Wijndomein Beekborne en de opkomst van Belgische nichewijnen - Perswijn
Reportages & Reizen

Wijndomein Beekborne en de opkomst van Belgische nichewijnen

Op een prille lentedag met stralende zon en open blauwe hemel kreeg ik goesting om een mij nog onbekend Belgische wijndomein te fotograferen: wijndomein Beekborne. Ik had er een lovende recensie over gelezen en het was maar een half uurtje autorijden. Even geen volledig bezoek aan het wijndomein, dacht ik, alleen de wijngaarden fotograferen om de zaterdag rustig te houden na een vermoeiende psychologenwerkweek. Communiceren met de wijnbouwer, (weer!) luisteren, aandachtig de wijnen proeven, fotograferen en schrijven tegelijk vind ik best een intensieve aangelegenheid. Misschien wou ik wel een flesje kopen om ’s avonds te proeven. Als er tenminste iemand thuis zou zijn. Ik belde de eigenaar Patrick Carmans op maar hij was niet bereikbaar. Patrick is geboren in het Limburgse Zonhoven en woont nu met zijn gezin in Franstalige Hélécine. Hij noemt zichzelf een Nederlandstalige Waal. De kersverse wijnbouwer maakt “Waalse wijn met een Vlaamse hoek af”. Vlaamse en Waalse druiven gaan dezelfde kuip in, de wijngaardpercelen liggen aan weerskanten van de taalgrens. In promotieteksten van Beekborne wordt het Frans en het Nederlands door elkaar gehaspeld, zoals bijvoorbeeld: “Dans leur recherche constante et gepassioneerd de l’ultieme expressie du terroir, Patrick et Katrien osent experimenteren zonder cesse”. Knipoog naar het Belgische taalgemeenschapssurrealisme. Op de merkwaardig genoeg uitsluitend Franstalige website van het wijndomein staan foto’s van de wijngaarden die ik moest weten te vinden. Op een van de percelen een gigantische rode bank – ook surrealistisch –  die ik gemakkelijk zou kunnen opsporen. 

 

Op zoek naar de Beekborne-percelen langs de grens Vlaanderen – Wallonië

Het perceel Bosquet Jadoul met chenin, chardonnay en aligoté.

Het domein bewerkt momenteel vier percelen, twee kleine in Vlaanderen: Goetsenhoven en Hakendover, beide in de streek rond Tienen en, vlakbij, twee grotere in Hélécine net over de grens met Wallonië. Eerst begaf ik me naar Goetsenhoven waar men de locals nog in het Nederlands de weg kan vragen. Op een afgelegen plekje vind ik de lieu-dit Meer waar Beekborne in 2016 een 800 stokken Pinot Gris neerpootte. Een wijngaardje van amper 25 are. Ernaast een weide met vier zwarte schaapachtige geiten. Ik hoopte de wijngaard te kunnen fotograferen met op de voorgrond de geiten. Lukte niet: wat ik ook probeerde, ze bleven de verkeerde kant oplopen. Ik speurde de buurt tevergeefs af naar de rode bank van de website maar vond hem nergens. De wijngaard werd Gossekicourt (jongetje dat loopt) gedoopt, met zin voor humor afgeleid van de Waalse naam voor Goetsenhoven: Gossencourt. Op het met informatie bedrukte inpakpapier van de premium Beekborne-wijnen wordt nader verklaard: “un gosse qui court plus vite que les stéréotypes”. Een verborgen intentieverklaring van de wijnbouwer? In België wordt internationaal hoogstaande Pinot Gris gemaakt. Pinot gris is de derde meest aangeplante druif in het land (5 à 6% van de wijngaarden) en het derde meest populaire ras (aantal producenten). Qua aantal stokken komt pinot gris ver na koplopers chardonnay en pinot noir waar veel mousserend van gemaakt wordt. Het pittoreske, licht hellende perceeltje waar ik doorheen wandel, maakt me nieuwsgierig naar de single vineyard Pinot Gris Gossekicourt. Het perceel in het Vlaamse Hakendover was mij op dat moment onbekend want stond niet op de website vermeld. Er staat – kwam ik achteraf te weten –  pinot gris en aligoté. Ja, inderdaad, de Bourgondische aligoté staat ook in België! De jonge Maxime Lindelauf, een landbouwkundige, is eigenaar van het perceel maar Beekborne zal de eerst volgende jaren de productie van de wijnen voor zich nemen. Daarna zal Maxime zijn droom waarmaken van een eigen wijndomein.

Wijngaard met pinot gris.

Op naar Hélécine, de Waalse grens over. In Wallonië spreek je best Frans, dat was even aanpassen maar Vlamingen zijn er goed in. Een sympathieke jongeman wijst me de weg naar de net aangeplante wijngaard aan de Rue de Léau, ongeveer een hectare groot. Het perceel heet Bosquet Jadoul. Hier staat een bijzonder spannende druif die we ook nog niet hadden in België: chenin blanc. Welke type wijn zal dat hier geven? Nog een jaar of drie wachten en we weten het. Zoals ook bij Riesling ligt de kwaliteit van de internationale benchmarks van deze druif zo hoog dat de uitdaging echt wel groot is. Naast chenin staat er nog chardonnay en weer aligoté. Maar geen rode bank. Allé, waar is die toch?

Het moeilijk te bewerken perceel Les Garennes pal op het zuiden.
De rode bank bekeken vanuit het Les Garennes-perceel.

Nog geen kilometer verder valt mijn oog op een ander perceel. Wauw, hoe schoon, een prachtige en best steile heuvel vol wijnstokken! Hellingsgraad 30 tot 40%, je vergeet even dat je in België bent. En helemaal bovenaan op de heuvelrug schittert een rode bank in de zon. Aha! Fascinerende scène. Het idee van die reuzegrote, houten bank – zo hoog dat je hulp nodig hebt om erop te klimmen –  kwam van een Italiaanse kunstenaar. De bodem van de wijngaard bestaat uit leem en wat zand, met in de ondergrond ook ijzerzandsteen (uitlopers van het Hagelandse terroir) en Haspengouwse kalksteen. De wijngaard is onder te verdelen in een deel dat uitkijkt op het zuidoosten en een deel dat pal op het zuiden ligt. De zuidoostelijk gerichte wijngaard heet Poupouye en is volledig met chardonnay bezaait. Met een lichte draai kom je in de zuidgerichte wijngaard terecht, Les Garennes (garenne = konijnenbos), met pinot noir, pinot gris en chardonnay. De eerste 200 wijnstokken van wijndomein Beekborn werden in Poupouye aangeplant (2013), bij wijze van vooroefening. In 2014 al kwamen er 3800 stokken bij en werd ook Les Garennes aangeplant. Op de steile stukken is de grond erg arm en komt er veel ijzerzandsteen aan de oppervlakte (na erosie). Zeker in Les Garennes hebben de stokken het erg moeilijk om tot groei te komen. De pinot gris-stokken moesten in 2015 zelfs allemaal herbeplant worden omdat die van 2014 het niet hadden overleefd. De opbrengsten op dit terroir zijn momenteel zeer laag: maar 10 hectoliter per hectare. Pak een fles per vier planten. De percelen zijn gelukkig vorstbestendig en ook de Aziatische fruitvlieg, notoire druivenvijand, komt er om nog onduidelijke redenen weinig voor.

 

Onverwacht bezoek aan de cave van wijndomein Beekborne 

Het prachtig huis van de wijnbouwer en zijn familie met in de kelder de cave.
Naast de ingangspoort vinden we het plaatje van Petit Château Beekborne.

Tevreden dat ik drie Beekborne-wijngaarden kon fotograferen, trok ik naar het adres van de wijnmaker om een flesje te kopen. Aan de poort van wat een klein kasteeltje bleek te zijn, ligt een langharige hond, een Cocker Spaniel. Ze dut in de zon. Nellie heet ze. Na aanbellen zwaait in het kasteeltje een raam open. De zoon van Patrick spreekt me in het Frans aan maar merkt onmiddellijk aan mijn antwoord dat hij best in het Nederlands verder gaat. Flesjes, geen probleem! Hij belt zijn vader op en vijf minuten later verwelkomt Patrick mij samen met zijn vrouw Katrien Vanderschot. Patrick is een grote, sympathieke en vlotte veertiger die mij graag wat uitleg geeft over zijn wijnproject. Hij wil mij zijn wijnen laten proeven. Wauw, fantastisch dat dit zo last minute kan! Ik vergeet mijn vermoeidheid van de week en haal mijn notitieboekje uit de wagen. Het koppel vertelt me dat ze aanvankelijk in het centrum van Leuven woonden. Ze wilden graag dat hun vier kinderen in het Frans werden onderwezen en daarom trokken ze in 2009 de taalgrens over. Patrick hield van wijn en had hobbygewijs Portugese wijnen verkocht. Hij merkte al snel een braakliggende heuvel op vlakbij zijn huis (Poupeye). De droom groeide om daar wijnstokken te zetten en zo geschiedde. Patrick is van beroep IT’er. Hij maakte in de informaticasector carrière en heeft een sturende functie in het internationale bedrijf Delaware. De eerste jaren van zijn leven als wijngaardenier waren erg zwaar, vertelt hij mij. Soms stond hij om 4 uur ’s morgens op om te werken op het veld, daarna vertrok hij naar het werk. Wijnbouwschool in avondonderwijs. Beginnen met wijnbouw is gemakkelijker dan volhouden, beklemtoont hij. Alles moest nog manueel en dat is op zo’n helling geen sinecure. Patrick heeft nu 3 hectare wijngaard maar slaagt erin om zijn hoofdberoep te behouden zoals vroeger. Om hem te helpen in de wijngaard nam hij twee mensen halftijds in dienst. Naast het wijnbouwproject runnen Patrick en Katrien een B&B in een nevengebouw van hun petit château

Inox tanks in de cave van het petit château.

 

De oogst wordt met twee mandpersen verwerkt die dan in de tuin staan.

 

Wijn maken met spontane gisting en minimale interventie

Patrick werkt in de wijngaard zonder herbiciden. Hij gebruikt systemische gewasbescherming alleen als het nodig is. Zo volgt hij de filosofie van de viticulture raisonnée die wel meer Belgische wijnbouwers hanteren. Een volledige transformatie naar bio ambieert hij niet, in tegenstelling tot heel wat Waalse wijnbouwers tegenwoordig. Een belangrijk verschil met Vlaanderen waar minder bio is maar daarom niet minder streven naar duurzaamheid. De cave bevindt zich in de kelder van het kasteeltje. Het plafond is laag en de inox tanks noodzakelijkerwijs klein. Die kleine tanks hebben het voordeel dat de percelen apart kunnen worden gevinifieerd. Er is geen ventilatiesysteem in de kelder dus tijdens de gisting wordt het koolzuurgas in de tanks gewoon via slangen naar buiten afgevoerd. Dit is de reden waarom Patrick geen rode wijn maakt: “Gisting van blauwe druiven in open kuipen zou betekenen dat heel onze woning boven vol koolzuurgas loopt, wat we natuurlijk willen vermijden”. Al vanaf de eerste wijn wordt gebruikt gemaakt van spontane gistingen. “Industriële kweekgisten zijn in deze kelder nooit binnengekomen”, verklaart Patrick: “want dan krijg je ze er ook niet meer uit. Ik wil alleen de wilde gisten uit mijn wijngaard”. De eerste stap van de gisting is het maken van een zogenaamde pied de cuve. Een aantal wat vroeger geoogste druiven worden in drie glazen bonbonnes aan het gisten gebracht. De bonbonne met de interessantste gisting wordt gebruikt als giststarter voor de rest van de most. Verder geen additieven meer, met uitzondering van een klein beetje sulfiet voor botteling. Uit de druiven chardonnay worden de beste, meest gezonde druiven geselecteerd voor de premium cuvée. Die druiven krijgen in de betere oogstjaren een schilweking van zes uur (koude maceratie). Oogstjaar 2019 was niet optimaal en daarom werd geen schilweking doorgevoerd: een directe persing werd het van de ontsteelde druiven. De wijn wordt noch geklaard (tenzij via de zwaartekracht), noch gefilterd. Spontane malolactische omzetting. Een kleine beetje restsuiker in de wijn zorgde in sommige flessen voor een lichte hergisting op fles. Karaferen van de wijn verhelpt het euvel van wat bruis in het glas, de smaak blijkt prima. Een langer verblijf op cuve is wellicht nodig om de wijn helemaal stabiel te krijgen. 

Eiken vaten en glazen bonbonnes in de Beekborne-cave.

 

Beekborne niche-Chardonnay

Vîs Tchapias betekent in het lokale Waals-Brabantse dialect ‘oude hoed’ (vieux châpeau). Het is een plaatselijke uitdrukking voor ongetrouwde mannen boven de dertig en ook de naam van de lieu-dit in Hélécine waar Popouye en Les Garennes liggen. Daar leefde vroeger een oude kluizenaar, vandaar. Het enigmatische van de woorden trekt de aandacht. Maar is de wijn even bijzonder als zijn naam? Ongeveer een vierde van alle Belgische wijngaarden is beplant met chardonnay (totale Belgische aanplant in 2020: rond de 650 hectare). Na pinot noir is het de meest populaire druif in België. Een groot verschil met Nederland waar er amper een tiental hectare chardonnay staat (cijfers 2015). Er zijn naar mijn persoonlijke smaak veel neutrale, weinigzeggende stille Chardonnays in België maar ook een paar topchardonnays (zoals Clos d’Opleeuw). Vîs Tchapias Chardonnay is voor mij een van de meest originele en boeiende Chardonnays van het land. Ik proefde oogstjaren 2018 en 2019 en ik was danig onder de indruk. Een hele speciale, eigen stijl. Vooral de eenvoud van de wijn spreekt me erg aan. Geen eikrijping. Ik wil  het vergelijken met een bloedmooie vrouw die dat precies niet doorheeft. Geen schmink op deze wijnen, wel een ongedwongen, niet gestileerde, naturelle, levendige en zachte smaak met veel variatie in de aroma’s. Gul en doordrinkbaar met tegelijk veel inhoud en finesse. Geweldige dienaar aan tafel met zijn laag alcoholgehalte (12%). De wijn komt in kleine hoeveelheden op de markt, een schaarse nichewijn dus. Mijn proefnotitie van de premium-Chardonnay Vîs Tchapias 2018 uit magnum, gedronken over verschillende dagen (waarin de wijn alleen maar groeit): “Strogele kleur, prachtige aroma’s van volrijpe golden-appels, naast citroengras en veldbloemen, iets rokerigs, ook kalk, oesters, wat boter. Bij doorruiken iets van curry, amandel en stoofappel (iets oxidatiefs). Zeer zachte, strelende aanzet, compact, vol en gelaagd zonder echt krachtig te zijn, iets vets, ziltigheid, mooie, speelse zuren tot in een lange, fruitige afdronk met zoete kruiden. Hoe lekker is dit!” Topchef Sergio Herman kocht 200 van deze magnums voor zijn restaurants, een fijne referentie voor dit prille Belgische wijndomein. Duur wel zo’n magnum, momenteel 60 euro, maar je hebt wel iets bijzonders. Ook de tweede wijn van het domein, genaamd petit Dallas, is mooi: minder fruit (groene appel) wel, minder concentratie, minder lengte, minder vet en minder zuiverheid dan de eerste wijn maar wel drijvend op frissere zuren (geen schilmaceratie) en karakter. Zelfde naturel als alle andere Beekborne-wijnen, een beetje Jura van stijl vind ik, iets funky. Vîs Tchapias biedt karaktervolle Chardonnay die zelfs voor niet-Chardonnay-drinkers zoals mezelf interessant is. Ik kon ook oogstjaar 2020 proeven, deels op Franse eik opgevoed. Kort: die eik is écht voor niks nodig. De vanilletonen, die Patrick eigenlijk wou vermijden, vijlen  de originaliteit en fijnbesnaardheid, het reliëf van de wijn, weg. Een beetje pijnlijk, vond ik het. “Weg met de schmink!”, dacht ik in mezelf, “nu trekt die Chardonnay weer op andere Chardonnays”. Patrick wil verder met Belgische eik (in functie van micro-oxidatie, niet van eikaroma’s), we zullen zien wat het geeft.

Les Garennes is een terroirblend van pinot noir, chardonnay en pinot gris.

 

Les Garennes en Pinot Gris Gossekicourt

De beste wijn van Beekborne is, toch voor mij, de terroirblend Les Garennes met 60% pinot noir, 35% chardonnay en 5% pinot gris. Geen eik. Wijn om stil van te worden. De pinot noir-druiven zijn duidelijk rijp getrokken want de wijn, met licht rozige kleur, geurt naar kersen en zelfs bramen. Ook mandarijn. Dit is een complexe wijn met een zacht mondgevoel, veel diepgang en een bijzondere zuiverheid. Verfijnde en doordringende aroma’s, schreef ik op. In de mond ook appel naast braam. Niet goedkoop aan 30 euro maar ik heb al slechter aan die prijs gedronken. Tenslotte de Pinot Gris Gossekicourt 2019 (20 euro op het domein). Minder gelaagd en complex maar wel heel zuiver en drinkbaar, mooie bitters en kruidigheid. Sappige slokslok-wijn zonder veel blabla. Op termijn wil Patrick een blend maken van pinot noir, pinot gris, aligoté en pinot blanc (die laatste is nog aan te planten). Dit moet volgens hem, historisch gezien, de oorspronkelijke Bourgogne-blend zijn geweest voordat chardonnay daar zijn intrede deed. En natuurlijk komt er in de toekomst ook een Belgische 100% Chenin Blanc: Vîs Tchapias Bosquet Jadoul Chenin Blanc. De verwachtingen zijn hooggespannen. Wijndomein Beekborne gaat een mooie toekomst tegemoet. Door originaliteit en hoge kwaliteit is Beekborne gewapend tegen een mogelijk overaanbod van Belgische wijn in de volgende jaren. Want de aanplant van nieuwe Belgische wijngaarden blijft maar doorgaan. De toekomst van ons klein wijnlandje is moeilijk te voorspellen.  

Patrick en Katrien van wijndomein Beekborne.

Stefaan Soenen

Reageer op dit item

nl Nederlands