Het was weer een prachtige Wine Professional dit jaar. Wat een uniek evenement is dat toch. Inhoudelijk en qua presentatie. Nederland mag en moet hier trots op zijn. Jubel en gloria derhalve. Wijntheater pur sang, bij vlagen onnavolgbaar. Letterlijk en figuurlijk. Met louter kwaliteitbewuste importeurs, gelauwerde chefs, samen goed voor enige honderden GM-punten, en natuurlijk al die super creatieve sommeliers.
Het was weer een prachtige Wine Professional dit jaar. Wat een uniek evenement is dat toch. Inhoudelijk en qua presentatie. Nederland mag en moet hier trots op zijn. Jubel en gloria derhalve. Wijntheater pur sang, bij vlagen onnavolgbaar. Letterlijk en figuurlijk. Met louter kwaliteitbewuste importeurs, gelauwerde chefs, samen goed voor enige honderden GM-punten, en natuurlijk al die super creatieve sommeliers. (Die hopelijk al lang begrepen hebben dat zogenaamd trendy sake inmiddels echt niet meer kan. Maar dat terzijde.) Plus heel veel dik verdiende prijzen voor magnifieke huiswijnen van Stampersgat tot Kollummerpomp en prestigieuze Diamond Awards. Kortom, fijnheid in hoogste vorm. Louter hoogtepunten, idealisme, professionaliteit en bekommernis om de gast. Een geruststellende gedachte in tijden waarin ‘vertrouwen’ alles is. Althans, dat zou je in je naïviteit geneigd zijn te denken.
Maar is het werkelijk alleen maar rozengeur en maneschijn met wijn in de Nederlandse horeca? Ach, we weten wel beter. Geen hoogtepunten zonder dieptepunten. Een recente ervaring in het Zeeuwse land heeft bij mij in ieder geval enige twijfels opgeroepen aan het sérieux van een aantal Nederlandse wijnleveranciers die zaken (wensen te) doen met de horeca. Wat was het geval? Een aantal Zeeuwse restaurants dat Oosterscheldekreeft serveert en daar gezamenlijk promotie voor maakt, schrijft jaarlijks een competitie uit voor de verkiezing van, drie keer raden, de Oosterscheldekreeftwijn. Tot voor kort was dat een weinig serieuze aangelegenheid. Gewoon een kwestie van het meest biedende land of het meest biedende gebied. Soms met een passende wijn, soms ook niet. Een halfzoete Riesling uit de Rheingau is prima, een zoetige Pinot Gris uit de Elzas zozo, een Spaanse Moscato, ook al was die droog, absoluut niet.
Dit jaar besloot men de zaken echter wat serieuzer aan te pakken via een open competitie, uiteraard met bepaalde voorwaarde qua prijs en de onvermijdelijke vrijwillige bijdrage voor promotie. Prima, zo hoort het. De inschrijving voor de selectie 2009 was volledig open en werd aangekondigd via de site van het Productschap Wijn. Om precies te zijn 102 wijnen werden ingezonden. Daarvan zijn er 101 blind geproefd. En die 102e dan? Wel, dat was een stoere rode uit de Zuid-Rhône. Het leek de organisator van de proeverij beter die wijn maar op voorhand buiten de selectieproeverij te houden. Terecht, want zelfs zo’n super fancy sake – die vermeende, straf gepromote ‘trend’ (?) voor 2009 – zou beter gaan met Oosterscheldekreeft dan een heftige rode.
Tja, dat geeft dus ernstig te denken over de realiteitszin, c.q. de vakkundigheid, van de inzender. Je vraagt je in alle gemoede af of zo iemand wel enig benul heeft van kreeft. Maar helaas stemde minstens de helft van de ingezonden witte wijnen al evenmin tot opgewekte gezichten. Hier wordt het verhaal eigenlijk echt ernstig. Tal van importeurs speelden ofwel de kaart van het schaamteloos opportunisme – als je niet schiet, dan scoor je niet – ofwel leverden een dubbel brevet af van onkunde. Waarom? Omdat een groot aantal inzenders, net als die van de rode Rhône, kennelijk geen enkele notie heeft hoe Oosterscheldekreeft nu eigenlijk smaakt en wat voor type wijn daar het best bij zou kunnen aansluiten. En daarnaast geen verstand van wijninkoop heeft.
Zo waren er waren technisch heel fatsoenlijke wijnen bij die alleen niet optimaal bij kreeft passen. Chardonnays bijvoorbeeld. Soit. Maar echt bedenkelijk was de grote hoeveelheid technisch zwakke en/of gekunstelde wijnen – lees met zaagsel gepimpte slappe hap van minstens 150 hl/ha. Spul waarbij je spontaan zegt: gadver, wat is dat vies. Alleen een aartsmasochist als Nicolaas Klei zou hier nog enig genoegen aan beleven. Beschamend, alle vertrouwen ondermijnend en getuigend van minachting voor zowel restaurateurs als ‘gasten’.
O ja, de winnende wijn – een halfdroge Moezelriesling – was er een van een zelf importerende Zeeuwse restaurateur. Voor alle duidelijkheid: niet ‘gekocht’, maar eerlijk blind gekozen. Ik was er zelf bij. Een leermoment van de eerste orde.
René van Heusden