De herpositionering van zweigelt
Het Oostenrijkse wijnbouwgebied Carnuntum, gelegen tussen Wenen en de Neusiedlersee, heeft sinds 2019 zijn eigen denominatie (DAC). Er zijn maar liefst vijf toegelaten druivenrassen. Naast chardonnay en weißburgunder (pinot blanc), zijn dat de typisch Oostenrijkse rassen grüner veltliner, blaufränkisch en zweigelt. Het laatste heeft de bijzondere aandacht van de lokale wijnboeren die zich inzetten voor de herpositionering van zweigelt als een serieus kwaliteitsras dat geschikt is om de verschillende terroirs van Carnuntum tot uitdrukking te brengen. Op een recente virtuele proeverij probeerde ik de tien door verschillende gidsen hoogst gewaardeerde Zweigelts van zeven individuele wijngaarden.
Terraswijntje
Zweigelt heeft nou niet bepaald een goede naam. Zoals de in Keulen woonachtige Oostenrijkse sommelier Iris Giessauf onlangs tijdens een virtuele wijnpresentatie van Carnuntum’s tien beste Zweigelts uit individuele wijngaarden zei: “Het wordt hier gezien als een simpel wijntje dat je op vakantie in Oostenrijk drinkt.”
Lange tijd waren reinsortige oftewel monocépage Zweigelts inderdaad meestal eenvoudige, goedkope terraswijntjes. Journalist Luzia Schrampf vat het als volgt samen: “Het is een vriendelijke, aangename wijn die niemand pijn doet en minder uitdagend is dan een Blaufränkisch.” Blaufränkisch wordt over het algemeen gezien als dé blauwe kwaliteitsdruif van Oostenrijk.
GSPUSI
Het vinden van een karaktervolle Zweigelt is lastig. In de supermarkt vind je makkelijker een tetrapak Zweigelt dan een fles van goede kwaliteit. Ook fungeert zweigelt vaak als ondergeschikte cuvéepartner, bijvoorbeeld om Blaufränkisch wat meer fruitigheid te geven. Dergelijke wijnen dragen vaak een nietszeggende naam, bijvoorbeeld van een familielid (Magdalena), van iets Romeins (Aurelius, Triarier – in Carnuntum bevinden zich de bekendste Romeinse overblijfselen van Oostenrijk) of van iets dat simpelweg aan de fantasie ontsproten is. Wat te denken van GSPUSI? Het zijn allemaal namen die niets zeggen over de herkomst.
Dr. Zweigelt
Daar komt nog bij dat het ras, een kruising van blaufränkisch en st. laurent, de naam draagt van zijn kweker, Dr. Friedrich (Fritz) Zweigelt, een overtuigd nazi-sympathisant. Zweigelt werd al in 1933 lid van de NSDAP en bleef het naziregime tot het bittere einde verdedigen. Het ras werd in de jaren twintig ontwikkeld, maar kreeg pas bekendheid toen Lenz Moser het in de jaren vijftig geschikt achtte voor de naar hem vernoemde snoeimethode. Daardoor ontstond de behoefte aan een naam voor de nieuwe kruising. Ondanks dat het toen genoegzaam duidelijk was dat Dr. Zweigelt aan de verkeerde kant van de geschiedenis had gestaan, werd het ras naar hem vernoemd. Willi Klinger, de voormalige directeur van de Oostenrijkse Wijnmarketingorganisatie, noemde de naamgeving onlangs een gigantische fout, maar vond het niettemin beter er openlijk over te communiceren dan de naam te veranderen. Het een sluit het ander niet uit, zou ik zeggen. In 1978 werd namelijk ook de alternatieve naam rotburger geregistreerd. Deze wordt echter slechts door een klein aantal wijnboeren gebruikt.
Dorli Muhr, communicatie-expert en een van de grote wijnmakers van Carnuntum, sluit zich vooralsnog bij Klinger aan. “De discussie leidt af van de wijn en de wijnbouw. Als het tot een wettelijke naamsverandering komt, zullen wij die steunen.” Zelf maakt ze overigens geen Zweigelts.
Kühle Füsse
De wijnmakers van Carnuntum hebben nu de handen ineengeslagen en werken al een tiental jaren eendrachtig aan een geraffineerdere Zweigelt met diepgang en subtiliteit. Of zoals Gerhard Markowitsch, een voorloper in deze ontwikkeling, zegt: “We zien zweigelt als een solokunstenaar.”
Sinds de groep zich in het eerste decennium van deze eeuw intensief ging bezighouden met haar bodems, kwam ook de behoefte naar boven om van zweigelt het middel te maken om de terroirs van het gebied tot uitdrukking te brengen. Een belangrijke bevinding uit het bodemonderzoek, waarvoor onder andere met de universiteit van Bordeaux is samengewerkt, is dat zweigelt met name goed gedijt op leemrijke – en leem-gravelbodems. Warme, zandige bodems zouden de druiven te suikerrijk maken. Leem, een mengsel van zand, silt en klei met goede watervasthoudende eigenschappen, is daarentegen bevorderlijk voor de structuur en de zuren. Philipp Grassl, een andere prominente wijnmaker zegt: “Vooral de diepere bodemlagen zijn belangrijk. Als deze koel zijn, is het goed.” Dat laatste wil zeggen dat die lagen watervasthoudend moeten zijn. In zijn eigen wijngaard, de Schüttenberg in Göttlesbrunn, houden zijn wijnstokken in elk geval “kühle Füsse”, aldus Grassl. Omdat Carnuntum voor een groot deel uit sedimenten van de Donau bestaat, is er op veel plekken naast zand en gravel ook leem afgezet.
Alcoholrijk
Je kan deze bevinding ook terugvinden in de tien geproefde wijnen van zeven verschillende wijngaarden. De zeer warme wijngaard Bärnreiser die in de hogere delen weinig leem heeft en die nauwelijks koeling ondervindt van de Donau of omliggende bossen brengt alcoholrijke wijn voort. Maar, zegt Gerhard Markowitsch: “Je moet een wijn uiteindelijk sensorisch evalueren.” Dus als er voldoende intensiteit, tannine en zuren tegenover staan, hoeft een wat hoger alcoholpercentage niet per se een bezwaar te zijn. Bij de Bärnreiser Zweigelt van Taferner vond ik dat echter niet het geval.
Philipp Grassl is nog iets uitgesprokener. Hij beseft dat de vraag naar wijnen met een lager alcoholpercentage toeneemt, maar: “Het is hier in Carnuntum nu eenmaal warm.” Dat hoef je dus niet te verhullen, oftewel je kan het zien als onderdeel van het terroir. Van zes van de tien wijnen die ik proefde lag het alcoholpercentage overigens aangenaam onder de 14 procent.
Erste Lage
De focus op de bodems heeft er ook toe geleid dat de Österreichische Traditionsweingüter hun gebied naar Carnuntum hebben uitgebreid. Een twintigtal wijngoederen zijn inmiddels toegetreden tot deze club en zoekt gemeenschappelijk naar de beste wijngaarden. Tot nu toe zijn er negen geïdentificeerd, de zogenaamde Erste Lagen. Een langlopend onderzoek, waarbij de kwaliteit van de wijnen jaarlijks vergeleken wordt, moet uiteindelijk leiden tot de promotie van een aantal daarvan tot Grosse Lage.
Zuurgraad
Parallel aan deze ontwikkeling zie je dat steeds meer wijnboeren biologisch gaan werken. Philipp Grassl schat dat er nu op 30 procent van het areaal biologisch geboerd wordt. Voor de wijngaardwijnen is dat zelfs ruim 40 procent. In 2017, de jaargang die nu op de markt is en die in de proeverij centraal stond, was echter nog niemand daadwerkelijk gecertificeerd. Sommigen, zoals Weingut Pimpel, doen dat overigens om administratieve redenen (en misschien om af en toe toch iets chemisch te kunnen gebruiken) bewust niet.
De biologische arbeidswijze helpt ook bij de klimaatverandering. Zo zegt wijnmaker Christine Netzl dat zij door gericht te snoeien – dat wil zeggen, door de druiventrossen zo nodig met bladgroen tegen de zon te beschermen – en door vegetatie tussen de rijen de zuurgraad van haar druiven ondanks de hogere temperaturen iets heeft kunnen verhogen. Haar wijn onderscheidde zich dan ook door een zekere slankheid. Van alle geproefde wijnen lag het zuurgehalte rond de 5,5 gram per liter, wat vrij normaal is voor een rode wijn.
Verschil met Neusiedlersee
Toch kan je je afvragen of de wereld zit te wachten op deze – eerlijk is eerlijk – duidelijk karaktervolle Zweigelts. Wat voegen Carnuntums Zweigelts eigenlijk toe aan die van de naburige Neusiedlersee DAC, waar zweigelt ook een hoofdrol speelt? Markowitsch wijst op de verschillen. Het gebied van de Neusiedlersee is nog warmer en heeft niet het matigende effect van de Donau. In combinatie met de bodem resulteert dat in Carnuntum tot strakkere wijnen met meer spanning. Daarin moet ik hem gelijk geven. Ik kan het nog niet statistisch onderbouwen, maar uit gesprekken met wijnboeren in het Neusiedlerseegebied krijg ik inderdaad de indruk dat zeker enigen van hen vanwege de moeilijkere omstandigheden eerder geneigd zijn over te schakelen op blaufränkisch, dan het verbouwen en vinifiëren van zweigelt te verbeteren. Het imago van zweigelt speelt hierbij ook zeker een rol. In Carnuntum is het net iets makkelijker om de druiven te oogsten als het mostgewicht (het suikergehalte) nog niet te hoog is. Philipp Grassl hanteert een maximum van 100 °Oechsle, de Duitse schaal om het suikergehalte te meten. Dit komt ongeveer overeen met een potentieel alcoholgehalte van 13,5 procent per liter.
Verder verbeteren
Het is duidelijk dat de Carnuntumse wijnmakers niet stil hebben gezeten. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Vooral de houtinzet, soms meer een verdoezelaar van oninteressant druivenmateriaal, kan mijns inziens nog wel iets subtieler, zeker als je het terroir wilt laten spreken. De wijngaardwijnen zijn echter bedoeld voor flessenrijping en het wordt spannend om te zien hoe ze zich in de komende jaren ontwikkelen.
Ook Dorli Muhr erkent dat er nog een weg te gaan is, zowel in de wijngaard en de kelder, als in de communicatie naar de handel en de consument. Maar, dixit Dorli: “De proeverij heeft getoond dat het ras op verschillende bodems verschillende stijlen kan voortbrengen en dat een voorzichtige vinificatie veel elegantere en genuanceerdere wijn oplevert dan men twintig jaar geleden had gedacht.”
Goede weg
Trendsetter Gerhard Markowitsch is er vooralsnog het beste geslaagd een terroirgedreven Zweigelt neer te zetten. Zijn Ried Kirchweingarten is het meest harmonieus en gebalanceerd, heeft lengte, interessante complexiteit, aangename, animerende zuren en laat mid-palate geen leegte achter. Het is vast geen toeval dat de wijngaard Kirchweingarten, direct onder het kerkje van het plaatsje Höflein, een relatief hoog leemgehalte heeft.
De grootste opgave zal zijn de Oostenrijkers en de rest van de wereld te overtuigen van het potentieel van zweigelt en het ras te ontdoen van zijn nederige imago. De wijnmakers van Carnuntum zijn zeker op de goede weg, maar voordat Zweigelt voor de consumenten meer dan een terraswijntje is waarvoor ze bereid zijn zo’n 25 euro per fles te betalen, moeten er nog wel een paar bergjes verzet worden.
De vijf aantrekkelijkste wijngaards-Zweigelts uit Carnuntum, jaargang 2017
Alle wijnen zijn bedoeld om nog minstens vijf jaar opgelegd te worden. Je kan ze nu drinken, maar dan zou ik ze enkele uren voor gebruik decanteren.
- Weingut Gerhard Markowitsch, Ried Kirchweingarten (Höflein)
- Weingut Franz & Christine Netzl, Ried Haidacker (Göttlesbrunn)
- Weingut Philipp Grassl, Ried Schüttenberg (Göttlesbrunn)
- Weingut Artner, Ried Steinäcker (Höflein)
- Weingut Michael Auer, Ried Bühl (Höflein)
Bart de Vries