Van 8 tot met 14 januari 2012 verbleef Lars Daniëls met Ronald de Groot in Bordeaux, om in vijf dagen de meeste topproducenten te bezoeken en bijna alle Grands Crus Classés (GCC) uit 2008 en 2009 van onder andere de Haut-Médoc, Pessac-Léognan en Sauternes te proeven. Tekst en foto’s: Lars Daniëls MV
Doel was de inmiddels gebottelde Grands Vins (en vele tweede wijnen) te proeven, om de bevindingen af te zetten tegen die van de eerdere primeurproeverijen. Een vaak wat haastig en onder niet optimale omstandigheden geproefd vatmonster is geen perfect uitgangspunt voor een definitieve beoordeling van een wijn die op fles veel geld kost.
Onze volledige beoordelingen vindt u trouwens in de tweede editie van Perswijn van dit jaar; nu noem ik enkel een aantal persoonlijke favorieten en verrassingen, met scores tot maximaal 20 punten.
Buiten de zeer boeiende proeverijen was het een week vol memorabele lunches en diners bij de producenten, die niet de minste wijnen openden. Hier volg mijn verslag, dat ik per dag heb opgedeeld.
Zondag 8 januari 2012
Het idee voor deze week intensief herproeven van de topwijnen van Bordeaux van de jaargangen 2008 en 2009 kwam van Bernard Burtschy, wijnrecensent van Le Figaro, die een select gezelschap internationale journalisten had uitgenodigd. Alle credits van de perfecte organisatie gaan naar hem en het Conseil des Grands Crus Classés, want vele deuren die normaal niet zo gemakkelijk open gaan, gingen dat nu wel.
Ook Bordeaux weet inmiddels dat het belangrijk is zich meer open te stellen en om de gezichten te laten zien achter de bewierookte, vaak zeer prijzige wijnen en de prachtige façades van de châteaux. Later in de week zou een beroemd producent zelfs openlijk zijn excuses aanbieden voor zijn vroegere gebrek aan openheid en gastvrijheid naar pers en publiek toe.
Na een voorspoedige reis kwamen we aan op ons verblijf voor de eerste drie dagen in de Médoc: Château Pichon-Longueville Comtesse de Lalande. Dit statige, maar ook sfeervolle Château ligt net ten zuiden van het dorpje Pauillac, en kijkt aan de voorkant uit op de andere Pichon, Pichon-Longueville Baron, en aan de achterkant op Château Latour met daarachter de Gironde.
We werden hartelijk verwelkomt door Sylvie Cazes, eigenaresse en tevens voorzitter van de Union des Grands Crus de Bordeaux,
en uitgenodigd aan tafel voor een eenvoudige, maar heerlijke pot-au-feu. De wijn aan tafel mocht er ook zijn: Château Bernadotte 2004, een elegante Haut-Médoc La Réserve de la Comtesse 2005, de 2e wijn van Pichon-Lalande uit dat grote jaar, en de Grand Vin van het huis: Pichon-Lalande 2001. Quelle grande élégance, die laatste wijn. Zo mooi typisch, met tonen van cederhout en potloodschijpsel, en zo heerlijk drinkbaar. Een mooi begin van wat een onvergetelijke week zou worden.
Maandag 9 januari 2012
Grands Crus Classés de Margaux
Het was prachtig weer in de Haut-Médoc, maar het motto van de dag was: au boulot! Er moest gewerkt worden. Om 9 uur hadden we al een rendez-vous op Château Marquis de Terme, voor een grote proeverij van de Grands Crus Classés van Margaux. Marquis de Terme is trouwens een 4e Cru Classé Margaux, die de laatste jaren kwalitatief grote progressie heeft gemaakt en waarvan de wijnen nog betaalbaar zijn.
Op de proeverij waren alle wijnen -met uitzondering van de 1er GCC, Château Margaux, dat we later die dag bezochten-, aanwezig, mét hun tweede wijnen. Het kwam neer op 56 wijnen, die blind werden geproefd, zoals het eigenlijk hoort. Margaux staat bekend om zijn elegante wijnen, die doorgaans minder krachtig zijn dan die uit Pauillac of Saint-Estèphe. En mede daarom prettige wijnen om de lange dag mee te beginnen.
Allereerst waren de tweede wijnen aan de beurt, waarbij direct opviel dat 2009 een kwalitatief homogener en gewoon ook sterker jaar is dan 2008. In 2008 hebben enkele Châteaux goede tweede wijnen gemaakt, zoals Malescot Saint-Éxupéry (La Dame de Malescot 2008: 15,5), Lascombes (Chevalier de Lascombes 2008: 15) en Palmer (Alter Ego 2008: 15), maar zijn er ook uitvallers. In 2009 zijn er veel meer aardige Seconds Vins in Margaux: buiten de drie eerder genoemden bijvoorbeeld ook de wijnen van Rauzan-Ségla (Ségla 2009: 15,5) en Rauzan-Gassies (Chevalier de Rauzan-Gassies 2009: 15,75).
Een zelfde beeld tekende zich af bij de Grands Vins: 2008 wisselvallig, 2009 doorgaans erg sterk. In 2009 zijn de eerste wijnen van Palmer (17,5), Lascombes (17,25), Malescot (17), Rauzan-Gassies (16,75) en Rauzan-Ségla (17) prachtig, maar ook die van minder bekende en beter betaalbare Châteaux, zoals Pouget (17,5). (Nogmaals, alle wijnen en hun definitieve scores vindt u later in de 2e Perswijn van 2012. Die scores kunnen afwijken van de scores hier, want tellen ook de scores van eminent Bordeaux-kenner Ronald de Groot.)
Met de impressies van de andere Margaux nog vers in neus, mond en geheugen, bezochten we vervolgens Château Margaux, de enige Premier Grand Cru Classé van de AOC. Algemeen directeur Paul Pontallier ontving ons hartelijk in de sfeervolle proefruimte, in een bijgebouw van het echte Château. De tweede wijn van Margaux heet Pavillon Rouge (2008: 16, 2009: 16,25) -u weet het ongetwijfeld- en bevat minder cabernet sauvignon en meer merlot in vergelijking met de Grand Vin. Het geeft de wijn zachtheid en elegantie, maar persoonlijk vind ik dit niet de sterkste tweede wijn van de Médoc.
De Grand Vin van 2008 (17,5) is prachtig elegant en fijn gelaagd van structuur, met een heel grote lengte. 2009 (18,5) is echter ook hier nog overtuigender: heel natuurlijk geconcentreerd, puur en harmonieus, verfijnd, met heel veel diepgang en lengte. Voor Paul Pontallier de meest indrukwekkende Margaux die hij ooit heeft geproduceerd.
Grands Crus Classés du Haut-Médoc
Lang konden we niet nagenieten van deze ware Grand Vin, want bij Château La Lagune, het prachtige domein net buiten Ludon-Médoc, stonden de GCC van de Haut-Médoc op ons te wachten. Nu zijn dat er niet zo heel veel, maar met alle tweede wijnen erbij, kwam het aantal te proeven wijnen toch op een twintigtal uit.
La Lagune is sinds 1999 eigendom van de Zwitserse familie Frey, inmiddels ook eigenaar van Jaboulet-Ainé in Tain l’Hermitage. De jonge œnoloog Caroline Frey maakt sinds 2006 de wijnen van La Lagune. En dat doet ze zeer verdienstelijk, want vele wijnmedia roemen de progressie die La Lagune heeft gemaakt en beschouwen de wijnen als de beste van de AOC Haut-Médoc. Daar kan ik me volledig bij aansluiten, en ze steken niet alleen boven de rest van de Haut-Médocs uit, ze kunnen prima concurreren met de subtop van de hele Médoc. De wijnen zijn zuiver, geconcentreerd en stijlvol, met een zekere gepolijstheid, die net niet té gelikt overkomt (2008: 16, 2009: 16,75). Van de overige GCC van de Haut-Médoc sprak vooral Château Belgrave (2009: 16,25) me aan, met ook keurige tweede wijnen in 2008 en 2009, Diane de Belgrave.
Lunch op La Lagune
La Lagune was ook de plek waar we de lunch genoten, en dat in de prachtige keuken van het Château, met Caroline Frey als gastvrouw uiteraard. Het eten was van zeer hoog niveau, met vooraf langzaam gegaarde runderwang en foie gras in een pakketje van knapperig briochedeeg. Daarbij werd La Lagune 2000 geserveerd, nu licht gerijpt en mooi krachtig.
De wijnen daarna waren een aangename verrassing. Bij de gevulde parelhoen kwam Hermitage La Chapelle 1995 op tafel en bij de kaas zelfs de witte Hermitage ‘Chevalier de Stérimberg’ 2009! Tja, het heeft zo zijn voordelen een leuk domeintje in de Rhône erbij te hebben. Die La Chapelle 1995 was trouwens behoorlijk ver ontwikkeld, dus niet een van de grootste, maar kenners weten dat Jaboulet-Ainé in de jaren ’90 een mindere periode kende.
De witte 2009 heeft een aandeel van maar liefst 33% roussanne, ongebruikelijk hoog voor Hermitage, is mooi fris, nog piepjong en heeft zeer goede lengte. Dat Caroline Frey deze droge witte wijn serveerde bij de prachtige kazen van de beroemde Bordeauxse fromager-affineur Jean d’Alos, is een teken dat zij ook vaak buiten Bordeaux komt. Bravo!
Donderdag deel twee van deze kleine serie over het bezoek van Lars Daniëls en Ronald de Groot aan de Bordeaux, met bezoeken aan Château Lafite-Rothschild, Cos d’Estournel en Château Ducru-Beaucaillou.