Het beste is voor Italianen nog niet goed genoeg. Italiaans eten is voor mij toch wel vaak het summum. Mooie producten en dan niet al te ingewikkeld klaargemaakt. Eten is voor Italianen zelf ook heel belangrijk, dat is zeker. En kwaliteit staat voorop. Daarom is het ook zo goed. Italianen zijn veel strenger op hun producten dan veel van onze landgenoten –het is niet anders.
Als je geniet van de Italiaanse keuken is het goed te weten dat Italië een lappendeken is van streekgerechten. Elke streek heeft eigen specialiteiten, waar de inwoners trots op zijn. Daar word je soms op een bijzondere manier aan herinnerd. Dat gebeurde afgelopen week aan de lunch op Sicilië, bij het eigen restaurant van Locanda Gulfi, in Chiaramonte, in het zuidoosten van het eiland, in het hart van de DOCG Cerasuolo di Vittoria.
Ik zat aan tafel met een groep collega-journalisten, van wie een paar uit Piemonte. Komt er risotto op tafel, beginnen ze onmiddellijk bedenkelijk te kijken. ‘Heel dapper om ons risotto te serveren.’ Risotto is Noord-Italiaans en zeker niet Siciliaans. Hier werd een aanslag gepleegd op een van hun streekgerechten. ‘De chef moet van goede huize komen, als hij dit durft. Waarom maakt hij niet gewoon een traditioneel lokaal gerecht, naar het recept van zijn grootmoeder?’ De risotto zag er mooi uit. Hij ‘liep’ goed en er zaten lekkere wilde asperges in. Maar ja, en dan. Mijn Italiaanse tafelgenoten hadden aan één hap genoeg. ‘Zie je wel. Te gaar gekookt. Dat gaan we niet eten.’ De vorken worden ostentatief neergelegd. Zo werkt dat dus in Italië. Italianen zijn heel veeleisend met eten. En kom niet aan andermans streekgerecht, want dan zwaait er wat. Tja. Ik begreep hun bezwaren wel, maar een tikje snobby was het toch ook wel. En ook niet zo heel aardig.
Na afloop werd er nog zeker een kwartier met de chef verhit over dit gerecht gediscussieerd. Hij begon een heel verhaal over de rijst -dat Siciliaanse carnaroli meer vocht opneemt- en dat hij ook rijst wilde gebruiken in plaats van pasta omdat veel mensen glutenovergevoelig zijn. Een lokale producent zei dat hij ook goede carnaroli had, en dat het leuker was een product van het eiland zelf te gebruiken. Nou ja, dit was het resultaat. Pech dat hij het dit keer moest serveren aan Piemontese fijnproevers…
Ronald de Groot