Best verrassend eigenlijk, het gegeven dat de Tsjechische Republiek, bierland bij uitstek, bijna 20.000 hectare wijngaarden telt. Dat is niet zo heel vel minder dan de 25.000 van Slovenië. Wijnbouw in Tsjechië is niet iets van vandaag of gisteren, maar kent een eeuwenlange traditie. Dat Tsjechische wijnen niettemin nobele onbekenden zijn, heeft alles te maken met kleinschaligheid en met omstandigheid dat ze tot voor kort uitsluitend voor binnenlandse consumptie bedoeld waren. Maar daar begint langzaam aan verandering in te komen. Een groep van zestien bedrijven kwam onlangs zelfs naar Den Haag, op zoek naar Nederlandse importeurs. Of hun wijnen enige kans maken? Misschien. Een beetje klimaatopwarming zou daar alvast toe bijdragen…
Best verrassend eigenlijk, het gegeven dat de Tsjechische Republiek, bierland bij uitstek, bijna 20.000 hectare wijngaarden telt. Dat is niet zo heel vel minder dan de 25.000 van Slovenië. Wijnbouw in Tsjechië is niet iets van vandaag of gisteren, maar kent een eeuwenlange traditie. Dat Tsjechische wijnen niettemin nobele onbekenden zijn, heeft alles te maken met kleinschaligheid en met omstandigheid dat ze tot voor kort uitsluitend voor binnenlandse consumptie bedoeld waren. Maar daar begint langzaam aan verandering in te komen. Een groep van zestien bedrijven kwam onlangs zelfs naar Den Haag, op zoek naar Nederlandse importeurs. Of hun wijnen enige kans maken? Misschien. Een beetje klimaatopwarming zou daar alvast toe bijdragen…
Tsjechië is ondanks zijn verleden in feite een nog jong wijnland dat pas in de jaren negentig, nadat het van het juk van het socialisme verlost was, serieuze kwaliteitsambities begon te tonen. Kwaliteit van levensmiddelen was in de naoorlogse arbeidersparadijzen van het Oostblok bepaald geen prioriteit geweest. En dus was het bij de productie onverschilligheid troef. Het enige wat telde, waren hectoliters. Evenals andere voormalige broederstaten als Hongarije en Slovenië had Tsjecho-Slowakije wel het voordeel dat ook in de decennia van het alles nivellerende reëel existerende socialisme beperkt particulier grondbezit was toegestaan, in principe een gunstig uitgangspunt voor de ontwikkeling. Bij de splitsing van het land in 1993 kreeg Tsjechië ongeveer een derde van de wijngaarden binnen zijn grenzen.
Waar het sindsdien sukkelen geblazen was in Slowakije, heeft Tsjechië flink wat werk van zijn wijnbouw gemaakt. Zo zeer zelfs dat het nu niet alleen een grotere aanplant heeft dan de buren, maar ook een opmerkelijke technische voorsprong. In de aanloop naar het lidmaatschap van de Europese Unie nam de Tsjechische Republiek in 1995 een nieuwe wijnwet aan die gebaseerd was op de Duitse en die nadien enkele malen is aangepast. In de jaren negentig is veel geïnvesteerd in aanplant en modernisering van productiefaciliteiten. Via het nieuw in het leven geroepen Wijnfonds waren genereuze subsidies beschikbaar om nieuwe wijngaarden aan te leggen voorafgaand aan de toetreding tot de EU in mei 2004. De totale aanplant was in dat jaar toegenomen tot ruim 18.000 hectare tegen 11.000 in 1998. Sindsdien weten de Tsjechische producenten zich echter ook geconfronteerd met de vrije Europese wijnmarkt. Lees: met serieuze concurrentie.
Moravië
De Tsjechische wijnbouw is officieel verdeeld over twee gebieden, Bohemen en Moravië. Van die twee is het eerste van anekdotisch belang. Bohemen is de verzamelnaam voor geïsoleerd liggende wijngaardjes in de omgeving van Praag, o.a. langs de Elbe. Aardig, maar wie Tsjechische wijn zegt, zegt in feite Moravië. Het omvat 96% van het nationale wijngaardareaal. Moravië is onderverdeeld in vier subregio’s. Van west naar oost zijn dat Znojmo, Mikulov, Velké Pavlovice en Slovácko. Ze liggen ten zuiden van de stad Brno (Brünn) en lopen naar het zuiden door tot aan de grenzen met Slowakije en Oostenrijk. Ze sluiten zodoende aan op het Weinviertel en liggen dichter bij Wenen dan bij Praag. Voor het uiteenvallen van het Habsburgse Rijk vormden de gebieden één geheel.
Ook vandaag de dag is er een voorspelbaar grote mate van overeenkomst. Landschappelijk bijvoorbeeld. Veel wijngaarden liggen op zacht glooiende hellingen met op de top meestal bos, terwijl de rest zich bevindt op de golvende vlaktes die aflopen naar het nog vlakkere Donaubassin. In de lager gelegen wijngaarden komen klei en zand in de bodem voor, maar de belangrijkste kwaliteitsfactoren zijn de betrekkelijk lage ligging ervan tussen 100 en 250 meter boven zeeniveau en het continentale klimaat. De hoeveelheid neerslag is hier met amper 500 millimeter vrij gering. De meeste wijngaarden hebben een expositie tussen het zuidwesten en zuidoosten en worden goed beschut door hoger gelegen land meer naar het noorden.
Grensgeval
Toch is Moravië in klimatologisch opzicht een grensgeval, want voor het mooi iets te koel. Het is misschien politiek incorrect om het hardop te zeggen, maar een structurele opwarming van het klimaat zou voor de Tsjechische wijnbouw allesbehalve ongunstig zijn. Nu is het bereiken van voldoende rijpheid de achilleshiel. In de officiële documentatie van de nationale belangenorganisatie wordt zelfs openlijk toegegeven dat gemiddeld een op de vijf jaar ondermaats is. Zoveel eerlijkheid kom je niet vaak tegen!
Naar zich laat raden is de productie in overgrote meerderheid wit, waarbij de aanplant vrij divers is. Over allerhande obscure kruisingen hoeven we het niet te hebben wegens kwalitatief totaal oninteressant. De nabijheid van Oostenrijk komt duidelijk naar voren bij druiven als veltlínské zelené (grüner veltliner) en ryzlink rýnsky (rheinriesling), de variëteiten van het Weinviertel. Verder kom je ook welschriesling, gewürztraminer, pinot blanc en pinot gris tegen, alsmede de ‘internationale’ sauvignon blanc en chardonnay tegen. Rood is van ondergeschikt belang, met als druiven o.a. blaufränkisch, st. laurent en zweigeltrebe.
Aandachtspunten
Je kunt er niet omheen. Wie anno 2010 Tsjechische wijnen proeft, zal ze altijd vergelijken met die uit Oostenrijk, en dan met name die uit het Weinviertel. Hoewel hun progressie in technisch opzicht overduidelijk is en de in Den Haag geproefde wijnen zonder uitzondering zuiver bleken, blijft er voor de Moravische producenten nog het een en ander te doen wanneer ze succesvol willen concurreren met hun buren. Zo zou het voor sommigen bijvoorbeeld geen kwaad kunnen om het eens wat rustiger aan te doen met het gebruik van gecultiveerde gisten. Ook was er bij diverse wijnen sprake van een te nadrukkelijk proefbaar restzoet. De verleiding om met wat restzoet te werken is overigens wel begrijpelijk, gelet op de van nature forse zuurgraad van de wijnen. Een hoeveelheid van 6 gr/l is heel normaal.
De Tsjechen hanteren in hun internationale communicatie hardnekkig Duitse termen als Kabinett, Spätlese en Auslese. Dat is begrijpelijk omdat men de Duitse wijnwetgeving als vertrekpunt voor de Tsjechische genomen heeft, maar toch niet zo slim omdat ze potentiële consumenten makkelijk in verwarring brengen. Het moet toch te denken geven dat heel wat Duitsers zelf liever vandaag dan morgen afscheid nemen van al die predikaten. Bovendien zijn de Tsjechische (eigen)namen zijn al moeilijk genoeg. We blijven de ontwikkelingen met belangstelling volgen, want met de ambities in Moravië zit het wel goed.
René van Heusden