De Tafel van de interspecifieke druivenrassen (deel 1)   - Perswijn
Achtergrond & Interviews

De Tafel van de interspecifieke druivenrassen (deel 1)

Twaalf Belgische wijnmakers, sommeliers en wijnschrijvers verzamelden zich op het Vlaamse wijndomein Petrushoeve om in een blindproeverij de kwaliteit te bepalen van Belgische wijn van interspecifieke druivenrassen. Dat zijn druiven met weinig vertrouwde namen zoals johanniter, souvignier gris, pinotin en cabernet cortis. De wijnconsument uit de Lage Landen die lokaal wil kopen, vindt steeds meer wijnen van die rassen in de winkel. Uiteraard stelt hij zich dezelfde vragen als wij tijdens onze proeverij. Zijn de wijnen van deze druiven wel even lekker en verfijnd als wijnen van klassieke druivenrassen? Zijn ze anders van geur en smaak of gelijken ze op wijnen die we gewoon zijn? Uiteindelijk: zijn ze hun prijs en het kopen waard? Ik proef deze wijnen al verschillende jaren maar nu pas, na deze uitgebreide proeverij, heb ik het gevoel dat ik er voldoende geprobeerd heb om een oordeel uit te spreken. In dit artikel geef ik mijn impressies van de degustatie weer en die van een aantal medeproevers. Uitgebreide besprekingen van de individuele wijnen en breder, van de thematiek van interspecifieke druivenrassen, volgen later.

Interspecifieke druiven zullen in de wijnwereld steeds belangrijker worden, of men dat nu wil of niet. Het belangrijkste argument pro is dat deze druiven een meer duurzame wijnbouw beloven (zie verder). Het fenomeen vraagt openheid van de traditionele wijnwereld maar er mag ook ruimte zijn voor kritiek. Ik licht alvast een tip van de sluier op over de perceptie van de kwaliteit van de geproefde wijnen. De eindconclusies van twee proevers vertegenwoordigen de twee uitersten in de waaier van meningen binnen het proefgezelschap. Een van de sommeliers en wijnlesgevers, tot dan onbekend met deze wijnen, vatte haar kwaliteitsoordeel na de proeverij zo samen: “een van de mooiere proeverijen die ik in mijn loopbaan had, door de vele ontdekkingen”. Haar aanvankelijke vooroordelen naar wijn van interspecifieke druiven als zou die minderwaardig zijn en onzuiver van geur (“foxy”), waren verdwenen. Een andere proever bleef tijdens het proeven op zijn honger zitten en vroeg zich af wat de meerwaarde is van deze wijnen: “Ik had geen wauw-gevoel. Voor dezelfde prijs vind ik mijn ding toch meer in de klassieke rassen waar ik van hou”. Een aantal wijnen vond hij echt wel goed, andere waren naar zijn oordeel niet bijzonder maar wel zonder fouten of onzuiverheden.

Het was de vijfde keer dat ik een zogenaamde Tafel van de Lage Landen-wijn organiseerde. Deze keer dus de Tafel van de interspecifieke druivenrassen. In voorbije jaren waren er Tafels over Pinot Noir (2016), Pinot Gris (2017), Riesling (2019) en Auxerrois (2021). In de voorbereiding van deze Tafel maakte ik een selectie uit wat voor mij de betere Belgische wijnen van interspecifieke rassen zijn. Het idee is dat het kwaliteitspotentieel van de nieuwe druivenrassen (en van elk druivenras) het best kan ingeschat worden als men de cuvées van de betere wijnbouwers met de betere terroirs in ogenschouw neemt. Het heeft geen zin om in dit kader wijnen te proeven van een wijnbouwer met een voor wijndruiven ongeschikt terroir die toch wijn wil maken en daarom voor sterke, interspecifieke druiven kiest. Of wijn van een hobbyist die interspecifieke druiven kweekt omdat er minder werk aan is en hij geen licentie heeft voor gebruik van gewasbescherming. Terroir en professionaliteit zijn voor elke goede wijn noodzakelijk, ook voor die van interspecifieke rassen.

De Tafel van de interspecifieke druivenrassen vond plaats op wijndomein Petrushoeve in Bekkevoort, één van de koplopers in Vlaanderen op het vlak van teelt van interspecifieke rassen (Hageland, Vlaams-Brabant). Wijnbouwer Gerry Calders, gastheer van dienst, heeft een aanplant van 8 hectare interspecifiek en 12 hectare inclusief klassieke rassen. We namen een dag de tijd om een 40-tal wijnen grondig te proeven en te bediscussiëren: wit, rosé en rood in stil en mousserend. In tegenstelling tot vorige Tafels was er alleen Belgische wijn, geen Nederlandse. De selectie van die Belgische wijn was al een uitdaging gezien de talrijke Belgische wijndomeinen met interspecifieke druivenrassen. Naar schatting een derde van alle Belgische wijnstokken is interspecifiek. In Nederland is dat zelfs 60%. Het areaal wordt steeds groter door uitbreidingen van bestaande bedrijven maar ook door pas opstartende domeinen van aanzienlijke omvang. De meeste maar ook grootste bedrijven met interspecifieke druiven zijn Waals: Vin de Liège met 17 hectare, Domaine du Chenoy met 14 hectare, Château de Bioul met 12 hectare en het recente Les Jardins d’Annevoie met 11,7 hectare. Het opkomende wijndomein Mérula in Brugge ontwikkelt zich in Vlaanderen tot grootste speler met 13 hectare (22 hectare, incluis klassieke druiven). Interspecifieke druiven zitten in België duidelijk in de lift.

Kort samengevat voor de lezer die nog niet bekend is met interspecifieke druiven, ook wel hybride of nieuwe rassen genoemd. Ze komen voort uit door de mens geproduceerde kruisingen tussen Vitis vinifera en andere druivensoorten. In hun genetische geschiedenis zijn ze grotendeels maar niet 100% zuiver Vitis vinifera, de soort waarvan traditioneel bijna alle kwaliteitswijn gemaakt wordt. Het belangrijkste doel van de laboratoria die deze kruisingen bedenken, is het verkrijgen van een wijnstok die weerbaarder is tegen ziektes zoals echte en valse meeldauw en botrytis. De kruisingen gebeuren met Aziatische of Amerikaanse druivenrassen die ziekteresistenter zijn dan de traditionele Vitis Vinifera. In Duitsland worden ze “pilswiderstandsfähig” (schimmeltolerant) genoemd of afgekort: PiWi’s. De interspecifieke druiven zijn gemakkelijker tegen ziektes te behandelen, met minder spuitbeurten en minder pesticiden. In het kader van bescherming van het milieu en vermindering van ecologische voetdruk is dat nuttig. Interspecifieke druiven zijn interessant voor biologische wijnbouw in landen die gekenmerkt worden door grillig en soms erg vochtig weer. De in België meest aangeplante interspecifieke rassen zijn wit: johanniter, solaris, souvignier gris en muscaris. In rood is er vooral regent, pinotin, cabernet cortis en rondo. Elk jaar komen er nieuwe, experimentele rassen bij, druiven met weer een eigen smaak en vaak nog een betere genetische onderbouw ter bescherming tegen ziekte. Soms worden de interspecifieke rassen over één kam geschoren maar in feite zijn het allemaal onderscheiden druivenrassen met eigen kenmerken. Net zoals klassieke rassen als chardonnay, sauvignon blanc, pinot noir en cabernet sauvignon. In de bespreking doe ik beroep op eigen proefnotities van de Tafel maar af en toe ook van wijnen die ik op een ander moment proefde.

Weelderige solaris in wit en oranje

De proeverij vatte aan met wijn van solaris of blends ermee. De druif is een kruising van merzling en freiburg 986-60. Ik ben enthousiast over het aromatische potentieel van dit ras, dat in de wijngaard bijzonder resistent blijkt tegen meeldauw (minder tegen botrytis). De solaris-wijnen bieden uitbundige citrus maar typischer nog: tropische aroma’s van ananas en mango, bloesem/bloemigheid en honing. Een benchmark in België is de fruitgedreven Solaris van het Waals-Brabantse Chapitre met mooie basiskwaliteit en toegankelijke prijs. Onder de indruk ben ik van een aantal Belgische vin naturels van solaris, in witte wijn en oranje wijn. Het nieuwe wijndomein Dalaheim uit het Land van Herve maakte in het verregende 2021 een bijzonder rijke, karaktervolle en van energie barstende witte Solaris. Daarnaast proefden we twee oranje wijnen met solaris: de fantastische Avant Première 2022 van Terroir Terwaer uit Oost-Vlaanderen (uitbundig, rijk, kaneel, gember, sinaasappelzeste, rijpe perzik, zachte en fijne tannine, gedoseerde vluchtigheid, lengte) en de mooie Oker 2020 van Lijsternest uit West-Vlaanderen (geparfumeerd, bloemig, abrikoos, zoete kruiden, iets gistigs, lang). De Wijnfaktorij uit Antwerpen bewees met zijn Kontreir II hoe weelderig en complex oranje wijn van solaris kan zijn. Avant Première en Oker zijn geen monocépages maar solaris speelt wel een hoofdrol. Mogelijke problemen bij de vroeg rijpende solaris zijn hoog alcoholgehalte en tekort aan zuren. Dat zijn redenen om te blenden met andere druiven. In de genoemde oranje wijnen werd solaris met onder andere bronner vermengd, een druif die veel minder suiker en dus alcoholgehalte geeft. De qua structuur wat eenzijdige Solaris wordt door de meeste wijnbedrijven aangevuld met druiven die het geheel meer fond geven, bijvoorbeeld Ten Gaerde (met johanniter), Domaine du Chenoy (met bronner, johanniter en souvignier gris), Château de Bioul (cuvée Citadelle met johanniter en muscaris) en wijndomein Waes (met bianca). Het nieuwe Coteaux des Avelines uit Waals-Brabant blendt solaris met souvignier gris in zijn witte Évasion 2021. Deze wijn oogstte veel lof door sappigheid van citrus en ananas, veel finesse en lengte. Tenslotte leent solaris zich voor zoete wijn. De Solaris Botrytis Vendange Tardive 2022 van de kleine Waalse coöperatieve Villa Beau-Site vond ik overheerlijk met munt, ananas en rozenblaadjes. Ook Vin de Liège maakt van solaris mooi zoet, de Orchis. Tenslotte produceert Petrushoeve een knappe versterkte Solaris (16,5% alc) met citrus- en stervruchten, karamel, jeneverbes, gember en munt. Wijn van (te?) vroeg geplukte solaris kan iets vegetaals (gras, paprika) hebben maar dat stoort niet noodzakelijk. Dit vroege plukken, soms al eind augustus, gebeurt om suikergehalte te bedwingen en zuren te behouden.

Witte en mousserende Johanniter

Johanniter is een kruising van riesling en freiburg 589-54. Het is de meest voorkomende interspecifieke druif in België maar ook Nederland. Op bijna ieder wijndomein dat ik bezoek, hoor ik dat het ras minder ziekteresistent is dan eigenlijk gewenst. Desondanks wordt hij volop bij geplant. Aroma’s zijn bloemigheid, citrus en rokerigheid. De wijn is neutraler, minder aromatisch dan solaris. Precies daardoor blinkt johanniter vooral uit in mousserend. Maar ook in stil kunnen bevredigende resultaten bereikt worden. Een van de knapste Johanniters in België is de Ô de Craie van Vin de Liège uit Luik. We proefden 2020. Door lange rijping op de lie is dit een wijn met breed en vettig mondgevoel en smaakdiepte (citrus, gedroogde perzik, rokerigheid). In het Hageland maakte Liemau een eenvoudige maar lekkere Johanniter 2022 met voor de druif atypisch tropisch fruit van ananas en abrikoos. Bij Petrushoeve kreeg Johanniter Barrique 2022 drie maanden eikrijping met mooi resultaat (pompelmoes, rijpe appel, peer, aards, speelse citruszuren, lindebloesem). In mousserend proefden we een zuivere, slanke, mineralige Mérula Johanniter Brut Nature en vooral een heerlijk sappige, karaktervolle Johanniter Brut van Petrushoeve, ter plaatse gedégorgeerd à la volée. Het nieuwe Domaine de Lowas uit Gréz-Doiseau in Waals-Brabant scoort met zijn originele en betaalbare Extra Brut van johanniter (75%) en souvignier gris (25%). De johanniter geeft finesse (de fijne ‘boventonen’) en sappig fruit, souvignier gris geeft body, structuur, bijkomende zuren en rijp fruit zoals abrikoos. Ook Vin de Liège blendt johanniter met souvignier gris in zijn prachtige Insoumise Réserve, die 22 maanden sur lattes bleef. Hij bekoorde iedereen aan tafel (brioche, verfijnd, karamel, boter, tropisch fruit, rijk, structuur, lang). Deze wijn werd door Gault&Millau verkozen als een van de 18 beste wijnen van België. Allemaal originele Belgische mousserende wijnen die er mogen zijn in hun eigen fruitige stijl. En niet die van Champagne.

Aromatische Muscaris

Muscaris is een kruising van solaris en muscat à petits grains blancs en dus niet toevallig aromatisch. De eerste Muscaris die me overtuigde, was de Muscaris 2020 van Domaine de Lowas met zijn muscat-bloemigheid en druivigheid, naast sinaasappel, munt, peper en iets paprika. Droog, krokant mondgevoel, niet té aromatisch. Petrushoeve maakte in 2022 een mooie bloemige Muscaris met een tikkeltje restzoet en een evenwichtige, zoete cuvée van druiven met botrytis, de Musca. Een beetje muscaris tenslotte kan de finishing touch zijn in een blend, bijvoorbeeld de fijne witte Osmose van Vignoble des Trois Rois van souvignier gris en solaris met amper een paar percent muscaris. Een aroma ondersteunend snuifje.

In deel 2 van dit artikel bespreek ik Souvignier Gris en de rode en rosé wijn van blauwe interspecifieke rassen. Je zal er de volledige lijst met wijnen vinden met mijn scores en hartendiefjes. Deel 2 wordt 20 december gepubliceerd.

Stefaan Soenen

Reageer op dit item

nl Nederlands