Les 1 in elk wijnboek of elke wijncursus leert ons dat een goede wijn een goed glas verdient. Glaswerk is terecht een pijler van wat zo mooi ‘wijncultuur’ heet. Toch wordt die vanzelfsprekende raad uit de wijnboeken door lang niet iedereen in wijnland ter harte genomen. Helaas zijn er nog hele volksstammen voor wie het glas niet meer dan een onbeduidende bijzaak lijkt te zijn. Zowel bij producenten met pretenties als in restaurants met pretenties.
Les 1 in elk wijnboek of elke wijncursus leert ons dat een goede wijn een goed glas verdient. Glaswerk is terecht een pijler van wat zo mooi ‘wijncultuur’ heet.
Toch wordt die vanzelfsprekende raad uit de wijnboeken door lang niet iedereen in wijnland ter harte genomen. Helaas zijn er nog hele volksstammen voor wie het glas niet meer dan een onbeduidende bijzaak lijkt te zijn. En dus krijg je hun wijn in belachelijk kleine gevalletjes die de naam ‘glas’ nauwelijks waardig zijn. Zowel bij producenten met pretenties als in restaurants met pretenties.
Fransen, die graag pretenderen zo trots te zijn op hun vermeend superieure wijncultuur, zijn nog altijd berucht om hun ongeëvenaarde klungeligheid op het gebied van presentatie. Grands crus uit eierdopjes of tandenborstelglazen, het gebeurt nog regelmatig! Om over hygiëne nog maar te zwijgen. Alleen in Bordeaux – waar anders dan daar, waar uiterlijk vertoon zo mogelijk belangrijker is dan inhoud – ziet het er wat beter uit. Bij de primeurproeverijen althans. In werkelijk beschaafde landen als Italië en ook het 21eeeuwse Duitsland is het daarentegen wel een goede gewoonte om wijnen in eersteklas glaswerk te presenteren.
En in Nederland? Mwa. Het houdt niet over. Recente proeverijen in respectievelijk een groot hotel, een congrescentrum – herstel: convention centre – een passagiersterminal en een historisch kasteel stemden niet echt vrolijk. Jammer, want het ging in alle gevallen ten koste van mooie wijnen. Beseffen de organisatoren dat niet? Is het een kwestie van zuinigheid? Dat zou vreemd zijn, want ze hebben wel geld over voor zaken als ‘seminars’, ‘smaakcolleges’ en ‘masterclasses’. Voortaan graag even beginnen bij het begin. Met echte glazen in plaats van opgeblazen nep. Dat komt de promotionele boodschap van een evenement pas echt ten goede. Hoe het ook kan, lieten het nuchtere Poot Agenturen en het al even pretentieloze Van der Valk begin dit jaar in De Gouden Leeuw in Voorschoten zien. Twee clubs die wars zijn van poeha, maar het gewoon wel begrepen hadden.
Restaurants die het nog steeds wagen om wel straf te calculeren maar niet te investeren in fatsoenlijke glazen, dienen simpelweg geboycot te worden totdat beterschap is betoond. Ruil die dure maar nutteloze glimbladen liever in voor goede accessoires. Tussen haakjes, beste restaurantuitbaters aller landen, ook witte wijnen verdienen een ruim glas. Net als rode.
Nu we het toch over restaurants hebben, we aten afgelopen week in een ‘trendy’ etablissement in een zeer dure Gooise gemeente. Zo’n zaak met een lounge (!) en een restaurantgedeelte. En met ronkende teksten over de Chef op de menukaart. De keuken zou min of meer Japans hebben moeten zijn. Duur dus. Achteraf gezien veel te duur, gelet op de kwaliteit van het gebodene. Maar voor het lokale foute publiek niet bezwaarlijk. Op de wijnkaart – met alle wijnen van een en dezelfde leverancier! – ontbraken oogstjaren. Niet zo sterk. Een zoveelste schoolvoorbeeld van desinteresse? Ja, want toen mijn bijdehante gastvrouw het ook nog waagde om aan de dienster even te vragen hoe dat nu toch zit met die uiteindelijk bestelde Grüner Veltliner, volgde een diepe stilte. I know nothing… Overbodig te melden dat de glazen al evenmin indrukwekkend waren. Meer verstand van rekenen? Of gewoon verpletterende onkunde?
René van Heusden