Achtergrond & Interviews Archives - Pagina 19 van 57 - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & Interviews

French Paradox: bulkverdriet in de Languedoc

Supermarkt Jumbo maakt er geen geheim van dat drie van zijn huiswijnen mengsels zijn van basiswijnen uit Frankrijk en Spanje. In Frankrijk zelf kun je op menige goedkope fles wijn in supermarktschappen ronkende termen als vignerons de zus of zo tegenkomen, maar bij goed lezen van de kleine lettertjes blijkt de inhoud helemaal niet zo Frans te zijn.

Het gaat daarbij steeds vaker om ‘wijn uit landen van de Europese Unie’– lees: met een substantieel aandeel bulkwijn uit Spanje. Dat zorgt voor oplopende spanningen in de Languedoc, van oudsher dé leverancier van Franse ‘huiswijnen’ voor alledag.

Begin april kwam het Comité Régional d’Action Viticole (CRAV) weer eens in het nieuws. Zoals te doen gebruikelijk gebeurde dat op tamelijk bedenkelijke wijze, ditmaal door het kapen van een aantal Spaanse tankwagens met bulkwijn en het laten weglopen van die wijn op de snelweg A9. Onder de aanwezigen Frédéric Rouanet, president van de wijnboeren in het departement Aude, die de actie gerechtvaardigd vond. Een voor Frankrijk dubbel pijnlijk incident omdat die actie niet alleen naar een structureel probleem binnen de wijnbouw verwijst, maar ook naar een op het terrein van openbare ordehandhaving. De circa 150 boze wijnboeren bij het tolstation Le Boulou, vlakbij de Spaanse grens, is immers geen strobreed in de weg gelegd door de aanwezige gendarmerie en geen van de daders is nadien gearresteerd. Het is dan ook begrijpelijk dat de Spaanse regering de zaak hoog heeft opgenomen en aanhangig heeft gemaakt bij zowel de EU als de Franse regering. Een incident? Allerminst. Het is eerder een indicatie dat Frankrijk de weg kwijt is.


Eigen wijn eerst?

Als actiegroep van radicale wijnboeren uit het Franse toont het CRAV al jarenlang een sterke voorkeur voor geweld en vandalisme om de zaak waarvoor men zich pretendeert hard te maken onder de aandacht van de Franse overheid brengen. Die zaak is de protectie van de eigen productie – lees: van eenvoudige bulkwijn (vin en vrac) aan de onderkant van de markt – door het weren van alle wijn die uit het buitenland komt. Frankrijk importeert daar alleen wel heel veel en al maar meer van, met Spanje als voornaamste leverancier. Het kan nauwelijks toeval zijn dat de actie kort na de publicatie van de Franse importcijfers over 2015 plaatsvond. FranceAgriMer maakte half maart bekend dat Frankrijk in dat jaar een recordvolume van 7,2 miljoen hectoliter aan wijn had ingevoerd. Ter vergelijking: de eigen productie bedroeg in 2015 ruim 47 miljoen hectoliter. Een verhouding om even over na te denken.

Vraag en aanbod

Wat men bij de CRAV en al evenmin in kringen van anti-globalistische sympathisanten als Aimé Guibert (Mas de Daumas Gassac) onder ogen wil zien, is dat men zelf wijnen produceert waar in Frankrijk geen vraag meer naar is. Al evenmin dat internationale concurrentie anno 2016 een heel normale zaak is en dat Frankrijks lidmaatschap van de Europese Unie – waar het trouwens enorme landbouwsubsidies aan overhoudt – protectionistische maatregelen tegen buitenlandse (bulk)wijn simpelweg onmogelijk maakt. Met andere woorden: men wijst wel graag het buitenland van Brussel tot Washington als boosdoener aan, maar vergeet de hand in eigen boezem te steden en de economische werkelijkheid onder ogen te zien. Het grote verwijt dat het CRAV aan de Franse overheid maakt, is dat de regelgeving voor Franse wijnproducenten veel strikter zou zijn dan die voor buitenlandse. Gelet op het hopeloos bureaucratische karakter van Frankrijk zit daar wel wat in, maar dat is nog geen geldig argument om daarom met geweld de invoer van Spaanse wijn te verhinderen. Een daad die niet op zichzelf staat, want vergelijkbare blokkadeacties hebben zich in 2015 ook al voorgedaan bij Spaanse groente. Wanhoopsdaden wellicht, zonder echte toekomstvisie. Fransen – niet alleen die in de agrarische sector – lijken verzot op revolutietje spelen à la 1789, maar hebben tegelijkertijd een hartgrondige afkeer van verandering in de vorm van enigerlei hervorming, hoe noodzakelijk ook.

Kortom, een hoogst merkwaardige, om niet zeggen paradoxaal aandoende mengeling van anarchie en aartsconservatisme.


Spanje domineert booming bulkmarkt

Regelmatig stuivertje wisselend met Italië is Frankrijk een van Europa’s en daarmee tegelijk een van ’s werelds twee grootste wijnproducenten. Op de internationale bulkwijnmarkt speelt het echter een bescheiden rol. Dat is op zichzelf geen opzienbarend nieuws, want die situatie bestaat al jaren. Frankrijk bekleedt slechts een bescheiden 6e plaats op de lijst van bulkwijnaanbieders met een wereldwijd marktaandeel in volume van 6 procent. Nummer 1 Spanje tekent daarentegen voor 33 procent. Frankrijk is wel nummer 2 als het gaat om invoer van bulkwijn met een marktaandeel van 13 procent, op ruime afstand van Duitsland met 25 procent. Bulkwijn is weliswaar geen populair thema bij ‘echte’ wijnliefhebbers, maar wel een segment van de wijnmarkt waar opmerkelijke groei in zit. Een jaarlijkse groei van gemiddeld 4,5 procent in volume en 6,5 in waarde. Voor wijn over de hele linie is de waardegroei immers 5,2 procent.

Bodemprijzen

Frankrijk importeerde in 2015 in totaal 7,2 miljoen hectoliter wijn, 11 procent meer dan in 2014 toen maar liefst 23 procent meer geïmporteerd werd dan in het jaar daarvoor. Er lijkt dus sprake van een stevige trend. Van die 7,2 miljoen hectoliter bestond 5,8 miljoen uit bulkwijn. Dat komt neer op 81 procent van het totaal. De waarde steeg met 8 procent ten opzichte van 2014 tot 672 miljoen euro. Dat de waarde wat achterbleef bij het volume heeft alles te maken met het gegeven dat de gemiddelde prijs voor de in Frankrijk zo gewilde Spaanse wijn gedaald is tot maar 0,32 euro per liter tegen 0,34 euro in 2014 en nog 0,55 euro in 2013. Mede dankzij het royale Spaanse oogstvolume van 2014. Het basistype zonder specifieke herkomst en zonder vermelding van druivenras, grotendeels afkomstig uit La Mancha, is goed voor tweederde van alle in Frankrijk geïmporteerde Spaanse wijn. Spaanse wijn als geheel maakt niet minder dan 75 procent uit van de totale Franse import.

Geef de grote wijnfabrieken in de Languedoc eens ongelijk dat ze hun heil bij hun zuiderburen zoeken. De gemiddelde prijs van een liter Franse bulkwijn zonder geografische aanduiding bedroeg in 2015 immers 1,06 euro per liter! In dat licht is het niet zo verwonderlijk dat Frankrijk ruim 3,6 miljoen hectoliter meer importeerde dan dat het exporteerde. Budgettair neutraal overigens, maar daar hebben ze bij het CRAV waarschijnlijk geen oren naar.

Nouveau Monde

Ooit hielden bezorgde, aan zogenaamde tradities hechtende Franse wijnproducenten felle tirades tegen zogenaamd verfoeilijke cépagewijnen uit Nieuwe Wereldlanden als Australië, Californië en Chili. Alsof er iets mis zou zijn met het noemen van een druivenras. Terroir wordt daar echt niet minder door. In tegendeel, getuige almaar meer etiketten van wijnen uit Bordeaux en Bourgogne met vermelding van druivenras. Om nog te zwijgen van het succes in Frankrijk en daarbuiten van cépagewijnen met IGP Pays d’Oc. Wijnen uit de eerder genoemde derde landen spelen trouwens maar een bescheiden rol binnen de Franse wijnimport, ook al dreigt het CRAV met acties tegen de Tour de France omdat de organisatie daarvan een sponsorcontract heeft met het Chileense Cono Sur. Enkel voor etappes in het buitenland, want in wijnland Frankrijk mag door de bizarre wetgeving in de vorm van de Loi Evin nog steeds nauwelijks reclame voor alcoholhoudende drank gemaakt worden. Nog maar eens een probleem in eigen huis waar de rest van de wereld absoluut geen schuld aan heeft.

De hele ‘derde wereld’ komt binnen de Franse wijnimport in 2015 overigens niet verder dan een aandeel van 7 procent. En daarvan bleek dan weer 230.000 hectoliter ofwel 45 procent afkomstig te zijn uit Zuid-Afrika. Of die allemaal als Zuid-Afrikaanse wijn op de Franse markt aangeboden worden? De vraag stellen is hem beantwoorden. Nee dus. En wat die heethoofden uit de Languedoc betreft, in plaats van een voorbeeld te nemen aan hun collega’s daar die wel begrepen hebben waarmee je kunt scoren – lees: door zich te richten op kwaliteit in plaats van kwaliteit en daarmee op wijn die wel de internationale concurrentie aankan – zouden die zich voor hun onverkoopbare wijntjes het liefst laten subsidiëren door hun vermaledijde Parijse overheid en dat al even verfoeide Europa. Over een French Paradox gesproken…

Achtergrond & Interviews

Aan de bourgogne met Chris Janselijn

Van heinde en verre waren Bourgogneliefhebbers op 20 maart jl. aangereisd naar restaurant Fitzgerald in Rotterdam om daar vooral bourgognes en verder ook champagnes en een paar Loirewijnen van Janselijn Wijnen te proeven. Uit Amsterdam, Amersfoort, Arnhem en Adorp, maar uiteraard ook van dichterbij.

Chris Janselijn
Zo’n 60 tot 70 bezoekers bleven voor de aansluitende lunch waarbij enkele, bepaald niet kinderachtige zaken geschonken werden. Om nog te zwijgen van wat er en petit comité bij de nazit openging. Het zegt veel over de jubilerende organisator Christiaan – Chris – Janselijn.

Toppers van nu en van morgen

Precies 25 jaar geleden, in 1991 dus, begon Chris Janselijn met zijn eigen wijnhandel. Een winkel heeft hij niet, wel een verzendhuis voor wijnen die allesbehalve onder een grote gemene deler vallen. Naast grote topwijnen richt hij zijn aandacht naar eigen zeggen in het bijzonder op de betere wijnen in een betaalbare prijsklasse: de sterren van morgen. En inderdaad: als je alleen al leest wie en wat hij in zijn assortiment heeft, gaat je bloed sneller stromen. Een deel van dat assortiment bestaat uit eigen import, een ander deel wordt betrokken van collega-importeurs zoals Pallas Wines. Zijn grote specialisme is de Bourgogne. Zo zeer zelfs dat hij naast zijn algemene website nog een tweede website heeft met de alleszeggende naam Topbourgognes.

Liefhebbers onder elkaar

Janselijn is ondanks zijn superieure wijnaanbod geen man die de publiciteit zoekt. In tegendeel. Dat is geen kwestie van verlegenheid of bescheidenheid, maar om de simpele reden dat hij met wijnen werkt waarvan doorgaans slechts minieme partijtjes beschikbaar zijn.
Chablis
Zeker wanneer je bedenkt dat de opbrengsten van de afgelopen oogstjaren in de Bourgogne aan de onthutsend lage kant geweest zijn. Met andere woorden: we spreken niet over aantallen pallets die beschikbaar zijn, maar over aantallen doosjes. En over wijnen die bijna per definitie snel uitverkocht raken.Met zulke wijnen trek je bijna automatisch een heel apart publiek van ingewijden. Wat al die overwegend mannelijke proevers delen is hun fascinatie door de Bourgogne. Het zijn echte aficionado’s. Zoals Janselijn ze zelf omschrijft: “Er zitten mensen tussen die een notering in de Quote 500 hebben, maar even zo goed ook kopers van wie de voorraad niet groter is dan 120 flessen.” Wie graag kwaliteitsbourgogne drinkt, maar niet over onbeperkte middelen beschikt, kan gelukkig voor twee, drie tientjes al een heel keurige fles bij hem vinden. Moraal: decente bourgogne hoeft zelfs anno 2016 niet peperduur te zijn.

In het glas

Op de proeftafel in Fitzgerald had Janselijn uitsluitend bourgognes van de nog erg jonge oogsten 2013 en 2014 staan. Misschien niet de allergrootste jaren, maar juist dan gaan de kunde en vaardigheid van de individuele producent een beslissende rol spelen. Met de aantekening dat er geen wijnen waren uit gemeenten als Beaune, Pommard en Volnay, en telkens maar één wijn uit Vosne-Romanée en Nuits-Saint-Georges. Een kleine (en bijgevolg allerminst volledige) greep uit het aanbod, variërend van Bourgogne générique tot Grand Cru. Producenten staan genoemd op volgorde van vestigingsplaats:

• Patrick Piuze (Chablis)

Chablis 1er Cru Les Forets 2014

Chablis Grand Cru Blanchots 2014

• Denis Bachelet (Gevrey-Chambertin)

Côte de Nuits-Villages 2013

• Claude Dugat (Gevrey-Chambertin)

Bourgogne Rouge 2013

• Jean-Marie Fourrier (Gevrey-Chambertin)

Morey-Saint-Denis ‘Clos Solon’ 2014

Gevrey-Chambertin ‘Vieille Vigne’ 2014

• Chantal Remy (Morey-Saint-Denis)

Latricières-Chambertin Grand Cru 2013

• Francois Bertheau (Chambolle-Musigny)

Chambolle-Musigny 1er Cru Charmes 2013

• Antoine Jobard (Meursault)

Meursault ‘en la Barre’ 2013

• Arnaud Tessier (Meursault)

Bourgogne Chardonnay 2014

• François Carillon (Puligny-Montrachet)

Puligny-Montrachet 2013

• Pierre-Yves Colin-Morey (Chassagne-Montrachet) ♥

Saint-Aubin ‘Le Banc’ 2014 (wit)

Saint-Aubin 1er Cru Perrières 2014 (wit)

Chassagne-Montrachet 1er Cru Ancegnières 2013 (wit)

Champagne Savart

Tot slot nog een vermelding van een nieuwe champagneproducent in het ook in dat opzicht fraaie assortiment van Janselijn: Frédéric Savart en diens Champagne Savart in Ecueil, ten zuidwesten van Reims. Goed voor uitstekende wijnen met de nodige pinot noir erin, zoals de Premier Cru Brut ‘Ouverture’, ‘L’accomplie’ en ‘Bulle de Rosé’. Een tot nu toe onbekende naam, dus nog heel betaalbaar. Met prijzen vanaf

€ 32,50 zelfs koopjes.

Aan tafel

Chambolle-Musigny
Onderstaand het mooie lunchmenu ter gelegenheid van 25 jaar Janselijn Wijnen, verzorgd door restaurant Fitzgerald:

Aperitief
Champagne Brut Premier Cru ‘L’Ouverture’ NV, Savart

Voorgerecht
Gegrilde geelvintonijn; bloemkool/passiefruit/pistache

Meursault 1er Cru ‘Poruzots’ 2013, Antoine Jobard

 

Tussengerecht

Black Angus rundersukade (72 uur gegaard); hazelnoot/aardpeer/cèpes

Gevrey-Chambertin ‘Vieilles Vignes’ 2013, Domaine Bachelet

 

Hoofdgerecht

Barbarie-eend; asperge/peterseliewortel/roodlof

Clos de la Roche Grand Cru 2013, Chantal Remy

 

Kaas

Pouligny St. Pierre/Le Carré du Vinage/Tomme du Berger/Toma di Barolo; spruitenblad met aceto, appelstroop en noten/kweepeer/brioche/pane caracau

Champagne Brut ‘Reflet d’ Antan’ NV, Bérêche et Fils

Voor informatie over beschikbaarheid en prijzen:

www.janselijn.nl

www.topbourgognes.nl

Achtergrond & Interviews

Tannine: nog complexer dan gedacht – deel 1

Voor een artikel in de komende Perswijn (nummer 2 van 2016) over het effect van beluchten van wijn voor het serveren (karafferen e.d.) heb ik me weer eens verdiept in een van de belangrijkste inhoudsstoffen van (vooral rode) wijn: tannine. En net als een paar jaar terug naar aanleiding van een artikel over Nebbiolo, heb ik contact gezocht met expert Dr. Paul Smith van het Australian Wine Research Institute (AWRI).


AWRI doet al jaren onderzoek naar tannine en Paul Smith is de onderzoeksleider, overigens van de hele chemische afdeling. Het voortdurende onderzoek is uitdagend vanwege het onvoorspelbare gedrag van tannine. Toch heeft het al opmerkelijke resultaten opgeleverd, waarvan er een aantal aantoont dat wat we denken te weten over tannine minstens wat kort door de bocht is en in sommige gevallen onjuist. Vandaar deze tweedelige update.

Wat is tannine?

Eerst even wat algemene herhaling. Tannine behoort tot de polyfenolen, secundaire stoffen die voorkomen in allerlei planten, en is een verzamelnaam voor een aantal chemische verbindingen van fenolische bestanddelen, die zeer complex kunnen zijn. Officieel zijn het flavonoïden. Net als ‘groente’ kent het eigenlijk geen meervoud als ‘tannines’, maar dat is bijzaak.Tannine kan in twee hoofdtypen voorkomen in wijn: hydrolyseerbare tannine, triviaal ook wel looizuur genoemd, en gecondenseerde tannine. Die eerste is niet afkomstig uit de druiven maar uit het (nieuwe) hout waarin de wijn is opgevoed, en is slechts van kleine invloed op de smaak; indien waarneembaar, dan vooral in jonge, in nieuw hout opgevoede witte wijn. Belangrijker voor de kleur en smaak van wijn zijn de fenolische bestanddelen van de tweede groep, de gecondenseerde tannine. Deze druifeigen tannine bevindt zich in de schil, maar ook in de steeltjes en in de pitjes van de druiven. Aangezien er bij het maken van witte wijn maar zeer beperkt sprake is van contact tussen schillen, pitjes en sap, speelt druifeigen tannine daar nauwelijks een rol. In de rode wijn, product van vergisting met de schillen, pitjes en soms zelfs de steeltjes, uiteraard wel.Druifeigen tannine is in de eerste plaats rasafhankelijk; de ene variëteit, bijvoorbeeld cabernet sauvignon, heeft meer tannine dan een andere, bijvoorbeeld pinot noir. Overigens, zogenaamde œnologische tannine, die op verschillende momenten kan worden toegevoegd aan most of wijn, is meestal een combinatie van verschillende tannine, gewonnen uit houtsoorten, maar ook uit thee, galappels en druiven.

Wat is tannine chemisch gezien?

Maar voor goed begrip moeten we tannine beter beschrijven, op chemisch niveau. Paul Smith maakt een duidelijk onderscheid tussen druiftannine en wijntannine. Druiftannine zijn polymeren, grotere moleculen die bestaan uit een sequentie van meerdere identieke of soortgelijke delen (monomere eenheden) die aan elkaar zijn gekoppeld. Die druiftanninemoleculen bestaan uit meerdere identieke eenheden van catechine, epicatechine en nog een paar andere flavonoïden. Ze variëren in lengte van 4 tot 80 eenheden, maar normaal bevatten ze 10-20 eenheden, zo heeft Smith geconstateerd.
Epigallocatechin
Op het moment dat druiftannine geëxtraheerd wordt tijdens de maceratie (inweking) en in aanraking komt met gistende wijn, verandert deze meteen van samenstelling. Verbindingen worden verbroken, nieuwe verbindingen worden aangegaan, ze oxideren, de lengte van de polymeren verandert en ze klitten vast aan andere vaste bestanddelen van wijn, zoals polysacchariden (koolhydraten) en proteïnen (eiwitten) uit de schil, pulp of afkomstig van de gisten. Dit zijn complexe chemische veranderingen, die van druiftannine wijntannine maken, en maken dat druiftannine nauwelijks te vergelijken valt met wijntannine. Vandaar het duidelijke onderscheid dat AWRI maakt. En dat wetende krijgt zo’n begrip als fenolische rijpheid wellicht te veel aandacht…

Schiltannine en pittannine

Druiftannine bestaat op zijn beurt weer uit twee hoofdtypen: schiltannine en pittannine. De bevindingen van AWRI hebben de algemeen aangenomen ideeën over deze twee hoofdtypen behoorlijk genuanceerd. Vaak lees je namelijk nog dat schiltannine ‘zachter’ is dan pittannine, maar dat is in principe niet zo. Hoe groter de molecuulstructuur van tannine is, dus hoe meer eenheden van catechine en epicatechine de structuur bevat, des te astringenter (drogender) is het mondgevoel van de tannine. Dat lijkt ook logisch, want grotere moleculen hebben meer wrijvingsoppervlak en binden meer eiwit uit ons speeksel, hetgeen de astringentie veroorzaakt. Dat is dus tegenovergesteld aan wat nog wel wordt aangenomen: dat kleinere structuren astringenter zijn.Schiltannine bestaat doorgaans uit meer eenheden van catechine en epicatechine dan pittannine, dus op zich is schiltannine astringenter dan pittannine. Dit is echter een vooral technische zaak, want er zijn twee feiten die voorkomen dat wij het in wijn zo ervaren. Ten eerste bevat de molecuulstructuur van pittannine een ester van galluszuur, die zeer astringent is. Ten tweede is schiltannine al in de rijpe schil in feite geen molecuul meer, maar een colloïde (een deeltje dat iets groter is dan een molecuul) van tannine met suikers en eiwitten, waardoor de astringentie ervan – ondanks de grootte van de structuur – tóch afneemt.

Extractie tijdens maceratie

Met oog op de latere wijn is het belangrijk te weten dat (rijpe) schiltannine tijdens de maceratie en vergisting gemakkelijker en eerder wordt geëxtraheerd dan pittannine. Daardoor komt schiltannine eerder in de gistende wijn en polymeriseert met de beschikbare anthocyanen (rode en blauwe kleurstoffen), die tijdens de maceratie als eerste uit de druivenschillen worden ingeweekt, tot zogenaamde gekleurde tannine. Dat zijn stabiele verbindingen die belangrijk zijn voor de blijvende kleur en structuur van de wijn, en ze komen minder astringent over dan niet-gekleurde tannine. Smith: “Anthocyanen hebben zelf geen geur of smaak, maar dragen hoogstwaarschijnlijk wel sterk bij aan het ‘verzachten’ van tannine in wijn.
Vinificatie van hele trossen
Hoogstwaarschijnlijk, omdat weliswaar vaak is aangetoond dat tannine-anthocyaan-complexen (gekleurde tannine) minder astringent zijn dan tannine op zich, maar er tegelijkertijd nog geen causaal verband is aangetoond”.Volgens AWRI wordt trouwens slechts 20% à 30% van de totale tannine van een druif geëxtraheerd, zelden veel meer. Dat heeft te maken met het feit dat er interactie plaatsvindt tussen schil- en pittannine en de celwanden van de druif, die de extractie beperkt. Die interactie is trouwens sterker met pittannine dan met schiltannine, waarschijnlijk door een verschil van structuur. Wellicht is dit ook een reden om wat minder bang te zijn voor de tannine uit groene steeltjes bij de aan populariteit winnende vergisting met hele trossen, aangezien die steeltannine vergelijkbaar is qua structuur met pittannine?

Volgend deel

Tot zover voor nu. In het volgende deel gaan we vooral kijken naar het in principe ruwe en drogende effect van tannine op onze smaak, waarvoor we de term astringentie gebruiken. Los van de extractie, wordt die astringentie gegeven door natuurlijke verschillen per variëteit van de ratio anthocyanen-tannine. Bovendien hebben vele andere inhoudsstoffen van wijn invloed op hoe wij tannine ervaren. En tannine blijft niet onveranderd gedurende rijping op de fles.

Achtergrond & Interviews

Charly Foucault (Clos Rougeard) overleden

In een ziekenhuis in Angers is in de nacht van 20 december wijnmaker Jean-Louis ‘Charly’ Foucault overleden na de afgelopen met zijn gezondheid getobd hebben en al een paar keer eerder te zijn opgenomen. Samen met zijn jongere broer Bernard, beter bekend als ‘Nady’, nam hij in 1969 het wijngoed Clos Rougeard in Chacé over van zijn vader. Ze waren daarmee de achtste generatie in de familie en konden bogen op een traditie die teruggaat tot 1664.


Clos Rougeard heeft een grote naam voor de productie van cuvées op basis van cabernet franc uit Saumur-Champigny met een uitzonderlijke complexiteit en houdbaarheid. Het gaat daarbij om de officieuze cru’s Le Clos, Les Poyeux en Le Bourg. Daarnaast wordt chenin eveneens een Saumur Blanc met de naam Le Brézé geproduceerd. Ook die is van bijzondere klasse.De met markante snorren getooide broers zetten daarmee een familietraditie van eeuwen voort, met groot respect voor wat hun vader en grootvader gepresteerd hadden. Grootvader Foucault verkocht zijn wijnen onder meer aan het destijds toonaangevende Parijse restaurant La Tour d’Argent. In een periode waarin vrijwel al hun collega’s meenden de verworvenheden van de nieuwe tijd te moeten omhelzen, zoals het gebruik van synthetische meststoffen en bestrijdingsmiddelen, het nastreven van hoge rendementen en snelle botteling van de wijnen zonder houtopvoeding, hielden de broers bewust vast aan de normen en waarden uit het verleden. Ze veranderden helemaal niets, hielden vast aan vinificatie per perceel, c.q. terroir en opvoeding van twee jaar op kleine eikenhouten vaten in hun originele, in de tuffeau bodem uitgegraven kelder.Om hun bewuste conservatisme en biologische werkwijze lang voordat die brede aanhang zou krijgen, stonden ze lange tijd te boek als excentrieke types, ver buiten de moderne werkelijkheid. Excentriek was het duo eigenlijk ook wel, mar uiteindelijk bleken Charly en Nady het gelijk wel aan hun kant te hebben. Zo zeer dat hun ‘ouderwetse’ manier van werken een voorbeeld voor heel wat jongere collega’s is geworden. En ook dat hun wijnen geheel en al terecht cultstatus hebben verworven – al was het maar omdat ze in blindproeverijen wel eens grote bordeaux achter zich laten. De keerzijde daarvan is helaas dat ze voor steeds ongemakkelijkere prijzen verhandeld worden. Met in totaal maar 10 hectare wijngaard is de opbrengst ervan ook maar beperkt.

Charly Foucault is 68 jaar geworden. Hij laat zijn vrouw Françoise en kinderen Antoine en Caroline achter.Een aanrader om te bekijken voor wie het Frans machtig is, is het filmpje La Révolution du Clos Rougeard op YouTube waarin de broers Foucault hun werkwijze uitleggen en waarom er wellicht nog decennia na hun overlijden aan ze gedacht zal worden. Dat is Charly alvast gegund.

Video: LA RÉVOLUTION DU CLOS ROUGEARD by LOTEL DU VIN

Achtergrond & Interviews

Cuvée des Enchanteleurs 2000 van Henriot (en de magie van lang gerijpte champagne)

Het is een van de prestigecuvées van een gerenommeerd champagnehuis die heel laat op de markt komt, pas na zo’n 13 jaar rijping op gisten in de fles: Cuvée des Enchanteleurs van Champagne Henriot. En een schoolvoorbeeld van wat zo’n lange rijping sur lie kan doen voor de verfijning en complexiteit van grote champagne.


Deze zeer speciale jaargangschampagne van Henriot heette tot 1986 trouwens Cuvée Baccarat, maar dat vond de producent van het beroemde kristalglas uit het gelijknamige stadje in Lotharingen niet zo leuk. En deze besloot succesvol hun naam te beschermen, zoals Champagne dat tegenover de gehele buitenwereld pleegt te doen. Jaargang 2000 van Cuvée des Enchanteleurs werd afgelopen week persoonlijk gepresenteerd door de zeer sympathieke directeur Thomas Henriot (zie foto onder), die op uitnodiging van de importeur Wijnkooperij De Lange naar De Librije*** was gekomen. Ze hadden geen betere plek kunnen uitkiezen; wat was het allemaal goed!

Lange rijping op de gisten

Maar daarover gaat dit stuk niet. En ook ga ik niet nogmaals het erg goede champagnehuis Henriot, een oud familiebedrijf, aan u voorstellen; dat deed ik in het verleden rond deze tijd van het jaar al eens ter gelegenheid van de introductie van hun magistrale Cuve 38 (zie: ‘Champagne Henriot introduceert magistrale Cuve 38’).Nee, ik wil aan de hand van Cuvée des Enchanteleurs 2000, zoals gezegd zeer lang sur lie op fles gerijpt (en dus extreem laat gedegorgeerd), de magie van die lange rijping eens diepgaand onder de loep nemen. Want champagne is met name een product van superieure opvoeding en rijping, daarin schuilt een aanzienlijk deel van zijn onvergelijkbare klasse, mits het uitgangsmateriaal (lees: goede druiven, uitgekiende assemblage, etc.) tevens van hoog niveau is uiteraard.

Gistcultuur

Het proces dat immer – en waarschijnlijk terecht – de meeste aandacht krijgt als het gaat over de rijpingsfase sur lattes heet autolyse. Maar voordat ik daar naar kijk, zal ik inzoomen op een minder bekend onderdeel, de zogenaamde levain. De levain is de geprepareerde gistcultuur, die wordt toegevoegd aan de liqueur de tirage en zorgt voor de bubbels, chiquer gezegd, de prise de mousse, die maakt dat wijn champagne wordt. En dus voor de bekende tweede gisting op fles, kenmerkend voor méthode traditionnelle en in het bijzonder voor champagne.Aangezien de tweede gisting op fles plaatsvindt, in een zeer reductief en relatief gist-onvriendelijk milieu, moet de gistcultuur daarop voorbereid worden. Gisten doen het namelijk het best (lees: vermeerderen zich het snelst) wanneer de pH tussen 5 en 6 ligt, de temperatuur tussen 25 ºC en 30 ºC, en er veel suiker, geen SO₂, genoeg zuurstof en weinig alcohol is (bron: Institut Œnologique de Champagne). Basiswijn voor champagne voldoet nauwelijks aan die voorkeuren: pH van ± 3.1, iets van 11% à 11,5% alcohol, 5 à 15 mg/l vrije sulfiet, lage temperatuur in de kelder waar de tweede gisting plaatsvindt. Vandaar dat men na het hydrateren van de gist (vaak saccharomyces cerevisiae bayanus of de recentere cultuur genaamd saccharomyces cerevisiae galactose) een pied de cuve maakt op basis van de te vergisten wijn. Daarin laat men de gisten een paar dagen wennen en zich vermenigvuldigen, opdat men een effectieve gistcultuur krijgt, die voor een goede prise de mousse zorgt.

Autolyse

De gistkeuze en -preparatie is ook van belang met het oog op de autolyse, het zo gewenste proces van ‘zelfafbraak’ van de dode gistcellen gedurende de rijping op de fles. Als alle suiker is omgezet in alcohol en er geen voeding meer is, gaan de gisten dood.

Ze laten enzymen los, die langzaam bestanddelen in de celwanden (glucanen en mannoproteïnen) van de gistcellen afbreken tot kleinere moleculen van allerlei eiwitachtigen (peptiden, proteïnen), aminozuren en vetzuren die door de steeds poreuzere celwand in de wijn komen. Ook autolyse heeft eerder last dan profijt van de omstandigheden in de fles, zoals lage pH en lage temperaturen, alsmede de aanwezigheid van CO₂.En het gaat dus heel langzaam. Enige vorm van autolyse treedt pas op na zo’n vier maanden flesrijping, het effect ervan wordt een paar maanden daarna pas duidelijk en vergaande of volledige autolyse duurt jaren. Vandaar dat voor champagne een minimum van 12 maanden rijping sur lie verplicht is. En omdat er al lang een verband wordt gelegd tussen de tijd van rijping op de gisten in de fles en wijnkwaliteit, is dat minimum voor champagnes van een enkele (op het etiket vermelde) jaargang (Millésimé/Vintage) 48 maanden.

Kwaliteit van de mousse

Maar wat is dat verband dan? Welke invloed heeft een lange rijping sur lie op fles, en in het bijzonder de autolyse en zijn ‘producten’, op de geur, smaak en kwaliteit van de champagne? Nou, die is veelledig en de wijn wordt in het algemeen complexer. Meer in detail allereerst een niet alleen proefbaar, maar ook zichtbaar effect; dat op de belletjes. Hoe langer een champagne sur lie is gerijpt, des te minder CO₂ de wijn bevat, doordat de kroonkurk (die geen kurk is, maar meer een bierdopje) waarmee de fles tijdens die periode doorgaans is afgesloten, niet helemaal luchtdicht is. Het is ook een reden dat sommige producenten hun zeer laat gedegorgeerde champagnes ook tijdens de rijping sur lie afsluiten met een echte kurk, zoals Bollinger voor hun RD.Het verlies van belletjes wordt echter gecompenseerd door hun kwaliteit en duurzaamheid; hoe langer de rijping sur lie, des te fijner en doorgaans ook steviger is de mousse, iets dat terecht als teken van klasse wordt gezien. Even terzijde, ook de dosage heeft effect op de mousse, want hoe droger de wijn, des te kleiner de belletjes. Maar over het effect van dosage een andere keer…

Brioche, eau-de-vie en noten

Met het vrijkomen van eiwitten, aminozuren en vetzuren, komen bronnen in de wijn voor nieuwe aroma’s, zoals esters en aldehyden, die bijdragen aan de complexiteit van de geur. In combinatie met de suiker van de dosage (liqueur d’expédition) reageren mannoproteïnen en aminozuren (Maillard Reactie), waardoor een aroma van toast en briochebrood ontstaat, dat kenmerkend is voor champagne. Maar in feite is dat een geur van ná het dégorgement. Het pure effect van autolyse op de geur van de champagne manifesteert zich door de geur van eau-de-vie en die van karamel en noten. Aan het eerste ligt acetaal ten grondslag, dat uit aldehyde wordt gevormd. Dat van karamel en noten wordt gerelateerd aan een stof genaamd sotolon, die ook bekend is van de typerende geur van Vin Jaune, waarin sotolon dermate aanwezig is dat hij die wijn een toon van lavas geeft.

Romigheid

Het belangrijkste smaakeffect van autolyse is dat de wijn een ronder, romiger mondgevoel krijgt, iets dat wordt toegeschreven aan de eiwitten die vanuit de celwanden van de gisten in de wijn komen. Om dat vrijkomen te stimuleren, worden voor witte Bourgognes bijvoorbeeld de gisten opgeroerd, iets dat batônnage heet. In het geval van een op zijn gisten rijpende champagne gaat dat logischerwijze niet, dus het proces gaat heel langzaam (zie ook eerder in de tekst) en de wijn zal nooit zo filmend worden als ‘vette’ Chardonnay. Toch proef je het wel, ook aan de mousse, die fijner wordt; we spreken dan zelfs over een romige mousse. Die draagt ontegenzeggelijk enorm bij aan het luxe-gevoel dat je krijgt bij het drinken van een lang sur lie gerijpte champagne van de hoogste kwaliteit.

Cuvée des Enchanteleurs 2000

En zo keer ik terug bij de wijn die dit ingewikkelde, maar hopelijk interessante verhaal heeft geïnspireerd, de prachtige Cuvée des Enchanteleurs 2000 van Champagne Henriot. Hier volgen de gegevens van de wijn en mijn proefnotitie:


Het jaar 2000

Het weer tijdens de rijping en oogst was droog en zonnig, hetgeen in het algemeen volle, ronde wijnen heeft opgeleverd.

De assemblage

50% chardonnay, 50% pinot noir, alles uit Grand Cru-dorpen Le Mesnil-sur-Oger, Avize en  Chouilly in Côte de Blancs en Mailly-Champagne, Verzy en Verzenay in Montagne de Reims.

De vinificatie en rijping

Eerste vergisting in RVS, met malo, bijna veertien jaar sur lie op fles, gedegorgeerd in februari 2015, dosage ± 7 gram/liter.

Proefnotitie (gedronken uit chardonnayglas)

Bleek goudgele naar strogele kleur, prachtig fijne belletjes; geur is rijk en mooi gerijpt maar zeer fris, met tonen van noten, brioche, honing, gekonfijte sinaasappel, hooi en venkel; smaak is prachtig fris, mooi droog, met een fijne maar indrukwekkende structuur en grote lengte.

17,5/20 punten

Importeur: Wijnkooperij De Lange, prijs € 175,00 per fles.

Foto’s: Erwan Balanant (headerfoto en tweede foto), Champagne Henriot en Lars Daniëls MV.

Achtergrond & Interviews

Viña Leyda: Chileens met klasse

Een jaar geleden was ik voor het eerst in Leyda, voor ondermeer een bezoek aan dé voortrekker van het gebied, Viña Leyda. Toen al was ik erg onder de indruk van de kwaliteit en vooral ook van de stijl van de wijnen. Destijds was de wijnmaakster Viviana Navarrete met zwangerschapsverlof, maar donderdag 10 september j.l. kon haar ik alsnog ontmoeten.
Ze was in Nederland op uitnodiging van Viña Leyda’s importeur vanaf het eerste uur in 1997: Wijnimport J. Bart, die rondom een lekker overzichtelijk aantal wijnen een prachtige wijnspijs-proeverij had georganiseerd. En dat nog wel in mijn eigen Amersfoort, bij het zeer overtuigende restaurant Merlot.

Viña Leyda

Viña Leyda is in 1997 opgericht door de familie Fernandez, in een toen nog onontgonnen kustgebied 12 kilometer landinwaarts van de havenplaats San Antonio. Het is tegenwoordig onderdeel van de groep Viña San Pedro Tarapacá en de wijnen worden bij Tarapacá gemaakt. Maar Viña Leyda heeft 230 hectare eigen wijngaarden in het koele kustgebied dat sinds 2001 officieel D.O. Leyda is, als onderdeel van de grotere San Antonio Valley.

Zee-invloed

En koel is in het geval van Leyda geen slimme marketing maar waarheid, zeker voor Chileense begrippen. Van alle ‘ont-wikkelde’ kustgebieden, waar meerdere producenten actief zijn, heeft Leyda de gemiddeld minst warme temperaturen gedurende het groeiseizoen. Afhankelijk van de data (algemene weerwebsites of Adcon Livedata (van stations in de wijngaarden)) wordt een gemiddelde temperatuur gegeven van slechts 15 ºC tot 19 ºC over de periode van oktober tot en met maart. Overdag kunnen de temperaturen oplopen tot tegen de 30 ºC, maar ze komen er zeer zelden boven. En ’s nachts koelt het flink af (gemiddeld zo’n 13 ºC, soms meer dan 20 ºC!), zeker voor een gebied zo dicht aan zee.De belangrijkste factor die het klimaat van Leyda bepaalt, is uiteraard de Humboldtstroom. Dit is een relatief koude golfstroom – de zeewatertemperaturen van Valparaiso komen nooit boven 18 ºC – die langs de Chileense kust omhoog trekt naar Peru tot aan de Galapagoseilanden en overdag met zijn koele zeewinden de temperaturen matigt. Die winden hebben vrij spel, want de wijngaarden van Viña Leyda liggen op de westelijke flanken van het kustgebergte, vaak ‘kijken’ ze naar de kust (La Ida, waarvan Leyda is afgeleid, betekent trouwens ‘naar de kust’). ’s Nachts doen koude winden vanuit de Andes, die door het dal van de Maipo tot in Leyda geraken, de temperaturen dalen.

Water

Ochtendmist is een veel voorkomend fenomeen – en zorgt voor meer schimmeldruk dan landinwaarts – maar is tegen het middaguur doorgaans weggebrand door de zon. Echte neerslag valt er niet veel, zeker niet tijdens het groeiseizoen (jaarlijks zo’n 300 mm, maar bijna alles in de maanden juni en juli), dus men kan niet zonder irrigatie. Daartoe is door de familie Fernandez in 1997 een pijplijn van 8 km aangelegd, om water vanaf de Maiporivier naar Leyda te krijgen. Deze wordt ook door een aantal andere producenten gebruikt, die na Viña Leyda land kochten met waterrechten.Het gebrek aan water in Leyda vormt zijn achilleshiel en stelt grenzen aan zijn groei als wijngebied. De producenten die er nu al gevestigd zijn en waterrechten hebben, zijn echter spekkopers en kunnen niet alleen erg fraaie wijnen maken, maar ook voor heel goed geld druiven verkopen aan andere producenten. Viña Leyda doet dat overigens niet, het gebruikt alle druiven van hun 290 hectaren wijngaarden. Hun meest recent aangeplante wijngaard, genaamd El Granito, ligt trouwens nog dichter bij de kust, op slechts 4 kilometer afstand. Deze ligt ook vlakbij de Maipo, waardoor ze van water verzekerd zijn.

Focus op vier druiven

De grote kracht van Viña Leyda is hun focus op slechts vier à vijf druiven, even afgezien van assortimentvulling als Cabernet Sauvignon en Merlot uit Maipo en Carmenère uit Colchagua. In Leyda zijn de terroirs met zorg uitgekozen voor met name sauvignon blanc, chardonnay, pinot noir en syrah, met ook aandacht voor riesling. Sauvignon Blanc was het eerste succes en niet alleen omdat sauvignon al van jonge planten goed fruit geeft. Nee, Leyda heeft echt talent voor Sauvignon Blanc, die er op de zanderige kleibodems met graniet in de ondergrond expressieve, maar niet overdreven stuivende wijnen met substantie geeft. Bovendien heeft Viña Leyda niet alleen maar (de alom aangeplante) kloon 1 aangeplant, maar ook materiaal uit Sancerre, dat wijnen met een zekere klasse geeft.Chardonnay doet het er ook heel goed, maar opmerkelijker is de groeiende faam die Leyda maakt met pinot noir en syrah. Ook bij pinot noir zit het succes ‘m deels in het plantmateriaal. Bij Viña Leyda hebben ze vanaf het begin geïnvesteerd in goede van oorsprong Franse klonen als 115 en 777 (maar aangepast aan warmer klimaat in Oregon, VS, vandaar ‘Oregon clone’), in plaats van het reeds in Chili verkrijgbare, maar kwalitatief mindere materiaal (Valdivieso- en Concha y Toro-klonen). De Pinots uit de wijngaard Las Brisas, gelegen op het zuidwesten, dus koel en in de zeewind (vandaar de naam), springen er wat mij betreft uit met hun rode fruit en mooie frisheid.Dat syrah het in de Chileense kustgebieden eigenlijk beter doet dan in het warme binnenland, is tegenwoordig steeds meer duidelijk. De aanplant is nog jong, maar een relatief koel klimaat en bodems op graniet vormen heel goede uitgangspunten.

Kwaliteit op alle niveaus

Het assortiment van Viña Leyda zit gedegen in elkaar, opgebouwd volgens een welbekende kwaliteitspiramide: de keurige Reserva-lijn, de expressieve Single Vineyard-lijn en de bijzondere Lot-lijn (met een nummer). Lot betekent ‘aparte selectie’; de wijnen worden geslecteerd uit de meest bijzondere percelen (blocks) van de single vineyards. Toch is het jammer dat ze niet de namen van die blocks gebruiken want dat doet de terroirgedachte, die bij Viña Leyda duidelijk heerst, meer eer aan. Het zou dan duidelijker zijn dat het om een specifiek geselecteerd stuk terroir gaat in plaats van om een kelderselectie. Commercieel gezien is het wellicht slim, want voor de belangrijke Amerikaanse markt zijn special selections belangrijk.

Verfijning en balans

Hoewel de Reserva’s keurig zijn voor hun categorie, wordt Viña Leyda echt interessant vanaf Single Vineyard-niveau. Opmerkelijk is dat de wijnen, in vergelijking met het overgrote deel van hun nationale en zelfs internationale concurrentie (mits betrokken op het zuidelijk halfrond), aromatisch vrij ingetogen zijn. Ze moeten het meer hebben van hun verfijning, balans en goede natuurlijke structuur, ook de witte wijnen. Een zekere zilte ondertoon valt ook op; een associatie met de nabijheid van de zee waaraan niet te ontkomen valt.Bij Viña Leyda snappen ze goed dat ze de natuurlijke bijzonderheden van het gebied in de wijn moeten vertalen. En dat lukt ze door uitgekiend wijngaardbeheer, beperkte rendementen en niet te ingrijpend wijn maken. De hogere wijnen worden meestal spontaan vergist en ze blijven ruime tijd op de gisten. Het gebruik van nieuw hout was al beperkt en neemt af (maximaal 10% nieuwe barriques tegenwoordig voor Chardonnay Lot 5 en Pinot Noir Lot 21).Enfin, Viña Leyda maakt wijnen die heel goed in elkaar zitten en zeer drinkbaar zijn. Wat ook voor hun kwaliteit spreekt: ze zijn zeker niet alleen jong interessant. Verleden jaar dronk ik in Santiago hun Chardonnay Lot 5 2008 en de wijn was niet alleen nog goed, hij had aan complexiteit gewonnen.


Geproefd bij Merlot in Amersfoort

Leyda Sauvignon blanc Reserva 2014 ***(*)

Leyda Sauvignon blanc Single Vineyard Garuma 2014 ****(*)

Leyda Sauvignon blanc Lot 4 2013 *****

Leyda Chardonnay Reserva 2014 ***

Leyda Chardonnay Single Vineyard Falaris Hill 2014 ****

Leyda Chardonnay Lot 5 2010 ****(*)

(rijpt sneller dan 2008)

Leyda Pinot Noir Reserva 2014 ***

Leyda Pinot Noir Single Vineyard Las Brisas 2013 *****

Leyda Pinot Noir Lot 21 2013 ****(*)

De wijnen van Viña Leyda worden geïmporteerd door Wijnimport J. Bart en zijn ook verkrijgbaar via www.qvselect.nl. tekst: Lars Daniëls MV

foto’s: Viña Leyda en Lars Daniëls MV

Achtergrond & Interviews

Languedoc anno 2015

De Languedoc heeft alles wat een succesvolle toeristische bestemming moet hebben: een overdaad aan zon, een koele zee en prachtige bergen. Het gebied is niet alleen zeer geschikt voor de zonzoekende levensgenieters onder ons, ook voor de wijnbouw is het een uiterst geschikt gebied.
Het is de grootste wijnproducerende regio van Frankrijk, en strekt zich uit over drie departementen, te weten: l’Herault, l’Aude en le Gard. Tussen de Méditerranée en de uitlopers van de Pyreneeën is er een bonte verzameling van verschillende terroirs met een grote diversiteit aan druivenrassen, bodems en zelfs verschillende klimaten te vinden.

De verdeling in AOC’s

De beste terroirs verdienen een eigen AOC, een eigen beschermde herkomstbenaming. In de Languedoc ziet de ene na de andere nieuwe AOC het levenslicht: een logisch gevolg van de sterke kwaliteitsverbetering van de wijnen uit dit geweldig gevarieerde wijngebied. De invloed van de zon, de zee en ligging van de bergen zorgen voor grote contrasten tussen deze verschillende AOC’s, die echter één ding gemeen hebben: het doel om kwalitatief hoogstaande wijnen te produceren.Dit voorjaar was dat goed te proeven in Montpellier, waar de internationale pers bijeenkwam in Château de Flaugergues om de nieuwe jaargangen van de wijnen van les Coteaux du Languedoc te proeven. Deze streek, van oudsher bekend om zijn grote productie van matige wijnen, gooide het roer volledig om en heeft een enorme, kwalitatieve inhaalslag gemaakt. Nog steeds komt vijf procent van alle wereldwijde wijnproductie uit de Languedoc-Roussillon, maar de sterk verbeterde kwaliteit zorgt ervoor dat inmiddels 33% van de productie naar het buitenland wordt geëxporteerd, waarbij China en Duitsland de grootste afnemers zijn.Er is een grote omwenteling naar biologische wijnbouw; in Frankrijk is de Languedoc de regio waarbij op de meeste bedrijven (op totaal 20.500 ha.) biologisch gewerkt wordt. De kleurenverdeling is 78% voor rood, van 12% wordt rosé gemaakt en de resterende 10% is wit.

Bijzondere variëteit

De enorme verscheidenheid in bodemsoorten is de verbindende en tegelijkertijd de onderscheidende factor van de appellaties in de Languedoc. Leisteen, kalk, zandsteen, mergel, zand, kalkhoudende klei, zand van verweerd graniet, kiezels, schist en sedimentaire rode bodems: ze zorgen voor zeer uiteenlopende wijnen. De belangrijkste druiven voor de rode wijnen zijn grenache, mouvèdre en syrah. Voor alle rode AOC’s van de Languedoc is assemblage verplicht. Er mogen combinaties gemaakt worden met de rest van de toegestane druivensoorten: carignan, cinsault, macabeu en malbec. Voor wit staat er vooral marsanne, roussanne, grenache blanc, chardonnay, chenin, clairette en bourboulenc aangeplant.

 

Ander prijskaartje

Stonden vroeger de wijnen uit de Languedoc te boek als zeer voordelig, nu is het prijsniveau aardig gestegen. Volgens Jean Benoit Cavalier, president van het syndicaat van de AOC Languedoc, komt dit door de toegenomen aandacht voor de kwaliteit van de wijnen en de bijbehorende hoeveelheid werk. Er wordt tegenwoordig meer op maat gewerkt, met meer aandacht voor het werk in de kelder.Ook op zijn domein Château de Lascaux wordt er zeer secuur gewerkt: de druiven worden in verschillende tris met de hand geplukt na strenge selectie op rijpheid. Hierna worden ze ontsteelt en daarna langzaam en zeer voorzichtig geperst. De most wordt traditioneel gefermenteerd. Ieder druivenras wordt apart gevinifieerd. Er wordt opvallend veel gebruik gemaakt van betonnen cuves. De verdere rijping van de wijn is afhankelijk van het type wijn en wordt daarna op natuurlijke wijze gestabiliseerd en gefilterd.

Ook de duidelijke verschuiving naar een meer en meer biologische en biodynamische productie heeft invloed op het prijskaartje, maar nog veel meer op de kwaliteit: dat is het uiteindelijke doel van les vignerons du Languedoc.

Opmerkelijk bewaarpotentieel

De bewering dat de rode wijnen uit de Languedoc niet goed kunnen rijpen, werd tijdens een verticale proeverij van de Languedoc wijnen van de jaargangen 1996 tot 2005 onderuit gehaald. De grote verrassingen kwamen van de Cave de Saint Saturnin met de zeer drinkbare Seigneur des 2 Vierges uit 1998 en het domaine Mas Jullien uit de Terrasses du Larzac, die twee absoluut springlevende millésimes uit 1996 en 2000 schonk. La Greanadière van Mas Bruguière uit 2001 kan makkelijk nog vijf jaar liggen, en ook La Centaurée (2002) van Château Pech Redon is zeer vief. Verdere verassingen kwamen uit 2001 van het Prieuré Saint-Jean de Bébian (foto), en l’Ermitage du Pic Saint Loup (2005).

Geproefd: de grote verrassingen en de aanraders van zes Crus du Languedoc, drie uit het westen en drie uit het oosten van de Languedoc.

 

Pic Saint Loup, het meest noordelijk gelegen gebied

“De invloeden van het klimaat spelen hier een grotere rol dan de geologische” vertelt Jean Christophe Granier, wijnboer in de Pic Saint Loup. Dit meest noordelijk gelegen wijnbouwgebied van de Languedoc, met opvallend karakteristiek terroir, heeft de meeste regenval en grootste temperatuurverschillen tussen dag en nacht in de regio. Het is gelegen tussen heuvels, die de wijngaarden beschermen tegen de zeer harde winden van de Mistral en de Tramontane. Er blijft genoeg wind over om de druivenplanten te beschermen tegen ziektes als meeldauw en grijze rot. Dat is meteen ook één van de redenen waarom minstens 30 procent van alle vignerons hier kozen om biologisch te boeren. Er wordt alleen rood en rosé gemaakt van de toegestane druiven binnen de AOC.


Opvallende wijnen en bijzondere producenten:

Domaine Les Grandes Costes 2012 (foto): bijzonder elegant en soepel voor een wijn uit de Pic Saint Loup, met een fijne focus op fruit, gemaakt van voornamelijk syrah. € 20,80- Calmel en Joseph; Les Cuvées Rares Le Pic 2011: heerlijk zacht, chocolade met kers en ander gestoofd zomerfruit, met een hint van drop en laurier. Met een lekker lange nasmaak, van biodynamische teelt. Syrah, grenache, mourvèdre, carignan en cinsault.

€ 17,-  – Larmanela van de Bergerie du Capucin: het fruit staat nog overeind, naast stevige tannines en mooi zacht hout. € 21,-


Pézenas, terroir en historie

Gelegen tussen Beziers en Montpellier, op slechts 20 minuten afstand van de Middellandse Zee, ligt het wijngebied Pézenas. Het stadje zelf staat bol van de kunst en geschiedenis, en ook op wijnvlak speelt historie een grote rol. De zeer gevarieerde bodemsamenstelling bevat namelijk kiezels uit het kwartaire tijdperk op een basis van basaltlava, miljoenen jaren geleden aangelegd. Dit vormt de basis voor een zeer bijzonder terroir, samen met de kalkhoudende kleigrond en gebieden met schist in het westelijk deel van Pézenas.

Opvallende wijnen en bijzondere producenten:

–    Prieuré Saint-Jean de Bébian Rouge met de gelijknamige cuvée: iets animaal en krachtig. Mooie lange mond vol kruidigheid. Gemaakt door de Australische Karen Turner (foto), die al jaren het smaakbeleid van het domein bepaalt. € 27,–    Homo Habilis van Domaine le Conte des Floris: van biologische teelt, een lichte maar zeer intense wijn met laurier en garrigue smaken. Een aanrader bij stevig vlees. € 23,-  –    Domaine de Nizas maakte met zijn La Réserve 2013 een voor dit gebied uitzonderlijk lichte wijn met mooi fruit. Framboos, zomeraardbei, maar met in de mond zeker de kracht van Pézenas. € 20,-

Minervois: invloed van de Atlantische oceaan en de Méditerranée

Ten noorden van de vestingstad Carcassonne ligt wijngebied Minervois. Het gebied heeft de vorm van een amfitheater, met de vallei d’Aude als natuurlijke grens. Vanuit deze vallei loopt het terrein in noordelijke richting trapsgewijs omhoog, de uitlopers van Montagne Noire in. De invloeden van zowel de Atlantische Oceaan als de Mediterranée zijn voelbaar in de altijd aanwezige wind. De bodem van de Minervois is gevarieerd van aard: op de vlakte is het kleihoudend, bezaaid met grote ronde keien. Hogerop in de heuvels bestaat de grond uit een samenstelling van kiezel en kalk, afgewisseld met leisteen. Sinds 1985 heeft het gebied de AOC status, met 61 gemeentes als toegestaan wijngebied. Binnen de AOC vallen zowel rood, rosé en wit. Toegestane druivenrassen zijn syrah, grenache, carignan, cinsault, mourvèdre en picpoul. Voor wit mag er geblend worden met grenache blanc, bourboulenc en marsanne.

Opvallende wijnen en bijzondere producenten:

Wit:

–    Château Coupe-Roses met de biologische cuvée Minervois Blanc 2014 van 100% roussanne: met elegant houtgebruik, kruidig met mooie zuren en bitters. € 8,50-    Château Borie Neuve Excellium 2014: 80% roussanne. Elegant en aromatisch, wit steenfruit gecombineerd met citrus. € 12,90  –    Château d’Agel Les Bonnes 2014: wit steenfruit in een krachtige en mineraal witte wijn. € 7,50

Rood:-    Domaine Anne Gros La Giaude 2011: intens, krachtig en vol, met duidelijk aanwezige tannines, voor een wijn die staat. € 20,–    Château Saint-Jacques d’Albas met twee wijnen: La Chapelle d’Albas 2012 en Le Château d’Albas 2012 (foto). Twee cuvées die duidelijk anders zijn, maar met overeenkomstige kwaliteiten: soepel met overduidelijk fruit en mooi geïntegreerd hout. Het verschil in prijs is niet in de smaak terug te vinden, wel in de rijpingstijd op hout (resp. 2 en 1 jaar op barrique). Resp. € 16,- en € 9,80-    Domaine de l’Herbe Saint Prestige 2013: beduidend meer power dan cuvée Ambroisie 2013, die een jaar hout kreeg. De laatste heeft een zachtere en complexere smaak met laurier en drop. Ook hier maakt de opvoeding op hout weer het grote verschil in prijs. Beide wijnen zijn gemaakt van dezelfde assemblage. Resp. € 8,10 en € 15,–    S. Delafont 2013: mooi rijp zomerfruit voor een volle wijn met iets korrelige tannines. € 13,50

 

Terasses du Larzac, nieuwe appelation

Sinds 2014 is Terrasses du Larzac officieel erkend als zelfstandige appelation binnen de Languedoc. De appelation ligt ten noordwesten van Montpellier, tussen het Centraal Massief en de Middellandse Zee en is verspreid over 32 gemeentes, met een oppervlakte van 2000 hectare. De wijngaarden liggen op een hoogte variërend van 80 tot 400 meter boven zeeniveau. Vooral de hoger gelegen wijngaarden profiteren van koele nachten, wat in een warm gebied als de Languedoc absoluut een pré is. Op bepaalde plaatsen kan het verschil tussen dag- en nachttemperatuur ’s zomers wel 20 graden bedragen.De mooiste wijnen hiervandaan zijn vol, krachtig en kruidig, en je proeft de garrigue er absoluut in terug. Niet alleen de appelatie is nieuw, er zijn ook een aantal jonge stellen neergestreken die meteen al opvallend mooie wijnen maken. De verdeling is dan wel weer heel traditioneel: de dames doen het woord en houden zich bezig met de verkoop, de heren werken op het land en in de kelder. Twee voorbeeldbedrijven die de komende jaren van zich zullen doen spreken vanwege hun eigenzinnige wijnen zijn: Le Clos du Serres (foto) en Domaine Saint Silvestre.

Opvallende wijnen en bijzondere producenten:

–    Domaine de la Réserve d’O Hissez O 2011 (biodynamische teelt). In Nederland is jaargang 2010 te koop bij Vinoblesse voor € 14,50. Intense, maar toch fruitige rode wijn met rijp zomerfruit.-    Calmel en Joseph Les Crus Terrasses du Larzac 2012: boordevol bes, braam en framboos in karaktervol rood. Ook weer biologisch, € 14,–    Domaine de Montcalmès 2012 (Coteaux du Languedoc Terrasses du Larzac) heeft alles wat een wijn uit dit gebied moet hebben: kruidige kracht met rijp zwart zomerfruit. Gemaakt van mourvèdre, syrah en grenache afkomstig van een argilo calcaire bodem. € 22,-

 

La Clape, de allerjongste AOC

Met ingang van de oogst van 2015 is het officieel: de AOC is rond. Maar ze maakten er altijd al hele uitgesproken wijnen, in La Clape. Het is een apart gelegen kalkmassief dat ooit, in de Romeinse tijd, een eiland voor de kust was. De wijnen hebben dan ook een ziltige geur. En ze worden voornamelijk gedomineerd door de bourbolenc druif (ook bekend als malvoisie) die dan ook voor 60% aanwezig moet in de blend van alle witte wijn uit La Clape. Maar net als overal in de Languedoc heeft de productie van rood toch de overhand.De rode wijn uit la Clape kan qua robuustheid met de wijnen uit de Corbières vergeleken worden. In de smaak veel ‘garrigue’ met wilde kruiden die de wijnen die typische mediterrane aroma’s geeft. Ze hebben vaak een iets animale neus, stevige tannines en goeie bitters, het zijn donkere, volle en kruidige rode wijnen met rijp fruit. De druiven die hiervoor worden gebruikt zijn dan ook de syrah, grenache en mourvèdre.

Opvallende wijnen en bijzondere producenten:

–    Château Mire l’Etang met Cuvée Des ducs de Fleury 2013: een uitzondering op het typische La Clape rood. Zeker krachtig, maar met een hint van bloemen en fruit, je ruikt wat muskaat en laurier. Jaargang 2010 is te koop bij wijnhandel Het Koetshuis voor € 11,-.-    Ook hun witte cuvée Aimée de Coigny 2014, met een lie-rijping van 4-5 maanden is goed gastronomisch inzetbaar. € 8,–    Château d’Anglès Grand Vin Rouge 2012: krachtige kruidige neus, iets zachter dan het overige La Clape rood. € 16,–    Voor wit is de Grand Vin Blanc van Chateau d’Anglès een uitschieter (te koop bij Wijn Verlinden). Echt een gastronomische witte wijn. € 16,–    Château Rouquette sur mer met de Henry Lapierre 2012: stevig en vol rood met houtimpressie. € 9,50

Verkoopinformatie:

Les Grandes Costes: P. de Bruin Wijnkopers

Chateau d’Anglès: Wijn Verlinden)

Calmel en Joseph: Wijnhandel Léon Colaris, deConinck Wines en Wijnkoperij Wielinga

Château Coupe-Roses: Mme Bouquet

Domaine Anne Gros: Wijnkoperij De Gouden Ton

La Chapelle d’Albas: Wijnhandel Jean Berger

S. Delafont: Slijterij het Fust en De Wereld van Dranken

Domaine de la Réserve d’O: Vinoblesse

Château Mire l’Etang: Wijnhandel het Koetshuis

De genoemde prijzen zijn de prijzen bij aankoop op het domein zelf.

Achtergrond & Interviews

Alessandro Masnaghetti brengt de Italiaanse wijngebieden in kaart

Alessandro Masnaghetti, geboren op 16 mei 1962 in Milaan, is een van de interessantste persoonlijkheden van de Italiaanse wijnmedia. Hij is tegenwoordig vooral bekend van zijn beschrijvingen en prachtige kaarten van beroemde Italiaanse wijngebieden (en zelfs van de Médoc, Sauternes en Barsac!), die eerder nooit op zo’n duidelijke manier in kaart waren gebracht. Maar het bijkomend effect van het maken van die kaarten is minstens zo belangrijk als de kaarten zelf.

Masnaghetti zet er namelijk mee aan tot discussie over terroir in het algemeen en wijngaarddenominatie en -classificatie in het bijzonder. En dat in een van de meest traditionele wijnlanden ter wereld. Ik ontmoette de aimabele eigenaar en hoofdredacteur van ENOGEA in Alba, tijdens Nebbiolo Prima 2015. En liet hem uitgebreid aan het woord.

PW: Van nucleair wetenschapper tot ‘wijnjournalist’. Hoe ging dat?

AM: Ik studeerde nucleaire wetenschappen aan de technische universiteit van Milaan (Politecnico di Milano) en studeerde in april 1988 af. Ik kreeg een baan, maar was die meteen weer kwijt nadat Italië in mei 1988 besloot te stoppen met kernenergie (naar aanleiding van de kernramp van Tsjernobyl, red.). Ik had toen al veel passie voor eten en wijn, en had de mazzel dat de bekende wijnjournalist Luigi Veronelli het zag zitten met mij (Luigi Veronelli wordt door velen gezien als de belangrijkste Italiaanse culinaire journalist van zijn tijd, red.).

PW: Dus Luigi Veronelli stond aan de basis?

AM: Zeker. Ik ging eerst voor zijn tijdschrift l’Etichetta schrijven en werd later verantwoordelijk voor de nieuwsbrief Ex Vinis. In die tijd droeg ik ook bij aan zijn gids I Vini di Veronelli.

PW: En wanneer begon u voor uzelf?

AM: In 1997 starte ik Enogea, mijn eigen nieuwbrief, en in 2002 stopte ik tijdelijk. In 2005 blies ik Enogea nieuw leven in en met succes. Mijn eerste kaart maakte ik trouwens al in 1994, voor Veronelli. Een van Barbaresco. Niemand wilde hem kopen destijds, 95% bleef onverkocht… Maar in 2007 probeerde ik het toch weer. Kaarten van Castiglione Falletto (Barolo DOCG) en Panzano (Chianti Classico DOCG) kwamen uit als bijlagen bij mijn nieuwsbrief. En dit keer waren producenten enthousiast, vandaar ben ik doorgegaan.



PW
: Wat is terroir?

AM: Lastig te zeggen, er zijn zoveel visies. Voor producenten is bodem altijd het belangrijkst, maar daar ben ik niet zeker van. Ik denk behoorlijk anders, er is namelijk veel meer. Bodems verklaren zeker niet alle verschillen tussen wijnen in Barolo bijvoorbeeld. Je kunt ook niet makkelijk over bodems praten, want daarvoor moet je geoloog zijn. Maar de meeste studies van bodems zijn niet gerelateerd aan wijnkwaliteit. De sectie besteed aan bodems in mijn nieuwste boek, Barolo MGA, The Barolo Great Vineyard Encyclopedia, is dan ook maar één pagina.

PW: En vanwaar alle aandacht voor kaarten?

AM: Ik wil dat lezers de verschillen begrijpen tussen wijngaarden, en daarvoor zijn kaarten handig en goed. Want daarop zie je de verschillen in ligging en hoogte. Ik vind het in de eerste plaats belangrijk om wijnliefhebbers het landschap van een bepaald gebied te doen begrijpen en te laten zien waarom er een subzone of Cru is gevormd. Op een goede kaart zie je meteen wat bijzonder is. In Castiglione Falletto en Serralunga d’Alba liggen de heuvels dichter bij elkaar, je voelt dat het iets kouder is en je begrijpt dat de wijnen anders zijn dan in La Morra. Toch moet je voorzichtig zijn met gemeenplaatsen; wijnen uit Serralunga kunnen best heel elegant zijn. Nuance is belangrijk.

Terroir is mysterieus: je hoeft niet alles te kunnen uitleggen. Simpel gezegd wil ik laten zien hoe bijzonder liggingen zijn. De kaarten zijn gemaakt voor wijnliefhebbers. En ik ben geen echte cartograaf. Bij mijn driedimensionale kaarten is Noord niet altijd ‘boven’; ik wil de heuvelvorm laten zien, je moet het landschap op zijn meest fascinerende manier kunnen zien, het mooiste uitzichtpunt zoeken.

Zo probeer ik ook een Cru uit te leggen: ik wil de vorm, de hoogte en dergelijke laten zien. Lazzarito (een beroemde cru van Serralunga d’Alba, red.) bijvoorbeeld is een amfitheater, dat laat je toch niet van buiten zien!

PW: Zetten uw kaarten aan tot classificatie, tot een wijngaardhiërarchie?

AM: Wellicht, maar daarmee ben ik heel voorzichtig, zelfs in Barolo en Barbaresco. Ik heb een officieuze classificatie gemaakt voor de crus van Barolo en Barbaresco en dat is interessant voor journalisten en andere wine geeks. Maar een officiële hiërarchie, daar moet je goed over nadenken, dat duurt even. De crus zoals ze nu zijn begrensd, stammen pas uit 2010, wellicht kunnen we over tien jaar over een wettelijk vastgelegde classificatie beginnen te praten.Als journalist ben ik vrij, dus mijn classificatie van Barolo en Barbaresco is een journalistieke, dat kan. Maar een producent is geen journalist, die is blijvend ter plaatse bezig. Daarmee moet je rekening houden, dus moet je veel genuanceerder zijn, voorzichtiger. En hoe ga je een grote cru als Bussia (in Barolo DOCG) classificeren, met goede maar ook minder delen. Hoe kun je voor producenten beslissen of Bussia vijf sterren of minder krijgt? We moeten eerst weten hoe we deze crus gebruiken, later pas kunnen we gaan denken aan classificatie.

We moeten onze tijd nemen, we zijn geen Bourgogne, waar een en ander eeuwen geleden al is vastgelegd. De begrenzing van de crus duurde al 20 jaar, hoe kunnen we dan heel snel daarna een hiërarchie maken? Ik wil niet belerend zijn, maar producenten moeten wel hun appellatie kennen, en in Barolo kennen ze het deel van hun dorp meestal nog wel, maar dat daarbuiten niet. Daarom is de kaart met de geografische denominaties (Menzioni Geografiche Aggiuntive is de term die Masnaghetti gebruikt, red.) belangrijk. En van daaruit kunnen ze wellicht rijp worden voor een classificatie, want die moet gelden voor de hele DOCG Barolo.

PW: Hoe vordert de kaart van Montalcino, een DOCG met een veel kortere – maar wel grote – faam dan Barolo en een zone die geen historische crus kent?

AM: Dat is een heel uitdagend project (hij glimlacht). Sommige mensen daar hebben er heel eigen ideeën over… Ik weet het nu echt nog niet of het ervan komt. Maar er is nu in ieder geval interesse, die was er vijf jaar geleden helemaal niet, dus dat is een goede ontwikkeling. Vele internationale journalisten dringen erop aan, dus het zal wel eens gaan gebeuren. Ook Chianti Classico was lastig, maar dat is eveneens gelukt. Je moet vooral bescheiden zijn in je benadering, heb ik geleerd.

PW: Laatste vraag, een praktische: hoe maakt u de kaarten?

AM: Dat hangt van de regio af. Hier in Barolo kon ik starten op basis van kadasterkaarten, een belangrijk voordeel en ook belangrijk om exact te kunnen zijn. In Chianti begon ik met satellietbeelden, die ik op de computer intekende zodat er kaarten ontstonden. Wat ik belangrijk vind: je moet er altijd iets van je zelf, van je eigen ziel, in leggen, dus ontstaat een eigen opmaak. Desondanks heb ik geen echte vaste ‘huisstijl’, de stijl ontstaat vanaf het scherm. De boeken en kaarten van Alessandro Masnaghetti zijn te bestellen via www.enogea.it en grotendeels ook te downloaden via iTunes.

tekst: Lars Daniëls MV

beeld: Enogea en Lars Daniëls MV

Achtergrond & Interviews

Poderi Aldo Conterno – een van Barolo’s groten

Zelden stonden een paar weken dermate in het teken van een gebied en een druif als de afgelopen weken in het teken van Barolo, Barbaresco en Roero, met uiteraard nebbiolo als druif. Mega-interessant, maar ook inspannend: Nebbiolo is niet gemakkelijk.

Na een week Nebbiolo Prima in Alba, was afgelopen woensdagavond 27 mei Franco Conterno namens Poderi Aldo Conterno in Nederland voor een proeverij. Een buitenkans om mijn nebbiolo-periode waardig af te sluiten. Voor even. Plaats van handeling was restaurant Zarzo, van Adrian Zarzo Habraken, een van de grote talenten (of eigenlijk al veel meer dan dat) van de vaderlandse gastronomie. Iemand met een grote passie voor en kennis van eten én wijn, een helaas zeldzame combinatie in ons land. Een zeer aanbevolen adres dan ook voor de ware hedonist. En een prima plek om de wijnen van het beroemde Poderi Aldo Conterno te laten proeven.

Mythische Barolo

Want dat Aldo Conterno (1931-2012) een van de groten was van Barolo, staat vast. Aldo was de zoon van Giacomo Conterno, van het zo nodig nóg befaamdere gelijknamige wijngoed in Monforte d’Alba, dat de waarschijnlijk meest mythische Barolo van allemaal maakt: Riserva Monfortino. Toen Giacomo in 1961 zijn cantina overdroeg aan zijn twee zonen Giovanni en Aldo, besloten deze vrij snel daarna om uit elkaar te gaan. Aldo had andere ideeën – ondermeer opgedaan tijdens een verblijf in de Verenigde Staten – en startte in 1969 Poderi Aldo Conterno (letterlijk: Ddomeinen Aldo Conterno).

Aldo kocht de boerderij Favot, prachtig gelegen in het beste deel van de meest ruim bemeten cru van Barolo DOCG: Bussia. Bussia is werkelijk groot, te groot om als geheel als hoogwaardige cru te boek te staan (zie plaatje links, klik om PDF te downloaden). Maar de wijngaarden van Aldo Conterno behoren tot de absolute toppercelen. Ze zijn allemaal gelegen op het zuiden tot zuidwesten op dezelfde heuvelrug, gebroederlijk naast elkaar. Toch geven ze heel verschillende wijnen, iets dat goed te proeven valt als de Barolo’s uit de individuele wijngaarden naast elkaar staan.

Iconische wijngaarden

Colonella, de wijngaard die het dichtstbij Barolo ligt, heeft wat meer zand in de bodems (ze hebben een aandeel Sant’Agata mergel, net als die van Barolo en La Morra, red.) en de wijn is dan ook de lichtere maar ook de meest aromatische van de drie. Tenminste, wanneer jong. Cicala, direct ten oosten van Colonella, en Romirasco, waarin Cicala overgaat, hebben meer de kleibodems die typerend zijn voor Monforte d’Alba en Serralunga d’Alba. Deze wijngaarden geven dus krachtigere wijnen, die meer tijd nodig hebben op zich te openen en zachter te worden.Romirasco zien de Conterno’s als hun topwijngaard en vandaar dat hun topcuvée Granbussia, een Riserva die alleen in de beste jaren wordt gemaakt, voor zo’n 70% is gemaakt op basis van nebbiolo uit Romirasco. De rest komt uit Colonella en Cicala, in ongeveer gelijke delen. Met Granbussia creëerde Aldo Conterno een iconische Barolo, net als zijn opa met Monfortino. En de wijn leeft uiteraard voort door middel van het werk van zijn kinderen Giacomo, Stefano en Franco (zie foto rechtsonder), de huidige generatie van Poderi Aldo Conterno.

Huisstijl


In zijn tijd werd Aldo Conterno vaak bestempeld als een ‘modernist’, maar dat is maar deels waar. Nieuwe barriques zijn nooit zijn ding geweest bijvoorbeeld. En zeker tegenwoordig is het wijnmaken bij Poderi Aldo Conterno wat de Barolo’s aangaat eerder traditioneel te noemen.De wijnen zijn inderdaad opvallend krachtig en geconcentreerd, maar dat vindt zijn oorzaak in de wijngaarden. Deze worden biodynamisch bewerkt (niet gecertificeerd) en daarbij worden via strenge groene oogst de opbrengsten nog eens extra beperkt, tot soms maar een kilo per plant in Romirasco, waar de oudste stokken staan (gemiddeld bijna 60 jaar oud). De geconcentreerde, gezonde druiven staan lange maceraties (inwekingen) toe, van 30 dagen voor Colonella tot 60 dagen voor Granbussia. Die vinden plaats in horizontale vergistingstanks (maar geen rotorfermenters). Daarna rijpen de wijnen 28 tot 32 maanden in grote gebruikte vaten van Slavonisch eikenhout (botti).Het resultaat zijn zeer krachtige Barolo’s – ook qua alcoholgehalte, dat zelden stoort overigens – die lang moeten en kunnen rijpen op fles om hun hoogtepunt te bereiken. Dat ligt volgens Franco Conterno bij goede Barolo in het algemeen na 10 à 15 jaar na verschijnen op de markt. “Maar afhankelijk van het jaar en de cuvée gaan onze wijnen veel langer mee. Grote jaren van Granbussia, zoals 2006, naderen na twintig jaar na de oogst pas hun ideale drinking window”.

De proeverij

Het is immer spannend en soms zelfs wat intimiderend om wijnen te proeven met zulke faam. En waarvan je weet dat ze voor meer dan € 350,00 per fles worden aangeboden, zoals in het geval van Granbussia. Reden te meer om geconcentreerd te blijven (niet extra, maar ook niet minder kritisch) en de kwaliteit van de Barolo’s van Poderi Aldo Conterno in je hoofd proberen af te zetten tegen andere topwijnen uit Langhe en de hele wijnwereld.Er was vooral 2011 te proeven, een goed jaar – in de zin dat het voor minder geoefende wijndrinkers een heel aangenaam Barolo-jaar is (want open, niet te tannineus en rond door alcohol). Maar tegelijk, om eerlijk te zijn, voor aficionado’s niet heel spannend. Desondanks kwamen de terroirverschillen tussen de individuele delen van Bussia er overtuigend uit. En dat is altijd een goed teken: bij Conterno praten ze niet alleen over terroir, ze laten ook proeven wat het doet met de wijnen.

Hieronder volgen de wijnen zoals geproefd. Vermeld zijn de consumentenprijzen per fles.

Langhe Chardonnay Bussiador 2012

Deels gevinifieerd (vergisting start in RVS, vervolg in barriques) en volledig gerijpt in nieuwe Franse barriques, eikenhout van verschillende herkomsten en van verschillende tonneliers; rijke maar gesloten geur, wat boterig; krachtige smaak, met tonen van pistachenoten, ananas en mandarijn, krachtig, behoorlijk lang en niet te zwaar. 15,5/20 punten.

€ 50,00

Barolo Bussia 2011

Uit diverse percelen in Bussia; vergisting en malo in RVS, maceratie (schilcontact) 30 dagen, dan 26 maanden rijping in groot Slavonisch hout; licht floraal (hint van rozen) en fruitig, vooral krachtig en aards, je zou zeggen dat er nieuw hout is, maar moet extract en rijpheid van 2011 zijn; volle smaak, met al behoorlijk extract, rulle tannine en natuurlijke kruidigheid, flinke lengte, wat alcohol in de afdronk. 16/20 punten.

€ 64,00

Barolo Bussia Colonella 2011

Uit vigna Colonella, grenzend aan de gemeente Barolo, van gemiddeld 45 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 30 dagen, dan 28 maanden rijping in groot Slavonisch hout; van de drie individuele wijngaardbottelingen het meest open, prachtig floraal en fruitig (zwarte kersen); goede tannine, meer grip dan de normale Bussia, wel wat warmte van alcohol. 16,5/20 punten.

€ 118,00

Barolo Bussia Cicala 2011

Uit vigna Cicala, direct ten oosten van Colonella, van gemiddeld 45 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 30 dagen, dan 28 maanden rijping in groot Slavonisch hout; duidelijk meer gesloten dan Colonella, meer aards, met tonen van leer ook, wel cassis en munt; smaak heeft veel structuur en power, is compact en nog onontwikkeld, maar heeft wel balans. 16,5/20 punten.

€ 118,00

Barolo Bussia Romirasco 2011

Uit vigna Romirasco, direct ten oosten van Cicala, van gemiddeld 55 jaar oude stokken; vergisting en malo in RVS, maceratie 48 dagen, dan 30 maanden rijping in groot Slavonisch hout; donker van kleur, zeker voor nebbiolo; ook donker van geur, met zwarte kersen en pruimen, wat zoethout, dicht en erg compact nog, je voelt de intrisieke kracht van oude stokken al in de geur; smaak is ook compact, er is geweldige inhoud en power, door superieure balans en frisheid iets eleganter dan Cicala. 17,5/20 punten.

€ 174,00

Barolo Riserva Granbussia 2006

70% vigna Romirasco, 15% vigna Cicala, 15% vigna Colonella; vergisting en rijping in groot Slavonisch hout, maceratie 60 dagen, dan 32 maanden rijping; prachtige geur, ware Barolo, met rozen, viooltjes, hazelnoten, een hint van kruidnagel en teer, fijne aardse ondertonen; smaak is fijn ondanks de kracht, mooie klassieke tannine die langzaam zachter wordt, mooie zuren, heel compleet en jong nog. 18/20 punten.

€ 360,00

Barolo Riserva Granbussia 2001

Iets vluchtig, zoete krenten, pruimen, gedroogde rozen, leer en teer, laurier ook; in de smaak wat gerookte spek, zoete specerijen, zachte maar goede tannine, warmte, genoeg zuren, grote lengte.

17/20 punten. Niet meer te koop.

De wijnen van Poderi Aldo Conterno worden geïmporteerd en verkocht door Luxurious Drinks.

tekst Lars Daniëls MV

beeld Lars Daniëls MV en Poderi Aldo Conterno

Achtergrond & Interviews

Heden, verleden en toekomst van een wijngigant

De hedendaagse kwaliteit hoog in het vaandel, respect voor het verleden en aandacht voor de toekomst: een bedrijf dat deze speerpunten heeft, kan bijna niet anders dan succesvol zijn. Dat is inderdaad het geval bij Torres, de Spaanse wijngigant die grote expansiedrang naar andere werelddelen heeft.


Sinds dit jaar heeft Torres een nieuwe businesspartner in Nederland en daar werd op gepaste wijze aandacht aan besteed. Miguel Torres (4e generatie) kwam naar Amsterdam om een aantal van zijn topwijnen te laten proeven, en daarnaast licht hij ons in over zijn visie op de toekomst van zijn familiebedrijf.

Familiebedrijf

Het bedrijf bestaat al 140 jaar en tegenwoordig staan de 4e en 5e generatie Miguels, traditioneel de naam van de zonen, aan het roer. Uiteraard samen met de dochters, die ook hun eigen inbreng hebben. De Torresfamilie is zich uitermate bewust van de nieuwe uitdagingen die een bedrijf van deze omvang in deze tijd met zich meebrengt. Het is dan ook geen kleine speler: in totaal werken er 1300 mensen wereldwijd, ze bezitten 2432 hectares wijngaarde in Spanje, Amerika en Chili, hun wijnen zijn te vinden in 150 landen, en de omzet in 2014 bedroeg 240 miljoen euro.

Respect voor de natuur

Al sinds de oprichting in 1870 werkt de familie met de grootst mogelijke respect voor de natuur, maar de laatste jaren hebben de veranderingen in het klimaat de focus hierop vergroot. De afgelopen 40 jaar stijgt de temperatuur, en dat heeft grote gevolgen voor de wijnbouw: er wordt nu al 10 dagen eerder geoogst dan 20 jaar geleden.

Daarom startte het bedrijf het ‘Torres and Earth’ programma, dat de ecologische voetprint zo klein mogelijk moet houden. Het bedrijf pakt het grondig aan, met een uitgebreide reeks van maatregelen. Om er maar eens een paar op te noemen: het opwekken van energie uit natuurlijke bronnen, het plaatsen van zonnepanelen en het gebruik van windmolens. Afval uit de wijngaard wordt omgezet in bio-energie, er is flink geïnvesteerd in een procedure om alle overgebleven plantresten om te zetten in houtskool: het proces van pyrolyse.Ook het heel voorzichtig omspringen met water is een manier van besparen; door het zelf biologisch verantwoord reinigen van hun afvalwater, en het hergebruik ervan. Regenwater wordt verzameld in een speciaal voor dit doel gegraven vijver. De CO2 uitstoot is flink verminderd door het gebruik van ondergrondse kelders en geïsoleerde stalen tanks en door het gebruik van lichter glas voor de flessen.

Onbekende druivenrassen

Ook in de wijngaard zelf is veel te winnen. De discrepantie tussen suikergehaltes en aroma’s in de druif door de vroege rijping is een probleem. Daarom zoekt men oplossingen zoals het beperken van de ruimte tussen de planten, een ander snoeibeleid tijdens het groeiproces en het testen van het gebruik van wortelstokken met verschillende droogtetoleranties. Een andere oplossing is het vinden van andere druifvariëteiten, bijvoorbeeld door oude Catalaanse variëteiten weer in ere herstellen. Daarom werd heel Catalunya door een advertentiecampagne in de grote kranten gevraagd om onbekende druivenrassen uit de achtertuin of waar dan ook te melden. Het resultaat: er zijn 38 variëteiten met onbekend DNA gevonden, 7 tot 8 daarvan zijn van een topkwaliteit druivenmateriaal. Nu wordt er druk gezocht naar de beste match van terroir en plant.Miguel vertelt: “We waren op zoek naar de historie en we vonden de toekomst: planten die resistent zijn voor hitte en droogte maar al heel lang geen naam meer hebben. Dit onderschrijft onze nieuwe filosofie van wijn maken: terug naar de viniculture van onze voorouders, maar met de technologie van vandaag.”

Landverhuizing

Er werden nog meer maatregelen genomen: zo draaien ze voor een landverhuizing hun hand niet om. Ze zien juist de voordelen van andere culturen en vooral klimaten. De bakermat is uiteraard Penedès, Spanje, maar Torres is ook te vinden in Californië (Russian River) en Chili waar ze wijnen maken onder de appelaties van Central Valley, Secano Interior, Limarí Valley, Maule Valley, Maipo Valley, Itata Valley, Colchagua Valley en Curicó Valley. Ook daar wordt uitgebreid getest met het aanplanten van wijngaarden op flinke hoogte. In Spanje zijn er proefplantages op een hoogte van 950 meter hoogte in de voetheuvels van de Pyreneeën; er werd zelfs op maar liefst 1200 meter hoogte grond aangekocht, maar dat bleek voor wijnbouw toch echt te hoog.

 

 

 

Single Vineyard wijnen

Nu de wijn, want daar gaat het tenslotte om. Ze komen allemaal voorbij, de iconen uit Penedès, Russian River en Maule Valley: van een knisperend frisse Albarino tot een zwaar aangezette Chardonnay. Een uitspringer is de mooie volle Carignan van hele oude stokken uit Chili.

Maar het allermooist is toch wel de Mas la Plana 2010, gemaakt van 100% cabernet sauvignon. Ooit per abuis beland in een model Bordeauxfles als proefmonster, kreeg deze bijzondere wijn meteen internationale aandacht. Het is één van de meest exclusieve wijnen van het huis, die sinds de eerste jaargang in 1970 dit jaar haar 40-jarig bestaan viert. De druiven ervan zijn afkomstig van een van de vijf geselecteerde single vineyards voor de toppers van Torres. Deze vijf wijngaarden met uitzonderlijke terroirs zijn allen beplant met de nobelste druivenrassen. Het uitgangspunt voor de meest prestigieuze wijnen van de familie: een lage opbrengst en hoge kwaliteit.Behalve de Mas de la Plana zijn er ook nog de Mas Borras (pinot noir) de Fransola (sauvignon blanc) en de Reserva Real (cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc) uit Penedès, de Milmanda (chardonnay) en de Grans Murralles (o.a. monastrell en garnacha tinta) uit Conca de Barberà.Zoals de Miguels het zelf zeggen: “Hoe beter we voor de aarde zorgen, des te beter onze wijnen zijn.” Dat proef je!

De wijnen van Torres worden geïmporteerd door Walraven|Sax.

1 17 18 19 20 21 57
Page 19 of 57
nl Nederlands