Overpeinzingen op de maandagochtend: Oude Bordeaux - Perswijn
Ronald de Groot
Columns

Overpeinzingen op de maandagochtend: Oude Bordeaux

Op gezette tijden is het heerlijk jezelf als liefhebber te verwennen met een paar bijzondere oude flessen. Als je dat samen met een paar andere liefhebbers doet, bij een mooi diner, dan heb je meteen ook een prachtige avond. Zolang iedereen bereid iets heel bijzonders uit zijn kelder te halen, dan werkt dat perfect. Want uiteindelijk vindt iedereen het ook het leukste een mooie fles te delen. In je eentje een mooie oude fles leegdrinken, nee, daarvoor heb je ze niet weggelegd. En het bijzondere is dat iedereen dat ook zo voelt. Zo zaten we dus onlangs aan tafel met een aantal heel mooie oude Bordeaux, met als oudste een paar wijnen uit 1949, La Pointe (Pomerol) en Château Margaux (Margaux). Het mooie van dit soort bijeenkomsten is dat het niet alleen leuk is, maar ook heel leerzaam. Een van de aanwezigen vatte de avond mooi samen: ‘Ik vind dat de oudere flessen Bordeaux van rond de dertig jaar oud eigenlijk de beste indruk maken. Dat gold voor wijnen als Léoville-Las-Cases 1988 (prachtig rijp en subtiel), Lynch-Bages 1986 (prachtig rijp en uitgebalanceerd) en twee jaargangen Palmer (1989, zeer krachtig en intens, tikje jong nog; 1983, magistraal in zijn balans tussen kracht en verfijning).
Oudere wijnen in de serie toonden zich inderdaad minder. Pichon-Longueville 1970 was nog wel fris, maar stamt gewoonweg uit een mindere periode. De Beychevelle 1961 was helemaal passé. Een Pichon-Longueville 1953 was zeker goed –en uiteindelijk is het mijn geboortejaar, dus hij stemde extra nostalgisch- maar ook hier had de tand des tijds onmiskenbaar zijn werk gedaan. Van de wijnen uit 1949, een groot jaar, was de La Pointe, en zeker één van de flessen, nog verrassend goed. Ook van de Margaux 1949 gingen twee flessen open, maar in dit geval stelden beide flessen teleur. Dus meer een wijnprobleem dan een flesprobleem. Te oud en niet heel mooi gerijpt. Het lastige is ook dat bij oudere jaren de flesvariatie toeneemt, omdat de kurk niet altijd gelijkmatig van kwaliteit is.

Conclusie: oudere Bordeaux drinken is en blijft een belevenis, maar te lang wachten is zonde. Het risico op mindere flessen wordt na zo’n jaar of veertig toch vrij groot. Helaas.

Ronald de Groot

2 Reacties

  1. Ik deel de observatie over Bordeaux van ongeveer 30 jaar oud. Heb er het een en ander
    van in mijn kelder liggen. Ik dronk in december 2017 met vrienden aan het diner
    eveneens Léoville las Cases 1988. Een Grand Seigneur, waarbij edele kracht en verfijning
    hand in hand gingen. Een belevenis voor ons allen. Weinig gaat boven zo’n grote Bordeaux.

    Overigens: Complimenten voor de nieuwe website!

  2. Goedenavond,

    Wellicht een veelgevraagde, misschien minder intelligente vraag maar bij deze toch:

    Enig idee of er een -nog te drinken- fles uit 1953 te verkrijgen is? Een mooie rode of wellicht een sauternes tot een prijs van 400/500 Euro?

    Dit vraag ik om mijn hopelijk aanstaande schoonvader, een liefhebber met een meer dan mooie voorraad in zijn kelder, aan te kunnen bieden én open maken bij het vragen naar de hand van zijn dochter.

    Vriendelijk bedankt voor uw tijd,

    Steve Croese
    Amsterdam

Reageer op dit item

nl Nederlands