De tiende editie van de grootste wijnbeurs ter wereld, Vinexpo stond in het teken van crisis. Nou ja, wat heet. De wijnwereld wordt geplaagd door zwaar weer. Wereldwijd is er een te hoge wijnproductie en consumenten die het laten afweten betekenen dat veel producenten moeilijke tijden doormaken. Maar ja, de show must go on. Laat dat maar aan de Bordelais over. Die zijn zo ongeveer wereldkampioen schijn ophouden.
Wie aan de verschillende deelnemers aan Vinexpo vraagt hoe de beurs is geweest, krijgt zeer uiteenlopende antwoorden. Zuid-Amerikaanse exposanten waren zeer tevreden. Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika lieten collectief verstek gaan, dus was de aanloop van belangstellende voor wijnen uit de laatste overgebleven landen uit de Nieuwe Wereld bijna overweldigend te noemen. Down Under was zo kwaad over de problemen met de airconditioning van hun hal tijdens de vorige Vinexpo, dat een korting op de rekening van dit jaar, aangeboden door de organisatie, niet werd geaccepteerd. De korting had moeten worden gegeven over de rekening van 2003, zo werd –terecht- geredeneerd.
Van de persmuskieten hierover geen onvertogen woord. De extra ruimte die vrijkwam door het wegblijven van exposanten, was deels gebruikt voor het inrichten van een perscentrum. Eerdere jaren was dat in een tent buiten, onder de brandende zon. Nu zat de pers in hal 1, die is voorzien van airconditioning, die altijd wat krakkemikkig werkt, maar toch. Hopelijk blijven er volgende keer weer genoeg standhouders weg. Er zijn er in elk geval genoeg die er over klagen dat de Franse standhouders stelselmatig worden bevoordeeld en dat deze de beste plaatsen in de best geklimatiseerde hallen krijgen. Niet blijven klagen, dames en heren, maar volgende keer ook de daad bij het woord voegen. Goed, genoeg hierover, het is tijd voor onze prijsuitreiking: het beste (en slechtste) van Vinexpo 2005.
Best geklimatiseerde hal
De prijs voor de best geklimatiseerde hal gaat naar Hal 3. In deze nieuwe hal, die in de plaats is gekomen van de vorige, waar de kurken vorige keer uit de flessen plopten, was het nu zo koud, dat voor de witte wijnen geen koelemmers nodig waren. Hoe de rode wijnen warm gehouden moesten worden, wist echter niemand.
Het liefste voor journalisten
De prijs voor degene die het liefst voor de journalisten was, gaat naar de organisatie. Niet alleen airconditioning dit keer, maar zelfs draadloos internet. Een uitkomst, want het gewone internet ging talloze keren plat, tot ergernis van degenen die achter een gewone computer zaten. Maar ja, dat zijn gewoon losers.
De onvriendelijkste stand
De stand van Gaja, Taylor en consorten wint hier met gemak. We zijn er talloze malen omheen gelopen, maar een ingang konden we niet vinden. We waren gewoon niet welkom.
De lekkerste Champagne
Helaas, deze keer geen uitnodiging voor het traditionele ‘Hollandse’ Bollinger-middagje op de stand. Waarschijnlijk wist men al van te voren dat liefhebber René van Heusden niet was afgereisd, dus wellicht is het gewoon niet doorgegaan. Schande. Onze lekkerste Champagne genoten we dan ook buiten Vinexpo, als aperitief voor een zondagse lunch in Saint-James, en wel een Henriot Cuvée Les Enchanteleurs 1988. Prachtig, gerijpt, maar toch fris.
Wildste partijtje
De wildste feesten worden –met afstand- georganiseerd door de Nederlandse wijnhandelaar Paul Herman en zijn Franse kompaan Philippe Carille, van Château Poupille in de Côtes de Castillon. Nadat ze dinsdag Tour Haut-Caussan van de ook bevriende Philippe Courrian onveilig hadden gemaakt, bleven ze woensdag ‘thuis’ op Poupille, om daar nog maar eens flink door te halen. En dat inclusief striptiseuses, die speciaal uit Bordeaux over moesten komen. Dat is nog eens feest. Helaas waren we die avond verhinderd. Autopech. Het lot kan ons niet altijd goed gezind zijn.
Beste Lunch
De beste lunch was gelijk ook in Saint-James. Als François Mauss van de Grand Jury Européen iets organiseert, doet hij het ook goed. Chef Michel Portos kookte om en om een gerecht met de speciaal ingevlogen topkok uit Modena, Massimo Bottura van restaurant Osteria la Francescana. We durven het bijna niet te zeggen, maar die Italiaan deed het nog nét even spannender dan die Fransman. En geen Franse wijnen op tafel, en dat hartje Bordeaux. Prachtig, grote klasse.
Leukste wijnmaker
Peter Gago, van Penfolds: wat een passie! In een hoog tempo een geweldig verhaal en ook nog eens een serie geweldige wijnen inschenken. Een topper in de wijnwereld, welbespraakt, maar ook bescheiden en vriendelijk. Een natuurtalent. En als hij ons dan ook, behalve de nieuwe Grange (2000) de zeldzame Cabernet-sauvignon Block 42 uit 2004 laat proeven, kan de dag niet meer stuk.
Gezelligste lunch
Net als op de vorige Vinexpo werd op Cheval-Blanc een feestje georganiseerd om de Argentijnse wijn van hetzelfde concern in het zonnetje te zetten, de Cheval des Andes, prima wijn overigens. Maar ook een goede gelegenheid om eens lekker bij te praten met Kees van Leeuwen, trouwe vaste medewerker van ons blad en ook nog eens werkzaam bij Cheval-Blanc. Even een lekker Nederlands onderonsje. Daar is Vinexpo toch ook weer goed voor. Dank u wel Cheval Blanc/Cheval des Andes.
Slechtste proeverij
Hoe arrogant kun je zijn? Niet echt op Vinexpo, maar vlak er voor, zouden we een proeverij doen met twintig jaargangen Château Margaux, op het château zelf. De wijnen zouden worden aangeleverd door een verzamelaar, die mee zou proeven. Maar daar stak directeur Paul Pontallier een stokje voor. Op het château zouden geen wijnen in het glas komen die niet uit de eigen kelder kwamen. Een aanbod om alle wijnen van te voren te kunnen proeven en alles van tafel te mogen halen dat niet aan zijn standaard voldeed, kon hem ook niet vermurwen. We kregen een zestal jaren aangeboden, waarvan de twee jongste als vatmonster (2003 en 2004). Het zou niet aardig zijn dit een teleurstelling te noemen, maar het was het toch. Een typisch voorbeeld van Médocse behoudzucht. Foei.
Mooiste proeverij
Meerdere proeverij streden om deze eer. Een geweldige proeverij van Ribera del Duero op maandag bijvoorbeeld, met als uitsmijter een Vega Sicilia Unico 1942. Of de proeverij van Vintage Port 1963 & 2003, 40 years on , op woensdag. Maar daar waren toch ook wat producenten weer buitengesloten, en dat verdient niet de echte schoonheidsprijs. Dus de prijs gaat naar de proeverij van Spaanse topwijnen, in alle vrijheid samengesteld door Michel Bettane, die hem ook presenteerde. Onder andere een geweldige El Pison van Artadi en Clos Dofi van Alvaro Palacio. En ook nog een half uur eerder klaar dan in het schema stond, dat hebben we nog nooit meegemaakt, wat een tempo! Hulde!
Duurste feestje
Dat is eenvoudig, dat was op Château d’Yquem, de eerste zondag van Vinexpo. Yquem is tegenwoordig in handen van LVMH gevallen, en hoogste baas Bernauld Arnault kwam hoogstpersoonlijk de vergelijking maken tussen Yquem en Dior als Franse geldmachines. Dit tot afgrijzen van de château-eigenaren van de Grands Crus Classés, die als een soort decoratie ook aanwezig mochten zijn op hun eigen partijtje ter ere van 150 jaar classificatie van 1855. En naar goed Frans gebruik werd na afloop flink schande gesproken over de toespraak van Arnault, die behalve vooral over zichzelf ook nog over zijn andere kroonjuweel Cheval Blanc ging (geen relatie met dit feest), zijn ontmoeting met de Russische president (ook geen relatie met dit feest) en zijn goede relatie met zijn vriend en mede-eigenaar Albert Frère (ook geen relatie met dit feest). Of hij deze per helicopter had laten invliegen, weten we niet, maar Yquem heeft geen golfbaan, dus misschien ook wel niet. Dat iedereen zowat in slaap viel bij de toespraak van Philippe Castéja, de président van de club, deerde verder niemand. De heer Pinault, eigenaar van Latour, had de bui zien hangen en zijn personeel verboden zich hier te vertonen. Reden: de oude vete over de overnamestrijd rond Gucci. Weet u het nog? Hij wel. Ons kon het niet deren, de Latour 1978 smaakte er niet minder om. Alleen de Margaux 1983 was nog beter. De Haut-Brion 1975 was om en de Lafite 1979 is nooit iets geweest. De Mouton-Rothschild 1982 had ook al betere tijden gekend. Gelukkig konden we ons dus tot de twee beste glazen beperken en nog heerlijk nagenieten met de Yquem 1967. Wat een wijn. Het leven is wél leuk, zou Youp van ‘t Hek zeggen. Kosten: onbekend, maar twee keer zo duur als het Fête de la Fleur, met slechts een derde van het aantal gasten.
Meest exclusieve partijtje
Dat was toch wel op Château La Gaffelière, dinsdagavond. Niet meer dan pakweg 150 mensen aan tafel, waarvan ook nog eens zeker een vijftig château-eigenaren en familie. De vorige keer was de tent hier helemaal ingestort door een mini-windhoos, dus een herkansing voor Leo de Malleret mocht niet nog eens in het water vallen. Een tent die stond als een huis, maar dit keer gelukkig ook geen onweer. Weinig landgenoten hier, behalve Floris Verlinden, die de aan hem persoonlijk gerichte uitnodiging direct had geannexeerd [???] , en Erik de Bruijn, die zijn broer Joost zelfs thuis had moeten laten. Zielig hoor. Maar ja, er is ook niet veel La Gaffelière 1961 meer, en je moet ook nog wat in het glas krijgen. Prachtig. Onze fles Figeac 1959 was iets minder, maar op andere tafels heel goed. Goed gedaan, met een geweldige Cheval Blanc 1982 bij de kaas na, konden we tevreden huiswaarts. De Premiers Crus Classés van Saint-Emilion mogen blijven. Hopelijk zijn het er volgende keer, na de herclassificatie, nog wat meer.
Grootste feest
Hier wordt onze nationale trots gestreeld. We zagen het al bij de ingang van de oprijlaan: heren met oranje dassen! Ons tafelkaartje –tafel 107 zaten we van de bijna 160 tafels- kregen we uitgereikt door dames met een roze topje. Stijlvol. Het Fête de la Fleur werd op de afsluitende donderdagavond georganiseerd op een Nederlandse enclave in de Médoc, Château du Tertre van gewezen supermarkteigenaar Eric Albada Jelgersma. Directeur Alexander van Beek had zijn beste beentje voorgezet en zelfs een haringkar laten invliegen. Interessante combinatie, Hollandse nieuwe met Roederer Brut Premier, maar niet vervelend. Gezien en gezien worden, dat is hier het parool, hoewel dat met zo’n 1550 gasten –die allemaal de maaltijd geserveerd krijgen- een flinke opgave. Op tijd aanwezig zijn dus, en lekker over het grasveld kuieren. Dan de ‘tent’ in, een gigantisch bouwsel, ook van binnen helemaal oranje, sfeervol (en zeer heet). En nog een behoorlijke maaltijd ook, met onder andere een uitstekende Du Tertre 2000, een zeer klassieke en wat strenge Latour 1988, voor de liefhebbers heel mooi, en –weer- d’Yquem, ditmaal 1999.
Onze (bijna) Hollandse tafel glom toch wel een beetje van trots. Eindelijk werden we ook eens door de Médoc serieus genomen en dat gebeurt maar heel zelden. Veel complimenten. Helaas kon eigenaar Eric Albada Jelgersma er door een ongeluk niet bij zijn, ongetwijfeld zeer frustrerend, omdat hij hier jaren naartoe had geleefd. Vanaf deze plaats onze dank voor dit mooie feest en veel sterkte toegewenst. Onze Vinexpo zat er weer op. Met een Hollandse kaas onder de arm keerden we huiswaarts.