Overpeinzingen: Weersextremen bedreigen wijnbouw
Het is weer zover. Het voorjaar is in de wijngaarden van Zuid-Europa relatief rustig verlopen. Althans, de gebruikelijke verhalen van de afgelopen jaren over vorstschade zijn we dit jaar niet tegengekomen. Maar nu begint het, natuurlijk, weer te hagelen. En als het blijft regenen, zal de meeldauw weer ongenadig toeslaan.
Dat er maar zo weinig vorstschade is gemeld, heeft te maken met de bijzondere weersituatie van de afgelopen tijd. Hogedruk boven onze breedtegraad zorgde voor een aaneenschakeling van lagedrukgebieden in het zuiden van Europa. Dat zorgde voor een aanhoudende regenval. Spanjaarden klagen inmiddels steen en been over de voortdurende regen. De boeren zullen echter niet ontevreden zijn, want na jaren van droogte is alle regen welkom, want de Spaanse waterreserves waren zo’n beetje opgedroogd. Voor Zuid-Frankrijk geldt hetzelfde verhaal. Zeker in de Roussillon, waar naar water werd gesmacht. En die regen gaat niet samen met nachtvorst, dus in feite is het dubbele winst.
Maar het is ook een signaal dat het weer eigenlijk behoorlijk van slag is. Het patroon dat we zien, is dat weersystemen tegenwoordig heel lang op dezelfde plek blijven liggen. De huidige droge periode hier in Nederland is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor de extreme regenval van bepaalde periodes afgelopen jaar. Wetenschappers menen dat dit fenomeen kan samenhangen met een afname van de kracht van de straalstroom, hoewel daar nog wel discussie over is. De straalstroom is een krachtige luchtstroming op een hoogte van zo’n tien kilometer. Deze neemt hoge- of juist lagedrukgebieden mee, waardoor ons klimaat sterk wordt bepaald. Het idee is dat door opwarming van de noordpool het drukverschil tussen hogere en lagere breedtes minder wordt, op de plek waar de straalstroom van west naar oost blaast. Dat maakt de straalstroom zwakker, waardoor de hogedrukgebieden meer op hun plek blijven liggen en het weer wekenlang hetzelfde kan blijven. Als we ook nog bedenken dat de warme golfstroom naar Europa tot stilstand kan komen, waardoor het klimaat weer afkoelt, dan wordt de verwarring compleet.
Voor (wijn)boeren wordt de situatie er zo niet gemakkelijker op. Ga maar na. Je plant een wijngaard voor tientallen jaren, wel dertig, veertig jaar. Deze ontwikkeling, een afwisseling van extreem droge en extreem natte jaren, en tegelijk een stijging van de gemiddelde temperatuur, in combinatie met extreme regenval en andere extremen, maakt anticiperen op de toekomst heel moeilijk.
Het zal de wijnbouw er niet gemakkelijker op maken. Een paar consequenties beginnen al duidelijk te worden. De ideale plek voor de aanplant van bepaalde rassen verschuift naar het noorden. Je ziet al syrah in de Elzas verschijnen. We proefden onlangs een serie zeer fraaie Chardonnays uit Duitsland, wijnen die de concurrentie met veel witte Bourgognes goed aankunnen.
Daarnaast zorgen de extremen in klassieke wijngebieden voor lagere opbrengsten. In combinatie met hogere kosten, bijvoorbeeld voor meer spuiten tegen meeldauw, maatregelen tegen nachtvorst en het selecteren van de beste druiven in wijngaard en kelder. In combinatie met de gedaalde vraag naar (rode) wijn legt dit een bom onder het verdienmodel van veel wijngebieden. Bordeaux is een bekend voorbeeld, maar lang niet het enige. De klimaatverandering en de marktproblemen vormen zo een giftige cocktail. De vraag is hoe dit te stoppen. De politiek staat op dit moment niet te trappelen.
Volgens ‘klimaatpaus’ Diederik Samson, in een interview dit weekend in de NRC, is het wachten op nog extremere droogte, bosbranden en overstromingen om tot het besef te komen dat er écht iets moet gebeuren. Voor de wijnbouw in Zuid-Europa kan dat wel eens te laat zijn.
Ronald de Groot