Essence de Dourthe: merkwijn hors catégorie - Perswijn
Achtergrond & Interviews

Essence de Dourthe: merkwijn hors catégorie

Welke zichzelf serieus nemende wijndrinker (m/v) durft anno 2016 nog gezien te worden met een merkwijn van het type generieke AC Bordeaux in het glas? Bordeaux is toch helemaal uit de tijd? En merkwijnen zijn er toch voor onzekere mensen die niets van de ‘juiste’ namen afweten? Bij het huis Dourthe denken ze daar wat genuanceerder over. Ook al is het op papier maar simpele een Bordeaux, hun prestigewijn Essence de Dourthe laat menige cru classé achter zich!

Patrick Jestin, algemeen directeur van Dourthe, was recentelijk in Nederland om bij restaurant Noble in ’s-Hertogenbosch de jaargang 2010 van Essence te laten proeven, samen met nog wat andere (château)wijnen uit zijn portfolio die door importeur Verlinden Drink & Discover gevoerd worden. En laat het nog maar eens gezegd zijn aan het adres van alle sceptici: Bordeaux 2010 proeven (en drinken) is bepaald geen straf.
Patrick Jestin (Dourthe)

Big business

Jestin werkt zelf al weer 30 jaar bij Dourthe na eerst in de parfumbranche actief te zijn geweest. In die tijd heeft hij heel wat veranderingen meegemaakt en is hij betrokken geweest bij de ontplooiing van allerhande nieuwe initiatieven. Hij kwam binnen bij het in 1840 opgerichte bedrijf in een periode waarin dat al weer een tijdje geen familiebezit meer was, maar als CVBG-Dourthe op de belangstelling mocht rekenen van branchevreemde multinationals als Douwe Egberts en Bols-Wessanen. Dat werd dus geen doorslaand succes. In 1998 kregen hij en twee andere directieleden de kans op een managementovername onder gunstige voorwaarden. Volgens Jestin hadden de banken toen genoeg vertrouwen in Dourthe om met een royaal krediet over de brug te komen. De laatste stap in eigendomswisselingen volgde in 2007, toen het deel uit ging maken van de in de Champagne gevestigde Groupe Thiénot sinds die een meerderheid van de aandelen had weten te verwerven.

Eigen châteaux

Hoewel Dourthe van huis uit een handelshuis (négociant) was, is het in 1979 begonnen met het aankopen van eigen châteaux, om te beginnen cru classé Belgrave (Haut-Médoc). In 1990 kwamen daar de châteaux La Garde (Pessac-Léognan) en Pey La Tour (Bordeaux Supérieur) bij. In 1995 werd Le Boscq (Saint-Estèphe) gekocht, terwijl vanaf 2005 Grand Barrail Lamarzelle Figeac (Saint-Emilion Grand Cru) gepacht wordt. De meest recente aanwinst is Reysson (Haut-Médoc), dat al sinds 2001 door Dourthe beheerd werd. Al deze châteaux zijn samen met de drie die Thiénot al in eigendom had – Rahoul (Graves), de Ricaud (Cadillac – Côtes de Bordeaux) en Haut Gros Caillou (Saint-Emilion) – ondergebracht in Vignobles Dourthe.

Perceelselectie bij Chateau La Garde

Merkwijnen

Als handelshuis voert Dourthe vanzelfsprekend diverse merkwijnen, van instapniveau als Grands Terroirs (bij Albert Heijn) tot meer ambitieus zoals Beau Mayne en Dourthe No. 1, de tweede in zowel rode als witte uitvoering. In ’s-Hertogenbosch was de in 1988 – en daarmee al vijf jaar eerder dan de rode – gelanceerde witte Dourthe No. 1 van 2015 de eerste wijn in het glas. Het is een Bordeaux blanc sec op basis van sauvignon blanc. Idealiter drink je hem ’s zomers op een terras in Arcachon met een dozijn van de lokale oesters erbij, maar op een grijze herfstdag in Nederland bij gougères van Edwin Kats smaakt hij ook prima als aperitief voor de lunch. Levendig, expressief en spatzuiver. Rechttoe, rechtaan en met een hoge doordrinkfactor.

Ultieme assemblage

Maar goed, het was allemaal begonnen om die rode Essence. Je zou die kunnen typeren als een garagewijn. Want wat is het concept? Belgrave, La Garde, Le Boscq en Grand Barrail Lamarzelle Figeac krijgen alle vier onbeperkte financiële ruimte om van hun beste percelen – momenteel in totaal 11 hectare – wijn van optimale kwaliteit te maken. In de wetenschap dat oenoloog Michel Rolland adviseert, wekt het geen verbazing dat perfecte rijpheid hierbij een vanzelfsprekendheid is. Alleen de allerbeste vaten worden uiteindelijk bij Dourthe in Parempuyre geassembleerd en krijgen vervolgens nog een jaar extra houtopvoeding. Cabernet sauvignon is in de regel goed voor de helft van de samenstelling, terwijl bij de aanvullende rassen het vrij hoge percentage petit verdot opvalt. Jestin en zijn bedrijf beschouwen Essence als het ultieme voorbeeld van een assemblage. En is assembleren niet een handelsmerk van Bordeaux?

Sorteertafel bij Chateau La Garde

Select

Van het oogstjaar 2010 zijn welgeteld 6000 flessen gebotteld. Aangezien Essence alleen in goede jaren uitkomt, zijn 2011, 2012 en 2013 overgeslagen. Het eerste jaar dat na 2010 op de markt zal komen, is daarom 2014. Een dure grap omdat uiteindelijk maar een deel van die bijzondere wijnen gebruikt wordt? Jestin vindt van niet, omdat de afzonderlijke châteaux profiteren van de opgedane ervaringen bij de toepassing van innovatieve technieken. Hij verwacht ook dat de productie in komende jaren wel wat groter zal worden. De prijs van Essence mag er overigens zijn met 89 euro exclusief BTW inkoop voor horeca en detailhandel in het geval van 2010 en 79 euro in dat van 2008. Maar daar heb je dan ook wel wat voor. Gelet op zijn kwaliteit en zijn multiregionale samenstelling is het natuurlijk een prachtwijn om etikettendrinker in blindproeverijen mee op het verkeerde been te zetten. Succes verzekerd.

Proef op de som

Jestin liet van Essence de Dourthe behalve 2010 ook 2008 en 2005 proeven, twee monumentale jaargangen dus met een wat lichter millésime ertussen. Zie Essence 2008 tussen 2005 en 2010 als de lichtvoetige 4e symfonie van Ludwig van Beethoven tussen diens dramatische 3e en 5e. Jestin kon zich in ieder geval prima in deze vergelijking vinden.

Van jong naar gerijpt:

• 2010: Wijn uit een geweldig jaar met de allure van een grand cru. Concentratie, kracht, weelderigheid en nog nauwelijks enige ontwikkeling. Compact fruit, intens, aanwezige maar rijpe tannine, mooi versmolten hout, prachtige lengte. Kortom, een mondvol wijn. Nu al aangenaam, maar met groots ontwikkelingspotentieel.

• 2008: Goed jaar, maar geen top. Dat proef je. In alle opzichten duidelijk wat lichter van structuur en met ook al de nodige ontwikkeling en het welbekende sigarenkistje in de maak. Gemiddelde body en intensiteit. Nu drinken. Hoe zeiden de oude Engelse schrijvers het ooit? Excellent luncheon claret.

• 2005: Dit is wel weer een groot millésime, maar inmiddels wel dik 10 jaar oud. Dat merk je aan het gerijpte karakter met tertiaire trekjes. Open, mooi aromatisch met voorspelbaar zwart fruit en ceder, evenals leer en tabak, in de smaak weer dat gerijpte zwarte fruit, chocolade en een machtige tanninestructuur. Daarom nu toch maar drinken?Van drie van de vier châteaux die een bijdrage leveren aan Essence kon ook 2010 beoordeeld worden. Daarvan bleek Le Boscq al heel toegankelijk en op dronk, Belgrave een echte charmeur met nog volop reserve en La Garde de meest klassieke met een indrukwekkende concentratie, pit en lengte. De witte 2013 van La Garde, gemaakt van sémillon, sauvignon blanc en sauvignon gris was allesbehalve een straf. Moraal van het verhaal? Bordeaux is zo gek nog niet. Importeur: Verlinden Drink & Discover, www.verlindendrinkanddiscover.nl

René van Heusden

Reageer op dit item

nl Nederlands