Tjonge jonge, was me dat even een rel zeg, die aanvaring tussen JvL en OtB! Lekker opgestookt door een snel medium dat zich naderhand scheinheilig wenste te distantiëren van alles. Flauw. Maar waar ging het ook al weer om? Nederlandse sommeliers zouden volgens de Grote Roerganger van de Wine & Food Association niets voorstellen in vergelijking met hun vakgenoten in België en zich louter bekommeren om Rolexen en Italiaanse mode-accessoires. Hij had er waarschijnlijk al een intensieve ontbijtproeverij opzitten toen hij dit tijdens Wine Professional even publiekelijk meende te moeten ventileren. Naar insiders met al wat meer jaren ervaring mij desgevraagd wisten te melden is dit, in historisch perspectief gezien, niets bijzonders. Van L. heeft al vaker in beschonken toestand mensen weten te schofferen. Niettemin is en blijft hij een fenomeen zonder weerga. Hij kan een rascharmeur zijn en lult, als hij wil, aan de lopende band studieuze wereldproeverijen bij elkaar. Waaraan dan weer allerhande opportunistische figuren graag meedoen. Gewoon een kwestie van gestreelde ego’s. De wijnwereld is nu eenmaal vergeven van wannabe’s. Maar geef toe, wanneer er ook nog een gratis maaltijd aan vast zit bij de een of andere voorspelbare beroemdheid in de Nederlandse horeca, dan komen al die proevers natuurlijk als vliegen op de stroop af. Zo ook OtB. Net als Van L. is dat een man met een gebruiksaanwijzing in drie kloeke delen, maar dan wel een die echt gefundeerde kennis van zaken heeft én een stuwende kracht binnen het NGS is. Kortom, iemand die een aanwinst is voor wat voor proefpanel dan ook.
Alles leek koek en ei tussen beide helden, tot Van L. de tijd rijp achtte voor een provocerend statement inzake Nederlandse sommeliers. Tact, zo hebben mensen die al wat langer in de wijnwereld meelopen mij in koor verzekerd, is wellicht niet ‘s mans sterkste kant. Dat is toch weer een heel andere tak van sport dan mensen voorhouden dat je ze beroemd gaat maken in Amsterdam en Amstelland. En dus ging Nederlands oudste nog levende sommelier – sommigen worden ouder dan 25 in hun metier! – door het lint. Edoch, een paar dagen later bestudeerden beide heren tijdens een fel realistische proeverij van het NGS de ‘verteerbaarheid’ en ‘gastronomische inzetbaarheid’ van enige jaargangen Cheval Blanc. Om elkaar in staat van euforie ter plaatse in de armen te vallen en vervolgens te doen alsof er niets gebeurd was. Uw gediplomeerde psychiater zal u graag uitleggen hoe zoiets te verklaren is.
Maar nu het twistpunt: zijn Nederlandse sommeliers per definitie foute types en Belgische heiligen? Natuurlijk niet.
Sterker nog: gelet op de omstandigheid dat sommeliers in Nederland bij gebrek aan een vakopleiding per definitie autodidact zijn, doen ze het helemaal nog niet zo gek. Toegegeven, Nederland kan een voorbeeld nemen aan het Belgische, en met name Vlaamse, horeca-onderwijs. En ja, er lopen in Vlaanderen inderdaad een paar kanjers rond. Net als in dat vermaledijde Nederland trouwens. Maar kijk ook eens naar de gemiddelde wijnkaart van Belgische eetgelegenheden. Daarop is het nog steeds belegen Frans wat de klok slaat, zeker in deepest darkest Wallonia. Misschien zou de Wine & Food Association – toch een club met internationale pretenties? – daarom voor de aardigheid eens een Belgische huiswijncompetitie moeten organiseren. Van L. zou dan wel een toontje lager moeten zingen.
En OtB? Laat die zich alsjeblieft blijven inzetten voor de vorming van jonge sommeliers in plaats van commerciële Nederlandse huiswijncompeties. Een beetje sommelier gaat toch veel liever voor Cheval Blanc dan voor een obscure Vin de Pays?
Hendrik Boom