Eindelijk weer een artikel over Duitse wijnen. Zo dol als Nederlanders op Duitse auto’s zijn, zo weinig lijken ze op te hebben met Duitse wijnen – dat wil zeggen: Duitse wijnen die zoveel kosten dat je voor het geld ook een Fanse wijn kan kopen, want dan wint die franse wijn het onherroepelijk, vooral als die wijn uit de Elzas afkomstig is. In uw artikel komt u hierop ook terug: terwijl Elzassers wijnen steeds zoeter worden, zijn er in Duitsland tal van goede en echt droge rieslings te koop die geweldige begeleiders van en mooie maaltijd kunnen zijn. Helemaal mee eens, alleen die eeuwige vergelijking van Duitse wijnen met Elzas wijnen; de verschillen in klimaat en terroir zijn over het algemeen (uitzonderingen zijn wellicht sommige delen van Baden en Rheinpfalz) zo groot dat elke vergelijking bij voorbaat al mank gaat.
Over zoet gesproken: u vermeldt dat het handelsmerk van Moezelwijnen lange tijd een combinatie van weinig alcohol met een subtiele zoet/zuur balans is geweest, met andere woorden: veel restzoet moest een (te) hoge zuurgraad en een gebrek aan concentratie camoufleren. Ook ben ik met u eens, alleen worden Duitse wijnen met restzoet zo wel heel algemeen veroordeeld. Restsuiker dient niet alleen in Duitsland ter camouflage van gebreken, ook in andere landen worden wijnen met steeds meer restsuiker geproduceerd en niet alleen in de Franse Elzas.
Bovendien worden veel Duitse wijnen niet met restzoet gemaakt om gebreken te camoufleren, maar simpelweg om zoet te zijn, dat dat kwaliteit kan opleveren blijkt ook wel uit de door u geproefde wijnen. Om Duitse wijnen op het onderwerp restzoet te beoordelen zou er een aparte beoordeling kunnen zijn tussen wijnen met en wijnen zonder een merkbaar aanwezig restzoet, want daar gaat het toch om: is het restzoet duidelijk waarneembaar of niet? Is de wijn bedoeld als aperitief, voor bij de maaltijd, voor na de maaltijd of om gewoon zo, op zichzelf te worden genoten ?
Zoete wijnen uit de Sauternes worden immers ook niet gelijktijdig geproefd c.q. vergeleken met wijnen uit de Graves of Pessac-Leognan die per definitie droog (horen te) zijn. Bovendien lopen de oogstjaren van de geproefde wijnen wel er uiteen. Dat geeft wel een leuk beeld van de mogelijkheden van het ouderen van de betere wijnen maar maakt het vergelijken weer lastiger, de wijnen verkeren immers in totaal andere fasen van hun ontwikkeling.
In het voorwoord vermeldt u overigens dat u ook aan de Nahe bent geweest, maar over deze wijnstreek is in het artikel, nog in de proefnotities een woord terug te vinden. Jammer, want juist de Nahe is een interessante streek met een zeer gevarieerd aanbod en zeer interessante wijnen. Hopelijk komt deze streek in het volgende nummer wel aan bod, dan kunt u meteen uw vaste leverancier van wetenswaardigheden over de Duitse wijnbouw, Armin Diel erin vermelden. Kent u bijvoorbeeld het wijngoed Oskar Mathern uit Niederhausen ?
Ook mis ik de vermelding van de Mittelrhein. Ik hoop niet dat u deze streekl overslaat (evenals de Ahr ?) want de Mittelrhein produceert – alleen in echt goede jaren – voortreffelijke rieslings, kent u bijvoorbeeld wijgoed August Perll te Boppard ?
De door u bezochte wijnstreken liggen qua klimaat, terroir en mogelijkheden nogal uit elkaar, bovendien vermeldt u in "Geproefd en beoordeeld" twee bezochte wijnbedrijven per wijnregio. Dat lijkt mij iets dunnetjes, en zo krijgt de lezer die geen of weinig "verstand" van Duitse wijnen heeft ook geen representatief beeld van de mogelijkheden van deze gebieden en de prestaties van de beste producenten..
U vermeldt bijvoorbeeld Schloss Vollrads in de tekst, maar er zijn geen proefnotities van de wijnen van dit zeer gereputeerde domein, terwijl Schloss Vollrads inderdaad jarenlang een voortrekker van de "nieuwe" Rheingauer wijn is geweest.
Onnodig hier een opsomming van uitstekende producenten te maken; dat kunt u zelf ook.
Verder valt mij op dat er nog steeds bitter weinig importeurs van goede Duitse wijnen zijn. Maar geen nood, Duitsland is vlakbij, dus een lijstje met aanbevolen wijnproducenten en hun locatie zou een ondernemende lezer zover kunnen krijgen om zelf eens langs te gaan. Ik weet het wel – Perswijn lezers zullen over het algemeen wel volwassen en zelfstandige mensen zijn die heel wel in staat zijn om zelf iets te ondernemen – maar gezien het feit dat uw artikel over een ware "Fundgrube" gaat zou enige aansporing in de goede richting geen kwaad kunnen.
"Duitsland heeft het"
Inderdaad, dat vind ik ook, en al heel wat jaren: ragfijne, elegante en raszuivere rieslings, droog of mét merkbaar restzoet, van lichte, droge aperitiefwijnen tot en met edelzoete dessertwijnen en bovendien kunnen de betere wijnen uit goede jaren ook nog eens geweldig goed ouderen. En ze zijn vaak, om toch maar met de Elzas te vergelijken, nog betaalbaar ook (vooral als men de moeite neemt om ze zelf ter plekke te gaan kopen), en ook dat zou de gemiddelde Nederlander aan moeten spreken. U heeft het al eerder zo treffend verwoord: goede kwaliteit voor een redelijke prijs, dát is waar Nederlanders van houden, en dat is in Duitsland volop te vinden.
Je moet alleen wel weten waar je moet zijn.
Nico Meier
Amsterdam