De vraag – wat is natuurwijn en wat niet? – speelt een belangrijke rol als men een natuurwijnfestival zoals Droesem organiseert. Welke wijndomeinen worden uitgenodigd en welke niet? Het criterium van bio-certificering bijvoorbeeld werd op Droesem niet gesteld, een eis nochtans van het Franse Vin Méthode Nature-charter. Hierdoor zouden veel van de op het festival aanwezige wijndomeinen zijn uitgesloten. Al deze domeinen werken naar eigen zeggen wel bio of biodynamisch maar ze onderwerpen zich vaak niet aan erkende controleorganen, meestal omwille van financiële kost en administratieve rompslomp (in verhouding tot de omvang domein).
Zoals gezegd waren er maar twee Nederlandse wijndomeinen aanwezig: Dassemus (Breda) en Wolf (’s-Hertogenbosch). Door het verbod in Nederland op gebruik van koper als gewasbeschermer is biologische wijnbouw er moeilijk, zeker wanneer men klassieke druivenrassen teelt. Koper is een van de weinige pesticiden die toegelaten is in bio-druiventeelt. Volgens Ron Langeveld van Dassemus zijn er maar een handvol Nederlandse natuurwijnbouwers en biologische wijnbouw tout court is er eerder zeldzaam. Hij vernoemt als producenten van natuurwijn nog Aldenborgh (Limburg, klassieke rassen), Oude Maalstroom (Gelderland, interspecifieke rassen) en Vie Vin Vjenne (Achterhoek, interspecifieke rassen). In tegenstelling tot Nederland, laat België koper toe. Vooral in Wallonië zijn heel wat bio-gecertificeerde wijnbedrijven maar ze focussen zich tot nu toe niet op natuurwijn. In Vlaanderen hebben we weinig wijndomeinen met bio-certificering maar een aantal laten zich in meer of mindere mate wel leiden door de principes van de natuurwijn. De interesse gaat vaak uit naar wat men tegenwoordig regeneratieve wijnbouw noemt, een wetenschappelijk onderbouwde manier om de kwaliteit van de bodem en de biodiversiteit in en rondom de wijngaard te optimaliseren. Gebruik van koper wordt vermeden. Koper wordt gezien als erg schadelijk voor het bodemleven en voor de natuurlijke gisten op de druiven. Vormen van gewasbescherming met koper zijn bovendien contactstoffen, in die zin dat ze niet door de plant worden opgenomen. Na hevige regenbuien moet het spul opnieuw gespoten worden en dat impliceert meerdere sproeibeurten met tractoren en dus meer CO₂-uitstoot en verdichting van de bodem. Ploegen en schoffelen worden in de regeneratieve wijnbouw vermeden om de bodemstructuur niet te beschadigen. Men streeft naar een levendige, zelfonderhoudende en veerkrachtige bodem. De principes van de bioteelt volstaan voor een aantal Vlaamse wijnbouwers dus niet meer. Een voorbeeld van een Belgisch wijndomein dat zich expliciet op regeneratieve wijnbouw toelegt is Urban Winery De Wijnfaktorij uit Antwerpen (met wijngaarden vooral in het Hageland).
Sommige domeinen in Vlaanderen en Wallonië die non-interventionistisch werken, gingen niet in op de uitnodiging van Droesem omdat ze niet onder de vlag “natuurwijn” willen varen. Mijn indruk is dat het festival vrij brede criteria heeft gebruikt om wijndomeinen te includeren. En dat is maar goed ook. Het moet geen sektarische event worden. Voldoende transparantie over wat de wijnbouwers in de wijngaard en de cave doen en niet doen, is belangrijker. En communicatie over het waarom.
Wat zijn nu mijn bevindingen bij de kwaliteit van de wijnen op Droesem? Ik moet zeggen dat de kwaliteit wisselend was, met hoogvliegers maar ook een paar laagvliegers. Een aantal wijnbouwers hebben het maken van natuurwijn volledig onder de knie. Voor mij is dat in de eerste plaats Servaas Blockeel van het West-Vlaamse wijndomein Lijsternest (streek van Kortrijk). Servaas maakt field blends van witte en rode interspecifieke rassen en vinifieert percelen apart. Ik volg hem nu al een paar jaar. Ieder oogstjaar zijn de wijnen niet alleen foutloos maar ook spannend, origineel en van hoge kwaliteit. Op Droesem presenteerde hij wijnen van oogstjaar 2020. Oogst 2021 is jammer genoeg voor een groot deel door vogels opgegeten. De nieuwe rode cuvée Mira, van een perceeltje dat nog in een saneringsproces zit na jaren conventionele landbouw erop, vond ik verrassend door zijn elegantie en subtiliteit, een echte delicatesse (maar 10,5% alc!) Qua druiven zitten er onder andere solaris en bronner in maar ook rondo en muscat bleu. Servaas onderbouwt zijn manier van werken met hedendaagse, wetenschappelijke inzichten en bewust niet met biodynamische ideeën. Hij toont aan dat ook vanuit de moderne biologie en landbouwkunde een holistische visie op het leven in de wijngaard kan ontwikkeld worden. Misschien een minder spectaculair verhaal in vergelijking met biodynamie, zonder begraven koehorens en planeetbewegingen dus, maar volgens mij wel dichter bij de realiteit. Tot voor kort had ik nog geen wijn gedronken die ook maar leek op die van Servaas, zo origineel zijn ze. Maar dat veranderde op Droesem.
Wijnhandelaar Mark Longin is met zijn kleine Oost-Vlaamse domein Terroir TerWaer op weg om het karakter en de kwaliteit van de wijnen van Lijsternest te benaderen (Ninove, eerste aanplant 2015, 2500 stokken en in uitbreiding). In zijn knappe cuvée Avant Première zitten de interspecifieke druivenrassen rondo, muscat bleu, bronner en solaris (mooie paarse kleur, kers, peperig, vlierbes, bloemen, kaneel, zeer fijn, emotie). Andere cuvées hadden wel mooi, naturel fruit maar ze leden voor mij aan vluchtige zuren (azijnzuur) en soms iets lijmigs, een euvel dat Mark erkent en in de toekomst wil verhelpen. Eigen aan Terroir TerWaer is dat interspecifieke en klassieke rassen door elkaar staan geplant. De bedoeling is om zonder enige vorm van pesticide te werken. Het beloftevol domein heeft momenteel nog geen wijnen in verkoop, de eerste cuvées zijn experimenteel.
Na Terroir TerWaer ontdekte ik het Nederlandse Dassemus uit de streek van Breda in Noord-Brabant (eerste aanplant in 2005, nu 6 hectare, interspecifieke rassen). Wijnbouwer Ron en zijn vrouw Monique werken sinds 2017 met spontane gisting en malo, hun wijngaard is bio-gecertifieerd en ze haalden recent ook de biodynamische Demeter-certificering binnen. Dassemus is een inspirerend wijnbouwproject dat ik ondertussen ook bezocht. De wijngaard van Ron is een mooi voorbeeld van regeneratieve wijnbouw. Net zoals bij Lijsternest wordt gewerkt zonder pesticiden. Druivenrassen die niet resistent genoeg zijn tegen ziektes, gaan eruit. Dassemus legt zich meer en meer toe op oranjewijnen, een type wijn dat populair is bij natuurwijnmakers. Witte druiven krijgen bij oranjewijn een gisting op de schillen, zoals rode wijn. Hun oranjewijn “Ceci n’est pas un orange” 2020 vond ik echt mooi (sinaasappel, abrikoos, lichtvoetig mondgevoel, mooi tanninereliëf). Hij doet me wat denken aan de stijl van Lijsternest. Het is een blend van solaris, gevinifieerd op houten vat, muscaris, gevinifieerd op amfoor, en souvignier gris, gevinifieerd op inox (25 dagen schilgisting). Ook de rode, mousserende wijn van cabernet jura, méthode traditionnelle, vond ik de moeite waard door zijn originaliteit, zijn aroma’s van krieken en wild en zijn fraîcheur.
Ook het Nederlandse wijndomein Wolf presenteerde een oranjewijn, deze keer van souvignier gris, johanitter en solaris. De “Oranje Boven” is een zuiver smakende, sappige blend drijvende op peeraroma’s en in de mond veel zuren. Het jonge Wolf (start 2016, nu 5 hectare) werkt zowel met interspecifieke als klassieke druivenrassen. Nog niet het niveau van Dassemus voor mij maar wel op goede weg.
Op naar het spannende Belgische wijndomein Optimbulles van Maxim Geunis (Borgloon). Zijn nieuwe oranjewijn van sauvignon blanc en chardonnay overtuigde jammer genoeg niet helemaal door voor mij persoonlijk teveel vluchtige zuren. De mousserende Robijn Brut (méthode traditionnelle) maakte me wel blij met zijn naturelle appelaroma’s en glou glou-karakter. Ik vind de Korund Rosé Brut van 60% pinot meunier en 40% pinot noir de beste wijn van Optimbulles op dit moment: druiven met de voeten getreden, 72 uur niet-gekoelde maceratie, 28 maanden sur lattes (rode vruchten, veel kruiderij, bloemig, zachte mousse, interessante structuur met lichte, fijnkorrelige tannine, spannend & origineel). Buurman-standhouder Patrick Nijs van De Wijnfaktorij, die zowel met klassieke als interspecifieke druivenrassen werkt, pakte uit met een karaktervolle Chansaar rosé en vooral met een mooie rosé-petnat, gemaakt van pinot noir en regent. Een tophuis, De Wijnfaktorij, waar ik al veel over schreef en waarvan de wijn op de wijnkaart staat van Spaans toprestaurant El Celler de Can Roca.
Petnat is de afkorting van het Franse pétillant naturel, een bruisend product dat vin naturel-wijnbouwers graag maken. Deze mousserende wijnen krijgen, in tegenstelling tot wijnen gemaakt met méthode traditionnelle, maar één gisting. Die gisting start op vat, dan wordt de gistende wijn gekoeld en gebotteld en tenslotte gaat de gisting verder op fles, meestal zonder toevoeging van bijkomende suiker of gist. Droesem verwelkomde twee piepkleine Belgische wijndomeinen die zich op petnat toeleggen. Ik had nog nooit van ze gehoord: Drap van Emelie Maeyens (Brugge, West-Vlaanderen) en Les Pieds dans la Dyle van Pablo Cremers (Waver, Waals-Brabant, vertaling: “met de voeten in de Dijle” – de Dijle is een Belgische rivier – ). Ik vond het niveau van deze wijnen nog niet helemaal op punt staan maar één petnat sprong er voor mij echt wel uit: de Souvignier Gris van Pablo. Zo moet petnat voor mij zijn: levendig, wild, fris, volfruitig (hier ananas), spannend en glou glou-doordrinkbaar. Pablo, een Waalse kaarsenmaker, werkt vooral met solaris, rondo en pinotin maar hij heeft bijvoorbeeld ook wat stokken gamay, savagnin en poulsard. Leuke projecten, ook dat van Emelie Maeyens die voorlopig haar druiven nog elders aankoopt in België. Fijn dat je dit nieuws allemaal kan ontdekken op Droesem!
Wijndomein Beekborne (Hélécine, dicht bij Tienen) heb ik vroeger al uitvoerig beschreven (link: Wijndomein Beekborne en de opkomst van Belgische nichewijnen – Perswijn.). Patrick Carmans bracht twee witte cuvées mee: de Vîs Tchapias Les Garennes 2020, een blend chardonnay, pinot noir, pinot gris) en de Vîs Tchapias Poupouye Sauvage 2020, 100% chardonnay. Het zijn beide goede, zuivere wijnen maar de Sauvage, zo genoemd omdat hij geen toegevoegd sulfiet kreeg, draagt mijn voorkeur weg door zijn uitgesproken rokerige mineraliteit, zijn levendige, naturelle en verfrissende aroma’s van bloedsinaasappel en zijn mooie vulling (20 maanden sur lie op inox, geen hout). Zéér mooi. Ik ben zo benieuwd naar Patrick zijn eerste natuurlijke Chenin Blanc die vermoedelijk pas over een jaar of twee op de markt komt.
Ook het Hagelandse wijndomein Rijnrode was helemaal op zijn plaats op Droesem. Wat de jonge Kevin De Ridder doet met oude stokken müller-thurgau is gewoon geweldig. Zijn Alter Ovis, een Müller-Thurgau waarvan een percentage gistte op de schillen, vind ik bij het betere werk uit het Hageland. Ook de petnat van müller-thurgau is zeer de moeite waard. Weinig oogst 2021 bij Rijnrode door vogelvraat. Daar leden veel Belgische wijndomeinen in 2021 aan trouwens. Door het slechte zomerweer waren er voor de vogels weinig andere vruchten of gewassen meer en daarom storten ze zich, veel meer dan in andere jaren, op de druiven.
Tenslotte bezocht ik de standjes van Château Bioul en wijndomein Oud Conynsbergh. Bioul is een gevestigd, groot wijndomein uit Wallonië (provincie Namen, 11 hectare). Het werkt met interspecifieke rassen, bezit bio-certificering en past biodynamische principes toe. Wijnbouwster Vanessa Wyckmans-Vaxelaire had één cuvée mee om te proeven, Terre Charlot 2020, een blend van johanniter, muscaris en solaris. De wijn is heel zuiver, sappig en fruitig, met aroma’s van abrikoos en pompelmoes. Bioul maakt vrij cleane wijnen met veel fruit maar ze missen voor mij de natural touch die ik op dit festival zoek. Het meer recente wijndomein Oud Conynsbergh tenslotte vind ik tot nu toe wat wisselend van kwaliteit, van heel mooi tot middelmatig (Boechout bij Antwerpen, 10 hectare). Er wordt gewerkt met spontane gistingen en beperkt sulfiet.
De mousserende wijn die wijnbouwer Kris van de Sompel meehad, vond ik ronduit schitterend, één van de mooiste wijnen van het festival, cuvée Parel 2018 Brut Nature: 100% chardonnay, geen toegevoegd sulfiet, méthode traditionnelle, 3 jaar sur lattes. Dit is een complexe wijn met aroma’s van beboterde toast, levendige, frisse appel, heel fijne textuur, zacht, tegelijk strak en breed mondgevoel, veel concentratie en vulling, en zinderende zuren. Echt wauw. Droesem was voor mij, dat zal u ondertussen doorhebben, een heuse belevenis. En volgend jaar ga ik weer!
Stefaan Soenen
Lees hier deel 1 van Wijnfestival Droesem presenteert natuurwijnen uit de Lage Landen.