Achtergrond & Interviews Archives - Perswijn

Achtergrond & Interviews

Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Silvaner/Sylvaner – geluk bij een ongeluk

De afgelopen vijftig jaar is er veel veranderd in de wijnwereld. Qua druivenrassen zijn er duidelijke winnaars, maar ook verliezers. Silvaner valt in de laatste categorie. Jammer en onterecht, maar misschien is het een lucky loser?

Savagnin en Österreichisch Weiß. Dat zijn de ouders van silvaner/sylvaner. Een Oostenrijkse oorsprong lijkt duidelijk. Maar in Oostenrijk staat het oude druivenras nauwelijks nog aangeplant, verdrongen door grüner veltliner en Lenz Mosers Hochkultur. In andere gebieden van het voormalige Heilige Roomse Rijk staat silvaner nog wel, met name in delen van Duitsland, de Elzas en Zuid-Tirol.

Castell en Stein

Het was in Franken in Duitsland, midden zeventiende eeuw, dat de naam sylvaner voor het eerst werd genoteerd; daarvóór stond de variëteit simpelweg als Österreicher bekend. Twee jaartallen en plekken zijn sterk verbonden met de introductie van silvaner: in 1659 werd silvaner aangeplant in Castell, voor zover bekend voor het eerst in Duitsland, en in 1665 liet de abt van klooster Ebrach, Alberich Degen, silvaner planten in de wijngaard die er wereldberoemd om werd: Würzburger Stein. Hij gaf de druif ook zijn huidige naam door hem te vernoemen haar de Romeinse godheid van de bossen, Silvanus. Vanaf eind achttiende eeuw wordt silvaner ook in de Elzas als sylvaner aangeplant. Het is niet helemaal duidelijk op welk moment hij in Zuid-Tirol en in Zwitserland arriveerde, waar silvaner vooral in Wallis staat en Johannisberg of Gros-Rhin wordt genoemd.

afbeelding: De schatkamer van Bürgerspital zum Heiligen Geist in Würzburg ligt vol met Silvanerhistorie (foto: Lars Daniëls)

Klonen

In oude wijngaarden in Franken, maar her en der ook in de Elzas, komen nog de vier verschijningsvormen van silvaner voor: groen, geel, rood en blauw. Dat de meeste silvaner die nu staat aangeplant klonale selecties zijn van groene silvaner, heeft waarschijnlijk te maken met zijn betrouwbare opbrengsten. Nog voor de beide wereldoorlogen begon men in Duitsland te selecteren met als doel een hogere en zekerdere opbrengst. Bepaalde silvanerklonen kunnen heel veel opbrengst geven, zeker op groeikrachtige wortelstokken als SO4 en Kober 125 AA. Ze vierden hoogtij in de jaren 60, 70 en 80 en stonden aan de basis van merkwijnen als Liebfraumilch.

De selecties uit Würzburg zijn doorgaans minder ertragsfähig, zoals de standaardkloon van Grüner Silvaner (Wü 92), en geven van oorsprong de hoogwaardigere wijnen. De huidige klimatologische omstandigheden stellen nieuwe eisen aan plantmateriaal. Vandaar dat nieuwe topklonen (bijvoorbeeld Wü 0318) minder opbrengen, wat later rijpen en druiven geven met meer zuren.

In de wijngaard

De vroegere populariteit van silvaner had duidelijke redenen. In vergelijking met riesling rijpt hij eerder, levert hij meer opbrengst op en geeft wijn met minder zuren. Allemaal voordelen als het om volume gaat. Voor goede kwaliteit moeten de opbrengsten flink beperkt worden en om genoeg zuren te behouden bij goede fruitigheid en vulling luistert het oogstmoment heel nauw.

Silvaner verhout minder goed dan riesling en doordat hij vroeg uitloopt, kan voorjaarsvorst gevaar opleveren. Ook chlorose kan een probleem zijn, in een bodem met te veel kalk. De gevoeligheid voor schimmels is eveneens een nadeel; dat heeft de druif bijvoorbeeld in Oostenrijk parten gespeeld, ten faveure van de minder gevoelige grüner veltliner.

afbeelding: Bijna rijpe silvaner in Würzburger Stein (foto: Lars Daniëls)

In het glas

Hoe Silvaner of Sylvaner smaakt, hangt van veel zaken af, zoals terroir (klimaat, bodem), opbrengst en traditie. Die uit de Elzas is dikwijls wat hartiger en soms zoeter dan die uit Duitsland en het Eisacktal. Binnen Duitsland is de diversiteit enorm, van zeer droog tot edelzoet. Het duidelijkst is het verschil tussen technische Silvaner van hoge opbrengsten en terroirgetypeerde wijnen van topwijngaarden. De eerste, van koele gisting met geselecteerde gisten in roestvrijstalen tanks, is schoon, fris en sappig, maar nietszeggend en saai, met een aroma van groene appels en peren, wat peper en vaak vegetale geuren. De van nature geconcentreerde topwijnen, van spontane gisting, zijn ook fris en sappig, maar ruiken naar kweepeer, perzik, groene kruiden, specerijen en soms wat vuursteen. Ze hebben een gelaagde, volle smaak, met genoeg frisheid, wat amandelbitter en ziltheid. Tanks van rvs spelen een rol, maar veel belangrijker zijn groter oud hout en zelfs betonnen eieren.

Afname

Wereldwijd staat iets meer dan 6000 hectare silvaner aangeplant; in 2000 was dat meer dan 11.000 hectare. Een forse afname dus, in de afgelopen twintig jaar. Maar die was al gaande. Rond 1970 bedroeg silvaners aandeel van de totale aanplant in Duitsland 22,8%, zo’n 17.000 hectare; in 2022 was er nog 4419 hectare over. In de Elzas bedroeg de aanplant rond 1970 circa 2800 hectare, nu minder dan 1000 hectare. De afname van het areaal had overigens niet alleen te maken met het instorten van de markt voor goedkope, zoetige Duitse wijn. Ik heb ook het idee dat het succes van Weissburgunder Silvaner dwarszit. Want wat eenvoudige Silvaner kan, doet eenvoudige Weissburgunder beter, met zijn frisse, sappige, fruitige wijnen.

afbeelding: Escherndorf met de wijngaard Lump, Franken (foto ©deutscheweine.de)

Duitsland

De geschiedenis van silvaner is sterk verbonden met Duitsland in het algemeen en Franken in het bijzonder, waar nog een aanplant van 1559 hectare is. Toch staat er in Rheinhessen nog meer: 1932 hectare. Dat is een overblijfsel van de naoorlogse periode, toen decennialang opbrengst belangrijker was dan kwaliteit, zeker in Rheinhessen – op een paar plekken als de Roter Hang na.

Tegenwoordig wordt er in Rheinhessen een aantal van de beste Silvaners van Duitsland gemaakt. Maar Franken heeft zonder twijfel de beroemdste silvanerwijngaarden ter wereld, zoals Würzburger Stein, Escherndorfer Lump, Homburger Kallmuth en Iphöfer Julius-Echter-Berg. Het meer continentale klimaat van Franken en de bodems op muschelkalk (kalksteen/kalkmergel) of Keuper (kalkmergel, klei- en zandsteen, gips) vormen ideale natuurlijke omstandigheden voor silvaner. De bodem moet wel een bepaalde diepte hebben en genoeg water vasthouden, want silvaner heeft water nodig. Ook lokaal in Baden, de Pfalz en Sale-Unstrut wordt goede Silvaner gemaakt. Duitsland telt talloze goede producenten van Silvaner en nog meer goede wijnen. Hier zijn er tien die je niet mag missen:

Keller, Silvaner Feuervogel (Clarijs Fine Wine Selections)

Thörle, Silvaner Probstey (Les Généreux)

Rainer Sauer, Am Lumpen 1655 Silvaner Grosses Gewächs (Anfors Imperial, Markvandewijn)

Am Stein, Stettener Stein Silvaner Grosses Gewächs (De Wijntherapeut)

Bürgerspital zum Heiligen Geist, Stein-Harfe Silvaner Grosses Gewächs (DokterMaler)

Weltner, Hoheleite Silvaner Grosses Gewächs (Winterberg Wijnen)

Zehnthof Luckert, Maustal Silvaner Grosses Gewächs (Champagnist, Herman Wines)

Rudolf May, Rothlauf Silvaner Grosses Gewächs (Karakter Wijnimport)

Nagel, Silvaner Reservenagel (De Kleine Wijnboer)

Horst Sauer, Escherndorfer Lump Silvaner Trockenbeerenauslese (Henri Bloem, Wijnkameel)

afbeelding: Julius-Echter-Berg bij Iphofen in Franken (foto: Lars Daniëls)

Elzas

Net als in Duitsland was silvaner – hier gespeld als sylvaner – in de Elzas ooit veel meer aangeplant en belangrijk in economisch opzicht. Dat had deels dezelfde redenen als in Rheinhessen, alleen heette de Liebfraumilch van de Elzas Edelzwicker. Langzaam maar zeker verloor sylvaner terrein, vooral aan pinot gris, pinot blanc en auxerrois. Maar er waren altijd mensen als André Ostertag, die tien jaar terug al sprak van een aanstaande revival van Sylvaner, met dank aan producenten als Loew, Weinbach, Muré en Dirler-Cadé.

Geheim is dat wat er nog staat aan sylvaner oud en heel goed is. Volgens bepaalde bronnen gaat het om zo’n 900 hectare, volgens het Comité Interprofessionnel des Vins d’Alsace om 1150 hectare. Het beroemdste terroir is de Zotzenberg van Mittelbergheim, de enige grand cru voor Sylvaner, sinds 2005. Ook deze wijnen moet je eens gedronken hebben:

Barmès-Buecher, Sylvaner Rosenberg (Karakter Wijnimport)

Muré, Sylvaner Steinstuck (Verbunt Verlinden)

Albert Boxler, Sylvaner (HermanWines, Bâtard Vintrepreneurs Amsterdam)

Dirler-Cadé, Sylvaner Vieilles Vignes (Wijnkoperij Okhuysen)

Loew, Premières Vendanges de Marguerite Sylvaner rosé (Les Généreux)

afbeelding: De grand cru Zotzenberg in de Elzas (foto: ©ZVARDON-ConseilVinsAlsace)

Südtirol

Buiten Duitsland en de Elzas is er nog een gebied – Wallis laat ik voor wat het is – met een zekere silvanertraditie: Eisacktal/Valle Isarco in Südtirol/Alto Adige. De aanplant bedraagt slechts 68 hectare, maar de hooggelegen wijngaarden (500-700 meter) bij Brixen leveren briljante wijnen op, zoals die van Köfererhof, Kuen Hof, Pacherhof en Kloster Neustift. Drie favorieten:

Köfererhof, Sylvaner R (ad Bibendum)

Kuen Hof – Peter Pliger, Sylvaner (Karakter Wijnimport)

Eisacktaler Kellerei, Sylvaner Aristos (meerdere verkopers)

Lucky loser?

Er is te veel wijn op de wereld. En niet iedere variëteit kan een winnaar zijn. Silvaner heeft veel terrein verloren in de afgelopen vijftig jaar. Maar waar hij nu nog staat, doet hij het heel goed. De producenten die ermee werken, zijn gedreven, begrijpen de druif en waarderen hem. In Franken worden nog steeds prachtige wijnen gemaakt van muschelkalk en Keuper, misschien wel meer dan ooit – en zeker in meer stijlen dan ooit, met naast de klassieke versies ook natuurwijnen, orange wines en in barrique gemaakte wijnen. In Rheinhessen maken topproducenten als Keller, Wittmann, Bischel en Thörle steengoede wijnen van wijngaarden met lang niet altijd het meest kwalitatieve plantenmateriaal. Door hun ouderdom en vaak biologische bewerking zijn ze echter waardevol geworden. Ook in de Elzas lijkt een bescheiden renaissance gaande. Een aantal van de meest gerenommeerde producenten draagt Sylvaner een warm hart toe en plant weer wat aan. Voorbeelden zijn Maxime Barmès en Véronique en Thomas Muré.

Volgens Jean Boxler reageert de druif onverwacht goed op de klimaatverandering, las ik. Dat geeft hoop voor de toekomst. Maar laten we in ieder geval behouden wat er staat aan silvaner/sylvaner. En genieten van prachtige wijnen van een (nog?) ondergewaardeerde druif.

 

Lars Daniëls, Magister Vini.

 

NB: dit artikel verscheen eerder in de printversie van Perswijn (2024-3)

Wijnkennis

Qvevri, anfore, tinajas en talhas

Qvevri of kvevri zijn aardwerken kruiken die van oorsprong uit Georgië stammen (in het Georgisch: ქვევრი). Na het vormen en bakken, worden ze doorgaans ingegraven in de grond en gebruikt voor gisting, rijping en opslag van wijn, nog steeds. Ze worden vaak amforen genoemd –tot ergernis van puristen–, maar hebben geen oren en geen vlakke onderkant. Bovendien zijn qvevri doorgaans niet helemaal waterdicht en dus vaak van binnen gecoat met bijenwas. Ook bepaalde traditionele amforen uit Portugal, zogenaamde talhas, hebben een coating, van dennenhars en bijenwas. En de wijn werd (en wordt soms nog steeds) afgedekt met een laag olijfolie, tegen oxidatie en verontreiniging.

Talhas kunnen trouwens eeuwen meegaan.

Amforen zoals die nu nog gemaakt worden in Italië (vooral Toscaanse anfore) en Spanje (tinajas) zijn met een inhoud van 200-900 liter beduidend groter dan Romeinse amforen uit de Oudheid. Ze komen van specifieke klei met een bijzondere minerale samenstelling en zijn doorgaans hard gebakken; ze zijn waterdicht maar ademen wel. De diverse soorten en vormen van aardewerk zijn vanaf eind jaren 90 weer populairder geworden bij wijnmakers, tegenwoordig over de hele wereld. Zeker voor orange en amber wine zijn ze in trek, maar wijnen uit amforen worden ook meer en meer gebruikt als onderdeel van een assemblage (met ook wijn uit RVS, hout e.a.). Ervaringsdeskundigen roemen de puurheid van smaak en de fijne textuur van de wijnen uit aardewerk. Goede kruiken laten voldoende zuurstof door maar geven geen smaak af; ze kunnen dus dienen als alternatief voor hout. Door hun eivorm is het contact met de gisten anders dan in een barrique. In feite vormen de verschillende aardewerken vaten die al heel lang voor wijnbereiding worden gebruikt de inspiratie voor moderne betonnen eieren, als die van Nomblot.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers: Mycorrhiza

Mycorrhiza is een vorm van symbiose tussen bodemschimmels en de wortels van planten, ook druivenplanten, waarbij wederzijds voedsel wordt uitgewisseld. Deze symbiose krijgt steeds meer aandacht in de wijnbouw. Schimmels spelen een grote rol in het plantenrijk: dankzij hen ontstonden zo’n 400 miljoen jaar geleden de eerste landplanten. De symbiose bestaat eruit dat de plant suiker afstaat aan de schimmel, die daardoor kan groeien en een uitgebreid mycelium (netwerk van schimmeldraden) kan vormen. In ruil daarvoor kan de gastheer makkelijker water opnemen en minerale voeding als fosfor en stikstof, ook van plekken in de bodem waar zelfs fijne wortels niet kunnen komen.

Mycorrhiza’s verhogen de tolerantie voor waterstress, bodemverzilting en ijzerchlorose

Daarmee dragen mycorrhiza’s bij aan de groei van de plant en verhogen zijn tolerantie voor waterstress, bodemverzilting en ijzerchlorose. Ook beschermen ze planten tegen opname van zware metalen – een voordeel in door koper vervuilde bodems – en tegen bepaalde wortelziekten en nematoden. Ten slotte is deze symbiose goed voor de bodemstabiliteit en slaan de schimmels koolstofdioxide op. Genoeg redenen om mycorrhiza’s in de wijngaardbodem te krijgen en te houden. Dat eerste kan bijvoorbeeld door het inoculeren van nieuwe aanplant met schimmels of door het gebruik van de juiste bodembedekkers. Het laatste bereik je door minder stikstofbemesting, beperkt fungicidegebruik en voorzichtigheid bij intense bodembewerking als ploegen.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Symington Vintage Ports - Quinta do Vesuvio
Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Symington Vintage Ports 2022

Ondanks het feit dat het oogstjaar 2022 zelfs voor de portproducenten in de Douro extreem was door hitte en droogte brengt Symington Family Estates toch acht vintage ports op de markt. Geen ‘klassieke’ vintage ports, maar single quinta vintage ports, afkomstig van zeven verschillende quinta’s.

Symington Vintage Ports - Blik vanuit de wijngaarden
Blik vanuit de wijngaarden op de beide tegenover elkaar gelegen quinta’s

Ooggetuige

Bakken Touriga Franca
Rijpe touriga franca

Tijdens de oogst van 2022 bracht ik op uitnodiging van de familie Symington een aantal dagen in Porto en de Douro door, waar ik logeerde in het familiehuis van de Symingtons op Quinta do Bomfim, de belangrijkste quinta voor Dow’s, vlakbij het dorp Pinhão. De oogst was op het moment van mijn bezoek, 20 september, na een onderbreking van tien dagen vanaf 9 september vanwege een periode met zeer welkome regen, net weer opgestart en in volle gang en het is altijd heerlijk om een wijnbedrijf in full swing te zien, het verwerken van de druiven te bekijken en de geur van de gistende most op te snuiven. Op dat moment werd ingeschat dat de oogst 2022 bij de bedrijven van Symington door droogte en warmte uiteindelijk zo’n 20% kleiner zou gaan uitpakken dan normaal. Het volume van de oogst zou weliswaar klein zijn, de kwaliteit leek echter goed. Ik zag kleine trossen zeer gezonde en geconcentreerd touriga franca binnenkomen met een voor dit ras dikke schil, maar met relatief weinig sap.

Het oogstjaar

Symington Vintage Ports - Quinta do Vesuvio 3
Quinta do Vesuvio

De groeicyclus van 2022 was een van de meest uitdagende ooit in de Douro, want zelfs voor dit van oudsher warme wijngebied, waar men op het gebied van warmte en droogte wel iets gewend is, waren de omstandigheden ongekend. De drie maanden voorafgaand aan de oogst behoorden tot de heetste en droogste uit de geschiedenis. In Pinhão, in de subregio Cima Corgo, het centrale deel van het wijngebied, werd op 14 juli een temperatuur van 47 °C geregistreerd, de hoogste temperatuur ooit in het land gemeten.

Tussen november 2021 en augustus 2022 viel er op Quinta do Bomfim in de Cima Corgo slechts 170 mm regen. Een afname van 70% vergeleken met het dertigjarig gemiddelde. In diezelfde periode viel er op Quinta do Vesúvio en Quinta  da Senhora da Ribeira, die beide tegenover elkaar stroomopwaarts, oostelijk van Pinhão en Quinta do Bomfim in de warmere subregio Douro Superior in de richting van de Spaanse grens liggen, slechts 136 mm regen, wat 66% minder was dan het langjarig gemiddelde.

Aangezien het al het vierde opeenvolgende jaar met regenval beneden het langjarig gemiddelde was, werd de droogte van de bodems nog extra verergerd door hogere temperaturen dan gemiddeld in de zomermaanden, inclusief de warmste julimaand sinds 1931 met een gemiddelde temperatuur van 28,3 °C.

De oogst

Symington Vintage Ports - oogst
Oogst in de Douro

Metingen in augustus lieten lage suikerwaarden en zuurgraadniveaus zien vanwege de droogte. De fenolische rijpheid was echter vergevorderd en de schillen van de touriga nacional en touriga franca suggereerden dat er wijnen met een goede structuur geproduceerd zouden kunnen worden.

De oogst in de Douro Superior begon op 22 augustus – het vroegst dat de Symingtons ooit met de pluk in de Douro zijn begonnen – met vroeger rijpende rassen in lager gelegen wijngaarden, zoals alicante bouschet, tinta amarela, sousão en de oude wijngaarden beplant met gemengde druivenrassen, de zogenaamde field blends. De zuurgraad was uiteraard lager, maar de kleur van het sap in de lagares was goed. In totaal heeft de familie Symington 131 hectare zeer oude wijnstokken verspreid over de diverse quinta’s. De diepe wortels van die oude stokken zorgden ervoor dat ze ondanks de extreme omstandigheden toch water konden vinden om hun druiven te laten rijpen. Het keerpunt kwam in de eerste week van september toen de gemiddelde dagtemperaturen daalden tot tussen de 22°C en 25°C, waardoor de rijping meer gelijkmatig en geleidelijk kon verlopen. De helft van de touriga nacional werd geplukt in de eerste periode van september. Zoals hierboven al aangegeven volgde tussen 9 en 20 september een periode met regen die zeer welkom was. Het oogsten werd tien dagen gestaakt – de langste oogstpauze ooit voor de Symingtons – waarin, afhankelijk van de locatie van de quinta tussen de 30 en 42 mm regen viel, waarna de temperatuur weer geleidelijk steeg, ideaal voor de laatste fase van de rijping van de touriga franca en de resterende touriga nacional. Pas daarna werd begonnen met het plukken van de allerbeste percelen van deze beide druivenrassen, wat fijne en diepgekleurde wijnen opleverde.

Het resultaat

Symington Vintage Ports - Pigeage
Pigeage in de lagare op Quinta do Vesuvio

Uiteraard was de impact van de extreme droogte en hitte op de wijnstokken aanzienlijk en waren de geoogste trossen en bessen kleiner dan normaal. Maar net zoals ik op 20 september op Quinta do Bomfim zeer gezonde en geconcentreerd touriga franca zag binnenkomen, kwam er ook op verschillende andere quita’s van Symington gezond fruit van de traditionele druivenrassen voor port in de gistkuipen.

De oogst 2022 in de Douro was er een waarin de omstandigheden de veerkracht van de wijnstokken en hun vermogen om zich aan te passen aan een nieuwe realiteit werkelijk tot het uiterste testten. Verrassend en zelfs verbazingwekkend is de constatering dat de wijnranken nog steeds goed kunnen presteren met veel minder water en hogere temperaturen dan men ooit voor mogelijk had gehouden. De traditionele, inheemse druivenrassen van de Douro toonden hun veerkracht en flexibiliteit en pasten zich aan door trossen te produceren die 10 tot 15% lichter waren dan gemiddeld.

Iets soortgelijks kan worden gezegd over de mensen in dit wijngebied. De wijnbouwers en wijnmakers hebben naar hun beste vermogen gereageerd om onder deze uitdagende en tot op heden ongekende omstandigheden het fruit in de wijngaard goed te beschermen en druiven te telen en te vinifiëren op het optimale rijpheidsniveau. Natuurlijk, de klimaatverandering is al even aan de gang en de oogst 2022, hoe recordbrekend ook, kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Zeker een ervaren wijnmaker als Charles Symington is inmiddels wel enigszins gewend aan bijzondere omstandigheden. Die ervaring, in combinatie met hard werken, resulteerde uiteindelijk in een oogst van kleine, zeer geconcentreerde, maar perfect gezonde druiven. Het resultaat is weliswaar niet goed genoeg voor een klassieke vintage port, maar de drie single quinta ports van Symington die ik proefde, kunnen de toets der kritiek absoluut doorstaan.

De Quinta’s

Symington Vintage Ports - Quinta do Senhora da Ribeira
Quinta do Senhora da Ribeira

Zoals hierboven al aangegeven liggen Quinta do Vesúvio en Quinta  da Senhora da Ribeira tegenover elkaar in de subregio Douro Superior, het warmste en droogste gedeelte van de Douro, in de richting van de Spaanse grens. Quinta da Senhora da Ribeira ligt op de noordelijke oever van de rivier en Quinta do Vesúvio op de zuidelijke. Deze laatste is met een oppervlakte van 326 ha, waarvan 137 ha beplant met wijnstokken, de grootste van de twee. De wijngaarden liggen op een hoogte van 110 tot 450 meter op zeven heuvels en hebben veelal een noordelijke en noordwestelijke expositie. Het huis, de kapel en de wijnmakerij dateren uit 1827 en de Familie Symington kocht het domein in 1989. De druiven worden hier al twee eeuwen – met uitzondering van de Covid-19 jaren – met de voeten getreden in open granieten lagares. De Capela do Vesúvio is vernoemd naar de prachtige kapel van het landgoed en de aangrenzende wijngaard met oude stokken, een van de drie percelen op het domein waar de druiven voor deze wijn vandaan komen. De oogst 2022 is, na 2007, 2011, 2016 en 2017, pas de vijfde editie van deze wijn.

Quinta  da Senhora da Ribeira is eveneens een domein met een hoog percentage aan oude wijngaarden. De druiven worden hier deels op klassieke wijze in granieten lagares met de voeten getreden, maar ook voor een belangrijk deel verwerkt in moderne robot-lagares. De totale oppervlakte van de quinta bedraagt 43 ha waarvan er 25 zijn beplant met druivenstokken, die liggen op een hoogte tussen de 105 en 420 meter met voornamelijk een oostelijke en zuidoostelijke expositie.

Tot ver in de twintigste eeuw was deze quinta vanuit Porto niet over de weg te bereiken maar alleen middels een treinreis naar het Vesúvio-station aan de overkant, gevolgd door een overtocht over de rivier per boot. Ook quinta Senhora da Ribeira (Vrouwe van de rivier) dankt de naam overigens aan een gelijknamige kleine eeuwenoude kapel op deze plek.

De wijnen

Symington Vintage Ports - monsterflessen
Monsterflessen Vintage 2022

Symington Family Estates heeft acht single quinta vintage ports gedeclareerd die afkomstig zijn van zeven verschillende quinta’s. Die wijnen worden op twee verschillende momenten op de markt gebracht, vier nu, en primeur, en vier andere op een nader te bepalen later moment na rijping in de eigen kelders.

En primeur gaat het om:

Quinta do Vesúvio 2022

Capela da Quinta do Vesúvio 2022

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira 2022

Graham’s Quinta do Tua Vinhas Velhas 2022

(Deze laatste wijn, die voor het eerst is gemaakt, wordt echter niet in de vrije verkoop gebracht, maar is exclusief bestemd voor leden van de Matriarca wijnclub in de UK, een club van liefhebbers van Portugese wijn die eind 2023 door de Symingtons is opgericht, en voor proeverijen in de Graham’s Lodge in Vila Nova de Gaia.)

In een later stadium zullen nog de volgende wijnen worden uitgebracht:

Graham’s Quinta dos Malvedos 2022

Dow’s Quinta do Bomfim 2022

Warre’s Quinta da Cavadinha 2022

Cockburn’s Quinta dos Canais 2022

 

Ik kreeg monsterflessen van drie single quinta ports van Symington die nu en primeur verkocht worden toegestuurd.

 

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira 2022

55% touriga nacional, 26% touriga franca, 19% sousão; zuurgraad 4,77; pH 3,60; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie: 1.030 kisten (12 x 75cl) – 16% van de totale wijngaardproductie van Senhora da Ribeira in 2022

in de geur open en heel aromatisch, opvallend floraal met rozen, viooltjes en veldbloemen naast vers rood fruit – kersen en bosaardbeien – en specerijen zoals witte peper; de smaak is zuiver en sappig met een goede vulling, wat zwoelheid en warmte in combinatie met zuren en een verrassende frisheid en mooi rijpe tannine; dit is de elegantste en meest delicate van de drie.  16½ pnt

Quinta do Vesúvio 2022

45% touriga nacional, 33% touriga franca, 22% alicante bouchet; zuurgraad 4,70; pH 3,63; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie: 1.710 kisten (12 x 75cl) – 4% van de totale wijngaardproductie van Vesúvio in 2022

een open, geconcentreerd en stevig aroma met chocolade, zwart fruit – bramen, pruimen, bosbessen – en kruidigheid; een geconcentreerde, stevige smaak, heerlijk zoetfruitig, met meer kracht, structuur, diepte en grip dan de Quinta da Senhora da Ribeira, maar ook met voldoende frisheid en elegantie plus goede, rijpe tannine in de lange afdronk. 17 pnt

Capela da Quinta do Vesúvio 2022

31% touriga nacional, 23% field blend van oude stokken, 19% touriga franca, 15% sousão, 12% alicante bouchet; zuurgraad 4,60; pH 3,64; alcohol 20%; gebotteld mei 2024; productie 720 kisten (6 x 75cl), 300 magnums en 200 tappit hens (2,25l) – 1% van de totale productie op Quinta do Vesúvio in 2022

wat minder explosief aromatisch in de geur met veel donker fruit, cacao, chocolade, groene thee, tabak en peperige kruidigheid; de smaak is intens, compact, breed, krachtig en stevig, boordevol structuur en concentratie, met geweldige, rijpe tannine, prachtige zuren naast het zoet, een enorme lengte en heel veel potentie voor de toekomst; maar… wat is jonge vintageport van hoog niveau in zijn jeugd toch heerlijk en verleidelijk! 17½ pnt

Importeurs:

Dow’s Quinta da Senhora da Ribeira: DGS Wijn

Quinta do Vesúvio en Capela da Quinta do Vesúvio: André Kerstens

www.symington.com

www.dows-port.com

www.quintadovesuvio.com

 

Tekst: Frank Jacobs

Foto’s: Symington Family Estates; Frank Jacobs

 

Geproefd & BeoordeeldWijnkennis

Uit de oude doos: Chili uitgelegd door Lars Daniëls (2020)

In tijden van corona heeft Lars Daniëls een aantal langere video’s gemaakt. In dit uitgebreide video-artikel gaat over Chili, vertelt hij dat Chileense wijn nu diverser, authentieker, spannender en dus beter is dan ooit. Lars neemt u mee naar het landschappelijk en klimatologisch enorm gevarieerde land en legt uit hoe de Chileense producenten tegenwoordig steeds beter gebruik maken van de mogelijkheden die die variatie biedt. Het gaat over invloed van de koude oceaan en de hoge Andes, maar ook over verschillende bodems. En uiteraard komt de belangrijke herontdekking van de oude wijngaarden aan bod. Tenslotte presenteert hij een viertal wijnen die volgens hem model staan voor de eigentijdse Chileense wijnbouw. Ga er rustig voor zitten, het is een heel compleet verhaal.

In de wijngaard met bobal bodegas Ponce
Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Bodegas Ponce: het nieuwe geluid van Manchuela

Hij schenkt zijn wijnen op perfecte temperatuur, gebruikt Gabriel glazen en krijgt een twinkeling in zijn ogen als hij over zijn wijngaarden praat. We zijn bij Juan Antonio Ponce in DO Manchuela, de loeihete Spaanse streek waar tot voor kort bijna niemand van had gehoord. Die tijd is voorbij. Manchuela staat op de kaart, en dat is voor een groot deel te danken aan Ponce.

Manchuela, waar ligt dat precies?

Grofweg ten zuidoosten van Madrid en zo’n 100 kilometer van Valencia, op een hoogte van circa 800 meter. Het kan hier flink heet worden, maar de hoogte zorgt voor verkoeling, vooral ‘s nachts. Dit is cruciaal om de zuren in de druiven te behouden—mits je op tijd oogst. “The moment of harvest makes all the difference,” vertelt Ponce. Want voor je het weet, oogst je jam. Te laat oogsten resulteert in overrijpe druiven en wijnen die vol en alcoholisch zijn, en daarmee hun spanning verliezen. Dit zie je nog vaak gebeuren, vooral in La Mancha, waar massaproductie de norm blijft. Zo zag ik voor het eerst in mijn leven een tank van twee miljoen liter bij een van de vele coöperaties in de streek.

Het nieuwe Manchuela

Het gebied heeft dan ook een lange weg te gaan. Manchuela betekent letterlijk ‘het mindere La Mancha’. Succes met de wedstrijd. Toch weerhield dat Ponce er niet van zich hier te vestigen. Hij leerde het vak bij Telmo Rodriguez. “It was my university,” zegt Ponce. Rodriguez is een van Spanje’s bekendste wijnmakers, bekend van zijn familiedomein in Rioja (Remelluri), maar ook om zijn werk in vergeten wijnstreken zoals Sierra de Gredos. Na zes jaar in verschillende wijngebieden te hebben gewerkt, besloot Ponce: dit wil ik ook, maar dan in mijn eigen streek. In 2005 keerde hij terug naar zijn geboortedorp Iniesta in de provincie Cuenca, waar hij zich volledig stortte op de lokale druivenrassen.

Bobal met karakter

De druif waar Ponce vooral zijn reputatie mee heeft opgebouwd, is bobal. “Character of the grape? No existe!” zegt Ponce met een glimlach, verwijzend naar het feit dat bobal niet bepaald een populaire druif is in Spanje (en daarbuiten). Niet gek, bobal staat namelijk bekend als een beuker met diepgekleurde, tanninerijke wijnen, vaak te heftig om makkelijk te drinken. Toch is Ponce erin geslaagd om de bobal te temmen. Met oude wijnstokken die lage opbrengsten leveren en door vroeg te oogsten, maakt hij verfijnde wijnen die hun spanning behouden. De wijnen gisten en rijpen in grote foeders, wat zorgt voor een zachtere textuur en complexiteit. Hij maakt vier verschillende Bobals. Van Clos Lojen (onlangs uitgeroepen tot op één na beste wijn ter wereld onder 10 euro) tot P.F. Viñas Viejas, een indrukwekkende Bobal van 85 jaar oude, pre-phylloxera, stokken.

Ook nog wit

Naast bobal werkt hij met moravia, syrah, monastrell en garnacha. In totaal beheert hij 55 hectare: deels in eigendom, deels gehuurd. Voor wit werkt hij uitsluitend met albilla, niet te verwarren met albillo uit Madrid. Albilla (met een ‘a’) komt uit Manchuela, maar was zo goed als uitgestorven, want na phylloxera kozen de meeste producenten voor productievere druivenrassen en lieten ze de lastige albilla links liggen. Met ongeveer 10 hectare aan minstens 50 jaar oude albilla-stokken produceert Ponce twee witte wijnen, waarvan de topwijn afkomstig is van zijn beste percelen met graniet en kalksteenbodem. Deze wijn laat een andere kant van Spanje (La Mancha!) zien. Het deed me ergens denken aan een Chenin blanc. In de neus valt meteen de reductieve stijl op – de wijn heeft tijd nodig om te openen. Maar dan: strakke mineraliteit met frisheid van citrus en venkel. Puur, lineair en lang.

Ga het maar doen. Wijn maken van druiven waar nog nooit iemand van gehoord heeft in een gebied dat iedereen associeert met bulk. Een sprong in het diepe, maar met zijn talent voor minimale interventie maakt Ponce er iets prachtigs van.

De wijnen van Bodegas Ponce zijn te koop bij de winkels van Les Généreux.

Het bezoek was onderdeel van de EU-campagne “A Shared Passion”.

Nadien de Visser

Wijnkennis

Wijnbreinbrekers – Chaptaliseren

Chaptaliseren of chaptalisatie is het toevoegen van suiker aan de most of gistende wijn, om meer alcohol te verkrijgen. Dit maakt een hoger potentieel alcoholpercentage mogelijk dan je op basis van alleen de suiker in de druiven zou krijgen. Het proces is vernoemd naar Jean-Antoine Chaptal (1756-1832), een Franse medicus, chemicus en politicus. Doorgaans wordt rietsuiker of bietsuiker gebruikt. De sacharose daarin wordt door enzymen opgebroken in glucose en fructose. Die worden door de gisten verbruikt, waarbij ze alcohol en kooldioxide produceren. Van oudsher was het doel de wijn beter houdbaar te maken, en wijnboeren in koele gebieden en slechte jaren een manier te geven om toch wijn te maken die voldeed aan de standaard, zoals een minimum alcoholpercentage van een appellation. 

Chaptalisatie werd al snel omstreden, omdat veel mensen deze manier van verrijking als onnatuurlijk zien en het ook misbruikt kan worden

Chaptalisatie werd al snel omstreden, omdat veel mensen deze manier van verrijking als onnatuurlijk zien en het ook misbruikt kan worden. In Duitsland werd chaptalisatie (Anreicherung) verboden voor Prädikatswein, in Frankrijk, Spanje en Italië beperkt en/of (lokaal) verboden. In de Europese wijnwetgeving is het recht op chaptalisatie afhankelijk van de wijnbouwzones (A, B, CI, CII en CIII). In de koelste zone, A, is een verhoging van het alcoholgehalte van maximaal 3% toegestaan, in zone B 2%; in zone C is chaptalisatie grotendeels verboden.

Discussie over chaptalisatie is nog steeds actueel. Zuid-Europese landen willen dat het in de hele EU verboden wordt. Ook het punt van de definitie van wijn wordt daarbij opgevoerd. De EU stelt namelijk dat wijn een product is dat ‘uitsluitend is verkregen door gehele of gedeeltelijke alcoholische gisting van verse druiven of druivenmost’. En dus geen riet- of bietsuiker…

Tenslotte, onlangs ging het online over chaptalisatie, waarbij werd opgemerkt dat suiker toevoegen wijn niet verbetert. Alhoewel van nature perfect rijpe en gezonde druiven bijna altijd de beste basis geven, zou ik dat persoonlijk niet in het algemeen durven zeggen. Ook tegenwoordig niet, in tijden van een opwarmend klimaat waarin druiven op meer plaatsen in principe genoeg suiker kunnen opbouwen voor een passend alcoholgehalte. Dat heeft met zuren te maken. Een gewenst zuurgehalte kan tegenwoordig vlak voor de ideale suikerrijpheid snel dalen, omdat de rijping steeds vaker vroeger plaatsvindt dan voorheen, onder warmere omstandigheden. Het kan positief zijn voor wijnkwaliteit om (deels) wat eerder te oogsten voor voldoende zuren en daarna een beetje te chaptaliseren voor voldoende alcohol. Het idee is dat het alternatief, aanzuren, een grotere manipulatie is dan verrijken, met meer nadelige gevolgen voor de smaakbalans van de wijn.

Lars Daniëls, Magister Vini.

Wijngaard in de wijnregio Tejo
Achtergrond & InterviewsWijnkennis

Tejo transformeert

De wijnregio’s rond Lissabon, en dan vooral Lisboa en Tejo, staan bekend als onuitputtelijke bron van goedkope, betrouwbare, maar weinig spannende wijn. Dat beeld is nodig aan herziening toe, zo bleek onlangs tijdens een bezoek aan de wijnregio Tejo. Dynamisch, kwaliteitsgericht en met steeds meer vertrouwen in de eigen druivenrassen maken de lokale producenten zich op voor de toekomst.

Wijnregio Tejo

De regio Tejo volgt in grote lijnen de rivier de Taag, vanaf de monding net ten oosten van Lissabon, grenzend aan Alentejo (oost), Beiras (noord) en Lisboa (west). Het is een aanzienlijk gebied, waar dankzij de vruchtbare rivierbodem en het Mediterrane klimaat veel groeit. Niet alleen druiven, maar ook graan, tomaten, rijst en olijven worden volop verbouwd.

Daarnaast is er een rijke historie: in vroeger tijden was de Taag de belangrijkste verbinding tussen Lissabon en Madrid, wat de steden erlangs strategische waarde gaf. De rijkdom uit zich ook in de verschillende landgoederen van adellijke families uit Lissabon, met luxe buitenhuizen naast wijngaarden en andere gewassen. Quinta da Alorna en Quinta da Lagoalva zijn bekende voorbeelden, waarvan de laatste nog steeds in handen is van dezelfde familie, geen geringe prestatie.

Tejo in vogelvlucht

Oppervlakte    :           12.847 hectare (2.500ha DOC)

Productie        :         686.000 hectoliter (2022)

DOC / IGP       :           16% van productie heeft DOC-kwaliteit, 67% is IGP, de rest heeft

                            geen classificatie

Rood/wit        :           Ongeveer 50/50

Klimaat           :         Mediterraan, met warme, droge zomers. 2800 zonuren per jaar

Neerslag         :          750mm per jaar, vooral in de winter

 

Franse slag

Wijnmaker Pedro Pinhao van wijnmakerij Quinta da Lagoalva in Tejo
Wijnmaker Pedro Pinhao foto: Quinta da Lagoalva

Toch heeft de regio dit rijke verleden lang niet kunnen vertalen in een prestigieus imago voor de wijnen, anders dan bijvoorbeeld de Douro met zijn machtige portindustrie. Jarenlang werd vooral geld verdiend met goedkope wijn voor de koloniën. In de jaren 50 van de twintigste eeuw werden grootschalige coöperaties opgericht door het nationalistische regime van Salazar – het doel was bulk, kwaliteit was geen prioriteit.

De ommekeer kwam pas na 1986, toen Portugal toetrad tot de EU en er ruime ontwikkelingssubsidies beschikbaar kwamen. Met kennis van buiten werd geïnvesteerd in kwaliteit. Dit leidde vaak tot nieuwe aanplant van Franse druivenrassen. Volgens Pedro Pinhão, wijnmaker van Quinta da Lagoalva, is de reden hiervoor simpel: “De consultants en oenologen die hier kwamen waren meestal Frans, dus brachten ze hun eigen druivenrassen mee. Zo waren wij een van de eersten die syrah aanplantten in de regio.”

Ook bij Lagoalva lag in eerste instantie de nadruk op bulkproductie, pas vanaf eind jaren 80 kwam de omslag. Inmiddels worden de wijnen met veel zorg gemaakt, zowel in de wijngaard als in de wijnmakerij. Ze zijn een goede weerspiegeling van de algemene tendens: wijnen gemaakt met het oog op de markt, met behoud van een duidelijk regionaal profiel.

Rol van mist

Luís de Castro, baas van het regionale promotiebureau, moet regelmatig aanhoren dat zijn regio net zo goed bij het grotere Lisboa of de Alentejo gevoegd kan worden. Daar moet hij niets van weten: “Er is een aanzienlijk verschil. Lisboa heeft een sterk maritiem karakter door de koele lucht van de Atlantische oceaan. Die wordt tegengehouden door de heuvels die de twee streken van elkaar scheiden. Daardoor heeft Tejo veel hogere temperaturen tijdens zomerdagen.”

Toch is het hier niet zo heet als in de Alentejo, waar het hete continentale klimaat zondoorstoofde en volle wijnen geeft. De wijnen van Tejo zijn veel frisser. Dit komt door het effect van de monding van de Taag. De koele lucht kan dan wel niet over de heuvels heen, het kan wel via de Taag het binnenland in. De vochtige, koude zeelucht vormt gedurende vrijwel de hele zomer iedere nacht mist, die pas in de loop van de ochtend door de zon wordt weggebrand.

Hoewel het overdag gemakkelijk 35 tot 40ºC kan worden, koelt het ’s nachts af tot beneden 20ºC en warmt het ‘s ochtends maar langzaam op. En dat levert een belangrijke bijdrage aan de stijl van de wijnen. Dankzij de koele nachten vertraagt de rijping, blijft het alcoholniveau gematigd en worden de zuren behouden. De hoeveelheid mist bepaalt welke druivenrassen het beste aangeplant kunnen worden. Vlak langs de rivier, waar het effect het sterkst is, staat vooral wit aangeplant. Meer in de heuvels, waar het warmer is, heeft blauw de overhand.

Tejo of Tejo?

In 2009 werd de oude lappendeken van Portugese regio’s versimpeld met een verdeling 
in 14 hoofdregio’s, waarbinnen verschillende DOC- en IGP-benamingen mogelijk zijn.
Ribatejo werd omgevormd tot Tejo en besloten werd dat zowel de DOC als IGP dezelfde 
naam kregen. Dat is even simpel als verwarrend. De regels voor de IGP-wijnen zijn 
namelijk een stuk minder streng, behoorlijk vrijblijvend zelfs. Daarmee is er in 
potentie een behoorlijk kwaliteitsverschil tussen wijnen die allebei ‘Tejo’ op het 
etiket mogen voeren. Niet heel handig.


Bodem bepaalt

Naast de mist is de bodem de meest bepalende factor voor stijlverschillen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie gedeeltes met specifieke bodemkenmerken. Bairro is een klassieke combinatie van kalksteen en klei en overheerst in het gebied aan de noordkant van de Taag, waar het gedeeltelijk ook wat heuvelachtiger is. Dit is bij uitstek het terrein voor rode wijn. In het verre noorden van dit gebied, bijna op de grens met Bairrada, ligt een soort subzone rondom het stadje Tomar. Hier heeft schist de overhand. In deze arme bodem moeten de planten dieper wortelen, wat zorgt voor kleinere opbrengsten en geconcentreerde wijnen.

 De zuidkant van de Taag is vlak en droog. Hier zijn voornamelijk zandbodems, charneca genaamd. Aan de oppervlakte zijn vaak grote kiezels te vinden, net als in de zuidelijke Rhônevallei. Deze houden warmte vast en helpen met de rijping van de (voornamelijk) blauwe druiven. De meeste aanplant is echter op de vlakke akkers langs de Taag te vinden, op de vruchtbare gronden met de naam campo. Potentiële opbrengsten zijn hier hoog. Dit is van oudsher het gebied voor goedkope witte wijnen, maar kwaliteitsproducenten die werken met oude stokken en lagere opbrengsten zijn er ook.

Terug naar inheems

Wijnmaker Maria Vicente in de Ode Winery - Tejo
Wijnmaker Maria Vincente foto: Ode Winery in Tejo

Na jaren vertrouwd te hebben op de bekendheid van internationale druivenrassen, zien producenten langzaam steeds meer in dat Portugals rijkdom aan inheemse druivenrassen een veel unieker verhaal te vertellen hebben. Kernpunt hierbij is de lokale witte druif Fernão Pires (ook bekend onder de naam Maria Gomes), met ongeveer 30% van de totale aanplant.

Op de vruchtbare campobodem kan deze druif astronomisch hoge opbrengsten halen, waarbij het ternauwernood zijn typische aromatische karakter van perzik en citroenbloesem weet te behouden. Maria Vicente, wijnmaker bij de ambitieuze nieuwkomer Ode Winery, vergelijkt de druif met Sauvignon Blanc: “Ferñao Pires blijft aromatisch bij hoge opbrengsten, maar om echt kwaliteit te produceren moet je het in toom houden. Wij oogsten ongeveer 3 tot 4 ton per hectare, terwijl sommigen tot wel 40 ton gaan. Dat betekent voor ons veel werk in de wijngaard, maar dat is het waard als je naar de kwaliteit kijkt.”

Bij kwaliteitsgerichte producenten zijn er grofweg twee stijlen: fris en aromatisch of serieuzer en houtgelagerd, vaak in een blend met andere inheemse rassen zoals verdelho (bekend uit Madeira) en alvarinho (uit de Minho). Daarnaast staat er veel arinto aangeplant, net als in de rest van Portugal. Deze druif heeft wellicht het hoogste kwaliteitspotentieel – met zijn hoge zuren wijnen geeft met veel structuur en karakter.

Eigen rood

Ook bij de rode wijnen is de hoofdrol voor inheemse druiven en ook hier zijn (nog veel meer dan bij witten wijnen) blends belangrijk. Castelão kan op zichzelf wat rustiek en vlezig zijn, maar in blends geeft het structuur en zuren. Dat is een goede aanvulling op trincadeira (dezelfde druif als tinta amarela in de Douro), die minder structuur heeft, maar wel fris rood fruit toevoegt. Samen met de volle body en rijpe kersensmaak van aragonês (Tempranillo) en diepe kleur van alicante bouschet levert dit complete wijnen op.

Touriga nacional, Portugals paradepaardje, speelt hier een bijrol. Natuurlijk staat het rijkelijk aangeplant, maar over het algemeen missen de wijnen de concentratie en complexiteit die ze in de Douro en Dão wel halen. Ze moeten het hebben van een prettig floraal en fris karakter met een soepele structuur.

Iets moois in handen

Wijnkelder met grote vaten in Tejo - Ode winery
Ode winery in Tejo foto: Ronald Wortel

Van de ongeveer 68 miljoen liter wijn die elk jaar gemaakt wordt in de regio, komt grofweg de helft van de twee grote coöperaties. Een groot deel van hun productie bestaat uit eenvoudige wijnen voor de Portugese supermarkt, hoewel tegenwoordig een stuk beter gemaakt dan vroeger. Tegelijkertijd is er de laatste jaren veel ontwikkeling in het gebied. Nieuwere producenten zoals Ode Winery zien de potentie van het gebied en boren nieuwe markten aan. Met ambitieuze wijnen dragen ze bij aan een groeiend lokaal vertrouwen in eigen kunnen. Luís de Castro vertelt dat de lokale wijnen tot voor kort nauwelijks geschonken werden in de plaatselijke restaurants. Een misplaatst minderwaardigheidscomplex.

Daarnaast wordt er steeds meer aandacht gegeven aan toerisme. Alle wijngaarden zijn vanuit Lissabon binnen een paar uur te bereiken. Ideaal voor een dagtocht of een weekend vanuit de hoofdstad. Langzaam komen er meer voorzieningen, betere hotels, restaurants en mogelijkheden voor rondleidingen en proeverijen bij de wijnboeren. Steeds meer zien de lokale ondernemers dat ze iets moois in handen hebben, een ontwikkeling waar de regio op kan voortbouwen.

Benieuwd geworden naar de wijnen van Tejo? Kom maandag 21 oktober naar de Tejo proeverij in Amsterdam om zelf deze heerlijke wijnen te proeven.

Ronald Wortel

 

 

 

 

wijnmaker Georg Prieler ©Weingut Prieler
Wijnkennis

Weißburgunder: Oostenrijks groeibriljant

Oostenrijks faam rust vooral op peperige Grüner Veltliners, royale Rieslings, fonkelende Blaufränkisch en, in toenemende mate, subtiele Sauvignons Blancs. Maar tijdens de laatste twee Single Vineyard Summits (SVS) in Grafenegg viel mij op dat er ook heel mooie droge wijnen van weißburgunder gemaakt worden, vooral in de Leithaberg appellation. Georg Prieler zegt het zo: “Weißburgunder heeft de drinkability van Riesling, en de mineraliteit van Chardonnay.” Versla die gouden combi maar eens!

De geschiedenis van weißburgunder in de Leithaberg gaat ver terug. Het ras kwam mogelijk al in de Middeleeuwen met de Cisterciënzers vanuit Frankrijk naar Burgenland, zegt Georg Prieler van wijngoed Prieler. In Schützen am Gebirge spreekt men nog steeds van pinot blanc. Lange tijd werd het ras met chardonnay op een hoop gegooid. Hoe oud het daadwerkelijk is, is onbekend. Het wordt in elk geval pas sinds het eind van de 19de eeuw als kleurmutatie van pinot noir erkend.

Oostenrijkse Weissburgunders
Weissburgunder ©Austrian Wine

Weißburgunder of chardonnay?

Weißburgunders zijn vaak licht floraal (denk aan witte veldbloemen, bloesem of lievevrouwebedstro), kunnen naast appel en peer wat amandelachtige aroma’s en smaken hebben, zijn subtiel fris en vooral in de wat warmere regio’s eerder breed dan ielig, zonder dat ze per se een full body hebben. Stefan Zehetbauer van het gelijknamige wijngoed omschrijft Weißburgunders als stilletjes en autochtoon (leise und bodenständig) en, indien de wijnstokken op kalkhoudende bodems staan, ook ziltig en krijtachtig. Hij is wat onverschillig als het gaat om de vraag ‘weißburgunder of chardonnay?’ “Het gaat mij vooral om het uitdrukken van het terroir. Het ras is daarbij slechts een instrument”, zegt hij. Hij twijfelt zelfs of je in een blindproeverij het verschil tussen chardonnay en weißburgunder zou opmerken. Te meer daar er in oude wijngaarden tussen de chardonnay ongetwijfeld wat weißburgunder staat en omgekeerd. 

Toch staat weißburgunder vaak in de schaduw van het genetisch verwante ras chardonnay dat meer pregnante zuren heeft en minder bevattelijk is voor schimmelziekten. Daar staat tegenover dat weißburgunder vrij goed tegen de kou kan en een stabiele opbrengst geeft. Desondanks verbouwen de wijnboeren in de Leithaberg DAC (of appellation) in de deelstaat Burgenland vaak liever chardonnay. De kalkrijke bodems doen hen dagdromen van Bourgondische witte wijnen die hen als nec plus ultra voor ogen zweven. Maar, zegt Lukas Plöckinger van Weingut Erwin Tinhof, ook Weißburgunder doet het uitstekend op kalk. Nu zijn de Chardonnays van de Leithaberg allerminst slecht – Anita en Hans Nittnaus’ rijpfruitige, licht ziltige, kernachtige en iets reductieve Bergschmallister en Zehetbauers’s kalkig-minerale, citroenfrisse, iets rubberachtige, deels in hout gerijpte Steinberg zijn prachtig –, maar je vraagt je onwillekeurig af wie er zitten te wachten op een Chardonnay uit Oostenrijk. Er zijn al zo veel regio’s waar goede Chardonnay vandaan komt, beaamt ook Plöckinger.

Oostenrijkse Weissburgunders
Wijngaarden bij Schuetzen am Gebirge Leithaberg ©Austrian Wine

Onderscheidend

Hoewel Weißburgunder ook een wijde verspreiding heeft, zijn er maar weinig gebieden die het ras als monocépage enigszins serieus nemen: Baden in Duitsland, Alto Adige in Italië en de Elzas in Frankrijk – dan heb je het wel zo’n beetje gehad. Met andere woorden, met Weißburgunder kan je je uitstekend onderscheiden, iets dat de wijngoederen Zehetbauer, Erwin Tinhof en vooral Prieler in Schützen am Gebirge geweldig doen.

De ideale druif

Lukas Plöckinger benadrukt de goede omstandigheden voor weißburgunder in de Leithaberg: koele lucht van de beboste heuveltoppen ritselt ’s nachts door de bladeren van de wijnstokken die in sterk kalkhoudende bodems wortelen. Perfect om Weißburgunders met structuur en finesse te maken. Een vrijwel permanente bries van de Neusiedlersee houdt de druiven bovendien meestal vrij van ziektes. Ook als flexibele etensbegeleider prijst Plöckinger de wijnen. Tinhofs Ried Golden Erd (iets fenolisch, fijne voorjaarsachtige intensiteit) illustreert zijn woorden. Ook voor Georg Prieler is weißburgunder een ideale druif. In zijn wijngaarden groeien ook chardonnay en pinot gris, maar zijn ervaring is dat bij weißburgunder het suikergehalte als laatste omhooggaat, waardoor het makkelijker is om fenolische rijpheid van de druiven te bereiken. 

Oostenrijkse Weissburgunders
Lukas Plöckinger wijnmaker Tinhof @Weingut Erwin Tinhof

Hoewel Georg Prieler ook niet te versmaden Blaufränkisch maakt, is hij een echte Weißburgunderspecialist. Hij maakt er maar liefst vier. Niemand heeft zo veel voor weißburgunder gedaan als hij, verzekert iedereen die ik spreek. Op de SVS* presenteerde hij de Ried Haidsatz en de Ried Steinweingarten (beide van 2022), maar er zijn ook nog de iets goedkopere Ried Seeberg en de regionale Leithaberg DAC Weißburgunder van oude wijnstokken, die ik helaas niet heb kunnen proeven. De Haidsatz wordt na een driedaagse koude maceratie in 500-litervaten vergist, waarna de jonge wijn eerst een jaar op de volle lies en daarna nog een half jaar op de fijne lies rijpt. Het resultaat: een ronde maar kernachtige, licht ziltige wijn met mooie, bescheiden rijpe fruittonen, een iets kalkig-stenige mineraliteit en een fijne, pakkende textuur. In de Steinweingarten wortelen de druivenstokken in de spierwitte Leithakalk en staan ze beschermd tegen de hete middagzon, waardoor de zuren in deze wijn iets hoger liggen dan in de Haidsatz. De Steinweingarten rijpt na een korte, koude maceratie en een zachte persing voor 16 maanden op de volle lies deels in grote, gebruikte vaten van meer dan 1000 liter en deels in amforen. Tijdens de SVS noteerde ik: licht rokerige aroma’s, iets fenolisch, substantie, opvallend droog, subtiel geel fruit, vage kokosachtige houttoon, bewaarpotentieel. Beiden zijn voor mij topwijnen.

Oostenrijkse Weissburgunders
Wijngaard Steinweingarten ©Weingut Prieler

Blending partner

Bij Weingut Nehrer zien ze ook wel wat in weißburgunder, alleen op een andere manier. Iedere keer dat er een chardonnaystok vervangen moet worden, plant de jonge Johannes Nehrer er een stok weißburgunder voor in de plaats. Hij vindt dat zijn Chardonnays daardoor meer complexiteit krijgen. Hoe lang hij ermee doorgaat? Het is een zeer geleidelijk proces – maar meer dan 20 procent zal het niet worden, zegt hij voor de vuist weg. Nehrer houdt vooralsnog vast aan chardonnay. De hogere zuren zijn voor hem een verzekering tegen de stijgende temperaturen.

Oostenrijkse Weissburgunders
Ried Golden Erd @Weingut Erwin Tinhof

Wenen

Niet alleen in de Leithaberg appellation, ook in Wenen, Südsteiermark en de Thermenregion waren de Weißburgunders van opvallende kwaliteit. Edlmosers Weißburgunder Ried Himmel ‘Kalkstein’ van de Maurerberg aan de zuidwest kant van de hoofdstad bracht met z’n frisse-was-mineraliteit, rijpe gele fruit, en een pietsie boter een hoop plezier. Het zal vast geen toeval zijn dat weißburgunder het ook hier op de kalkbodems uitstekend doet.

Südsteiermark

In de Südsteiermark appellation was Katharina Tinnacher van wijngoed Lackner Tinnacher over de hele breedte van haar hele portfolio de star of the show. Ook haar Weißburgunder van de Erste Lage Steinbach Kogel – witte bloemetjes, rijpe citroen en appel, stenige mineraliteit, iets broodachtige cremigheid, lange afdronk – was een topper. Lackner Tinnacher was trouwens het enige wijngoed uit Südsteiermark dat een Weißburgunder had meegebracht – het deed verlangen naar meer. Maar eerlijk is eerlijk, ook haar Morillons – in Südsteiermark wordt chardonnay meestal morillon genoemd –  waren van de buitencategorie.

Thermenregion

In de Thermenregion, een wijnregio ten zuiden van Wenen die zich in het verleden vanwege de kalkhoudende bodems en de oostelijke oriëntatie graag met Bourgogne vergeleek, is en blijft Bernhard Stadlmann van wijngoed Stadlmann de meest vooraanstaande wijnmaker. Hij was eveneens de enige van zijn regio die een Weißburgunder (Ried Höfen) presenteerde, maar ook die smaakte naar meer. 

Oostenrijkse Weissburgunders
Stefan Zehetbauer ©Mathias Heisler

Het potentieel van weißburgunder is momenteel in de Leithaberg appellation het verst ontwikkeld. Het succes in Südsteiermark, de Thermenregion en Wenen lijkt misschien nog wat incidenteel, maar Lukas Plöckinger ziet ook daar groeimogelijkheden. Alleen van de Wachau, die geen kalkbodems heeft, verwacht hij niet veel. Dat hoeft ook niet. Het zou al mooi zijn als de combinatie weißburgunder-Leithaberg, of zo je wilt drinkability-mineraliteit, vanaf nu in ons geheugen verankerd is.

Oostenrijkse Weissburgunders
Haidsatz ©Weingut Prieler

Importeurs/verkooppunten België:

Weingut Prieler: WHY NOT WEIN en Wijnhandel De Heerlyckheid

Nehrer: nog geen importeur

Tinhof: Intervinos nv (geen website)

Zehetbauer: nog geen importeur

Lackner Tinnacher: Stemar wines

Weingut Stadlmann: nog geen importeur

Edlmoser: nog geen importeur

 

Importeurs/verkooppunten Nederland:

Weingut Prieler: Wijn Transport B.V., Reblaus

Nehrer: nog geen importeur

Tinhof: Berghorst Wijnimport, Grapedistrict B.V., Reblaus

Zehetbauer: nog geen importeur

Lackner Tinnacher: Colaris

Edlmoser: Reblaus

Weingut Stadlmann: Jos Rijnaarts

Oostenrijkse Weissburgunders
Ried Himmel ©Weingut Edlmoser

* De Single Vineyard Summit (SVS) is een jaarlijks evenement, georganiseerd door de  Österreichische Traditionsweingüter (ÖTW) en partners, waar wijnprofessionals uit de hele wereld de nieuwste releases van Oostenrijks topwijngoederen kunnen proeven. Het gaat uitsluitend om wijnen van druiven van één wijngaard, die maximaal hun terroir uitdrukken. De ÖTW is al jaren bezig om uit te zoeken wat hun beste wijngaarden zijn. Het moment waarop ’s lands eerste Große Lagen of Grands Crus worden aangekondigd nadert. Een aantal domeinen uit Stiermarken, verenigd in de Steirische Terroir- und Klasskikweingüter (STK), een collega-organisatie die ook deelneemt aan de SVS, heeft al vastgesteld wat hun Große Lagen zijn. Leithaberg en Eisenberg zijn al enige jaren te gast op de SVS, maar die doen nog niets aan wijngaardclassificatie.

Bart de Vries

1 2 3 57
Page 1 of 57
nl Nederlands