Overpeinzingen: Koude sanering
Enige tijd geleden stond er een interview op de website vitisphere.com met Jacques Lurton, de president van de appellation Pessac-Léognan. En als mede-directeur en eigenaar van vignobles André Lurton ook eigenaar van 280 hectare wijngaarden in deze appellation. Een flinke aanplant, die hij vooral heeft te danken aan zijn vader, naamgever van dit bedrijf. André Lurton, die in 2019 overleed op 94-jarige leeftijd, heeft het wijngaardbezit van de familie in de loop der jaren flink uitgebreid. Hij was de grote motor achter de appellation Pessac-Léognan, die dateert uit 1987. Een mooi succes, waardoor de aanplant van nieuwe wijngaarden bijzonder lonend was, geholpen door het positieve imago van de nieuwe appellation. Hij liet zich daarin dan ook niet onbetuigd.
Maar nu zijn de rollen omgedraaid. Hoewel de crisis op dit moment vooral rode wijnen treft, en de châteaux ook veel wit maken, is de markt heel lastig, met overschotten als gevolg. Kennelijk zelfs in bekende appellations als Pessac-Léognan. In het interview vertelt hij dat hij op de vijf châteaux van het bedrijf in totaal 20 hectare wijngaarden zal rooien. Nou ja, gerooid wordt hier altijd, om de wijngaarden te vernieuwen, maar in dit geval zal geen nieuwe aanplant volgen, zodat het totale wijngaardbezit zal afnemen. Hij stelt dat dit een onvermijdelijke, zelfs logische ontwikkeling is. Met als argument dat je jaren kunt groeien, maar dat je soms ook moet inkrimpen. Hij spoort anderen in de appellation aan dit ook te doen. Want bij een structureel overschot komt er druk op de prijzen, wat ten koste gaat van de reputatie van de appellation, die er, naar zijn zeggen, bijna veertig jaar aan heeft gewerkt om zijn naam te vestigen. Geef hem eens ongelijk.
Ik heb geen reacties gelezen op dit interview. Maar ik zou me zo kunnen voorstellen dat er producenten in Bordeaux en omstreken zijn die vinden dat hij gemakkelijk praten heeft. Zo’n groot bedrijf met een paar procent inkrimpen is heel wat anders dan als kleine wijnboer je wijn niet kwijt te kunnen en met bedrijf en al roemloos ten onder te gaan.
Maar aan de andere kant heeft Jacques natuurlijk wel gelijk. Een product blijven produceren waar te weinig vraag naar is en waar je alleen maar verlies op maakt, is niet vol te houden. Philippe Blanc, directeur van Château Beychevelle, vertelde me onlangs dat de cru bourgeois die ook tot de bezittingen behoort, Château Beaumont, in 2025 afstevent op een verlies van een miljoen euro. Dat kun je niet lang volhouden.
De Franse overheid geeft niet voor niets een rooipremie van € 4000 per hectare voor wijngaarden die uit productie worden genomen. Maar zo simpel ligt dat ook weer niet. Zo klagen boeren die lid zijn van een coöperatie dat ze strafboetes riskeren als ze hun wijngaard rooien. Dat zit zo. Boeren hebben vaak langjarige contracten met een coöperatie om druiven aan te leveren. Dit om de continuïteit van de coöperatie te waarborgen, omdat boeren anders van de ene op de andere dag voor zichzelf kunnen beginnen, wat het werk van coöperaties uiteraard flink zou kunnen bemoeilijken. In de contracten staat dat er een boete is voor vervroegde uittreding, afhankelijk van de aangeleverde hoeveelheden en de looptijd van het contract. Hoe dit in de praktijk zal aflopen, is de vraag. Het lijkt er op dat veel coöperaties er voor zullen kiezen om deze boeteclausule terughoudend toe te passen, bijvoorbeeld met een symbolisch bedrag. Dat lijkt een verstandige politiek. Want op het moment dat je als wijnboer al in de financiële problemen zit, deze nog een hoge boete opleggen, is uiteindelijk ook onmenselijk. Je bedrijf opgeven, dat soms al generaties in de familie zit, is al moeilijk genoeg.
Ronald de Groot