Bio is in. Of liever: in verklaard. Ook in de wijnhandel. Importeur Vinites meende op deze trend te moeten inhaken met een proeverij op 25 februari in Artis onder de noemer ‘To Bio or not to Bio?’ Welnu, het ging vooral om ‘not Bio’ en meer een verkapte assortimentproeverij. Op het randje van het (on)betamelijke?
Bio is in. Of liever: in verklaard. Ook in de wijnhandel. Importeur Vinites meende op deze trend te moeten inhaken met een proeverij op 25 februari in Artis onder de noemer ‘To Bio or not to Bio?’ Welnu, het ging vooral om ‘not Bio’ en meer een verkapte assortimentproeverij. Op het randje van het (on)betamelijke?
Gelukkig had Vinites zelf op voorhand in het proefboekje het begrip ‘bio’ al danig gerelativeerd, want bij nader inzien bleken heel wat producenten geen officiële aanspraak op die kwalificatie te kunnen maken wegens het ontbreken van certificering. Je moet die mensen dus maar op hun blauwe of bruine ogen geloven dat ze ‘natuurvriendelijk’ (?), ‘biologisch’ of zelfs ‘biodynamisch’ bezig zijn. Naïviteit wordt in wijnland echter maar zelden beloond.
Maar soms klopt het ook wel. Wat de biodynamie betreft, voelt menigeen zich wel aangetrokken tot de verifieerbare technische kant van het (bodem)verhaal, maar haakt men af bij pseudoreligieuze zaken als het dynamiseren van preparaten en het begraven van koehoorns. Alleen kom je zo onvermijdelijk wel terecht in een schemerzone wat betreft begripsbepaling.
Met het populairder worden van zogenaamd ‘milieuvriendelijke’ producten zal de duidelijkheid in dezen er naar waarschijnlijkheid niet op vooruitgaan. Laat dat maar aan de commercie over. Zie fenomenen als ‘ecomodellen’ bij automobielen en ‘groene stroom’ die van Franse kerncentrales geïmporteerd wordt. Of de aanleg van ‘oerbossen’…
Ideologisch preciezen inzake biologisch boeren zullen wel met een boog om niet-gecertificeerde groene wijnproducenten heenlopen, maar de rekkelijken onder ons concentreren zich toch in de eerste plaats op wat er nu precies in het glas terechtkomt. En het moet gezegd, ondanks de wel erg dubieuze thematische insteek – dat doen we dus liever geen tweede keer! – viel er in Artis heel wat moois te proeven. Een kleine greep.
Dé revelatie van de dag vond ik Domaine Matassa uit de Roussillon met Vin de Pays des Côtes Catalanes in wit en rood. Matassa wordt gerund door de Australiërs Sam Harrop en Tom Lubbe. Ze werken gecertificeerd biodynamisch. Ja wel. Trefwoorden: stokoude stokken, concentratie, karakter, finesse, verteerbaarheid. En vooral ook drinkbaarheid dankzij de zeer lage pH en dienovereenkomstig levendige zuurgraad in de wijnen. Klasse apart.
Van Bourgogneagent Karel de Graaf, opvallend druk gesticulerend met zijn flessen, proefde ik o.a. een verrukkelijke Givry 2006 van Domaine de la Ferté. Een en al fruit. Van Devillard tweemaal een uitstekende Nuits-Saint-Georges, Domaine des Perdix (village) 2004 en Aux Perdrix (1er cru) 2005. Beide puur, geconcentreerd en levendig. Idem de Vosne-Romanée 2005 van dezelfde producent.
Jacob Duijn vertelde op zijn geheel eigen Nederduitse manier hoe hij sinds 2004 zijn wijngaarden aan het ‘omstellen’ is. Als ik het allemaal goed begrepen heb, streeft hij naar nog meer terroirexpressie in zijn pinot noirs. En meer gebruiksaanwijzing? Zijn Laufer Gut Alsenhof en Jannin 2005 overtuigden niet helemaal. Ze kwamen bijna mediterraan over, met teveel zon en drogende tannine. Met de mineralen zit het wel goed, maar het fruit is zo zo. Volgens Duijn is het een kwestie van tijd en beluchten. Zijn vlaggenschip SD overtuigde wel. Vanaf 2006 draagt Jannin trouwens als wijngaardnaam Sternenberg, SD de naam Engelsfelsen.
Het deed me veel genoegen om Abi Duhr in Nederland vertegenwoordigd te zien. Eindelijk eens een goed Luxemburgs wijngoed. Duhr is naar mijn onbescheiden mening zelfs de beste wijnproducent van Luxemburg en daarmee van de hele Benelux. Al die hobbywijngaardeniers die menen het wiel opnieuw te moeten uitvinden met die oervervelende Johanniters en Solarissen zouden voor de aardigheid eens bij hem op bezoek moeten gaan. Mooie Rieslings Paradäis 2004 en Grevenmacher Fels 2005 in Elzasstijl. Ze lijken helemaal niet op Duitse Moezelrieslings. Ook volle, on-Luxemburgs krachtige pinotwijnen als Pinot Blanc Fossiles, Pinot Gris Paradäis en Chardonnay Château Pauqué.
Tot slot nog enkele verrukkelijke vinos de Jerez van Valdespino. Aangeduid als ‘natuurvriendelijk’. Tja, wat moeten we daar nu mee? Laten we het maar liever houden op ‘mensvriendelijk’. Wegens verrukkelijke kwaliteit. Zie bijvoorbeeld de Manzanilla, de single vineyard Fino Inocente (what’s in a name?) en de hedonistische Oloroso Solera 1842. Ze zijn gelet op de kwaliteit van het gebodene trouwens nog vriendelijk voor de portemonnee ook!
René van Heusden