Proeverijen van gerijpte wijnen zijn vaak interessant. Als het goed is, omdat ze laten zien hoe mooi bepaalde wijnen kunnen ouderen en hoe belangrijk het is om ze die tijd te geven. Maar dit soort proeverijen toont ook vaak het tegenovergestelde aan, hoe graag men ook anders wil doen geloven.
Indien de wijnen zich er minder voor lenen, bijvoorbeeld omdat ze niet zorgvuldig genoeg gekozen zijn, verlaat je de proeverij met het idee dat ze doorgaans juist niet goed ouderen, dat ze vooral jonger gedronken moeten worden. Een proeverij met die twee contrasterende gezichten vond plaats tijdens Anteprima Amarone 2015.
Prachtig affiche
De affiche was natuurlijk prachtig: “Old Style” & “New Style” Amarone wines across 3 vintages 1998, 2003, 2006. De plaats van handeling ook: Palazzo della Gran Guardia in Verona. Leiding: Luca Martini, beste sommelier ter wereld in 2013 volgens AIS, de Italiaanse Sommelier Associatie. Dit is – anders dan wellicht doet vermoeden – de grootste sommeliervereniging ter wereld, waarbij moet worden aangetekend dat het overgrote deel van de leden Italiaans is. Martini, gedreven en duidelijk ervaren wat betreft Amarone, had er zin in. En hij vertelde niet alleen over traditionele en moderne stijlen (“vanaf 2000 kwam er meer kennis en werden er minder fouten gemaakt”) en de eigenaardigheden van de jaren 1998, 2003 en 2006, maar ook zeer uitvoerig over wat we allemaal moesten ruiken en proeven!
Amarone: ultiem Italiaans
Voordat ik de proeverij doorneem, lijkt het me goed even inhoudelijk naar het fenomeen Amarone te kijken. Amarone is zo’n beetje de ultieme Italiaanse wijn geworden, in de zin dat hij zowel het beste van Italië, als het minder fraaie vertegenwoordigt. Dat klinkt wellicht hard en cynisch, maar zo is het niet bedoeld. Op zijn best is Amarone een zeer originele wijn, met een geweldige balans tussen kracht en finesse; tussen zoet, zuur en bitter. Een wijn met een uitgesproken karakter: warm en joviaal, zoals vele Italianen zelf. Minder filosofisch: een wijn van unieke druivenrassen, van (soms) unieke terroirs, verkregen op zeer typerende wijze (door middel van appassimento, het indrogen van geoogste druiven), om te drinken op speciale momenten.Maar er is ook een ander type, vooral ontstaan door het succes dat Amarone de laatste 15 jaren internationaal kent (er worden nu ± 16 miljoen flessen Amarone gemaakt tegen ± 5 miljoen flessen in 2000). Een te zoete en/of te alcoholische wijn, met gebrek aan precisie en karakter, gemaakt uit vooral commerciële overwegingen. En wie weet, binnenkort vooral als ‘bijproduct’ van de nog populairdere Ripasso (in plaats van andersom; voor Ripasso heeft men de schillen van de druiven voor Amarone nodig).
Zeer uiteenlopende typen en stijlen
Maar ook binnen de groep van Amarone van hogere kwaliteit heeft de wijn vele gezichten. Die variëren van op frisheid en elegantie gemaakte wijnen met beperkt extract en slechts 15,5% alcohol, tot extractrijke smaakbommen met héél veel van alles en meer dan 17,5% alcohol. De uiteenlopende typen en stijlen hebben diverse oorzaken, zoals werken met verschillende geleidings- en snoeiwijzen (pergola versus guyot), verschillende terroirs (het westelijk gelegen Fumane geeft andere wijnen dan Illasi in het uiterste oosten bijvoorbeeld, zie kaartje – klik om te vergroten), verschillende oogstmomenten en verschillende lengten van perioden van indroging.En uiteraard is ook de vinificatie van belang: veel of weinig extractie, groot oud hout of nieuwe barriques, etc. Dat is op zich allemaal prima en spannend, maar het maakt het voor de consument niet gemakkelijk. Net als in vele andere gebieden, moet je de producenten kennen.
Jaren
En de jaren, zo bleek. Want het ene jaar rijpt niet als het andere. En omdat Amarone niet is als ‘gewone’ wijn, is een goed jaar voor Noord-Italiaans rood niet standaard een goed jaar voor Amarone, en vice versa. 2003 bleek een goed voorbeeld: door zijn ver bovengemiddelde warmte en droogte een matig jaar voor de meeste rode wijnen van Italië – vooral voor die van nebbiolo en ook normale rode Veneto – maar opvallend goed voor Amarone.
1998
We proefden van oud naar jonger – zoals dat bij rode wijnen gebruikelijk is – en begonnen dus met 1998. Dit was “het jaar na het bejubelde jaar 1997”, legde Luca Martini uit, waarmee hij wees op het feit dat 1998 nogal streng is beoordeeld in de media. Het was, zeker vergeleken met 1997, ook een wat streng jaar, met wijnen die lang minder open en charmant waren. De serie kon eerlijk gezegd niet overtuigen: van de zes wijnen was er slechts één die ik nog echt goed vond, en ik was niet de enige met die mening. Twee andere zou ik ook nog drinken, de drie overige zouden me teleurstellen indien geserveerd. In het algemeen toonden de wijnen zich ver ontwikkeld en soms drogend.
Beste wijnen van de flight 1998:
Cesari, 1998 Amarone della Valpolicella Bosan ****(*)
Santa Sofia, 1998 Amarone della Valpolicella Classico Gioè ****
Bertani, 1998 Amarone della Valpolicella Classico ***(*)
2003
Dit was het warmste jaar van de moderne wijnbouwgeschiedenis in Europa. Het is echt opvallend als je de klimaatdata – bijvoorbeeld de Huglin Indices – van de afgelopen decennia bekijkt, hoe warm (en droog) 2003 was. Ook in Veneto. Maar, zoals gezegd, het jaar wordt voor Amarone als behoorlijk goed beschouwd, ondanks de vroegste oogst ooit. En de serie wijnen bevestigde wel dat 2003 voor Amarone een beter jaar is dan je als buitenstaander zou verwachten: wel geuren en smaken van gestoofd fruit, maar ook frisheid. Het algemene niveau van de serie van zes was redelijk goed, met drie favorieten. Twee daarvan kwamen van producenten waarvan ik het op voorhand wellicht niet zou verwachten. En dat is nou zo leuk aan blindproeven!
Beste wijnen van de flight 2003:
Sartori, 2003 Amarone della Valpolicella I Saltari – Le Vigne di Turano ****(*)
Cantina di Soave, 2003 Amarone della Valpolicella Rocca Sveva ****
Corte Sant’ Alda, 2003 Amarone della Valpolicella ****
2006
Topjaar? Zo werd het een beetje gebracht, en het lijkt me zeker een goed jaar voor Amarone. Toch zijn de verschillende gidsen niet enorm positief. Gambero Rosso, nog steeds een toonaangevende gids voor Italiaanse wijnen, geeft het jaar slechts drie flesjes van de mogelijke vijf, overigens net zo veel als het aan 2003 toekent. Ook de meeste andere bronnen geven aan dat 2006 goed, maar niet excellent of groots is. De serie was in ieder geval goed, hetgeen wat zegt over het jaar, maar ook over het zogenaamde drinking window van Amarone in het algemeen. Hoewel e.e.a. uiteraard ook persoonlijk is, sterkte deze serie (en de andere series) mij in mijn idee dat Amarone het lekkerst is tussen vijf à tien jaar na de oogst. Dan hebben de wijnen nog fraai fruit en frisheid, maar is de tannine verzacht en de structuur op zijn mooist.
Beste wijnen van de flight 2006:
Valentina Cubi, 2006 Amarone della Valpolicella Classico Morar ****(*)
Accordini Stefano, 2006 Amarone della Valpolicella Classico Acinatico ****
Ca’ la Bionda, 2006 Amarone della Valpolicella Classico Vigneti di Ravazzol ****
Roccolo Grassi, 2006 Amarone della Valpolicella ****
Ik besef dat ik geen inhoudelijke uitleg geef waarom ik twijfels heb over de elders vermeende grote rijpingspotentie van Amarone. Het zou interessant zijn om eens nader te bekijken wat een rode wijn inhoudelijk nodig heeft om goed te ouderen en dat te betrekken op Amarone. Maar daarvoor is hier geen tijd en ruimte.
Jammer
Om bovenstaande bevindingen en mijn gemengde gevoelens in een juist kader te plaatsen, is het belangrijk een aantal dingen te weten. Allereerst: lang niet alle topproducenten van Amarone zijn aangesloten bij het Consorzio Tutela di Vini Valpolicella (helaas). En dat terwijl deze organisatie enorm zijn best doet de wijnen van Verona zo goed mogelijk te promoten. Wijnen van wereldberoemde producenten als Romano Dal Forno, Allegrini, Quintarelli en Speri konden dus niet worden geselecteerd. Dat is toch jammer voor het Consorzio van Valpolicella. Want wie zijn gebied optimaal wil promoten, moet bij dit soort proeverijen eigenlijk zijn allerbeste wijnen kunnen tonen.
Een verworven smaak
Tot slot moeten we niet vergeten: het waarderen van (zeer) gerijpte wijnen is tot op zekere hoogte ook ‘an acquired taste’. Zo zijn de lokale wijnliefhebbers vaak veel minder kritisch op de oude wijnen van hun streek dan buitenlandse journalisten, met minder specifieke maar veel bredere ervaring. Die eersten zijn met de wijnen opgegroeid, die laatsten meestal niet. Die komen steeds vaker uit landen waar men wijnen steeds jonger drinkt. Ook uit de houding van vele Nederlandse wijnprofessionals ten aanzien van gerijpte Bordeaux, blijkt dat de waardering van gerijpte wijnen deels een verworven smaak is. Want het valt me vaak op hoe veel coulanter we zijn tegenover tonen van vergevorderde ontwikkeling in oudere Bordeaux dan tegenover dat soort oudersdomstrekjes in wijnen van andere, minder klassieke herkomst. Om te weten hoe goed wijnen ouderen en wat hun optimale drinkperiode is, moet je ze blijven volgen, door de jaren heen. Vandaar dat ik hoop dit soort proeverijen nog veel vaker mee te maken.
tekst en foto’s: Lars Daniëls MV