Columns Archives - Perswijn

Columns

Columns

Overpeinzingen: Weersextremen bedreigen wijnbouw

Het is weer zover. Het voorjaar is in de wijngaarden van Zuid-Europa relatief rustig verlopen. Althans, de gebruikelijke verhalen van de afgelopen jaren over vorstschade zijn we dit jaar niet tegengekomen. Maar nu begint het, natuurlijk, weer te hagelen. En als het blijft regenen, zal de meeldauw weer ongenadig toeslaan.

Dat er maar zo weinig vorstschade is gemeld, heeft te maken met de bijzondere weersituatie van de afgelopen tijd. Hogedruk boven onze breedtegraad zorgde voor een aaneenschakeling van lagedrukgebieden in het zuiden van Europa. Dat zorgde voor een aanhoudende regenval. Spanjaarden klagen inmiddels steen en been over de voortdurende regen. De boeren zullen echter niet ontevreden zijn, want na jaren van droogte is alle regen welkom, want de Spaanse waterreserves waren zo’n beetje opgedroogd. Voor Zuid-Frankrijk geldt hetzelfde verhaal. Zeker in de Roussillon, waar naar water werd gesmacht. En die regen gaat niet samen met nachtvorst, dus in feite is het dubbele winst.

Maar het is ook een signaal dat het weer eigenlijk behoorlijk van slag is. Het patroon dat we zien, is dat weersystemen tegenwoordig heel lang op dezelfde plek blijven liggen. De huidige droge periode hier in Nederland is daar een goed voorbeeld van. Hetzelfde geldt voor de extreme regenval van bepaalde periodes afgelopen jaar. Wetenschappers menen dat dit fenomeen kan samenhangen met een afname van de kracht van de straalstroom, hoewel daar nog wel discussie over is. De straalstroom is een krachtige luchtstroming op een hoogte van zo’n tien kilometer. Deze neemt hoge- of juist lagedrukgebieden mee, waardoor ons klimaat sterk wordt bepaald. Het idee is dat door opwarming van de noordpool het drukverschil tussen hogere en lagere breedtes minder wordt, op de plek waar de straalstroom van west naar oost blaast. Dat maakt de straalstroom zwakker, waardoor de hogedrukgebieden meer op hun plek blijven liggen en het weer wekenlang hetzelfde kan blijven. Als we ook nog bedenken dat de warme golfstroom naar Europa tot stilstand kan komen, waardoor het klimaat weer afkoelt, dan wordt de verwarring compleet.

Voor (wijn)boeren wordt de situatie er zo niet gemakkelijker op. Ga maar na. Je plant een wijngaard voor tientallen jaren, wel dertig, veertig jaar. Deze ontwikkeling, een afwisseling van extreem droge en extreem natte jaren, en tegelijk een stijging van de gemiddelde temperatuur, in combinatie met extreme regenval en andere extremen, maakt anticiperen op de toekomst heel moeilijk.

Het zal de wijnbouw er niet gemakkelijker op maken. Een paar consequenties beginnen al duidelijk te worden. De ideale plek voor de aanplant van bepaalde rassen verschuift naar het noorden. Je ziet al syrah in de Elzas verschijnen. We proefden onlangs een serie zeer fraaie Chardonnays uit Duitsland, wijnen die de concurrentie met veel witte Bourgognes goed aankunnen.

Daarnaast zorgen de extremen in klassieke wijngebieden voor lagere opbrengsten. In combinatie met hogere kosten, bijvoorbeeld voor meer spuiten tegen meeldauw, maatregelen tegen nachtvorst en het selecteren van de beste druiven in wijngaard en kelder. In combinatie met de gedaalde vraag naar (rode) wijn legt dit een bom onder het verdienmodel van veel wijngebieden. Bordeaux is een bekend voorbeeld, maar lang niet het enige. De klimaatverandering en de marktproblemen vormen zo een giftige cocktail. De vraag is hoe dit te stoppen. De politiek staat op dit moment niet te trappelen.

Volgens ‘klimaatpaus’ Diederik Samson, in een interview dit weekend in de NRC, is het wachten op nog extremere droogte, bosbranden en overstromingen om tot het besef te komen dat er écht iets moet gebeuren. Voor de wijnbouw in Zuid-Europa kan dat wel eens te laat zijn.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Notities Bordeaux 2024 online

Vorige week al kwamen er verzoeken binnen of de notities Bordeaux 2024 online zouden kunnen komen. En inderdaad, de primeurcampagne is vroeg gestart dit jaar. En ik ben ook heel benieuwd hoe die zal gaan verlopen. Van te voren zou ik er geen cent voor hebben gegeven. Ik ben met enige regelmaat in Bordeaux, en toen ik er eind september was, kwam aan de regen geen einde. Achteraf was dit natuurlijk een slecht moment, en toeval, maar dat er in de oogstperiode flink wat regen is gevallen, dat staat vast. Zo rapporteerde Haut-Brion in de oogstperiode – wit en rood, dus van eind augustus tot begin oktober – bijna 200 millimeter.

Bordeaux 2024
Overzichtsproeverij Bordeaux 2024 ©Ronald de Groot

Maar door droog weer in juli en augustus en door een kleine hoeveelheid druiven aan de stokken waren de druiven alsnog goed rijp geworden, met een goede concentratie, zodat het eindresultaat, ondanks de regen, verrassend goed is. Zeker is dat zo’n jaargang in het verleden op een ramp zou zijn uitgedraaid. Tegenwoordig is er veel meer kennis en zijn er veel meer technische mogelijkheden om iets goeds te maken, zeker als de druiven goed rijp zijn.

Goed beschouwd krijgt de markt op deze manier de rode Bordeaux waar tegenwoordig zo om wordt gevraagd: elegant, fruitig, met weinig alcohol. De meeste wijnen noteren rond de 13, 13,5% alcohol, en dat is in de afgelopen, warme jaren wel eens anders geweest.

Maar dat is niet de boodschap die de markt wil horen. Want die ligt op dit moment helemaal op zijn gat. Alle ellende komt op dit moment bij elkaar. Ga maar na. Een ingestorte markt voor rode wijnen. Grote voorraden goede wijnen uit voorgaande jaren. De Chinese markt, rond 2010 heel veelbelovend, heeft zijn belofte nooit waargemaakt. De V.S., tja, die dreiging van handelstarieven is natuurlijk een groot probleem. Je koopt een wijn waarvan je niet weet wat de invoerrechten zullen bedragen als je hem afneemt.

Ondertussen mogen we constateren dat zo’n jaargang, hoe goed de wijnen ook zijn, voor speculanten niet interessant is. Nou ja, misschien een enkele wijn in kleine oplages, maar voor het overige hebben de ratten het zinkende Bordeaux-schip al verlaten.

Dat is slecht nieuws voor de châteaux. De jaargang was duur om te maken en door het slechte weer waren de opbrengsten laag, dus de kosten per fles hoog. Aan de andere kant is het voor de markt weer een geluk dat er niet zoveel flessen verkocht hoeven te worden.

Er zijn châteaux die het signaal van de markt hebben opgepikt, zoals we mogen concluderen uit de prijs waarmee Lafite de campagne afgelopen week heeft afgetrapt. Een prijsverlaging van zo’n 30%, met een prijs die zo’n beetje gelijk is aan die van de jaargang 2014, moet de wijn toch aantrekkelijk maken om te kopen. En tegelijk geeft het een signaal aan andere châteaux, dat dit de richting is waarin de markt beweegt.

Bordeaux 2024
Bordeaux 2024 ©Ronald de Groot

Helaas hebben andere châteaux niet de bewegingsruimte van Lafite, dat met een prijs van € 288 ex-négoce altijd nog wel een leuke marge op zijn flessen kan realiseren. Ik ben benieuwd wat de verdere bewegingen zullen zijn. Maar veel speelruimte is er niet, en er schijnen zelfs châteaux te zijn die het financieel lastig hebben, na een ook al moeizaam verlopen primeurcampagne van hun jaargang ’23.

Alles bij elkaar moet ik zeggen dat deze jaargang voor de beste wijnen toch behoorlijk goed is, en onder normale omstandigheden, bij een serieuze daling van de prijzen, wel degelijk koopwaardig is. Ondanks alles. Vooral wijnen uit de Médoc met hoge percentages cabernet sauvignon, van de heuvels rond Saint-Émilion en van het centrale deel van Pomerol met een goed percentage cabernet franc zijn interessant, zoals bijvoorbeeld de magistrale wijn van Vieux-Château-Certan of de klassieke Figeac. Of Canon. Op de linker oever zijn mooie wijnen gemaakt door onder andere Montrose, de Pichons en de Léoville’s, buiten de premiers crus. In de Sauternes zijn zeer fraaie wijnen gemaakt.

Het is overigens niet eens zeker dat alle châteaux hun wijn in primeur zullen aanbieden. Als ze kapitaalkrachtig genoeg zijn, kunnen ze ook wachten op een beter moment. Château Latour doet dat al jaren. Maar er zijn inmiddels ook anderen, die dat hebben aangekondigd, zoals Château La Tour-Figeac. Kortom, het wordt een spannende, en voor Bordeaux belangrijke primeurcampagne, die hoe dan ook moeilijk zal zijn. Uiteraard moet iedereen zelf beslissen om te kopen of niet. De notities staan inmiddels online op onze website.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Lust u nog een eitje?

Het slechte nieuws blijft maar komen. Overal dreigt gevaar. We mogen nu ook al geen eieren meer eten van hobbykippen. Te veel PFAS. Nadat ons jarenlang is verteld dat we geen eieren van kippen in legbatterijen moeten kopen, is de boodschap nu zo’n beetje tegenovergesteld. Wat moeten we hier mee? Lastig te zeggen. We hebben de afgelopen tijd gekeken naar afleveringen van de tv-serie ‘Gelul of gezond’. Een leuk programma, dat op een verfrissende manier de draak steekt met de gevaren die ons bedreigen bij het nuttigen van ons voedsel. Iedere keer als de hoofdpersoon iets wil eten, verschijnt er een influencer in beeld die zegt dat het eten van dat product ongezond is. Waarop het in de kliko verdwijnt. Dit gaat door tot er niets meer over is om op te eten. Dus hoezo gevaarlijk?

Het programma laat niet alleen zien hoeveel er mis kan zijn met eten, maar ook hoe risicomijdend veel moderne consumenten zijn geworden. Maar hoe reëel zijn die gevaren eigenlijk? Want bij alle discussies over PFAS in eieren vroeg ik me vertwijfeld af hoe gevaarlijk PFAS nu eigenlijk écht voor me is. Op de website van het RIVM wordt gesteld dat in eerste instantie een effect bestaat op het immuunsysteem, waardoor de kans bestaat dat je sneller ziek zou kunnen worden. Maar bij welke hoeveelheden en bij welke blootstelling, kan in de praktijk moeilijk worden gezegd. Dat wordt ook niet vermeld. In de krant viel een commentaar te lezen dat het effect van het weigeren van vaccinaties – bijvoorbeeld voor mazelen – groter is dan het negatieve effect van PFAS. Gooi het maar in mijn pet.

Maar dat de focus op PFAS ligt, ook op Europees niveau, wordt duidelijk uit de reacties op een onlangs verschenen rapport over het gehalte van PFAS in wijn. Dat blijkt uit de krantenkoppen na een bericht van het PAN (Pesticide Action Network Europe) dat uit analyse van een vijftigtal monsters van Europese wijnen blijkt dat het niveau van PFAS in wijn nog nooit zo hoog is geweest en dat de oorzaak ligt in het gebruik van bestrijdingsmiddelen met PFAS. Niet onlogisch, wellicht, voor een actiegroep tegen pesticiden. De Franse website vitisphere.com, die het graag opneemt voor de wijnboeren, beklaagt zich vervolgens over de alarmerende krantenkoppen naar aanleiding van dit onderzoek, onder andere in La Repubblica en in The Guardian.

Ook constateert de website dat er niemand uit de Franse wijnwereld op deze publicaties reageert. Bijvoorbeeld met de opmerking dat dit aantal monsters niet representatief kan worden genoemd. En dat behalve Europese wijnen ook wel wijnen uit andere landen getest hadden mogen worden. En dat zonder bestrijdingsmiddelen in Europa geen wijnbouw mogelijk is. Of dat het misschien een goed idee zou zijn om andere dranken, zoals jus d’orange of wellicht kraanwater te testen op hun PFAS-gehalte. Nou ja, dat laatste hoeft niet eens, want zelfs het RIVM meldt dat we ook via het kraanwater PFAS naar binnen krijgen. Het klinkt misschien vreemd, maar het lijkt er op dat PFAS overal is, en dat we moeilijk, of eigenlijk niet, kunnen voorkomen dat we het binnenkrijgen.

Het lastige in dit verhaal is dat niet duidelijk is hoeveel PFAS we via welk voedingsmiddel binnenkrijgen en in hoeverre dat slecht is of niet. Behalve dan bij eieren van hobbykippen, als we het RIVM moeten geloven. Let wel, ik wil het niet bagatelliseren, maar wel relativeren. We zijn ons tegenwoordig zó bewust van allerlei gevaren, dat het lastig is om door de bomen het bos nog te zien. De kans dat ik als oudere jongere op mijn e-bike kom te overlijden door een aanrijding met een auto is hier in Amsterdam een stuk groter dan de kans om ten onder te gaan door PFAS – in wijn of wat voor voedingsmiddel dan ook. En hoewel ik de hetze tegen alcohol volstrekt overdreven vind, weet ik wel zeker dat PFAS in wijn, bij het nuttigen van te grote hoeveelheden, minder schadelijk is dan de genuttigde alcohol. Dat is de harde realiteit. Dus meer dan een storm in een glas wijn zijn deze bevindingen niet te noemen.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Proefwerk even terug

Afgelopen zondag waren we naar een voorstelling over het leven en werken van Johannes van Dam. Hij werd mooi verbeeld door acteur Paul Adama, met hetzelfde soort uitstraling en postuur als Johannes, wat zijn rol extra geloofwaardig over liet komen. Alleen was het leren giletje bij lange na niet zo vet als dat van Johannes. Het werd een voorstelling met een – laten we maar zeggen – nostalgische terugblik. Aan de hand van het verhaal van zijn assistent Ilja volgt het stuk, stap voor stap, de ontwikkeling van Johannes van weinig succesvolle kookboekenhandelaar tot gevreesd restaurantrecensent. Volgens zijn biograaf Jeroen Thijssen, die in die tijd ook recensent was voor Trouw, genoot Van Dam zo van zijn macht als recensent dat hij zelfs werd gehaat.

In het stuk komt goed naar voren dat hij pretendeerde altijd de waarheid te spreken. En dat hij dat zelf uiteindelijk ook niet altijd deed – het kan moeilijk anders. Als een soort rode draad wordt Wina Born steeds opgevoerd als een soort wraakengel. Hij zette zich nadrukkelijk tegen haar af als iemand die altijd positieve recensies schreef, zonder woord van kritiek. Hij was haar tegenpool. Zijn kritiek kon genadeloos zijn, en als hij een restaurant bezocht op zijn zwarte scooter, schoot iedereen meteen in de stress. Ooit vernam ik dat het Parool hem aan het eind van zijn carrière verzocht om geen al te lage cijfers meer te geven. Een vier krijgen was dan ook geen fijne ervaring.

Ik kende Johannes redelijk goed, maar vrij oppervlakkig. Ik was vooral onder de indruk van zijn enorme technische kennis. Hij kwam privé altijd vriendelijk over. In de begintijd van Perswijn heeft hij een paar stukjes voor ons geschreven, maar uiteindelijk lag daar zijn kracht niet – dat was toch echt het schrijven van restaurantkritieken.

Met deze recensies sloot hij aan bij een nieuwe trend in beoordelen. Denk aan wijnrecensenten als Robert Parker, die naam maakte in de jaren tachtig met het geven van punten aan wijnen in een schaal tot 100, waarbij een negatief oordeel ook niet werd geschuwd.

Deze manier van het beoordelen van wijnen was voor ons – Karel de Graaf en ik – ook een inspiratie op het moment dat wij in 1988 met Perswijn begonnen. En net als Johannes van Dam zetten wij ons af tegen de ‘gevestigde orde’, wijnschrijvers die zich liever onthielden van een negatief oordeel. We konden ons lekker uitleven, want destijds waren er nog veel slechte wijnen. Anders dan nu. Hoewel er nog steeds veel oninteressante, commerciële, industriële wijnen zijn. Maar iedereen heeft er recht op de wijn te drinken die hij graag wil. Of naar het restaurant te gaan waar hij/zij het liefste eet, hoewel Johannes van Dam daar zeker anders over dacht. Hij wilde zijn lezers vooral leren om goed te eten, er op te letten dat je een goed product at, ook al was dat een kroket. Want kroketten, daar hield hij niet alleen van, hij wist er ook alles van.

Tegenwoordig is het ‘vak’ van recensent sterk gedemocratiseerd. Iedereen kan inmiddels op internet zijn mening geven over welke eetgelegenheid dan ook. Sterker nog, iedereen wordt daartoe tot vervelens toe bij aangespoord. Aan veel beoordelingen kun je zien dat recenseren van restaurants echt een vak is. Want het zijn vaak de bijzaken die het oordeel bepalen, en niet wat er op het bord komt. En de meest eenvoudige zaken worden volgens dezelfde puntenscore beoordeeld als heel exclusieve. Terwijl exclusieve restaurants wellicht worden bezocht door een meer kritisch ingesteld publiek. Zodat een toprestaurant een lagere score kan hebben dan de pizzeria om de hoek.

Het betekent dat ik het gevoel heb dat ik er zelf, als consument niet zoveel aan heb. Liever dus sla ik nog steeds het Parool open, voor de rubriek ‘Proefwerk’. Van Dam stelde dat hij recenseerde op basis van ‘wetenschappelijke kennis’, maar zo’n rubriek heeft altijd een subjectief element, dat kan niet anders. En dat is ook de charme, zeker als je ook de smaak van de recensent een beetje kent – net als bij wijn. De voorstelling was voor mij dan ook een mooie reis terug in de tijd, en een ode aan een belangrijke boodschap: er gaat niets boven mooi eten. Maar liever geen liflafjes, daar had Johannes een bloedhekel aan.

Voorstelling: Proefwerk, theatergroep de Toetssteen. Voorstelling komt weer terug in oktober dit jaar in Theaterhuis Amsterdam, op het oude WG-terrein.

Ronald de Groot

 

 

 

 

ColumnsNieuws

Overpeinzingen: Bordeaux 2024 – Onzekerheid eist zijn tol

Afgelopen week was ik en ook de komende dagen ben ik ondergedompeld in het jaarlijkse primeur-circus van Bordeaux. Toegegeven, een echte bubbel. Maar toch dringt het nieuws van buiten wel in de bubbel door. Vooral ook omdat het nieuws eigenlijk niet zo goed te bevatten is. Alsof er tegenwoordig een soort losgeslagen peuter achter de knoppen zit van een van de machtigste landen ter wereld. In The New York Times werd dit treffend beschreven als een ‘new level of madness’.

Bordeaux flessen 2024

Want dit soort nieuws is voor de wijnboeren hier wel belangrijk, natuurlijk. Bordeaux zit al in een flinke dip, en hogere exporttarieven naar de V.S., toch een belangrijke markt, maken de situatie er niet florissanter op. Het vreemde van dit soort tariefmaatregelen is natuurlijk ook dat je niet alleen producenten treft. Ook de wijnhandel in de V.S. zelf zal er onder lijden, zelfs de horeca. Maar goed, ik hoef niet uit te leggen hoe dom het allemaal is. Wel merk je hier in Frankrijk dat mensen gevoeliger blijken te zijn voor dit soort externe factoren dan bijvoorbeeld bij ons. Afgelopen vrijdag waren we in een restaurant waar we vaker komen, maar het was nu vrijwel uitgestorven. We vroegen de bediening wat er aan de hand was. ‘Sinds de oorlog in Oekraïne en nu het rumoer rond de Amerikaanse president, merken we dat er minder gasten komen. Het is rustiger geworden in de horeca. Daar komt bij dat er ook meer restaurants zijn gekomen’. Het lijkt erop dat Fransen wat fatalistischer zijn ingesteld, minder optimistisch dan wij. Op de châteaux krijg je te horen dat het vooral de duurdere wijnen zijn die moeilijker verkocht worden, daarbij houden de consumenten de hand op de knip.

Iedereen kan begrijpen dat dit voor de wijnboeren hier in Bordeaux geen goed nieuws is. Met minder verkopen in eigen land, waar de horeca niet lekker draait, en minder verkopen van rode wijnen in het algemeen, is de handel lastig. De ‘tariefturbulentie’ die we nu zien, vlak voor de primeurverkopen van een toch al lastig jaar, zijn wat we noemen de ‘perfecte storm’. Uit andere wijngebieden komen al berichten dat Amerikaanse importeurs hun import van wijn even ‘pauzeren’. Niet zo vreemd, als je van te voren niet weet hoeveel het nieuwe importtarief zal bedragen – wat zelfs van dag tot dag kan veranderen. Wat kopers haten, is onzekerheid, en de onzekerheid is zo’n beetje maximaal.

Je kunt je voorstellen dat een primeurverkoop van Bordeauxwijnen onder deze omstandigheden heel lastig zal worden, niet alleen wegens deze onzekerheid. Er zijn ook nog grote voorraden van goede, eerdere jaren. En hoewel de kwaliteit van de beste wijnen van 2024 echt niet tegenvalt – wat straks te zien is aan mijn notities – zullen niet veel kopers geneigd zijn een jaar dat niet écht top is – en dat is het niet – op dit moment te kopen. Sommige wijnboeren zeggen dat hun ’24 beter is dan hun ’23, maar ik denk dat veel wijndrinkers daar eerst nog van overtuigd moeten worden. De kwaliteit van ’22 is sowieso niet te evenaren. Maar dat veel topchâteaux dankzij hun financiële middelen en technische kennis na een oogst met veel regen toch goede wijnen hebben kunnen maken, is een prestatie op zich. Dat zouden ze dertig jaar geleden niet gekund hebben.

Maar onder de streep kunnen we stellen dat de onverwacht goede wijnen alleen maar zullen worden verkocht als er een duidelijke prijsprikkel komt. Op dit moment gaan er al geruchten dat sommige premiers crus hun prijzen drastisch zullen gaan verlagen. Dat zou de enige manier zijn om de markt weer op gang te krijgen. Wel moet worden gezegd dat het ook de châteaux zijn die daarvoor de financiële ruimte hebben. Bij lager geklasseerde wijnen zal die ruimte een stuk kleiner zijn, omdat ze beduidend minder geld krijgen voor hun wijnen. Bovendien zijn de opbrengsten laag dit jaar. Dus dat wordt nog spannend. Maar een andere manier om de primeurmarkt in leven te houden, die zie ik eerlijk gezegd niet.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: World Malbec Day

Elke dag van het jaar kun je tegenwoordig wel iets vieren. Voor sommige vieringen staat zelfs een week ingepland, zoiets als ‘de week van…’. Ik weet niet hoe het met u zit, maar de meeste vieringen laat ik eerlijk gezegd aan me voorbij gaan. Dat zou normaal gesproken ook het geval zijn met World Malbec Day, donderdag 17 april a.s. Maar uiteindelijk was er een producent van Malbec die mijn aandacht vroeg voor deze dag: Laura Catena. Ik was op zich wel benieuwd naar de achtergrond, mede omdat ik een maand geleden in Mendoza was en daar Malbec in al zijn verschijningsvormen mocht proeven.

Afgelopen vrijdag had ik een gesprek met Laura over deze jaarlijkse gebeurtenis. Ze vertelde me dat deze dag voor haar en voor Argentinië een belangrijk moment was. Alleen al vanwege het feit dat malbec de bekendste druif is van de ‘nieuwe’ wijnlanden, buiten de internationale rassen die overal staan aangeplant. En dat voor een druif met een heel lange traditie, al aangeplant in het Franse Zuidwesten, Cahors, voor de tijd dat Bordeaux tot grote ontwikkeling kwam.

De traditie om deze dag te vieren is naar haar zeggen al jaren oud. Wereldwijd spannen Argentijnse ambassades zich in om deze dag te vieren en zo extra cachet te geven. Gek, want hier in Nederland merk ik daar toch heel weinig van. Even googelen, zolang dat van big tech nog mag. Het enige wat ik kan vinden is een viering van World Malbec Day in 2017, in Rotterdam. De website van de Argentijnse ambassade hier te lande is niet te bereiken, omdat firefox deze blokkeert wegens een veiligheidsrisico. Dus dat maar even niet.

Ik vraag aan Laura Catena hoe het precies zit met de promotie van deze dag. ‘De Argentijnse overheid heeft heel weinig geld voor promotie. De V.S. is onze belangrijkste markt. En daarvoor is een budget van niet meer dan $100.000. Een druppel op de gloeiende plaat. Andere landen besteden daar veel meer geld aan. Kijk naar Australië, Europa, zelfs Wines California. Allemaal hebben ze veel grotere budgetten. Er zijn wel landen waar aan deze dag veel aandacht wordt besteed. Zoals in Engeland, of bijvoorbeeld Colombia. Puur door het werk van ambassades en vrijwilligers. In Argentinië zelf geeft niemand er om, daar wordt malbec als een gegeven beschouwd.’

Is Cahors, de bakermat van de malbec, bij dit initiatief betrokken? ‘Nee, mij is geen betrokkenheid van Cahors bekend. Maar op zich zou ik dat zeker ook verwelkomen.’ Kennelijk leeft het daar niet zo. ‘Het is natuurlijk ook zo dat het in Cahors anders is. Daar worden ook andere druiven gebruikt. En wijnen worden niet verkocht als “Malbec”, maar als Cahors.’

Tijdens de reis die ik onlangs maakte naar Mendoza, in de eerste week van maart, was goed te zien hoe de wijnen van de malbec zich hier de afgelopen jaren hebben ontwikkeld. Net als elders zijn ze onder het juk van de Amerikaanse critici vandaan gekomen. Dus geen krachtige, houtgerijpte monsters meer, maar wijnen met prachtig fruit en pure elegantie. De volgende stap is, als de ontwikkelingen zo doorgaan, naar het verder benadrukken van de herkomst, van het terroir waar de Malbecs vandaan komen. Zo beschouwd zijn de wijnen op basis van malbec nog lang niet uitontwikkeld. Misschien daarom is deze dag wellicht wel het vieren waard.

Geen zin? Dan is misschien het wachten op World Chardonnay Day? Die is op 21 mei. Of wellicht moeten we de wijn elke dag wel vieren, ongeacht de druif. Ooit reisde ik in Australië met een Finse journalist – inmiddels overleden – die als motto had ‘a day without port, is a wasted day’. Hij nam overigens ook genoegen met de Australische versie van port. Hij liet zich zijn eerste glas al voor de lunch inschenken. Een bijzonder, zij het ietwat ongezonde manier om de wijn elke dag te vieren. Maar gelukkig doen we dat allemaal op onze eigen manier.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: To bio or not to bio

Op de een of andere manier ben ik na jaren ervaring in de wijn nog steeds in verwarring over wat het gebruik van de term ‘biologisch’ bij de productie van wijn – en andere landbouwproducten – exact voor betekenis heeft. En die verwarring wordt er in de loop der jaren ook niet minder op. Zeker niet als ik op mijn ouderwetse fietsje door Amsterdam fiets en dan bestelwagens tegenkom die biologische producten afleveren bij de op hun gemak gestelde Amsterdamse consumenten. Behalve voor degenen die er niet toe in staat zijn, is het blijkbaar te veel moeite om deze producten met de (bak)fiets zelf even op te halen. Waarmee het idee dat biologisch automatisch ook duurzaam moet zijn, niet voor de eerste keer de grond in wordt geboord.

En daar komt dan ook nog bij dat biologisch voor de ene (wijn)boer iets heel anders blijkt te zijn dan voor de andere, afhankelijk van aan wie je het vraagt. Als je naar een beurs gaat als Millésime Bio, dan krijg je een beeld van een wereld waarin biologisch boeren plaatsvindt in eenheid en harmonie. Maar achter de schermen is er een strijd gaande over welke middelen nu wel en niet mogen worden gebruikt. Met een ouderwetse, Frans-Duitse tegenstelling. Dat valt te lezen in een artikel op de website van Vitisphere, afgelopen week. De discussie spitst zich toe op het gebruik van fosfonaten.

Fosfonaten zorgen ervoor dat het afweermechanisme van de plant – vruchtbomen, druivenstokken – wordt geactiveerd. Hierdoor kunnen druivenstokken een aanval van meeldauw beter weerstaan. Vanwege de specifieke werking van fosfonaten heeft de Europese Commissie in 2013 kaliumfosfonaat aangemerkt als werkzame stof binnen de verordening voor gewasbeschermingsmiddelen. Producten op basis van fosfonaten vallen in de categorie groene middelen.

Voor Franse biologisch werkende wijnboeren zijn fosfonaten echter niet ‘groen’ genoeg. Ze vinden dat fosfonaten dan ook niet gebruikt mogen worden. Waarom niet? Ze vinden dat het een product is van de chemische industrie en dat hoort daarom niet thuis bij biologische wijnbouw. En daarnaast komt het product in de plant zelf, dus is het ‘systemisch’. Duitse wijnboeren vinden dit hypocriet. Want kopersulfaat -Bordeauxse pap- komt ook niet uit de natuur, en ook uit een fabriek, waarom mag dat dan wel? Het voordeel van fosfonaten – die overigens wel in de natuur voorkomen – is juist dat daarmee het kopergebruik verminderd kan worden, omdat het de weerstand van de plant versterkt. En, hoe dan ook, koper blijft een zwaar metaal, dus ook niet écht duurzaam.

Het Franse standpunt is dan ook heel principieel, maar is het ook zinvol? Het komt mij voor als een zoveelste scheuring in de Gereformeerde kerk, tussen de ‘rekkelijken’ en de ‘preciezen’. Sterker nog, het lijkt er op dat principes hier gaan boven duurzaamheid. En de consument blijft in verwarring achter, net als ik. Maar het idee dat biologisch niet per se synoniem is met duurzaamheid blijft – ondanks de goede wil van veel bioboeren – uiteindelijk toch bij mij hangen. Het is nu aan de Europese politiek hier een beslissing over te nemen. Hopelijk is dat de juiste.

Ronald de Groot

 

Columns

Overpeinzingen: Tuinboontjes

Mijn buren in de Languedoc weten het inmiddels zeker. Als de Nederlanders – wij dus – komen, dan nemen ze regen mee. Ook dit keer was het goed raak. De laatste dagen van de afgelopen week brachten flink wat regen. Zoveel dagen regen achter elkaar is hier zeldzaam. Nou ja, dat van die Nederlanders is natuurlijk onzin, want het ritselt hier altijd van de landgenoten. Maar die regen, dat was niet alleen uitzonderlijk, het werd hier ter plekke ervaren als een zegen. De opluchting, zeker bij de wijnboeren hier, is groot. Zelfs aan de voet van Pyreneeën, in de Roussillon, is de afgelopen tijd veel regen gevallen. Rivieren die helemaal droog stonden, stromen weer. Het grondwaterpeil stijgt weer naar normaal. Voor een streek waar de afgelopen jaren minder dan 250 mm regen viel, is dat een enorme luxe.

Dit heeft als gevolg dat het in de Languedoc heel groen is. Zo groen als we het nog nooit gezien hebben. Dat groen vinden we niet alleen op de heuvels om ons heen, maar ook in de wijngaarden. Het zaaien van groen in de wijngaarden is tegenwoordig een wetenschap op zich geworden. Zeker bij wijnboeren die biologisch of biodynamisch boeren, is de onderbegroeiing van groot belang. Ze dient als groenbemesting voor de wijngaard. Zo zagen we dit keer tot onze verrassing veel wijngaarden met tuinbonen tussen de rijen druivenstokken. Even dachten we verlekkerd dat hier straks tuinbonen in overvloed zouden kunnen worden genoten. Maar dat was iets te vlug. Later dit voorjaar zullen de planten worden verwerkt tot ‘groenvoer’ voor de bodem. Dit soort planten is rijk aan stikstof, dus een ideale groenbemester.

groen tussen de wijngaard

Begin februari schreef ik over Isabel Gassier, van Château de Nages, en haar mosterdplanten in de wijngaard. Zij verkoopt wel mosterd. Maar haar is het vooral te doen om het herstel van het bodemleven. Ik moet terugdenken aan een bezoek aan Johan Reyneke, lang geleden, in Stellenbosch. Hij liep zijn wijngaard in en pakte met zijn handen een paar kluiten uit de wijngaard, grote graspollen. Om ons heen liepen ganzen door de wijngaard. Reyneke was destijds – we spreken over 2008 – een voorloper in biodynamie. Je kunt je twijfels hebben over biodynamie. Maar de manier van werken heeft andere wijnboeren beïnvloed in de manier waarop ze werken en met hun wijngaarden omgaan. Dat is een grote verdienste.

Ik kom al heel lang in Bordeaux, ook daar is sprake van een groene revolutie. Een jaar of dertig geleden was het daar een kale boel. Als er ‘onkruid’ in de wijngaard stond, werd dat gezien als een soort afwijkend gedrag. Tegenwoordig staat ook daar overal onderbegroeiing in de wijngaarden. En dat in een door en door conservatieve streek als Bordeaux. Ook hier is het inzicht doorgebroken dat dit nut heeft. Niet eens zozeer vanwege het bodemleven – al zal dat voor deze en gene zeker een rol kunnen spelen – maar omdat men hier tot het inzicht is gekomen dat hierdoor minder vocht verdampt. Met de klimaatopwarming en de hete zomers van tegenwoordig een niet te onderschatten effect. Er zijn zelfs châteaux, zoals Cheval Blanc, die tussen de druivenstokken fruitbomen hebben geplant, voor extra schaduw en voor in dat geval ook een beter bodemleven. Dat ontstaat door de symbiose tussen boomwortels en mycorrhiza, een samenlevingsvorm tussen schimmels en de wortels. Hier heb ik nog geen tuinboontjes zien staan, maar het bevestigt wel dat het groen tussen de druivenstokken tegenwoordig niet meer weg te denken is.

Ronald de Groot

Columns

Overpeinzingen: Grillen van markt en politiek.

Het is natuurlijk verleidelijk om over Trump en diens tarieven te schrijven – iedereen heeft het er over. Zeker nu hij een belasting van 200% op wijn en champagne heeft aangekondigd. Maar eigenlijk heb ik daar niet zo veel zin in. Ik heb soms zelfs de neiging om te denken dat het verstandiger zou zijn eens een keer geen aandacht aan de nieuwe president te besteden – als het allemaal niet zo erg zou zijn. Ik moet denken aan het Turkse gezegde: ‘Als een clown in een paleis gaat wonen, wordt hij geen koning, maar wordt het paleis een circus.’

Ik moet eigenlijk constateren dat het zonder die strafheffingen al zwaar genoeg is in wijnland. Als een clown in een paleis gaat wonen, wordt hij geen koning. Het paleis wordt een circus. Hm. Ik ben bang dat het nog erger is dat dat, want de clown is kwaadaardig. Genoeg daarover.

Uiteindelijk is het zonder dit soort strapatsen al moeilijk genoeg voor de wijnboeren. Afgelopen vrijdag bezocht ik een paar domeinen in de Malepère. De stemming daar was niet heel negatief, maar echt positief kon het ook niet worden genoemd. Deze streek, met zijn wijngaarden rond de stad Carcassonne, heeft het de afgelopen jaren, met een productie van veel wit en rosé, helemaal niet zo slecht gedaan. Want vooral rood zat in de hoek waar de klappen vallen.

De dynamiek in wijnland is naar mijn idee zelden zo heftig geweest als nu. ‘Zekerheden’ blijven sneuvelen. Een gevolg van de problemen met rode wijnen is dat veel wijnboeren in het Franse zuiden (deels) zijn overgestapt naar rosé. Rosé groeide de afgelopen jaren explosief en met name rosé uit de Provence wist zeer hoge prijzen te realiseren, onder andere door een grote vraag uit de V.S. Meedoen met deze markt had wel een prijs. Je rosé moest vooral lijkbleek zijn, want alleen dan wilde de verwende consument toehappen. Bij de Cave de Vendéole in Malepère, waar we een lekkere rosé proeven, slaat de wijnmaker de ogen ten hemel. Donkere rosé wordt geassocieerd met zwaar, licht gekleurde rosé met lichtvoetig. Ten onrechte, maar bestrijd dit idee maar eens. Vrijwel onmogelijk, ook al bestaat dit idee nog niet eens zo lang.

Hoe dan ook, de overstap van al die producenten naar rosé heeft zijn prijs, krijg ik te horen. De markt voor rosé is inmiddels verzadigd, zo blijkt. Dus de weg naar rosé als vluchthaven voor wie minder rood wil maken, lijkt daarmee afgesneden. Een fenomeen dat hier te lande de ‘varkenscyclus’ wordt genoemd. Een verschijnsel dat we dus ook bij wijn terugvinden.

Het probleem van wijn is dat ontsnappen lastig is. Varkens kun je slachten, een wijngaard staat er voor dertig jaar. Maar de trend is natuurlijk onvermijdelijk. Oudere wijnboeren stoppen met hun wijngaard. Zeker leden van coöperaties, want deze maken zelf geen wijn, ze telen alleen maar druiven die naar de coöperatie gaan. Wijngaarden worden gerooid, of voor een prikje opgekocht door boeren die het wel zien zitten om door te gaan.

Zo vindt een stille sanering plaats van de wijnsector. Nieuwe importtarieven zullen de situatie wellicht verergeren, maar mochten ze uitblijven, is de sector bepaald nog niet gered. Het lijkt er sterk op dat de bodem van de crisis, het slechtste punt, nog niet is bereikt. Maar als rasechte optimist blijven we geloven dat de weg omhoog altijd weer gevonden wordt. Is het niet dit jaar, dan misschien volgend jaar. Maar de snelle trendwisseling bij de moderne consument zal voor de sector, die gewend is om te denken op lange termijn, door de aanplant van wijngaarden, een uitdaging blijven. Wen er maar aan.

Ronald de Groot

 

 

 

 

Columns

Overpeinzingen: Bill Blatch is niet meer

Het hoort bij mijn leeftijd, zo valt te vrezen. Veel bekende mensen, of mensen die ik persoonlijk ken, verruilen het tijdelijke voor het eeuwige. Ditmaal was het Bill Blatch, oud-handelaar in Bordeaux, die op 76-jarige leeftijd door een hartaanval werd geveld. ‘Mooie dood’, was ik even geneigd te denken, gedachtig aan alle ellende die de ouder wordende mens wellicht te wachten staat – en zo bespaard blijft. Ik hoorde het nieuws op wijnreis in Argentinië, waar ik me verdiepte in de verschillende wijnstijlen van een aantal bodega’s in Mendoza. Het is mooi om te zien hoe een nieuw, maar eigenlijk ook oud wijnland, op zoek is naar terroir en naar een heel eigen stijl van wijnmaken. Los van de opgelegde stijl van 10, 20 jaar geleden, toen goede wijnen zwaar en houtbetimmerd hoorden te zijn.

Bill Blatch. Image: courtesy Philippe Larche / Vintex

Nu, tijdens de nachtvlucht van Buenos Aires, is het een mooi moment om even terug te denken aan Bill Blatch. Een Engelsman in Bordeaux, met een lange carrière in ‘de wijn’ – hij woonde meer dan vijftig jaar in Bordeaux. Ik denk dat ik hem leerde kennen, aan het begin van mijn wijncarrière, via Nico McGough, die zaken met hem deed voor destijds Résidence. Want Bill Blatch was een van die vele handelaren van de ‘place de Bordeaux’, met zijn handelshuis Vintex. Hij hield kantoor op een bijzondere plek, in een gebouw bij de door de Duitsers gebouwde bunkers aan de noordkant van de stad. Ooit onderdeel van de Atlantikwall, en met geen bom weg te krijgen. Duitse Gründlichkeit. Altijd wat rommelig en klein, maar je kon er veel wijnen proeven, monsterflessen die in de primeurhandel werden aangeboden. Heel handig, want je kon veel wijnen even rustig proeven en vergelijken. En heerlijk, bij iemand die niet die afstandelijke mentaliteit had die zo kenmerkend is voor het conservatieve, hiërarchische en formele wijnwereldje van Bordeaux. Bill straalde altijd als je hem zag positiviteit uit, hij was een man met een gulle lach en typische Britse humor.

Maar Bill Blatch was bij handel en journalisten toch vooral vermaard om zijn ‘vintage report’. Niemand kon de laatste jaargang zo goed en pakkend beschrijven als hij. Alles stond er in, het weer tijdens het groeiseizoen, hoe verschillende druivenrassen het hadden gedaan en wat de verschillen en de bijzonderheden per streek waren. Voor journalisten, maar ook voor importeurs zeer waardevol. Juist ook omdat hij altijd perfecte research deed en zijn kennis over de wijnen van Bordeaux enorm was. Hij volgde het weer in de streek van dag tot dag, en zette alles in tabellen. Het was dan ook jammer dat hij er op een gegeven moment mee ophield, maar gezien zijn leeftijd het begin van zijn pensioen, zo’n tien jaar geleden, natuurlijk ook logisch.

Maar écht ophouden kon hij niet – het komt me bekend voor. De afgelopen jaren wijdde hij zich vooral aan het promoten van Sauternes -van de wijnen van Bordeaux altijd zijn grootste passie. Goed beschouwd niet zo gek. De top van de rode wijnen in Bordeaux is van een bijzondere klasse, maar rood van bijzondere klasse vind je tegenwoordig overal ter wereld. Zoals ook in Argentinië, waar ik net was. Maar zoete wijnen van de klasse van Sauternes, op basis van edele rotting van de combinatie van sémillon en sauvignon, die zijn bijna niet na te maken. En nog prachtig ook, door de bijzondere smaakconcentratie. Hij werd niet moe het evangelie van deze zoete wijnen te verkondigen. Een beetje trekken aan een dood paard op dit moment, maar liet hij zich niet door afschrikken – zo zat hij niet in elkaar. Hij had ook gelijk natuurlijk, goede Sauternes is een prachtige wijn, door veel liefhebbers ten onrechte genegeerd. Altijd als ik Sauternes schenk, zitten de gasten genieten.

We zullen Bill missen. Als bijzonder mens, en als ambassadeur van het goede dat Bordeaux te bieden heeft -mooie Sauternes voorop. En ooit zal deze wijn terugkomen, dat kan niet anders. Hij zal het niet meer meemaken.

Ronald de Groot

1 2 3 81
Page 1 of 81
nl Nederlands