Overpeinzingen: Champagne botst met Vin de France
In de wijnlanden van de Europese Unie zijn tegenwoordig veel regels over werkwijzen en herkomstbenamingen onderworpen aan Europese regels. In veel gevallen met succes. Zo zien we dat in de meeste wijnstreken tegenwoordig wijnen uit officiële herkomstbenamingen in harmonie leven met wijnen die daar buiten vallen, zeg maar een trapje lager, met in alle landen de aanduiding IGP/IGT. Een term die tegenwoordig in veel landen van de EU wordt gebruikt voor wijnen die wel uit een afgebakend gebied komen, maar die niet aan de strenge regels van de herkomstbenamingen voldoen.
Een wijnregio als de Languedoc is een mooi voorbeeld. Voor de AOP’s is het als regel alleen maar toegestaan om druivenrassen uit de regio zelf te gebruiken. In lokale IGP’s mogen ook internationale rassen worden gebruikt. Voor de boeren is het aantrekkelijk dat de aanduiding ‘Vin de Pays’ is vervangen door IGP. Veel wijndrinkers zien dit zelfs ook als een soort appellation. Zelfs Bordeaux heeft sinds een paar jaar zijn ‘eigen’ IGP, Atlantique, waarvoor allerlei druiven mogen worden gebruikt die in de AOP Bordeaux niet zijn toegestaan, zelfs pinot noir – de Bourgogne-druif.
Voor een Italiaanse regio als Toscane geldt een vergelijkbaar verhaal. Met het verschil dat de wijnen die vroeger als ‘Vino da Tavola’ op de markt waren, vaak de toppers van de producenten waren. Dus bijna het tegenovergestelde van Vin de Pays. Tegenwoordig vallen deze wijnen onder de IGP Toscana, waarbij het overigens vaak nog steeds gaat om topwijnen van internationale druiven, zoals merlot, cabernet sauvignon en/of cabernet franc.
Weer een trapje lager op de ladder vinden we wat we noemen ‘VSIG’, vin sans indication géographique. Dit type wijn, dat bestaat sinds 2018, wordt aangeduid als ‘Vin de France’. Het geeft aan dat een wijn uit Frankrijk komt, maar verder is het totale vrijheid en kan hij uit alle wijnstreken en combinaties daarvan komen. Zo werkt de grootste producent van Sauvignon Blanc in Frankrijk, François Lurton, voor zijn wijn met een blend van sauvignons uit de Loire, het Zuidwesten van Frankrijk en uit de Languedoc.
De Europese Unie wil deze mogelijkheid om naast AOP en IGP ook VSIG te maken, creëren voor alle wijngebieden. Je zou denken dat die positief zou worden ontvangen, gezien het succes van deze wijnen. Maar dat is buiten de Champagne gerekend. Daar is het programma om de mogelijkheid te geven in deze streek druiven aan te planten voor wijnen die buiten de officiële appellations vallen, stilgelegd – tijdelijk, zo wordt gezegd. De streek wil van de politiek een garantie over de stopzetting van nieuwe aanplantvergunningen voor wijnen zonder geografische aanduiding (VSIG) in haar AOC-productiezone, als deze buiten de controle van de champagneboeren vallen.
Het punt is dat champagne de enige Franse wijnstreek is waar door middel van bijsturing van toegestane rendementen de productie wordt aangepast aan de vraag, zodat de prijzen op peil kunnen worden gehouden, ook als de vraag afneemt, door (gedwongen) minder te produceren. Een systeem waar elders met jaloezie naar wordt gekeken, zeker nu overal sprake is van overproductie. Maar dat systeem kan volgens de boeren worden aangetast als binnen de streek wijnen zonder herkomstbenaming mogen worden geproduceerd. Want Vin de France wordt door consumenten die de weg weten, helemaal niet gezien als een minderwaardige wijn. Sterker nog, er zijn heel goede Vins de France op de markt. Je zou dus in de Champagne wijnen kunnen maken die dezelfde kwaliteit hebben, maar die als Vin de France op de markt brengen buiten de regels van de productiebeperking.
De Champagnesector heeft volgens de nieuwe regel geen andere keuze heeft dan elk jaar de aanplant van nieuwe wijnstokken toe te staan die bestemd zijn voor de productie van VSIG (ex-tafelwijn), waarvan noch de locatie, noch de hoeveelheid geoogste druiven, noch de bestemming van de daaruit geproduceerde wijnen bekend is. De boeren voelen zich bedreigd door het naast elkaar bestaan van wijnstokken bestemd voor de AOC Champagne en wijnstokken bestemd voor de productie van Vin de France. Bovendien hoeven de VSIG’s niet te voldoen aan de strenge normen van de specificaties die aan de AOC Champagne worden opgelegd en het risico lopen de reputatie van de appellation op de internationale markten te schaden.
Dus het lijkt misschien spijkers op laag water zoeken, maar de champagneboeren hebben een punt. Ze hopen dat er een door Europa voorgestelde regel wordt ingevoerd dat de Franse regering kan besluiten om nieuwe aanplant op de huidige en toekomstige oppervlakken van de AOC te reguleren en kan terugbrengen tot 0%. Dat zou kunnen op nationaal-, regionaal- of appellation-niveau, bijvoorbeeld voor gebieden die profiteren van subsidies op het rooien van wijngaarden of crisisdistillatie, of in andere naar behoren gemotiveerde gevallen. Champagne zou dan een ‘naar behoren gemotiveerd geval’ moeten zijn. Dat wordt nog spannend.
Ronald de Groot