De eerste tweeënhalve dag worden gevuld met wandelingen door San Francisco en wat winkelen. Maandag een kleine warmloper: op een autorit langs de mooie kustweg US 1 proeven we (zonder afspraak) bij Bonny Doon. Meer dan van zijn Californische Rhone-varianten Old Telegram en Le Cigare Volant zijn we onder de indruk van de droge Riesling en de Viognier Doux. Bonny Doon heeft overigens ook een Madiran uit … de Madiran!
Sonoma
Op dinsdag begint het wijngedeelte: door de dichte mist rijden we over de Golden Gate brug naar Sonoma. Die dag hebben we twee afspraken: bij Seghesio ("since 1895"), de zinfandelspecialist uit Dry Creek Valley en bij Gallo of Sonoma, de sponsor van deze trip.
Seghesio-wijnmaker Jim Neumiller neemt ons mee de Cortina-wijngaard in. In de inmiddels blakende zon luisteren we naar zijn niet te stuiten woordenstroom. Over Zinfandels van voor de Drooglegging, over de voor- en nadelen van machinaal oogsten, over de cover crop, over de vendange verte oftewel ‘dropping fruit’. Deze man is niet te stuiten. Erg leerzaam!
Als Jim verdwijnt naar een cattle show in San Francisco, neemt Peter Seghesio het over. Hij voert ons door de gebouwen van de winery, doet en-passant een barrel tasting ("if you can guess what grape this is, I’ll give you a Seghesio hat" maar helaas, aan aglianico hadden wij niet bepaald gedacht bij dit nog mierzoete vatmonster) en we eindigen weer waar we begonnen: in de moderne en ruim opgezette tasting room. Nadat we het assortiment hebben doorgeproefd, besluiten we ondanks de beperkte ruimte in onze koffers alledrie tot een aankoop: de Venom, een Sangiovese die alleen ter plekke gekocht kan worden, en waarvan de naam verwijst naar de ratelslangen die in de wijngaard voorkomen, en de Omaggio, de SuperTuscan (in dit geval een blend van sangiovese en cabernet sauvignon) van het huis.
Gallo of Sonoma blijkt enkele uren later tegenover de Cortinawijngaard te liggen. Bovenop een heuvel omringd door de uitgestrekte wijngaard worden we ontvangen door ‘Wine Ambassador’ Michelle Ragsdale. Na een kort inleidend praatje over de bezittingen van Gallo of Sonoma is het tijd om de terreinwagen in te stappen. Op de eerste stop plukken en eten we wat cabernet sauvignondruiven. Met de refractometer kunnen we zelf vaststellen dat ook deze druiven klaar zijn om geplukt te worden: 23 Brix precies. De oogst is op dit moment in Californië ook al grotendeels binnengehaald en het lijkt overal rustig. Even later zien we toch behoorlijk wat bedrijvigheid. Iets wat in de verte wel wat doet denken aan Pernis blijkt de vrijwel volledig geautomatiseerde wijninstallatie. Vrachtwagens leveren hun lading af op lopende banden, waarna de druiven belanden in horizontale persen en uiteindelijk in blinkende vergistingsvaten.
In de kolossale vatenruimte proeven we nog gistende Chardonnay uit een Hongaars eiken vat en zijn zusje uit roestvrij staal. Nu al is duidelijk dat deze wijnen zich volstrekt verschillend zullen ontwikkelen. Daarna nog een mini-proeverij Zinfandel, met een luxe houten doos boordevol lokale kazen en fruit. Als dan Scott Kozel, die in april ook de Blending Contest begeleidde, langskomt kan het feest niet meer stuk.
Even bijkomen van alle indrukken, die namiddag, in de jacuzzi bij het zwembad. De temperaturen lopen hier zoals wellicht bekend in de loop van de dag behoorlijk op als de nevels zich hebben teruggetrokken richting zee. Dit zal dus onze strategie worden de komende dagen: vroeg op pad, veel proeven, en zo rond een uur of 4 terug voor een frisse duik!
Napa
De volgende dag rijden we Napa in. Via de importeur hebben we een afspraak kunnen regelen bij Beringer, volgens eigen zeggen het oudste wijnbedrijf dat ononderbroken wijn heeft gemaakt, ook tijdens de drooglegging. Sinds enkele jaren is het onderdeel van het Australische Beringer Blass. Entreekaartje is een label van de White Zinfandel, een van de kassakrakers van dit huis. Zo’n White Zinfandel hadden we de eerste avond al geproefd in een toeristententje op Fishermans Wharf. Laten we het houden op een interessante ervaring …
In het Rhine House proeven we de 1999 Alluvium (een Meritage ofwel Bordeau-blend, alhoewel ze hem bij Beringer niet zo noemen, want voor het gebruik van deze design-naam moet je betalen). In die van Beringer komen maar liefst vijf soorten voor: merlot, cabernet sauvignon en franc, petit verdot en malbec. Alhoewel Beringer bekend staat om zijn eikige stijl, vinden wij dat het hout bij de door ons geproefde Knights Valley wijnen zeker niet op de voorgrond staat. Wel een kruidige smaak maar ook ruim voldoende fruit. De (2000) Cabernet Sauvignon heeft een typische cassisgeur, ceder en ferme tannines. De Reserve van dezelfde cabernet uit 1999 heeft donker fruit, mokka, potloodslijpsel en een zachte aanzet.
Carneros
De volgende dag naar Saintsbury. Bij deze bourgondische wijnmakers (alleen Chardonnay en Pinot Noir) worden we welkom geheten door de assistant winemaker. Met een glaasje – nou ja, glaasje: een Riedelglas) Chardonnay. Hier is het eiken opeens wel behoorlijk aanwezig en aangezien onze tolerantie hiervoor nogal uiteenloopt, geldt dat nu ook voor ons oordeel over deze wijn. Maar het blijkt allemaal maar een aanloop tot het echte werk: we gaan wijn gemaakt van verschillende klonen pinot noir proeven en kijken hoe Saintsbury die hier blendt tot de commerciële wijn. Daarvoor lopen we nog met onze gastheer en twee Texaanse medebezoekers door het bedrijf. Ook hier worden de laatste druiven geperst. Desgevraagd blijkt men ook hier in Californië last te hebben van nachtvorst. Maar dat hoeft zo slecht niet te zijn volgens Saintsbury: de planten gaan er immers niet dood van en je krijgt er nieuwe uitlopers van: "what doesn’t kill you, makes you stronger!" Nog zo’n opvallende uitspraak: Saintbury gebruikt houtsnippers om al te groene tannines uit de perswijn te verwijderen, immers: "nothing worse than drinking Pinot Noir that is too tannic."
In de wine library pikken we onze single-clone wijnen (voor de kenners: Brown Dijon 667 F, 777 C en H5E) op. Die blijken respectievelijk een lichtere, een aromatische, krachtige en een meer tannineuze wijn op te leveren. Al te veel vragen stellen durven we dan al niet meer, want het lijkt erop dat onze Texaanse vrienden nogal haast hebben. Klopt, zo blijkt als ze bliksemsnel de kloonproeverij afwerken en ons stomverbaasd achterlaten met de mededeling dat ze nog een andere afspraak hebben. Gelukkig heeft onze gastheer geen haast en kunnen we rustig afscheid nemen en hem met een pakje stroopwafels bedanken voor de ontvangst. Een vrouwelijke collega van hem blijkt getrouwd met een Nederlander en grist het pakje nog net niet uit zijn handen: "Oh, you HAVE to share!"
Geen afspraak hebben we bij Schug, in Carneros en op korte afstand van Saintsbury. Kennelijk vindt de eigenaar ons wel interessant genoeg om ons, als hij toevallig het proeflokaal binnenloopt, mee te nemen voor een rondleiding. Die gaat langs nieuwe persen, computergestuurde vergistingstanks, enkele grote Fuders en natuurlijk de in de rotswand uitgehakte vatenkelder. Hij vertelt over zijn tijd bij Burklin-Wolff (Schug emigreerde in 1959 naar de V.S.) en bij Joseph Phelps en vist de bijbehorende flessen zo uit zijn privérek. Schug hangt de terroirgedachte aan: zijn chardonnay is in de eerste plaats een chardonnay, dan een Carneroswijn en pas dan is de specifieke Schug-signatuur van belang. Die zet hij ook, maar dan letterlijk, op onze kerstinkopen: voor ieder een fles mousserende ‘rouge des noirs’.
Uiteraard staat Stags Leap District ook op het programma. Aan de Silverado Trail liggen de topbedrijven zij-aan-zij. We gaan even binnenkijken bij de beroemde Stag’s Leap Wine Cellars. Vier glaasjes proeven kost hier 30 dollar. Een deur verder maar. Sinskey, opgericht door een oogchirurg, moet volgens Californiëkenner Stephen Brook ook erg goed zijn. Alweer een winery met een S, het lijkt wel een kwaliteitsgarantie.
Aan de toog begint het proeven in stilte. De dame die inschenkt schrikt behoorlijk als we onze eerste vraag op haar afvuren. "Oh, you guys are really interested in our wines?" Zeg dat dan! Sinskey blijkt organisch te werken, maakt wijnen om bij te eten, en de specialiteit van het huis is de pinot noir (van 19 verschillende terroirs, de vier beste worden geblend tot de Four Vineyards Pinot Noir). Het meeste fruit komt uit het koele Carnerosgebied. We proeven prima wijnen die zeker niet onderdoen voor die van de bekendere huizen. Uiteindelijk blijkt onze hostess zo onder de indruk van ons gevraag en geschrijf dat we onze flights niet hoeven te betalen als we beloven Sinskey wat goede pers geven in Nederland. Bij deze.
Shafer: de top!
Ook hier op onze laatste dag een hartelijke ontvangst (net als die bij Seghesio en Saintsbury geregeld door Wijnimport Bart) en een leerzame rondleiding. De flessen worden daarna in het proeflokaal door Nancy Blue ontkurkt met een butler’s friend, door haar ‘ah-soo’ genoemd – een tang dus in plaats van de gebruikelijke kurkentrekkerspiraal. Zou het er iets mee te maken hebben of niet: dit bezoek is het hoogtepunt van onze trip voor wat betreft de kwaliteit van de wijnen. Een chardonnay die aan witte chocolade doet denken, een merlot vol rokerig fruit en sap en een "single quinta port" met thee-impressies: genieten! Het vlaggenschip de Hillside Select (cabernet sauvignon) mag er uiteraard ook wezen.
Voldaan rijden we terug naar het hotel voor ons laatste uurtje whirlpool …