Columns Archives - Perswijn

Columns

negroni borrelpraat
Columns

Borrelpraat – de negroni

De rubriek over dranken die de eetlust opwekken en gesprekken op gang brengen

 

Deze keer: de negroni

Onlangs dronken we een aperitief in de beroemde Londense hotelbar The Connaught. Om ons heen nipten nagenoeg alle gasten aan een Martini-cocktail. Aan het tafeltje naast ons zat een Amerikaans stel dat met een gejaagd gebaar de barman wenkte. Die arriveerde niet lang daarna met de beroemde Martini Trolley, een gadget waar het etablissement bekend om staat. Het idee? De gast kiest eerst tussen wodka en gin, waarna een voor een de huisgemaakte vermouts gepresenteerd worden. Alsof het parfums zijn worden er van elk flesje enkele druppels op de bovenkant van de hand gedruppeld. Is ook hieruit een keuze gemaakt, dan wordt de maatwerkcocktail terplekke aan tafel gemixt.

Na dit uitgebreide ritueel, dat door de vrouw van het stel met vaste hand werd gefilmd, nam zij welgeteld één slokje. En hoewel alleen al dat slokje even duur was als een retourtje Den Haag-Schiphol, raakte ze het glas daarna niet meer aan. Terwijl haar wederhelft ter compensatie in korte tijd twee tropische cocktails achteroversloeg, zat zij geconcentreerd op haar telefoon te kijken. Toen het stel nog geen tien minuten na hun vingerknip richting de barman weer de deur uitliep, keken wij elkaar aan: een influencer. Zelf nipten we rustig verder van onze Negroni’s. Een Negroni is, anders dan deze maatwerkmartini, een understatement. Bestel er een in Italië op een terras en je bent meteen vrienden voor het leven met de ober. Eindelijk eens wat anders dan een spritz, hoor je hem neuriën.

 

De oorsprong van de negroni

De oorsprong van deze klassieke cocktail ligt bij de Mi-To, een elegant aperitivo met Campari uit Milano en rode vermout uit Torino. Voor Amerikaanse toeristen werd er al snel een scheut bruiswater aan toegevoegd: de ‘Americano’ was geboren. Toen graaf Camillo Negroni in 1919 na een reis door de VS (sommige bronnen beweren Engeland) terugkeerde in Florence, vroeg hij zijn barman het bruiswater te vervangen door gin. Het resultaat, dat direct geliefd werd onder Grand Tour-reizigers en bartenders, kreeg zijn naam. Je drinkt de cocktail uit een whiskyglas met veel ijs, met als garnering een sinaasappelpartje of een krullerig sliertje sinaasappelschil.

 

Negroni met een twist

In de loop van de tijd zijn er talloze varianten ontstaan. Soms bewust, soms onbewust. Zo greep de barman van de Milanese Bar Basso op een drukke avond naar een fles spumante in plaats van gin. Deze twist op de klassieker heet daarom Negroni Sbagliato (Italiaans voor ‘vergissing’). Frankrijk kent op zijn beurt de ‘White Negroni’ (met gin, gentiaanbitter en Franse witte droge vermout) en de Boulevardier (bedacht in de Harry’s Bar in Parijs, waar tijdens de drooglegging in de Roaring Twenties veel Amerikanen naartoe kwamen. De gin is vervangen voor bourbon of rye whiskey).  Beroemd is ook de Hanky Panky, met fernet in plaats van Campari. Het leuke van de Negroni is dat je er eindeloos mee kunt variëren. Welke gin, vermout en aperitiefbitter kies je? Bovendien is hij gemakkelijk zelf thuis te maken: het gaat om gelijke delen van elke drank die slechts geroerd hoeven te worden in het glas. The Connaught Bar kent, net als The Rivoli Bar in het Ritz, ook de Vintage Negroni. De gebruikte flessen gin, vermout en Campari komen uit de jaren ’70. Prijskaartje: 130 pond. De meest memorabele Negroni dronk ik echter in Rome. Bij de cultbar San Calisto in Trastevere krijg je hem voorgemixt uitgeschonken in een plastic beker met een zakje chips erbij. Prijs: 5 euro. Salute!

 

Thijs Akkerman

 

Columns

Overpeinzingen: Niet álle regels zijn van elastiek

Vorige week, bij onze terugkomst uit Griekenland, gebeurde wat een ongeluk in slow motion mag worden genoemd: de val van het kabinet. Gefundenes fressen voor politieke columnisten – wat ik gelukkig niet ben. Ik heb dan ook geen behoefte me uit te laten over de politieke situatie, maar ik heb er in de zijlijn wel bepaalde gedachten over – wie niet, hoor ik u denken. Nou ja, de komende maanden zullen we er ook niet aan ontkomen.

Mijn gedachten gaan eigenlijk vooral uit naar de politici die het nog aandurven om in de huidige situatie verantwoordelijkheid te durven nemen voor het landsbestuur. Ik zou niet graag in hun schoenen staan. Er zijn zoveel problemen die om een oplossing schreeuwen, en zoveel belangengroepen die iets willen, dat er bijna geen beginnen aan is. Ga er maar aan staan. Ik benijd ze niet.

Een van de krachtigste lobby’s is die van de boeren. Niet alleen in Nederland –waar de boerenlobby zelfs tot het parlement is doorgedrongen- maar ook in veel andere Europese landen, en zeker in een land als Frankrijk. Probleem is dat de belangen van de boeren en die van de burgers – vaak hun buren – nog wel eens tegenstrijdig zijn. Denk aan de enorme controverse over de lelieteelt in de gemeente Westerveld, waar de politiek met de handen in het haar zit, omdat het argument van de boeren is dat ze zich aan de regels houden, al spuiten ze enorme hoeveelheden gif over de leliebollen in spe.

De regels, daar zit voor de politiek het probleem, en als de regels veranderd moeten worden, komen politici de boerenlobby weer tegen. Gek genoeg lijkt het wel of ze op dat punt in Frankrijk strenger zijn dan in Nederland. Natuurlijk, of de verplichte afstand van 10 meter tot de omliggende bebouwing voldoende is om omwonenden te beschermen, is de vraag. Maar verplicht is het wel. In Nederland zijn daar geen wettelijke regels voor, vreemd genoeg. Dus het is in elk geval wat.

In Frankrijk is inmiddels ook de ziekte van Parkinson erkend als beroepsziekte van wijnboeren, door jarenlang spuiten zonder voldoende bescherming. Ook Duitsland heeft dat inmiddels gedaan. Maar hier is Nederland nog niet zo ver.

verlaten wijngaard

Voor wijnboeren zijn er in Frankrijk regelingen om het rooien van wijngaarden te subsidiëren. De problemen zijn groot, dus dat is niet onlogisch. Maar ook dit is niet vrijblijvend. De Franse senaat heeft nu een wet aangenomen waarbij het verlaten van een wijngaard zonder deze te rooien, beboet kan worden. Een hectare wijngaard ‘en friches’ kan zomaar een boete van € 1500 opleveren.

Het gaat hier om een serieus probleem. Zowel in Bordeaux als in de Côtes du Rhône zijn op dit moment zo’n 2000 hectare zonder verzorging achtergelaten. Zelfs in een kleine streek als de Muscadet al 400 hectare. Dat betekent dat ernstige ziektes van de druivenstok, zoals flavescence dorée, zich ongestoord kunnen verspreiden. Dit is een ziekte waar de verplichting van de boer op rust om deze te behandelen, een behandeling die overigens nogal kostbaar is. Ook meeldauw kan zich gemakkelijker verspreiden vanuit onbehandelde buurpercelen.

Zo mogen we concluderen dat de boerenlobby sterk is, maar als collega-boeren last krijgen van je (wan)gedrag, dan wordt op een gegeven moment toch een streep getrokken.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Eigen druiven eerst?

De afgelopen week waren we op reis door Griekenland, even genieten van een korte vakantie in een land met een lange geschiedenis. Het is een land met grote contrasten. Sommige plekken zijn extreem toeristisch. Maar als je een beetje buiten de gebaande paden komt, is het er heerlijk rustig en vooral bijzonder ontspannen.

Zo’n bezoek is ook een mooie gelegenheid om een paar wijndomeinen aan te doen, uiteraard. Je bent en blijft nu eenmaal nieuwsgierig naar de laatste ontwikkelingen. Kort geleden hadden we een aantal wijnen geproefd met Griekenland als thema, en dat maakte het gemakkelijker om een keuze te maken waar we het beste heen konden gaan. We gingen eerst langs bij Akriotou, het bedrijf van wijnmaaksterVasiliki Akriotou en George Kollias. Vasili begon in 2015 haar eigen bedrijf in Centraal Griekenland, een uur rijden ten noorden van Athene. Daarvoor had ze al bijna twee decennia haar sporen verdiend als wijnmaakster overal in het land.

Griekse wijn

Het koppel doet bijzonder werk met lokale druiven, waar Griekenland er een aantal van heeft. Maar je merkt ook dat het lastig is om te werken zonder internationale druiven, helaas. Dat zeggen ze zelf ook. ‘Zonder chardonnay of cabernet sauvignon breek je de exportmarkt niet open.’ Het is een frustrerende constatering. Eentje die ik inmiddels al vaker heb gehoord.

Het leidt op veel plekken tot de aanplant van druiven die daar helemaal niet passen. Vooral druiven uit van oorsprong koele klimaten in Europa zijn wereldwijd heel populair. Nu kun je met een druif als chardonnay nog wel veel kanten op, maar sauvignon blanc wordt er in warme klimaten niet interessanter op. Een aparte plaats is er voor pinot noir. Die druif is al heel lang extreem populair, vooral op de Amerikaanse markt. Hij duikt dan ook zo’n  beetje overal op. En juist pinot noir is op zijn best op koele plekken, op klei-achtige ondergronden, die goed water vasthouden. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld doen ze heel erg hun best, maar écht goede Pinot noirs vind je daar eigenlijk niet. Sorry dat ik het zeg. Sterker nog, zelfs de plek die pinot noir beroemd maakte, de Bourgogne, worstelt met de klimaatopwarming, waardoor de druiven steeds vroeger moeten worden geoogst, waardoor ze de aromatische ontwikkeling en de zuren missen van later in de herfst geoogste druiven. De Elzas en Duitsland profiteren, want het gebied waar mooie Pinot noir kan worden gemaakt, schuift in de praktijk, door de opwarming, steeds verder naar het noorden. Proef de Pinot noir van sommige Nederlandse wijnbedrijven, dan is die ontwikkeling goed te zien.

Zelfs Akriotou heeft een Pinot noir, van een wijngaard in de Peloponnesos, boven de 600 meter hoogte. Hij is verrassend fruitig, maar veel voller en dieper dan je van deze druif zou verwachten. ‘Het is een wijn die veel mensen toch weer niet begrijpen, bij een Pinot noir verwachten ze een wijn die frisser en eleganter is.’ Koel gedronken overigens een heel aangename rode wijn, maar waarom zouden we dit willen? Zeker nu het steeds warmer wordt, moet er toch ooit een einde komen aan deze ontwikkeling.

Vasiliki Akriotou maakt veel interessantere wijnen op basis van een lokale witte druif, savatiano. Die past veel beter bij het klimaat, en dat vind je terug in de wijn. Het is even wennen, weer een heel andere toekomst, maar met de klimaatopwarming ligt daar uiteindelijk toch de toekomst, zo lijkt me.

De wijnen van Akriotou worden geïmporteerd door Soukou Wines.

Ronald de Groot

 

 

Columns

Overpeinzingen: Terroir niet heilig voor Penfolds

Voor mijn overpeinzing van vorige week had ik contact met een paar importeurs over de primeurmarkt van Bordeaux. David Bolomey, die ik hierover aan de lijn had, heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een van de actieve spelers op dit gebied. Hij is daarnaast vooral actief met bijzondere Franse wijnen, dus ik was verrast om te horen dat hij net een serie wijnen had geproefd van de Australische wijngigant Penfolds. Hij nodigde me uit de wijnen ook te proeven, en nieuwsgierig als ik ben, kon ik die uitnodiging niet afslaan. Het ging om een viertal wijnen, waaronder de befaamde topwijn Grange van de jaargang 2020. Dus ik fietste even langs, en vroeg of hij van zijn geloof was gevallen. Dat was hij niet, en eigenlijk was hij ook helemaal niet actief met de verkoop van deze wijnen, zo zei hij. Maar ja, als ze op je pad komen, dan maak je ook geen bocht er omheen, laten we maar zeggen. Maar op zijn website bood hij ze toch maar niet aan.

Penfolds uithangbord

De serie bestond uit een viertal wijnen, allemaal toppers uit de ‘stal’ van Penfolds. Smaken verschillen, maar het zijn wel fraaie wijnen. Alleen is de benadering bij het maken van deze wijnen in eerste instantie volstrekt on-Europees. Penfolds koopt overal in Zuid-Australië druiven bij contract-boeren en ‘bouwt’ daarmee zijn wijnen. Dus geen terroir-wijnen, zoals de meeste grote wijnen uit Europa, maar wijnen op basis van de beste druiven die voorhanden zijn, gecomponeerd tot een serie topwijnen.

Helemaal volgens de wet van de wijn-piramide, met aan de top een grote wijn in kleine oplages, en dan steeds een stapje lager in kwaliteit, met steeds grotere oplages. De top trekt door zijn reputatie het hele gamma mee, zo is de redenering. Tegenwoordig hanteren vrijwel alle grote wijnbedrijven deze manier van werken. Deze is het lastigst te realiseren voor bedrijven die in eerste instantie vanuit de onderkant van de markt opereren, want die kunnen van daaruit, vanwege hun imago, lastig een topwijn boven op hun gamma construeren.

Penfolds heeft met zijn Grange natuurlijk een geweldige topper in handen, waarbij sinds de jaren vijftig, zestig continu is gewerkt aan de reputatie van de wijn, met het prachtige verhaal dat de bazen eerst niets in de wijn zagen, zodat hij aanvankelijk in het geheim moest worden opgevoed.

Penfolds wijnen

Voor druiventelers in de streek is het zelfs een eer als je druiven voor de Grange worden gebruikt. De selectie is streng, en alleen het allerbeste komt in aanmerking. Dat betekent ook dat een stapje lager in de piramide van de overige, ook heel goede druiven, ook nog fraaie wijnen kunnen worden gemaakt. Een mooi voorbeeld is de RWT, de ‘Red Wine Trial’, een wijn die in 2000 voor het eerst op de markt kwam en die is gemaakt van shiraz uit Barossa, gerijpt op Frans eiken, in plaats van het Amerikaanse eiken dat voor de Grange wordt gebruikt. Penfolds heeft zoveel aanbod van goede shiraz uit Barossa – van eigen wijngaarden en van druiventelers – dat ook deze wijn van zeer hoge kwaliteit is. We hadden de 2015 in het glas, fijn gerijpt inmiddels, intens, maar toch ook elegant. Omdat het geen wijn is uit meerdere streken, is het voor Penfolds een buitenbeentje. Dat geldt eigenlijk ook voor de Bin 169 Cabernet sauvignon, een wijn uit het vrij zuidelijk gelegen Coonawarra, dat daardoor vrij koel is, mede door wat invloed van de oceaan, op niet al te grote afstand. Een wijn die ook een uitstekende indruk maakte, omdat hij wel intens van karakter is, heel Australisch, maar uiteindelijk totaal niet overrijp en nog steeds heel elegant.

Goed idee dus, om even op de fiets te stappen, zo’n proeverij blijft leerzaam. Vooral om te zien dat je ook vanuit een heel andere benadering dan vanuit het terroir heel mooie rode wijnen kunt maken, op basis van multiregionale blends, en als het zo uitkomt toch ook weer uit één en dezelfde streek, zodat je kunt zien dat ook in Australië de herkomst wel degelijk telt, als het er op aan komt. En uiteindelijk blijft de Grange zelf toch de mooiste van het stel, met een werkelijk ongekende balans en finesse. Maar daar is de prijs dan ook naar, net als die van de overige wijnen, trouwens. Penfolds weet zijn reputatie ook heel goed te gelde te maken, door consistent wijnen te maken van hoge kwaliteit, decennia lang.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Rustige primeurcampagne Bordeaux 2024

De primeurverkopen van Bordeaux worden al jarenlang doodverklaard. En toch worden de wijnen van de nieuwe oogst, op het moment dat ze nog op vat liggen, altijd nog aan klanten wereldwijd aangeboden. Je kunt zo’n geoliede machine ook niet zomaar stoppen en voor de châteaux blijft het aantrekkelijk om nu al vast cash te ontvangen voor wijnen die pas volgend jaar op fles worden gebracht. Maar het kan niet worden ontkend dat het steeds moeilijker gaat. Naar zeggen van Philippe Blanc, directeur van Château Beychevelle, was er bij de oogst van 2023 maar een handvol châteaux dat alles wist te verkopen wat op de markt kon worden gebracht.

Bordeaux 2024: glass of giscours margaux
Een glas Giscours Margaux

Dus voor dit jaar had ik er toch wel een hard hoofd in, zeker na alle regen van vorig jaar, met als resultaat een valse start voor de nieuwe jaargang. Hij was van tevoren al zo’n beetje afgeschreven. Toch lijkt het allemaal wel mee te vallen. Het begon natuurlijk met de constatering, afgelopen maand, dat de jaargang helemaal niet zo slecht is. Sterker nog, we konden een aantal fijne, fruitige en elegante wijnen proeven, die opmerkelijk rijp waren. Wel zijn de wijnen lichter dan in de ‘grote’ jaren, maar voor de ongeduldigen onder ons is dat alleen maar een voordeel. Want de wijnen zullen al jong te genieten zijn.

De enige manier om deze wijnen voor wijndrinkers koopwaardig te maken, is een aantrekkelijke prijs. Daar mankeerde het in de primeurverkopen nogal eens aan. En je wilt geen wijn vroeg kopen om later te constateren dat de prijs niet hoger is geworden, of zelfs alleen maar lager. Dat zou het failliet van de primeursverkopen zijn.

De eerste châteaux die uitkwamen met hun prijs, zoals Lafite Rothschild en Angélus, hebben dat gelukkig begrepen. Ze kwamen met een prijs die zo’n 30% onder die van vorig jaar lag. Lafite-Rothschild zat ongeveer op het niveau van de 2014. Inflatie meegerekend, niet zo gek. Niet dat ik hem zou kopen, overigens. Ik zou zelf eerder kijken naar meer betaalbare, goede wijnen. Speculatie is mijn ding niet, al valt er met deze jaargang ook niet veel te speculeren.

David Bolomey (Bolomey Wijnimport), die erg actief is in deze handel, meldt dat de klanten geen haast hebben, en de kat een beetje uit de boom kijken. Gevoel van urgentie ontbreekt. Maar de verkopen beginnen wel te lopen, en hij verwacht toch wel een goed jaar, vanwege de aantrekkelijke prijzen en de toch ook zeer behoorlijke kwaliteit. Hij verkoopt graag zijn persoonlijke favorieten, wijnen waar hij helemaal achter staat, zoals Pavie-Macquin of Léoville-Barton. Inderdaad goede wijnen in 2024. Xavier Kat (Okhuysen) is in eerste instantie iets gereserveerder over de kwaliteit, maar ook hij ziet kansen. Hij richt zich bij voorkeur wel op wijnen die hun prijzen (duidelijk) hebben verlaagd. Sterker, de lage prijzen zijn voor hem aanleiding de eigen voorraden aan te vullen als zich koopjes aandienen. ‘De afgelopen jaren kochten we alleen wat we aan klanten direct konden doorverkopen. Dit jaar is echter interessant om zelf weg te leggen, zodat we het later aan onze klanten, zowel particulier als horeca, kunnen leveren.’

Bordeaux 2024: Chateau Giscours
Chateau Giscours

Château Giscours, eigendom van de Nederlandse familie Albada Jelgersma, komt vandaag op de markt – ook een geslaagde wijn voor de jaargang. Bij het schrijven van dit stukje, gisteren, was er nog geen bereidheid een tipje van de sluier op te lichten over de prijs(verlaging) die we kunnen verwachten. We zijn benieuwd of de wijn van dit château voldoet aan de selectiecriteria van Xavier Kat. We gaan het zien.

Op koopjesjacht? Onze notities van Bordeaux 2024 staan op PERSWIJN

 

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Weersextremen bedreigen wijnbouw

Het is weer zover. Het voorjaar is in de wijngaarden van Zuid-Europa relatief rustig verlopen. Althans, de gebruikelijke verhalen van de afgelopen jaren over vorstschade zijn we dit jaar niet tegengekomen. Maar nu begint het, natuurlijk, weer te hagelen. En als het blijft regenen, zal de meeldauw weer ongenadig toeslaan.

Dat er maar zo weinig vorstschade is gemeld, heeft te maken met de bijzondere weersituatie van de afgelopen tijd. Hogedruk boven onze breedtegraad zorgde voor een aaneenschakeling van lagedrukgebieden in het zuiden van Europa. Dat zorgde voor een aanhoudende regenval. Spanjaarden klagen inmiddels steen en been over de voortdurende regen. De boeren zullen echter niet ontevreden zijn, want na jaren van droogte is alle regen welkom, want de Spaanse waterreserves waren zo’n beetje opgedroogd. Voor Zuid-Frankrijk geldt hetzelfde verhaal. Zeker in de Roussillon, waar naar water werd gesmacht. En die regen gaat niet samen met nachtvorst, dus in feite is het dubbele winst.

Maar het is ook een signaal dat het weer eigenlijk behoorlijk van slag is. Het patroon dat we zien, is dat weersystemen tegenwoordig heel lang op dezelfde plek blijven liggen. De huidige droge periode hier in Nederland is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor de extreme regenval van bepaalde periodes afgelopen jaar. Wetenschappers menen dat dit fenomeen kan samenhangen met een afname van de kracht van de straalstroom, hoewel daar nog wel discussie over is. De straalstroom is een krachtige luchtstroming op een hoogte van zo’n tien kilometer. Deze neemt hoge- of juist lagedrukgebieden mee, waardoor ons klimaat sterk wordt bepaald. Het idee is dat door opwarming van de noordpool het drukverschil tussen hogere en lagere breedtes minder wordt, op de plek waar de straalstroom van west naar oost blaast. Dat maakt de straalstroom zwakker, waardoor de hogedrukgebieden meer op hun plek blijven liggen en het weer wekenlang hetzelfde kan blijven. Als we ook nog bedenken dat de warme golfstroom naar Europa tot stilstand kan komen, waardoor het klimaat weer afkoelt, dan wordt de verwarring compleet.

Voor (wijn)boeren wordt de situatie er zo niet gemakkelijker op. Ga maar na. Je plant een wijngaard voor tientallen jaren, wel dertig, veertig jaar. Deze ontwikkeling, een afwisseling van extreem droge en extreem natte jaren, en tegelijk een stijging van de gemiddelde temperatuur, in combinatie met extreme regenval en andere extremen, maakt anticiperen op de toekomst heel moeilijk.

Het zal de wijnbouw er niet gemakkelijker op maken. Een paar consequenties beginnen al duidelijk te worden. De ideale plek voor de aanplant van bepaalde rassen verschuift naar het noorden. Je ziet al syrah in de Elzas verschijnen. We proefden onlangs een serie zeer fraaie Chardonnays uit Duitsland, wijnen die de concurrentie met veel witte Bourgognes goed aankunnen.

Daarnaast zorgen de extremen in klassieke wijngebieden voor lagere opbrengsten. In combinatie met hogere kosten, bijvoorbeeld voor meer spuiten tegen meeldauw, maatregelen tegen nachtvorst en het selecteren van de beste druiven in wijngaard en kelder. In combinatie met de gedaalde vraag naar (rode) wijn legt dit een bom onder het verdienmodel van veel wijngebieden. Bordeaux is een bekend voorbeeld, maar lang niet het enige. De klimaatverandering en de marktproblemen vormen zo een giftige cocktail. De vraag is hoe dit te stoppen. De politiek staat op dit moment niet te trappelen.

Volgens ‘klimaatpaus’ Diederik Samson, in een interview dit weekend in de NRC, is het wachten op nog extremere droogte, bosbranden en overstromingen om tot het besef te komen dat er écht iets moet gebeuren. Voor de wijnbouw in Zuid-Europa kan dat wel eens te laat zijn.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Notities Bordeaux 2024 online

Vorige week al kwamen er verzoeken binnen of de notities Bordeaux 2024 online zouden kunnen komen. En inderdaad, de primeurcampagne is vroeg gestart dit jaar. En ik ben ook heel benieuwd hoe die zal gaan verlopen. Van te voren zou ik er geen cent voor hebben gegeven. Ik ben met enige regelmaat in Bordeaux, en toen ik er eind september was, kwam aan de regen geen einde. Achteraf was dit natuurlijk een slecht moment, en toeval, maar dat er in de oogstperiode flink wat regen is gevallen, dat staat vast. Zo rapporteerde Haut-Brion in de oogstperiode – wit en rood, dus van eind augustus tot begin oktober – bijna 200 millimeter.

Bordeaux 2024
Overzichtsproeverij Bordeaux 2024 ©Ronald de Groot

Maar door droog weer in juli en augustus en door een kleine hoeveelheid druiven aan de stokken waren de druiven alsnog goed rijp geworden, met een goede concentratie, zodat het eindresultaat, ondanks de regen, verrassend goed is. Zeker is dat zo’n jaargang in het verleden op een ramp zou zijn uitgedraaid. Tegenwoordig is er veel meer kennis en zijn er veel meer technische mogelijkheden om iets goeds te maken, zeker als de druiven goed rijp zijn.

Goed beschouwd krijgt de markt op deze manier de rode Bordeaux waar tegenwoordig zo om wordt gevraagd: elegant, fruitig, met weinig alcohol. De meeste wijnen noteren rond de 13, 13,5% alcohol, en dat is in de afgelopen, warme jaren wel eens anders geweest.

Maar dat is niet de boodschap die de markt wil horen. Want die ligt op dit moment helemaal op zijn gat. Alle ellende komt op dit moment bij elkaar. Ga maar na. Een ingestorte markt voor rode wijnen. Grote voorraden goede wijnen uit voorgaande jaren. De Chinese markt, rond 2010 heel veelbelovend, heeft zijn belofte nooit waargemaakt. De V.S., tja, die dreiging van handelstarieven is natuurlijk een groot probleem. Je koopt een wijn waarvan je niet weet wat de invoerrechten zullen bedragen als je hem afneemt.

Ondertussen mogen we constateren dat zo’n jaargang, hoe goed de wijnen ook zijn, voor speculanten niet interessant is. Nou ja, misschien een enkele wijn in kleine oplages, maar voor het overige hebben de ratten het zinkende Bordeaux-schip al verlaten.

Dat is slecht nieuws voor de châteaux. De jaargang was duur om te maken en door het slechte weer waren de opbrengsten laag, dus de kosten per fles hoog. Aan de andere kant is het voor de markt weer een geluk dat er niet zoveel flessen verkocht hoeven te worden.

Er zijn châteaux die het signaal van de markt hebben opgepikt, zoals we mogen concluderen uit de prijs waarmee Lafite de campagne afgelopen week heeft afgetrapt. Een prijsverlaging van zo’n 30%, met een prijs die zo’n beetje gelijk is aan die van de jaargang 2014, moet de wijn toch aantrekkelijk maken om te kopen. En tegelijk geeft het een signaal aan andere châteaux, dat dit de richting is waarin de markt beweegt.

Bordeaux 2024
Bordeaux 2024 ©Ronald de Groot

Helaas hebben andere châteaux niet de bewegingsruimte van Lafite, dat met een prijs van € 288 ex-négoce altijd nog wel een leuke marge op zijn flessen kan realiseren. Ik ben benieuwd wat de verdere bewegingen zullen zijn. Maar veel speelruimte is er niet, en er schijnen zelfs châteaux te zijn die het financieel lastig hebben, na een ook al moeizaam verlopen primeurcampagne van hun jaargang ’23.

Alles bij elkaar moet ik zeggen dat deze jaargang voor de beste wijnen toch behoorlijk goed is, en onder normale omstandigheden, bij een serieuze daling van de prijzen, wel degelijk koopwaardig is. Ondanks alles. Vooral wijnen uit de Médoc met hoge percentages cabernet sauvignon, van de heuvels rond Saint-Émilion en van het centrale deel van Pomerol met een goed percentage cabernet franc zijn interessant, zoals bijvoorbeeld de magistrale wijn van Vieux-Château-Certan of de klassieke Figeac. Of Canon. Op de linker oever zijn mooie wijnen gemaakt door onder andere Montrose, de Pichons en de Léoville’s, buiten de premiers crus. In de Sauternes zijn zeer fraaie wijnen gemaakt.

Het is overigens niet eens zeker dat alle châteaux hun wijn in primeur zullen aanbieden. Als ze kapitaalkrachtig genoeg zijn, kunnen ze ook wachten op een beter moment. Château Latour doet dat al jaren. Maar er zijn inmiddels ook anderen, die dat hebben aangekondigd, zoals Château La Tour-Figeac. Kortom, het wordt een spannende, en voor Bordeaux belangrijke primeurcampagne, die hoe dan ook moeilijk zal zijn. Uiteraard moet iedereen zelf beslissen om te kopen of niet. De notities staan inmiddels online op onze website.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Lust u nog een eitje?

Het slechte nieuws blijft maar komen. Overal dreigt gevaar. We mogen nu ook al geen eieren meer eten van hobbykippen. Te veel PFAS. Nadat ons jarenlang is verteld dat we geen eieren van kippen in legbatterijen moeten kopen, is de boodschap nu zo’n beetje tegenovergesteld. Wat moeten we hier mee? Lastig te zeggen. We hebben de afgelopen tijd gekeken naar afleveringen van de tv-serie ‘Gelul of gezond’. Een leuk programma, dat op een verfrissende manier de draak steekt met de gevaren die ons bedreigen bij het nuttigen van ons voedsel. Iedere keer als de hoofdpersoon iets wil eten, verschijnt er een influencer in beeld die zegt dat het eten van dat product ongezond is. Waarop het in de kliko verdwijnt. Dit gaat door tot er niets meer over is om op te eten. Dus hoezo gevaarlijk?

Het programma laat niet alleen zien hoeveel er mis kan zijn met eten, maar ook hoe risicomijdend veel moderne consumenten zijn geworden. Maar hoe reëel zijn die gevaren eigenlijk? Want bij alle discussies over PFAS in eieren vroeg ik me vertwijfeld af hoe gevaarlijk PFAS nu eigenlijk écht voor me is. Op de website van het RIVM wordt gesteld dat in eerste instantie een effect bestaat op het immuunsysteem, waardoor de kans bestaat dat je sneller ziek zou kunnen worden. Maar bij welke hoeveelheden en bij welke blootstelling, kan in de praktijk moeilijk worden gezegd. Dat wordt ook niet vermeld. In de krant viel een commentaar te lezen dat het effect van het weigeren van vaccinaties – bijvoorbeeld voor mazelen – groter is dan het negatieve effect van PFAS. Gooi het maar in mijn pet.

Maar dat de focus op PFAS ligt, ook op Europees niveau, wordt duidelijk uit de reacties op een onlangs verschenen rapport over het gehalte van PFAS in wijn. Dat blijkt uit de krantenkoppen na een bericht van het PAN (Pesticide Action Network Europe) dat uit analyse van een vijftigtal monsters van Europese wijnen blijkt dat het niveau van PFAS in wijn nog nooit zo hoog is geweest en dat de oorzaak ligt in het gebruik van bestrijdingsmiddelen met PFAS. Niet onlogisch, wellicht, voor een actiegroep tegen pesticiden. De Franse website vitisphere.com, die het graag opneemt voor de wijnboeren, beklaagt zich vervolgens over de alarmerende krantenkoppen naar aanleiding van dit onderzoek, onder andere in La Repubblica en in The Guardian.

Ook constateert de website dat er niemand uit de Franse wijnwereld op deze publicaties reageert. Bijvoorbeeld met de opmerking dat dit aantal monsters niet representatief kan worden genoemd. En dat behalve Europese wijnen ook wel wijnen uit andere landen getest hadden mogen worden. En dat zonder bestrijdingsmiddelen in Europa geen wijnbouw mogelijk is. Of dat het misschien een goed idee zou zijn om andere dranken, zoals jus d’orange of wellicht kraanwater te testen op hun PFAS-gehalte. Nou ja, dat laatste hoeft niet eens, want zelfs het RIVM meldt dat we ook via het kraanwater PFAS naar binnen krijgen. Het klinkt misschien vreemd, maar het lijkt er op dat PFAS overal is, en dat we moeilijk, of eigenlijk niet, kunnen voorkomen dat we het binnenkrijgen.

Het lastige in dit verhaal is dat niet duidelijk is hoeveel PFAS we via welk voedingsmiddel binnenkrijgen en in hoeverre dat slecht is of niet. Behalve dan bij eieren van hobbykippen, als we het RIVM moeten geloven. Let wel, ik wil het niet bagatelliseren, maar wel relativeren. We zijn ons tegenwoordig zó bewust van allerlei gevaren, dat het lastig is om door de bomen het bos nog te zien. De kans dat ik als oudere jongere op mijn e-bike kom te overlijden door een aanrijding met een auto is hier in Amsterdam een stuk groter dan de kans om ten onder te gaan door PFAS – in wijn of wat voor voedingsmiddel dan ook. En hoewel ik de hetze tegen alcohol volstrekt overdreven vind, weet ik wel zeker dat PFAS in wijn, bij het nuttigen van te grote hoeveelheden, minder schadelijk is dan de genuttigde alcohol. Dat is de harde realiteit. Dus meer dan een storm in een glas wijn zijn deze bevindingen niet te noemen.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Proefwerk even terug

Afgelopen zondag waren we naar een voorstelling over het leven en werken van Johannes van Dam. Hij werd mooi verbeeld door acteur Paul Adama, met hetzelfde soort uitstraling en postuur als Johannes, wat zijn rol extra geloofwaardig over liet komen. Alleen was het leren giletje bij lange na niet zo vet als dat van Johannes. Het werd een voorstelling met een – laten we maar zeggen – nostalgische terugblik. Aan de hand van het verhaal van zijn assistent Ilja volgt het stuk, stap voor stap, de ontwikkeling van Johannes van weinig succesvolle kookboekenhandelaar tot gevreesd restaurantrecensent. Volgens zijn biograaf Jeroen Thijssen, die in die tijd ook recensent was voor Trouw, genoot Van Dam zo van zijn macht als recensent dat hij zelfs werd gehaat.

In het stuk komt goed naar voren dat hij pretendeerde altijd de waarheid te spreken. En dat hij dat zelf uiteindelijk ook niet altijd deed – het kan moeilijk anders. Als een soort rode draad wordt Wina Born steeds opgevoerd als een soort wraakengel. Hij zette zich nadrukkelijk tegen haar af als iemand die altijd positieve recensies schreef, zonder woord van kritiek. Hij was haar tegenpool. Zijn kritiek kon genadeloos zijn, en als hij een restaurant bezocht op zijn zwarte scooter, schoot iedereen meteen in de stress. Ooit vernam ik dat het Parool hem aan het eind van zijn carrière verzocht om geen al te lage cijfers meer te geven. Een vier krijgen was dan ook geen fijne ervaring.

Ik kende Johannes redelijk goed, maar vrij oppervlakkig. Ik was vooral onder de indruk van zijn enorme technische kennis. Hij kwam privé altijd vriendelijk over. In de begintijd van Perswijn heeft hij een paar stukjes voor ons geschreven, maar uiteindelijk lag daar zijn kracht niet – dat was toch echt het schrijven van restaurantkritieken.

Met deze recensies sloot hij aan bij een nieuwe trend in beoordelen. Denk aan wijnrecensenten als Robert Parker, die naam maakte in de jaren tachtig met het geven van punten aan wijnen in een schaal tot 100, waarbij een negatief oordeel ook niet werd geschuwd.

Deze manier van het beoordelen van wijnen was voor ons – Karel de Graaf en ik – ook een inspiratie op het moment dat wij in 1988 met Perswijn begonnen. En net als Johannes van Dam zetten wij ons af tegen de ‘gevestigde orde’, wijnschrijvers die zich liever onthielden van een negatief oordeel. We konden ons lekker uitleven, want destijds waren er nog veel slechte wijnen. Anders dan nu. Hoewel er nog steeds veel oninteressante, commerciële, industriële wijnen zijn. Maar iedereen heeft er recht op de wijn te drinken die hij graag wil. Of naar het restaurant te gaan waar hij/zij het liefste eet, hoewel Johannes van Dam daar zeker anders over dacht. Hij wilde zijn lezers vooral leren om goed te eten, er op te letten dat je een goed product at, ook al was dat een kroket. Want kroketten, daar hield hij niet alleen van, hij wist er ook alles van.

Tegenwoordig is het ‘vak’ van recensent sterk gedemocratiseerd. Iedereen kan inmiddels op internet zijn mening geven over welke eetgelegenheid dan ook. Sterker nog, iedereen wordt daartoe tot vervelens toe bij aangespoord. Aan veel beoordelingen kun je zien dat recenseren van restaurants echt een vak is. Want het zijn vaak de bijzaken die het oordeel bepalen, en niet wat er op het bord komt. En de meest eenvoudige zaken worden volgens dezelfde puntenscore beoordeeld als heel exclusieve. Terwijl exclusieve restaurants wellicht worden bezocht door een meer kritisch ingesteld publiek. Zodat een toprestaurant een lagere score kan hebben dan de pizzeria om de hoek.

Het betekent dat ik het gevoel heb dat ik er zelf, als consument niet zoveel aan heb. Liever dus sla ik nog steeds het Parool open, voor de rubriek ‘Proefwerk’. Van Dam stelde dat hij recenseerde op basis van ‘wetenschappelijke kennis’, maar zo’n rubriek heeft altijd een subjectief element, dat kan niet anders. En dat is ook de charme, zeker als je ook de smaak van de recensent een beetje kent – net als bij wijn. De voorstelling was voor mij dan ook een mooie reis terug in de tijd, en een ode aan een belangrijke boodschap: er gaat niets boven mooi eten. Maar liever geen liflafjes, daar had Johannes een bloedhekel aan.

Voorstelling: Proefwerk, theatergroep de Toetssteen. Voorstelling komt weer terug in oktober dit jaar in Theaterhuis Amsterdam, op het oude WG-terrein.

Ronald de Groot

 

 

 

 

ColumnsNieuws

Overpeinzingen: Bordeaux 2024 – Onzekerheid eist zijn tol

Afgelopen week was ik en ook de komende dagen ben ik ondergedompeld in het jaarlijkse primeur-circus van Bordeaux. Toegegeven, een echte bubbel. Maar toch dringt het nieuws van buiten wel in de bubbel door. Vooral ook omdat het nieuws eigenlijk niet zo goed te bevatten is. Alsof er tegenwoordig een soort losgeslagen peuter achter de knoppen zit van een van de machtigste landen ter wereld. In The New York Times werd dit treffend beschreven als een ‘new level of madness’.

Bordeaux flessen 2024

Want dit soort nieuws is voor de wijnboeren hier wel belangrijk, natuurlijk. Bordeaux zit al in een flinke dip, en hogere exporttarieven naar de V.S., toch een belangrijke markt, maken de situatie er niet florissanter op. Het vreemde van dit soort tariefmaatregelen is natuurlijk ook dat je niet alleen producenten treft. Ook de wijnhandel in de V.S. zelf zal er onder lijden, zelfs de horeca. Maar goed, ik hoef niet uit te leggen hoe dom het allemaal is. Wel merk je hier in Frankrijk dat mensen gevoeliger blijken te zijn voor dit soort externe factoren dan bijvoorbeeld bij ons. Afgelopen vrijdag waren we in een restaurant waar we vaker komen, maar het was nu vrijwel uitgestorven. We vroegen de bediening wat er aan de hand was. ‘Sinds de oorlog in Oekraïne en nu het rumoer rond de Amerikaanse president, merken we dat er minder gasten komen. Het is rustiger geworden in de horeca. Daar komt bij dat er ook meer restaurants zijn gekomen’. Het lijkt erop dat Fransen wat fatalistischer zijn ingesteld, minder optimistisch dan wij. Op de châteaux krijg je te horen dat het vooral de duurdere wijnen zijn die moeilijker verkocht worden, daarbij houden de consumenten de hand op de knip.

Iedereen kan begrijpen dat dit voor de wijnboeren hier in Bordeaux geen goed nieuws is. Met minder verkopen in eigen land, waar de horeca niet lekker draait, en minder verkopen van rode wijnen in het algemeen, is de handel lastig. De ‘tariefturbulentie’ die we nu zien, vlak voor de primeurverkopen van een toch al lastig jaar, zijn wat we noemen de ‘perfecte storm’. Uit andere wijngebieden komen al berichten dat Amerikaanse importeurs hun import van wijn even ‘pauzeren’. Niet zo vreemd, als je van te voren niet weet hoeveel het nieuwe importtarief zal bedragen – wat zelfs van dag tot dag kan veranderen. Wat kopers haten, is onzekerheid, en de onzekerheid is zo’n beetje maximaal.

Je kunt je voorstellen dat een primeurverkoop van Bordeauxwijnen onder deze omstandigheden heel lastig zal worden, niet alleen wegens deze onzekerheid. Er zijn ook nog grote voorraden van goede, eerdere jaren. En hoewel de kwaliteit van de beste wijnen van 2024 echt niet tegenvalt – wat straks te zien is aan mijn notities – zullen niet veel kopers geneigd zijn een jaar dat niet écht top is – en dat is het niet – op dit moment te kopen. Sommige wijnboeren zeggen dat hun ’24 beter is dan hun ’23, maar ik denk dat veel wijndrinkers daar eerst nog van overtuigd moeten worden. De kwaliteit van ’22 is sowieso niet te evenaren. Maar dat veel topchâteaux dankzij hun financiële middelen en technische kennis na een oogst met veel regen toch goede wijnen hebben kunnen maken, is een prestatie op zich. Dat zouden ze dertig jaar geleden niet gekund hebben.

Maar onder de streep kunnen we stellen dat de onverwacht goede wijnen alleen maar zullen worden verkocht als er een duidelijke prijsprikkel komt. Op dit moment gaan er al geruchten dat sommige premiers crus hun prijzen drastisch zullen gaan verlagen. Dat zou de enige manier zijn om de markt weer op gang te krijgen. Wel moet worden gezegd dat het ook de châteaux zijn die daarvoor de financiële ruimte hebben. Bij lager geklasseerde wijnen zal die ruimte een stuk kleiner zijn, omdat ze beduidend minder geld krijgen voor hun wijnen. Bovendien zijn de opbrengsten laag dit jaar. Dus dat wordt nog spannend. Maar een andere manier om de primeurmarkt in leven te houden, die zie ik eerlijk gezegd niet.

Ronald de Groot

1 2 3 82
Page 1 of 82
nl Nederlands