Kredietcrisis of niet: natuurlijk gaat de wijnveiling van Hospices de Beaune door. Vooraf werd gespeculeerd of de economische omstandigheden invloed zouden hebben op het resultaat. Laten de Amerikanen het afweten? Of zou er door schaars aanbod juist een prijsstijging optreden? Karel de Graaf merkte dat de professionele proeverij minder druk werd bezocht dan andere jaren.
Goede of slechte economische omstandigheden hebben uiteraard geen invloed op het doorgaan op de derde zondag van november van de beroemdste wijnveiling ter wereld: die van de Hospices de Beaune in de bekende hoofdstad van de Bourgogne.
Elk jaar wordt er geoogst en dus ook elk jaar geveild. Dit jaar maar liefst voor de 148e keer! Het was voor Veilinghuis Christie’s alweer de vierde veiling die het organiseerde.
Voorafgaand aan de veiling was er de nodige speculatie over het uiteindelijke resultaat. De economische omstandigheden zouden voor een prijsdaling kunnen zorgen. Bovendien werd verwacht dat de Amerikanen het zouden laten afweten. Hoewel er enorm veel volk op de been was om de wijnen te proeven, werd daarnaast de professionele proeverij op vrijdagochtend in de kelders van de Hospices naar mijn smaak minder bezocht dan in voorgaande jaren. Anderen voorspelden juist een prijsstijging vanwege de goede kwaliteit, de lage rendementen (de kleinste oogst sinds 21 jaar) en de stijging van de ‘en vrac-prijzen’, die al een tijdje aan de gang is. Deze stijging wordt veroorzaakt door een gebrek aan voorraden. Er zouden ook nog 10 procent minder vaten dan in 2007 worden geveild (544 vaten in plaats van 607).
De prijzen tijdens de veiling op zondag 16 november bleken uiteindelijk met 26,42 procent te dalen. Anthony Hanson MW van veilingorganisator Christie’s was best tevreden met dit resultaat, zeker na zo’n natte zomer en een periode van economische onzekerheid. Anthony Hanson verklaarde in de lokale krant, Le Bien Public: “The wines are clean and ripe with attractive structure and good fruit density, as well as balanced tannines.”
Ik sluit me volledig bij Hanson aan. Het is lang geleden dat ik zo’n mooie, homogene serie wijnen van de Hospices de Beaune heb geproefd. Dat geldt voor zowel de rode als de witte wijnen. Als je goed weet aan welke klimatologische omstandigheden de Bourgogne is blootgesteld en hoe het wederom is ontsnapt aan een catastrofe, dan zal je je verbazen over het resultaat. Een groot compliment aan wijnmaker Roland Masse is dan ook zeker op zijn plaats.
Voor de goede orde wijs ik erop dat de wijnen door de kopers in december bij de Hospices moeten worden opgehaald en daarna dan bij diverse producenten (boeren en handelshuizen) in hun kelders worden opgevoed. Ik heb de ervaring dat dat opvoeden niet altijd even goed geschiedt. Om van het versnijden van de wijnen door obscure huizen en loonbottelaars maar niet te spreken.
De drie cuvées uit Savigny-lès-Beaune presenteerden zich zeer correct, maar de verrassingen kwamen van de cuvées uit Beaune, Volnay en Pommard.
De toppers bij de Beaune-cuvées waren voor mij de Beaune 1er Cru ‘Clos des Avaux’ en de Beaune 1er Cru ‘Dames Hospitalières’. De eerste toonde zich zeer compleet: breed, veel materie, elegantie en lengte. Wat krachtiger dan de tweede, die opviel door zijn elegantie en finesse. Beide waren van absoluut topniveau.
De vier Volnays (alle 1er Crus) waren alle verrassend zeer goed van kwaliteit. De Volnay ‘Cuvée Blondeau’ zat (begrijpelijk) in een wat moeilijke, gesloten fase, maar was krachtig en rijk en heeft voor mij veel potentie. De beide Volnay Santenots 1er Cru (de cuvées ‘Jehan de Massol’ en ‘Gauvain’) zijn absolute toppers: veel fruit, elegantie, finesse en een prachtige lengte. Mochten dit, als de wijnen eenmaal op fles zijn, geen topwijnen zijn geworden, dan hebben de opvoeders het fout gedaan!
Bij de Pommards was er dit jaar een nieuwe cuvée: Pommard Epenots 1er Cru ‘Cuvée Dom Goblet’, afkomstig van de wijngaard Les Petits Epenots, gemaakt van 50 jaar oude stokken en genoemd naar de laatste monnik die keldermeester was van de Abbaye de Cîteaux. De wijn heeft een goede structuur, maar ik vind de taninnes aan de droge kant, hoewel dat in deze fase niet zoveel zegt. De beste Pommard vond ik de ‘Cuvée Suzanne Chaudron’, officieel geen 1er Cru, maar wel van hetzelfde niveau: een krachtige, goed gestructureerde wijn met een fraaie afdronk.
Bij de Grand Crus sprongen drie cuvées eruit. De Corton Grand Cru ‘Charlotte Dumay’ was vol en krachtig met fraaie, afgeronde tannines. Door de lage rendementen had men van de Clos de la Roche Grand Cru ‘Cyrot Chaudron’ en van de Clos de la Roche Grand Cru ‘Georges Kritter’ één cuvée gemaakt.
De wijn had opvallend koffietonen in de geur (van het nieuwe eikenhout) en was zeer elegant en finesserijk. Zeer ongebruikelijk in zo’n vroeg stadium. De Mazis-Chambertin Grand Cru ‘Madeleine Collignon’ daarentegen toonde veel kracht, een aanzienlijke bak fruit, en had een enorme lengte. Hij deed zijn reputatie als krachtigste Grand Cru van Gevrey-Chambertin gestand.
In de Bourgogne is het een oud gebruik witte wijnen na de rode te proeven. Bij de Hospices doe ze dat ook. Er werden twaalf witte cuvées geveild. Ook hier een fraaie homogene serie. Door de concentrerende noordenwind en de zon is een deel van de witte Bourgognes uit de Côte de Beaune aan de krachtige kant.
De eerste wijn, de Pouilly-Fuissé ‘Cuvée Françoise Poisard’, had prachtig wit en ook exotisch fruit met een opvallende lengte en frisse zuren. Ook de Meursault ‘Cuvée Loppin’ (een ac village) mocht er zijn: een combi van elegantie en kracht.
De fraaiste witte cuvées waren voor mij de beide Meursault Genevrières 1er Cru: de cuvées ‘Philippe Le Bon’ en ‘Baudot’. De eerste had nog 9 gram restsuiker, maar de wijn had al een enorme rijkdom en lengte: een dijk van een wijn. De tweede was droog (1,4 gram restsuiker) en was van hetzelfde laken een pak: een beauty van een wijn.
Net een niveau daaronder zaten de cuvées Meursault-Charmes 1er Cru ‘Cuvée Albert Grivault’ (nog 4 gram restsuiker en een echte Charmes: krachtig en rijk), de Corton-Charlemagne Grand Cru ‘François de Salins’ (veel mineraliteit, elegantie en lengte) en de Bâtard-Montrachet Grand Cru ‘Dames de Flandres’ (vier vaten en deze keer eleganter dan normaal met een zeer fraaie afdronk).
Van de Meursault-Porusots 1er Cru ‘Cuvée Jéhan Humblot’ waren maar vier vaten geoogst. Het andere perceel van deze cuvée was door oïdium (schimmelziekte) niet geoogst.
Tot slot: zoals gezegd, is het lang geleden dat ik zo’n homogene serie wijnen van de Hospices de Beaune heb geproefd. In 2005 zijn er uiteraard ook mooie wijnen gemaakt, maar door de stevige tannines van die jaargang was het proeven in zo’n vroeg stadium minder aangenaam.
Zoals bekend was de situatie in de Bourgogne tot 13 september zorgelijk. Maar toen de zon eindelijk kwam en enkele weken bleef schijnen en daarnaast de noordenwind zijn drogende en concentrerende werk ging doen, werden de producenten optimistisch tot zeer optimistisch. Ik heb erg fraaie oogstresultaten gezien bij de 50 producenten die ik tijdens de oogst heb bezocht. Het zal me dan ook niet verbazen als de Bourgogne evenals in 2002 de beste wijnen van Frankrijk heeft voortgebracht.
Voor lezers die volgend jaar ook een bezoek willen brengen aan de proeverij van de Hospices-veiling en niet zo bekend zijn met het uit fust proeven van zeer jonge wijnen van amper twee maanden oud, een waarschuwing. Soms bevatten de te proeven wijnen nog restsuiker. Dit is een teken dat de alcoholische gisting nog niet is afgerond. Bovendien is de appel-melkzure gisting in de wijnen nog niet begonnen en tonen de wijn zich (vrij) zuur. In jaren met koele zomermaanden en -nachten als 2008, bevatten de wijnen veel appelzuur, hetgeen trouwens ook in de analyses van diverse laboratoria te lezen viel. Het vrij agressieve appelzuur is een ‘druifeigen’ zuur dat door melkzuurbacteriën (ook druifeigen) in het mildere melkzuur wordt omgezet.
Verder accentueren de appelzuren de tannines, waardoor de wijnen droger overkomen. Tenslotte proef je een deel van de wijnen uit nieuwe eikenhouten vaten. Uiteraard heeft de wijn in zijn korte bestaan dat nieuwe hout nog niet (geheel) kunnen absorberen.
Karel de Graaf
Karel de Graaf was mede-oprichter/hoofredacteur van Perswijn en is Bourgogne-specialist. Hij komt al 29 jaar zeer regelmatig in de Bourgogne, werkt als agent voor enige tientallen Bourgogneproducenten en is docent wijnbouw en vinificatie aan diverse wijnopleidingen. Daarbij is hij de enige Nederlander wijngaardbezitter in Meursault. Hebt u vragen of wilt u meer informatie? Mail dan naar: karel@graafbourgognes.nl
Foto’s, van boven naar beneden: (1) in de veilingzaal zijn de biedingen goed te volgen, (2) Michiel Aubrun van de Dames Hospitalières, (3) Dominique Cornin van de Cuvée Francoise Poisard, (4) Daniel Ponelle van de Cuvée Meursault-Genevrières Baudot. |