Overpeinzingen: Geen uitstel meer mogelijk
De stikstof-uitspraak van de rechter, afgelopen week, deed veel stof opwaaien. Maar ik kan me moeilijk aan de indruk onttrekken dat deze niet echt als een verrassing kwam. De voorvrouw van de boerenlobby kon als enige reactie bedenken dat de vorige kabinetten te weinig hadden gedaan om een en ander op te lossen. Alsof er nooit dreigende boeren in de tuin van de vorige minister hadden gestaan, die de euvele moed had om de gebieden met veel stikstof-uitstoot in kaart te brengen. Je moet maar durven.
Nu kan ik me die boerenprotesten op de een of andere manier wel voorstellen. Je zult maar een landbouwbedrijf hebben dat van generatie op generatie in de familie zit, en nu worden geconfronteerd met problemen waar geen oplossing voor is. Zodat er een gedwongen uitkoop moet plaatsvinden, of dure maatregelen moeten worden getroffen. Dit argument weegt naar mijn idee veel zwaarder dan dat wat boeren hier suggereren als ze zeggen dat we zonder boeren geen eten meer hebben. Dat kun je moeilijk volhouden bij een sector die 70% van zijn producten exporteert.
Het lijkt me eerlijk gezegd dat het activistische deel van de boeren mag worden verweten dat ze weinig oog hebben voor de consequenties van hun gedrag. Op meerdere fronten. Niet alleen maar bij hun manier van protesteren, die nogal eens intimiderend overkomt. Maar ook op het vlak van duurzaamheid. Een voorbeeld is het verpachten van landbouwgronden voor lelieteelt, zoals dat gebeurt in bijvoorbeeld Drenthe, alleen maar omdat er dan veel meer geld mee wordt verdiend. Dat gaat voorbij aan de belangen van omwonenden, en het is is ongetwijfeld heel schadelijk voor het boerenimago.
In zuidelijke landen, waar de wijnbouw zit, zijn de problemen anders, maar ook weer vergelijkbaar. Ook daar staat het spuiten van wijngaarden onder druk. Zo is inmiddels de ziekte van Parkinson erkend als beroepsziekte bij boeren die jaren bestrijdingsmiddelen hebben gespoten. Inmiddels mag in Frankrijk niet meer vlak bij bebouwing worden gespoten.
Daarnaast verkeren veel Franse wijnproducenten in grote financiële problemen, met name door de crisis bij de verkoop van rode wijnen. Het probleem met boeren is dat er veel emoties een rol spelen, ook bij het grote publiek, dat boeren dan ook vaak steunt bij hun protesten. Ook in Frankrijk kunnen die behoorlijk intimiderend zijn, met vaak veel schade. Waar het omvallen van een horecazaak met schouderophalen wordt afgedaan, worden boeren met financiële problemen door de politiek liefst met veel subsidies ondersteund. Alsof economische wetmatigheden in dit deel van onze ‘vrije’ markt niet bestaan.
Het probleem is dat het verstrekken van subsidies of het zwichten voor de boerenlobby, die eist dat strenge maatregelen, over mest, stikstof of bestrijdingsmiddelen, uitgesteld of afgesteld moeten worden, de problemen op de lange termijn niet oplost, maar verergert. Natuurlijk, het omvallen van bedrijven die van generatie op generatie zijn voortgezet, doet pijn. Je bewerkt grond die al heel lang in de familie is, dus dat maakt het allemaal zo moeilijk. Maar het kan onvermijdelijk zijn.
Dat een deel van de Franse wijnboeren zelf ook moeite heeft met de vrije markt, kun je zien aan de protestacties tegen de import van goedkope Spaanse wijn. Denk aan het laten leeglopen van tankauto’s met Spaanse wijn, of, zoals onlangs, het bedreigen van Franse supermarkten met goedkope Spaanse wijnen in het schap. Een achterhoedegevecht. Bovendien, deze Franse boeren gaan er aan voorbij dat er in Spanje, net als in Frankrijk, wijngaarden liggen die al generaties in de familie zijn. Veel kleine eigenaren hebben er een betaalde baan naast en verzorgen de wijngaard in hun vrije tijd. En ze verkopen de druiven voor weinig geld, eigenlijk niet genoeg, maar ze willen de wijngaard niet verkopen. En daarnaast is het in het droge Spaanse klimaat mogelijk om met minder bestrijdingsmiddelen, en dus goedkoper wijn te maken dan in veel Franse streken.
Wat we nodig hebben, zijn politici die de boeren en het publiek vertellen dat er geen gemakkelijke oplossingen zijn. Maar dat soort politici is tegenwoordig zeldzaam. Niet onbegrijpelijk, als je ziet aan wat voor bedreigingen ze bloot staan. Toch moet het gebeuren. Of politici die maatregelen treffen die leiden tot structurele oplossingen. Al zijn het maar ‘simpele’ maatregelen, zoals een totaal verbod op het gebruik van herbiciden voor de wijnbouw in Europa. Dat zou betekenen dat een fles een paar dubbeltjes duurder zou worden. Maar het is onvermijdelijk. Als de wijnbouw wil blijven bestaan, zal de productie niet alleen kleiner moeten worden, maar ook duurzamer. Dat is de enige oplossing, alle protesten van boeren en gedraal van politici ten spijt.
Ronald de Groot