgezet in bio-energie, er is flink geïnvesteerd in een procedure om alle overgebleven plantresten om te zetten in houtskool: het proces van pyrolyse.Ook het heel voorzichtig omspringen met water is een manier van besparen; door het zelf biologisch verantwoord reinigen van hun afvalwater, en het hergebruik ervan. Regenwater wordt verzameld in een speciaal voor dit doel gegraven vijver. De CO2 uitstoot is flink verminderd door het gebruik van ondergrondse kelders en geïsoleerde stalen tanks en door het gebruik van lichter glas voor de flessen.

Onbekende druivenrassen

Ook in de wijngaard zelf is veel te winnen. De discrepantie tussen suikergehaltes en aroma’s in de druif door de vroege rijping is een probleem. Daarom zoekt men oplossingen zoals het beperken van de ruimte tussen de planten, een ander snoeibeleid tijdens het groeiproces en het testen van het gebruik van wortelstokken met verschillende droogtetoleranties. Een andere oplossing is het vinden van andere druifvariëteiten, bijvoorbeeld door oude Catalaanse variëteiten weer in ere herstellen. Daarom werd heel Catalunya door een advertentiecampagne in de grote kranten gevraagd om onbekende druivenrassen uit de achtertuin of waar dan ook te melden. Het resultaat: er zijn 38 variëteiten met onbekend DNA gevonden, 7 tot 8 daarvan zijn van een topkwaliteit druivenmateriaal. Nu wordt er druk gezocht naar de beste match van terroir en plant.Miguel vertelt: “We waren op zoek naar de historie en we vonden de toekomst: planten die resistent zijn voor hitte en droogte maar al heel lang geen naam meer hebben. Dit onderschrijft onze nieuwe filosofie van wijn maken: terug naar de viniculture van onze voorouders, maar met de technologie van vandaag.”

Landverhuizing

Er werden nog meer maatregelen genomen: zo draaien ze voor een landverhuizing hun hand niet om. Ze zien juist de voordelen van andere culturen en vooral klimaten. De bakermat is uiteraard Penedès, Spanje, maar Torres is ook te vinden in Californië (Russian River) en Chili waar ze wijnen maken onder de appelaties van Central Valley, Secano Interior, Limarí Valley, Maule Valley, Maipo Valley, Itata Valley, Colchagua Valley en Curicó Valley. Ook daar wordt uitgebreid getest met het aanplanten van wijngaarden op flinke hoogte. In Spanje zijn er proefplantages op een hoogte van 950 meter hoogte in de voetheuvels van de Pyreneeën; er werd zelfs op maar liefst 1200 meter hoogte grond aangekocht, maar dat bleek voor wijnbouw toch echt te hoog.

 

 

 

Single Vineyard wijnen

Nu de wijn, want daar gaat het tenslotte om. Ze komen allemaal voorbij, de iconen uit Penedès, Russian River en Maule Valley: van een knisperend frisse Albarino tot een zwaar aangezette Chardonnay. Een uitspringer is de mooie volle Carignan van hele oude stokken uit Chili.

Maar het allermooist is toch wel de Mas la Plana 2010, gemaakt van 100% cabernet sauvignon. Ooit per abuis beland in een model Bordeauxfles als proefmonster, kreeg deze bijzondere wijn meteen internationale aandacht. Het is één van de meest exclusieve wijnen van het huis, die sinds de eerste jaargang in 1970 dit jaar haar 40-jarig bestaan viert. De druiven ervan zijn afkomstig van een van de vijf geselecteerde single vineyards voor de toppers van Torres. Deze vijf wijngaarden met uitzonderlijke terroirs zijn allen beplant met de nobelste druivenrassen. Het uitgangspunt voor de meest prestigieuze wijnen van de familie: een lage opbrengst en hoge kwaliteit.Behalve de Mas de la Plana zijn er ook nog de Mas Borras (pinot noir) de Fransola (sauvignon blanc) en de Reserva Real (cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc) uit Penedès, de Milmanda (chardonnay) en de Grans Murralles (o.a. monastrell en garnacha tinta) uit Conca de Barberà.Zoals de Miguels het zelf zeggen: “Hoe beter we voor de aarde zorgen, des te beter onze wijnen zijn.” Dat proef je!

De wijnen van Torres worden geïmporteerd door Walraven|Sax.

Achtergrond & Interviews

De Palacios die gek is van wit

Zeg je Palacios, dan zeg je Alvaro. En rode wijnen uit Priorat, Rioja en Bierzo. Maar er is een Palacios die gek is van witte wijnen: de negende en jongste telg uit het gezin, Rafael Palacios. Sinds 2004 legt hij zich toe op godello, met groot succes. Ik sprak hem onlangs in Amersfoort en proefde zijn steengoede wijnen.


Rafael groeide op in Rioja, op het ouderlijk domein Palacios Remondo. Als jongste van de derde generatie wijnboeren had hij, net als Alvaro trouwens, de kans om in het buitenland ervaring en kennis op te doen, ondermeer bij Moueix en Penfolds. Toen hij in 1994 terugkeerde naar het ouderlijk wijngoed, was hij vooral gefascineerd door de technische, wetenschappelijke kant van wijn maken. En omdat vele andere broers en zijn vader zich vooral bekommerden om de rode wijnen, maakte hij plannen om de witte Rioja van Palacios Remondo te moderniseren.

Hij overtuigde zijn vader dat hij de wijn voor driemaal zijn toenmalige prijs kon gaan verkopen en kreeg de ruimte om zijn eigen witte wijn te maken. Zo ontstond vanaf 1997 Plácet, een van de eerste witte Rioja’s in een niet-oxidatieve, eigentijdse stijl. En het werd een groot succes.

Echt Galicisch

Tussen 1997 en 2004 – het jaar dat hij naar Valdeorras ging en voor zichzelf begon – gebeurden er twee belangrijke dingen, zegt hij nu. In 1998 leerde hij godello kennen, de druif waarop hij verliefd werd. En in 2000 stierf zijn vader. Zijn inmiddels wereldberoemde broer Alvaro keerde terug naar het ouderlijk domein en toen daar alles onder controle was, kon Rafael erop uit. Hij besloot, op basis van eerdere ervaringen als consultant, oudere en hooggelegen wijngaarden (650-740 meter) te kopen in het westelijk deel van Valdeorras, in de Val do Bibei (vallei van de Bibei). Het wijngaardareaal bestaat uit vele, kleinere percelen in prachtige terraswijngaarden op steile hellingen en zijn bijna uitsluitend beplant met godello.Godello is een heel oude, van oorsprong waarschijnlijk écht Galicische variëteit, dezelfde als in Douro gouveio (maar niet gouveio real!) en in Dão verdelho wordt genoemd. Deze stond van oudsher veel aangeplant in de provincie Ourense van de autonome regio Galicië, maar was op een gegeven moment bijna verdwenen. Want na de problemen met phylloxera plantte men daar vooral ‘gemakkelijke’ druiven als alicante bouchet (ter plaatse garnacha tintorera genoemd) en palomino fino aan. Dit is meteen ook de reden dat er weinig echt heel oude godello-wijngaarden meer zijn in Valdeorras, zoals Rafael’s perceel Sorte Antiga uit 1920, waarvan het edele fruit voor topcuvée As Sortes wordt gebruikt.

Kleur van kiwi

Voor goede Godello is een aantal dingen van belang, vertelt Rafael. De hoge ligging zorgt voor de frisheid in de wijnen. Daarbij kan godello niet goed tegen direct zonlicht, want de druiven verkleuren dan snel. Rafael wil groene druiven met groene steeltjes en bruine pitjes oogsten, die sap geven met de kleur van kiwi’s (echt!). Dus liggen sommige wijngaarden op het noorden en zorgt hij voor een hoog en breed bladerdek (hij creëert een gespleten bladerdek of een brede gobelet, afhankelijk van wel of geen geleiding), om voldoende schaduw te creëren. Tenslotte werken de bodems mee. De grof-zanderige bodem op pure graniet is zuur en arm, en geeft geconcentreerde, vrij kleine druiven, met weinig appelzuur maar veel wijnsteenzuur. De pH’s liggen bij de oogst meestal onder 3.0 en de wijnen eindigen met 3.1 à 3.2, hetgeen perfect is voor witte wijnen.


Zoals gezegd, Rafael was aanvankelijk vooral geïnteresseerd in de technische aspecten van wijn maken en was jarenlang technisch directeur van Palacios Remondo. Met het beginnen van een eigen domein werd hij ook echt wijnboer (wijngaardenier), hetgeen hij nu heerlijk vindt. En hij is er stukken minder ‘technisch’ door gaan werken, minder sturend en ingrijpend. Zo worden de wijngaarden biologisch en deels biodynamisch bewerkt. Toch is hij blij met zijn technische achtergrond, die hem juist goed in staat stelt minimalistisch en natuurlijk te werken, omdat hij heel goed weet wat te doen maar ook wat te laten. Hij gebruikt niet veel nieuw hout meer en het hout komt uit Normandië; dat is zeer neutraal en compact, dus weinig oxidatief. Ook gebruikt hij nog maar weinig (maar wél genoeg) sulfiet bijvoorbeeld. Wel hecht hij veel waarde aan temperatuurscontrole; zelfs zijn houten vaten hebben een ingenieus koelingssysteem.

Geproefd

Van zijn 24,5 hectare grote domein (en door een klein beetje druiven bij te kopen) maakt hij tegenwoordig vijf wijnen, waarvan ik alleen de exclusieve topcuvée Sorte O Soro niet kon proeven (zeer beperkt, uitverkocht). Maar niet getreurd, de overige drie cuvées zijn de moeite meer dan waard en goed verkrijgbaar:

Valdeorras Godello ‘Bolo Mountain Wine’ 2014

100% godello, deel van de druiven wordt bijgekocht; wijngaarden op minimaal 600 meter hoogte, stokken 10-21 jaar oud; vergist en gerijpt in RVS; de tweede instapwijn, volgens Rafael, een wijn om goed kennis te maken met de druif godello. 2014 is heerlijk fris, iets tropisch qua fruit, ook peer; heerlijk ronde, fruitige, sappige smaak, geen hoge zuren, wel frisheid en iets mineralig en zilt, met milde bitters.

15/20 punten

Valdeorras Godello ‘Louro’ 2014

92% godello, 8% treixadura; van wijngaarden op 680 meter en hoger, van stokken van 17-38 jaar oud; vergist en gerijpt in Franse foeders (3000 liter); volgens Rafael een wijn met een van de beste prijs-kwaliteit-verhoudingen van Spanje voor wit (hij is niet bescheiden). Wijn komt aanvankelijk sterk reductief (gesloten, vuursteenachtig) over, heeft echt tijd en lucht nodig; daarachter zit veel natuurlijke concentratie en frisheid; smaak is schoon en heeft echt intensiteit en kracht, maar blijft elegant, duidelijk zilt in de lange finale, met weer fijne bitters.

16/20 punten

Valdeorras Godello ‘As Sortes’ 2013

100% godello, van meerdere percelen, variërend in leeftijd van 39 tot 95 jaar oud; vergisting en rijping in Franse eikenhouten vaten van 500 liter, 25% nieuw hout; lastig maar geslaagd jaar, zegt Rafael. Wijn heeft in geur klein geel fruit, is mineralig; in de smaak vindt je de slankheid van het jaar terug, fruit is mooi, smaak iets ziltig en compact, maar mist net even wat spanning en lengte.

16/20 punten

Valdeorras Godello ‘Louro’ 2012

Lage opbrengsten, vanaf april weinig water, maar niet warm, minerale expressie is geweldig daardoor, zegt Rafael. Prachtige geur, riesling-achtig qua fruit, bloemig met groen en geel fruit; smaak is heel sappig in het begin, door mooi zoet geel fruit, dan zilt en eindigt droog en slank, erg mooi.

16,5/20 punten

Valdeorras Godello ‘As Sortes’ 2011

Serieuze geur, ook omdat die wat gerijpt is, tonen van hazelnoot, witte bloemen, in geur zeer ziltig; de smaak is krachtig en ‘extra’ intens, alles is meer present dan in alle vorige wijnen, meer zuren, meer zilt, meer bitters, daardoor meer impact en grotere lengte; klassewijn.

17/20 punten

Zowel iets koels als iets warms


Al met al was ik zeer onder de indruk van de stijl en kwaliteit van Rafael Palacios’ wijnen. Alhoewel godello op en top Galicisch is en unieke wijnen geeft, zijn vergelijkingen met andere witte wijnen logisch en soms zinvol, omdat Godello nog niet erg bekend is bij een wat groter publiek. Zelf maakte Rafael een paar maal de vergelijking met Oostenrijkse Grüner Veltliner en die kon ik goed volgen. Net zoals goede Grüner Veltliner uit Wachau of Kamptal zowel iets koels heeft als iets warms, is dat ook voor Godello wel kenmerkend. Waar in Wachau koelere atlantische invloeden op warme pannonische botsen en zorgen voor dergelijke contrasten in de wijnen, zijn dat bij Godello in Valdeorras atlantische en mediterrane invloeden. Maar de wijnen van Rafael Palacios hebben door hun hooggelegen herkomsten zeker wat meer Atlantische koelte en ziltigheid dan mediterrane warmte en kruidigheid. Los van dat alles: het zijn zeer boeiende, goede witte wijnen met veel authenticiteit. Daar doe ik het voor.

De wijnen van Rafael Palacios zijn verkrijgbaar bij Henri Bloem en Grape District.

Achtergrond & Interviews

Wijn uit Montsant

Montsant en Priorat zijn geografisch en historisch vervlochten wijnstreken. Het gebied ligt ten zuidwesten van Tarragona. Montsant is een relatief klein D.O. gebied, in 2001 kreeg het D.O.-erkenning als subzone van Tarragona, dat Priorat vrijwel geheel omringt en de potentie heeft om de successen van Priorat tenminste te evenaren.


Geschiedenis

De wijnstreken Montsant en Priorat waren relatief geïsoleerde gebieden, waar de wijnbouw voornamelijk werd bedreven door kloosterorden. In de slipstream van het succes van Prioratwijnen nam ook in Montsant vanaf de jaren tachtig de belangstelling voor commerciële wijnbouw toe. In dit gebied werden in Spanje voor het eerst wijngaarden met syrah aangelegd.

Geografie en geologie

Falset is het centrum van de wijnproductie in Montsant. Evenals Priorat omvat het gebied een aantal indrukwekkende, steile rotspartijen. De laaggelegen delen vertonen echter meer overeenkomst met de droge gebieden van centraal Spanje. De bodem aan de rand van het gebied bestaat uit compacte, kalkrijke gronden met kiezelstenen, zandvlakten met graniet in het gebied van Falset, en siliciumhoudende leisteen (llicorellas) in bepaalde gebieden bij Falset en Cornudella.

Klimaat

Het klimaat gaat vanaf de kust bij nadering van Falset over van een mediterraan in een meer continentaal klimaat met hete, droge zomers. De gemiddelde temperatuur is 15°C. Regen valt voornamelijk in september en oktober. De gemiddelde neerslag bedraagt 650 mm per jaar. Het klimaat in het zuidelijke deel van Montsant, in de omgeving van Falset en Capcanes, is wat gematigder dan in Priorato, hetgeen de kwaliteit van de wijnen ten goede komt.

Druiven en wijnbereiding

Rode druiven: garnacha tinta, carinena, in toenemende mate syrah, cabernet sauvignon, merlot, monastrell, tempranillo, picapoll en mazuelo.Witte druiven: garnacha blanca, chardonnay, macabeo, moscatell, pansal, parellada.

Achtergrond & Interviews

Over proefnotities en punten

Het in woorden beschrijven van wijn is een essentieel onderdeel van schrijven over wijn. En meteen een van de moeilijkste disciplines. Daar waar het goed, maar beknopt beschrijven van wijn al lastig is, is origineel zijn voor maar weinigen weggelegd. Waarderingen in cijfers zijn concreet, maar hun nut en waarde staan immer ter discussie. Persoonlijke overpeinzingen over proefnoties en punten.

Verschillende soorten

In de literatuur wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten proefnotities. Zo heeft het boek van de Wijnacademie het over ‘identificerende proefnotities’, ‘technische proefnotities’, ‘commerciële proefnotities’ en ‘gastronomische proefnotities’. In de praktijk overlappen deze verschillende insteken elkaar uiteraard vaak. Zo zal een identificerende proefnotitie die een professional opstelt gedurende een blindproeverij of tijdens een examen veel weghebben van een technische proefnotitie. Want die gaat met name over de samenstelling van een wijn en beschrijft vooral de zuren, het alcoholgehalte, eventueel (rest)suikergehalte en de tannine van de wijn, met daarbij aroma’s die wat zeggen over ras, vinificatie/opvoeding en leeftijd. Al die zaken geven aanwijzingen over wat er te identificeren valt, zoals de herkomst, de kwaliteit of de leeftijd van de wijn.Ook een commerciële proefnotitie kan heel technisch zijn, afhankelijk van de doelgroep waarvoor deze is opgesteld. Bij de gastronomische proefnotitie staat uiteraard de gastronomische toepassing van de wijn centraal, maar ook daarin worden tegenwoordig steeds meer ‘technische’ zaken verwerkt. De complexe moderne keuken vraagt daar ook steeds meer om: er moeten verbanden worden gelegd tussen aroma’s, smaken en texturen/structuren van gerechten en wijnen.

Van technisch tot creatief

Ook in de wijnschrijverij is een proefnotitie doorgaans een mix van minimaal de technische en de commerciële proefnotitie. Wat er overheerst, het technische of het commerciële, hangt af van de doelgroep. Het zal u niet verbazen dat ik graag technische proefnotities maak, die u concreet inzicht geven in de geur, smaak en kwaliteit van de wijn. Maar dat kan ook in Perswijn, sterker nog, het wordt wellicht zelfs verwacht. Anderen beschrijven wijnen op commerciëlere wijze, dat wil zeggen minder technisch en concreet, maar meer metaforisch of figuurlijk, opdat de notities aantrekkelijker zijn voor een breder publiek. Daar is niets mis mee, mits er geen volslagen onzin wordt verkondigd.

Dat gebeurt trouwens vooral indien een schrijver zich op terrein begeeft dat hij niet beheerst. Zo zal ik het niet snel in mijn hoofd halen Harold Hamersma na te doen. Harold kan namelijk op heel creatieve en originele wijze een wijn beschrijven zonder technisch te worden. Een prachtig voorbeeld daarvan is zijn notitie van de Mourvèdre 2008 van Grangehurst: “Grangehurst 2008, Mourvèdre, Stellenbosch. Mourvèdre. De grote druif van Bandol. Rijpe pruimen. Kersenlikeur en chocola. Maar ook het zuiden van Frankrijk ontmoet Zuid-Afrika. De leeuw is los in de Midi. Inwaaiende lavendelgeur in het nijlpaardenhuis. Biltong met rozemarijn. Een in de junglenacht oplevend kampvuur dankzij een zuchtje mistral. Een aanmerende vrachtboot met Afrikaanse specerijen in de jachthaven van Cannes. Tempier ontmoet Coetzee.” Als je per se kritisch wilt zijn, kun je stellen dat er te weinig wordt gezegd over smaak (structuur) en kwaliteit. Maar ik kan mij direct voorstellen dat vele mensen op basis van zo’n – overigens terechte – lofzang de wijn onmiddellijk kopen.

Meer wetenschappelijke benadering

Andersom zal Harold niet snel, neem ik even aan, aan mensen gaan uitleggen waar die reductieve, grassige en tropisch-fruitige aroma’s in die Nieuw-Zeelandse Sauvignon Blanc toch vandaan komen. Ik wel, want hoewel ook ik wijnbeleving belangrijk vind, wil ik daarbij op een meer wetenschappelijke wijze naar wijn kijken. Eigenlijk wil ik verklaren wat Harold en ook anderen beschrijven. Dat is grotendeels uit puur enthousiasme voor wijn: het meest fascinerende aan wijn vind ik nu eenmaal dat deze kan ruiken en smaken naar zijn natuurlijke (en culturele) herkomst. Maar soms ook om aan te geven dat wat u ruikt wat minder ‘natuurlijk’ is, dat aroma’s en smaken van wijn wel degelijk gemanipuleerd kunnen worden. Juíst om wat mij zo boeit – wijnen met authenticiteit, noem ze terroirwijnen – te kunnen onderscheiden van industriële producten die technisch OK zijn, maar minder ziel hebben.

Voor mij persoonlijk is de ideale proefnotitie er dus een die een wijn technisch goed beschrijft, maar daarbij verbanden legt tussen wat ik proef en waar dat vandaan komt, opdat ik kan concluderen hoe bijzonder de wijn voor mij is. Na de technische beschrijving moet er een algemene indruk volgen tenslotte, die aangeeft wat de wijn mij doet, hoe ik deze beleef. En daarmee hoop ik u het juiste inzicht te geven om te besluiten om deze wel of niet te kopen.

Heel persoonlijk

Proefnotities zijn heel persoonlijk, omdat het zintuiglijk waarnemen heel persoonlijk is – geen verdere uitleg nodig. De waardering van een wijn is dus ook heel persoonlijk. Uiteraard kunnen mensen met veel proefervaring en wijnkennis een betrouwbaarder oordeel vellen over een wijn dan iemand die op een van die vlakken of op beide (proefervaring of (theoretische) wijnkennis) minder ontwikkeld is. Maar e.e.a. blijft subjectief, dat merk je uiteraard bijvoorbeeld in proefpanels, zoals dat van Perswijn. Daar zijn de onderlinge verschillen in waardering meestal niet zo groot maar ze zijn er wel degelijk. En dus telt het gemiddelde.

Interpretatie van scores

Het waarderen van wijn wordt niet alleen in woorden gedaan, maar ook in cijfers, in punten, in scores. Daar is al tijden flinke kritiek op, maar tegen die populistische trend in ben ik een voorstander van punten geven aan wijnen. Scores geven namelijk heel snel een zekere duidelijkheid, mits hun context goed wordt duidelijk gemaakt aan de lezer (en dat is de verantwoordelijkheid van de proever en zijn medium).

Belangrijk is allereerst dat begrepen wordt dat scores een persoonlijk oordeel zijn van de proever; als je de proever hoogacht, kun je meer waarde hechten aan zijn of haar scores, als je twijfelt aan zijn of haar kunde of oprechtheid, zeggen ze waarschijnlijk minder. Daarnaast is het goed om te weten dat het gaat om een momentopname. Dit is trouwens iets dat de proever vooral ook zelf goed moet beseffen, en aan moet geven in een eventuele introductie. Indien het om jonge wijnen gaat, die nog lang niet op dronk zijn, kan de proever een ‘voorlopige score’ geven.Voor de juiste interpretatie van de scores is het cruciaal dat de lezer op de hoogte wordt gesteld van de schaal en van de context. Bij Perswijn scoren we vele wijnen met sterren van *** tot ***** (wijnen die minder dan drie sterren scoren, worden kwalitatief niet goed genoeg bevonden en niet vermeld). Deze schaal wordt vooral gebruikt voor meer alledaagse wijnen, die gemiddeld niet zeer complex en, wederom gemiddeld, kwalitatief niet bij de wereldtop horen. Wanneer sterren worden gebruikt, wordt binnen een thema geproefd en beoordeeld: een wijn die de maximale ***** krijgt, wordt gezien als de beste binnen de serie of het thema, maar niet als de perfecte wijn op wereldwijde schaal. Zo kan een heel goede Corbières vijf sterren krijgen, maar dat wil niet zeggen dat deze van eenzelfde kwaliteit is als de allerbeste wijnen ter wereld.Complexe, kwalitatief gemiddeld hoogstaande wijnen worden wel vergeleken met alle andere wijnen van de wereld, en vandaar dat Perswijn daarvoor de 20-puntenschaal hanteert. Dus als ik Malterdingen Bienenberg ‘Wildenstein R’ Spätburgunder Grosses Gewächs 2012 van Weingut Bernhard Huber 18,5+/20 punten geef, bedoel ik daarmee dat deze wijn voor mij persoonlijk de potentie heeft tot de allerbeste Pinots ter wereld te behoren (maar nu nog te jong is). Vandaar de hoge score maar ook de marge (18,5 tot 20). Of u mijn waardering vertrouwt, heb ik tot op zekere hoogte in de hand (ben ik ter zake kundig en voldoende objectief? etc.) maar is uiteindelijk natuurlijk aan u.

Punteninflatie

Tot slot nog even dit. Zoals gezegd, ik ben niet tegen punten geven aan wijnen, want ik vind dat ze nuttig kunnen zijn. Ze geven u maar ook mijzelf een snel inzicht in hoe goed ik de wijn op moment van proeven vond. Bovendien is er geen functioneel alternatief, hoe leuk sommige ook bedacht zijn. We zijn allemaal opgegroeid met punten/cijfers. Waar ik wél problemen mee heb, zijn punten zonder inhoudelijk interessante proefnotities of contextueel verhaal. Dan zijn ze eigenlijk zinloos. Het getuigt niet alleen van luiheid, maar ook een beetje van minachting voor de lezer (ik bedenk me nu dat ik mezelf daar ongetwijfeld wel eens schuldig aan heb gemaakt, uit gebrek aan ruimte. Maar dat is eigenlijk een flauw excuus, als je proefnotities serieus neemt).

Ook de illusie van perfectie, gesuggereerd door het maximale aantal punten van 100 of 20, is iets dat niet past bij een product als wijn, dat voor velen raakt aan emotie en veel meer is dan gewoon een drankje. En dan is er nog een trieste werkelijkheid, waar ik laatst door mijn beroemde Engelse collega Jamie Goode nog eens extra op werd gewezen: scores zijn zo belangrijk geworden, dat te hoog scoren de norm lijkt. Vooral indien de 100-punten-schaal wordt gehanteerd, valt die trend op. Zelden zit een wijn meer onder 90 punten, goede maar niet uitmuntende wijnen kruipen tegenwoordig maar wat gemakkelijk richting 95 punten. Er is een duidelijke inflatie opgetreden. En die is logisch te verklaren: met name in de Engelstalige pers, maar ook in de Duitse en Franse media, is de concurrentie zó groot, dat er angst is om te laag te scoren. Want de redacteur cq. wijncriticus (wat een irritant woord is dat laatste eigenlijk) die te laag scoort, wordt minder geciteerd, is minder interessant voor grote producenten, haalt minder advertenties binnen en kan uiteindelijk dreigen ten onder te gaan. Zeker gedrukte media (maar ook online magazines) staan zo onder druk dat ze vaak niet anders kunnen dan meegaan in die trend. In Nederland ligt dat gelukkig (nog) anders. En dat moeten we zo trachten te houden.

tekst en foto’s: Lars Daniëls MV

Achtergrond & Interviews

Fijnbitter

Het is een vreemde kop, maar fijnbitter is de letterlijke vertaling van Feinherb, de smaakaanduiding die vele Moselproducenten gebruiken voor wijnen die niet droog, maar ook niet heel zoet zijn. En hoewel de term niet echt bijdraagt aan de nodige duidelijkheid, dragen vele heerlijke Moselrieslings de aanduiding. Vooral in minder rijpe jaren zijn feinherbe Rieslings misschien wel de fijnste wijnen van Mosel om te kopen.


“Halbtrocken zegt niets”

Feinherb is een nog vrij jonge smaakaanduiding, die met name bedoeld is om de wettelijke term halbtrocken (in Mosel 10 tot en met 18 gram restsuiker per liter) te vermijden. Ik vroeg Annegret Reh-Gartner van Reichsgraf von Kesselstatt, die het destijds voor elkaar heeft gekregen dat de term feinherb überhaupt gebruikt mocht worden op wijnetiketten, naar het hoe en waarom. Over het waarom is ze nog steeds duidelijk. “Halbtrocken zei en zegt niets”, zegt ze. “Iemand is toch ook niet half dik of half dun?” Inderdaad, dan is het fraaier om te zeggen ‘aan de zware kant’ of ‘een beetje gezet’.De termen voor de wettelijke categorie boven halbtrocken, te weten lieblich of halbsüß, waren ook niet populair. En zo kwam men eind jaren ’90 met feinherb op de proppen, een typisch Duits woord omdat herb zo lastig letterlijk te vertalen is. Het wordt meestal vertaald als ‘bitter’ maar het kan ook ‘droog’ betekenen.

Misleidend

Von Kesselstatt ging feinherb gebruiken na een verandering in de wijnwetgeving. “Voorheen was alles verboden dat niet uitdrukkelijk was toegestaan”, herinnert zich Annegret Reh-Gartner, “maar dat werd omgezet naar dat alles werd toegestaan dat niet expliciet verboden was. Dat maakte het mogelijk om feinherb te introduceren op onze etiketten.” Maar niet veel later ging de Duitse Weinkontrolle, belast met de correcte naleving van de Duitse wijnwetgeving, bezwaar maken. Feinherb ist Irreführung, feinherb is misleiding, vond men, ook omdat de wijnen analytisch voor de wet niet gedefinieerd waren. Von Kesselstatt besloot te gaan procederen om feinherb te mogen gebruiken en werd zowel door de rechtbank van Koblenz als Trier in het gelijk gesteld. Vanaf 2002 is de term toegestaan.

Smaakaanduiding

Feinherb is dus een smaakaanduiding, maar strikt afgebakend is deze niet. Sterker nog, de restsuikergehaltes van Rieslings met feinherb op het etiket kunnen variëren van 10 gram/liter tot wel 50 gram/liter. Leden van de Grosse Ring, zoals de afdeling Mosel van het Verband Deutscher Prädikatsweingüter (VDP) ook wordt genoemd, gebruiken feinherb doorgaans voor wijnen met restsuikergehaltes tussen 18 en 30 gram per liter. Maar voor sommigen ligt de ondergrens al bij 9 gram restsuiker per liter, de bovengrens van trocken; alles daarboven tot 30 gram restsuiker per liter noemen ze feinherb. Bij meer dan 30 gram restsuiker, kiezen velen voor Kabinett, niet zelden in combinatie met feinherb. “En dat is prima”, vindt Annegret Reh-Gartner, “Kabinett behoort filigran, licht en niet té zoet te zijn. Kabinett met 60 gram restsuiker per liter is geen Kabinett, dat is Spätlese. Maar wie Kabinett met 30 à 40 gram restsuiker wil maken tegenwoordig, moet wel wat meer alcohol toestaan, dat gaat gewoon niet anders”.

Feinherb een uitkomst

Feinherb leek in de jaren 2003-2009 een overbodige term te worden, net als Kabinett trouwens. Die jaren waren vrijwel allemaal zó goed (lees: warm) dat er veel droge wijnen konden worden gemaakt, en veel daarvan ten minste het niveau Spätlese had. En alles dat niet droog was, was zo zoet dat de aanduiding feinherb minder op zijn plek was. Maar jaren als 2010, 2012 en 2013 hebben laten zien dat klassieke Moseljaren nog niet helemaal verleden tijd zijn. En in dat soort jaren, waarin de suikergehalten in de druiven meevallen en de zuurgehalten hoog liggen, zijn feinherbe Rieslings een uitkomst. Dan zijn het wijnen met een superieure balans tussen zoet en zuur, die o zo belangrijke balans in Moselriesling, die maakt dat de wijnen spannend en levendig zijn, zonder weeïgheid of scherpte.Hoewel de aanduiding dus niet exact gedefinieerd is en men het begrip soms alleen maar gecompliceerder lijkt te maken (door combinaties als Spätlese en zelfs Auslese feinherb), zijn in minder rijpe jaren feinherbe Rieslings misschien wel de beste koop in Mosel als je zoekt naar wijnen om ongecompliceerd van te genieten.

Favorieten

Hier volgt een aantal van mijn favoriete feinherbe Rieslings uit Mosel van de laatste jaren:

Weingut Forstmeister Geltz Zilliken, Saarburger Riesling Feinherb 2012

Een vrijwel perfecte Feinherb, met 11% alcohol, 20 gram restsuiker per liter en 7,8 gram zuren per liter. Saar Riesling in zeer pure vorm.

Importeur: RieslingPartners, te koop in diverse wijnwinkels

Weingut Reichsgraf von Kesselstatt, Scharzhofberger Riesling Kabinett Feinherb 2013

Hier wat meer restsuiker (28,2 gram/liter) maar ook meer zuren (9,6 gram/liter). En spanning en finesse volop, de wijn komt niet voor niets van de Scharzhofberg!

Importeur: Imperial Wijnkoperij

Weingut Loersch, Fels-Terrassen Riesling Feinherb 2013

Zinderend goede Riesling uit Trittenheimer Apotheke, van talent Alexander Loersch.

Importeur: De Champagnist

Weingut Lubentiushof, Gondorfer Gäns Riesling Kabinett (Feinherb) 2012

Eigenlijk een vrij serieuze wijn, met aardse tonen, structuur maar ook heerlijk sap.

Importeur: Winterberg Wijnen

Weingut Fritz Haag, Mosel Riesling Feinherb 2012

Geheel in de zeer fijne stijl van Haag, zeer dorstlessend.

Importeur: Résidence Wijnen / De Gouden Ton

Weingut Matthias Müller, Bopparder Hamm Riesling Alte Reben Feinherb 2013

Deze Riesling uit Mittelrhein mag niet ontbreken, een van de lekkerste net niet droge Rieslings van 2013, mét flinke diepgang en lengte. Die uit 2010 was ook erg fraai.

tekst en foto’s: Lars Daniëls MV

Achtergrond & Interviews

Poot maakt zich sterk voor Barolo

Een apart slag mensen, de leden van de familie Poot. Anders dan veel van hun collega’s in de Nederlandse wijnhandel zijn ze volstrekt niet geïnteresseerd in media-aandacht, laat staan dat ze wekelijks op een zekere pagina in de krant voor Wakker Nederland willen staan. De familie Poot is die van Poot Agenturen in het Westlandse De Lier. Maar of ze het nu zelf willen of niet, media-aandacht verdienen ze weldegelijk. Dat zit zo.

Uniek initiatief

Ik was recentelijk aanwezig bij de jaarlijkse assortimentproeverij van Poot Agenturen in De Gouden Leeuw te Voorschoten. Wat tijdens deze tiende editie vooral in het oog viel, was de opvallend uitgebreide collectie wijnen uit Piemonte en dan met name de selectie Barolo van het voortreffelijke oogstjaar 2010. Meer dan dat, bij Poot hebben ze ook een speciaal boekje uitgegeven, gewijd aan die in totaal dertig (!) Barolo’s uit 2010 met daarin achtergronden van het gebied en de gevoerde producenten. Het is te downloaden via de website van het bedrijf, www.poot.nl.Die producenten zijn: Elio Altare, Cavallotto, Giacomo Conterno, Giacomo Fenocchio, Silvio Grasso, Bruna Grimaldi, Paolo Manzone, Luigi Pira, Gianmatteo Rainieri, Luciano Sandrone, Schiavenza en Seghesio. De lijst wordt gecompleteerd door twee producenten uit Barbaresco, Roberto Fossati en Pasquale Pelissero. Een voor Nederland uniek initiatief. Bravo!


Italiaans individualisme

Een dergelijk steuntje kan Barolo ook wel gebruiken, want al is de naam in Nederland wel bekend, met de wijn zelf is dat nog maar matigjes het geval. Zie wat dat betreft de doorsnee wijnkaart in een net restaurant. Daarop vind je doorgaans wel allerhande cru’s uit Bordeaux of Bourgogne, maar een minimaal aanbod aan Barolo. Een, hooguit twee. Ook in wijnspeciaalzaken is het niet anders gesteld. En dat terwijl Barolo nu juist een enorme variatie te bieden heeft aan dorpen, cru’s en stijlen. Als het Italiaanse individualisme ergens in wijnen terug te proeven is, dan is het wel in Piemonte. Voeg daar de eigenzinnigheid van de nebbiolodruif aan toe en je weet dat er gegarandeerd wat te beleven valt.

In de ban van Barolo

Frank Poot senior geeft toe volledig van in de ban te zijn geraakt van Barolo. Niet zo zeer als wijnhandelaar, maar als wijnliefhebber. Vandaar zijn streven om die wijn in zo ongeveer alle smaaknuances in het aanbod te hebben. Volgens zoon Frank junior en dochter Judith is dat meer een kwestie van zwaar uit de hand gelopen hobbyisme dan van een zakelijke voltreffer, maar daar kan de grote baas niet mee zitten. “Als ze niet verkopen, laat ik ze rustig vijf tot tien jaar liggen. De meeste wijnen zullen daar trouwens alleen nog maar beter van worden. En desnoods drink ik ze zelf.”

Een opmerkelijke uitspraak van iemand die toch altijd een scherp oog voor handel heeft gehad en moeilijk van romantische dromerij beschuldigd kon worden. Maar ja, laat in zijn bijzijn de naam Serralunga vallen en alles wordt ineens anders. En dat voor de doorgewinterde Bordeauxman die hij altijd geweest is.

Geen smoesjes

Poot Agenturen levert niet aan particulieren – de naam van het bedrijf zegt het al. Gelet op de werkelijk unieke breedte, diepte en kwaliteit van het Piemonte-aanbod kan het echter geen kwaad om eens uit te zoeken waar de wijnen te koop zijn. In de handel kan niet meer excuus gelden dat wijnen zo moeilijk verkrijgbaar zouden zijn. Voor wijn uit Serralunga kun je immers ook terecht in De Lier.

Poot Agenturen

info@poot.nl

Achtergrond & Interviews

Moderne bijbel van Donna Hay: ‘Nieuwe Klassiekers’

Voor de moderne kookliefhebber is er een nieuwe bijbel. De schrijfster Donna Hay kennen we al van boeken met prachtige foto’s alsFast, fresh, simple en De basic. Nu is er een soort magnum opus in de vorm van een prachtig gebonden hardcover met ‘nieuwe klassiekers’: ruim 300 recepten op zo’n 400 pagina’s.

Bundeling van recepten


Nieuwe klassiekers is een selectie van recepten uit haar tijdschrift dat maandelijks uitkomt. Het boek bestaat uit twee delen: hartig en zoet, aangevuld met een woordenlijst en register. De delen zijn weer onderverdeeld in logische hoofdstukken als ‘Eieren en kaas’, ‘Pasta, noedels en rijst’, ‘Vlees’, ‘Gevogelte’, ‘Zeevruchten’, ‘Pasteien en hartige taarten’ en ‘Salades’. Ook het deel zoet kent zo’n onderverdeling. Alles vers en helder opgemaakt in de stijl de wie inmiddels van Donnay Hay kennen. Niet alle foto’s zijn even geweldig, dat komt omdat er gewerkt is met verschillende fotografen. Laat dit dan een van de weinige minpunten zijn.

De recepten zelf

Dit boek is er voor iedereen. Beginnende koks zullen goed met de recepten uit de voeten kunnen. Een bijkomend voordeel is dat de thuis gemaakte recepten vaak wonderwel op de plaatjes lijken. Dat is ook niet ieder kookboek gegeven. Meer ervaren koks zullen geïnspireerd raken door het eenvoudige gemak waarmee Donna enkele smaken weet te combineren tot recepten waar je nooit eerder aan gedacht had. Vaak zijn dat recepten met een Aziatische achtergrond, maar ze komt net zo makkelijk met Europese of Amerikaans invloeden. Om van elk een voorbeeld te noemen: krokante dumplings met krab en gember, runderpastei met Guinness en champignons en kleverige oosterse runderkrabbetjes. Alles uitgelegd in een heldere receptuur met vaak verrassend weinig ingrediënten.

Kopen dat boek? Kopen dat boek!

Heb je alles van Donnay Hay al, dan is dit boek een mooie aanvulling om mee te pronken op de koffietafel. Heb je weinig tot geen van haar boeken, dan heb je met deze uitgave een boek waar je de komende tijd mee vooruit zult kunnen. We kijken in ieder geval alvast uit naar het volgende boek dat we in Nederland van haar mogen verwachten: Easy. Nieuwe klassiekers is alvast hét cadeau voor kookliefhebbers voor Sinterklaas en Kerst.

Nieuwe Klassiekers

Donnay Hay

Prijs: € 45,-

ISBN: 9789000335268

Bestellen op Bol.com.

1 18 19 20 21 22 57
Page 20 of 57
nl Nederlands