Voor wijnliefhebbers die het moeten doen zonder de weelde van een goedgevulde wijnkelder, zoals Marijn Smit, zijn wijnveilingen een uitkomst. “De voorpret is groot: de zorgvuldig uitgevoerde catalogi doen denken aan de tijd dat je uit de folders van speelgoedzaken je verlanglijstje voor Sinterklaas mocht samenstellen.”
Voor wijnliefhebbers die het moeten doen zonder de weelde van een goedgevulde wijnkelder, helaas ben ik er daar één van, zijn wijnveilingen een uitkomst om op een interessante manier al dan niet betaalbare en op dronk zijnde wijn aan te schaffen. De voorpret is groot: de zorgvuldig uitgevoerde catalogi doen denken aan de tijd dat je uit de folders van speelgoedzaken je verlanglijstje voor Sinterklaas mocht samenstellen. Hebberigheid maakt zich gegarandeerd van je meester, als je topjaren Giscours (zoals mijn geboortejaar 1975) naast collecties rijpe Clos des Lambrays ziet staan. En dat alles voor bedragen die hooguit een kortstondige rilling over je rug veroorzaken. Na urenlang pluizen en puzzelen en Robert Parker, Clive Coates en oude jaargangen Perswijn raadplegen om referentiekader, blijven er dan enkele favorieten over. Het aftellen kan beginnen!
Binnenkort zijn er weer twee niet te missen veilingen in Amsterdam, te weten die van Christie’s op 2 november, en die van Glerum op de 23e. De aristocratische correctheid van het Londense huis met de droge en kundige Peter Mansell versus de toegankelijkere sfeer in de synagoge, waar de immer goedlachse Talitha Teves je telkens weer weet te verleiden tot het doen van een hoger bod. Beide veilingen zijn zeer professioneel en kennen een hoofdzakelijk klassiek aanbod van loten, waarin met name de wijnen uit Bordeaux en Bourgogne geveild worden. Een addertje onder het gras is er zeker, want je bent al snel geneigd het veilinggeld (17,85%) niet mee te rekenen als de bedragen genoemd worden. Toch kan je er goede zaken doen, zolang je een goede voorbereiding hebt gedaan. Stel voor jezelf een limiet vast, en klamp je niet teveel aan één lot vast.
Een ander risico is natuurlijk de staat van de wijn. Hoe ouder, hoe groter de kans dat de wijn bedorven is. Hoe weet je zeker dat de wijn onder perfecte condities is bewaard? Soms wordt dit speciaal vermeld, en ook de hoogte van de flesvulling is een indicatie. Een wijn met niveau 4 cm onder de hals is slechts bij uitzondering nog drinkbaar. Al met al is dit aspect ook wel een deel van de sport, iedere keer dat je een fles opent, is het een verrassing, en ik heb de gelukkige ervaring dat het meestal reuze meevalt. Een teleurstelling is nooit te vermijden, maar dat geldt zelfs voor de best bewaarde fles wijn. Laten we dat beschouwen als in te calculeren verliezen.
Om de klanten een beetje in de stemming te krijgen, en een klein deel van de aangeboden wijn te kunnen beoordelen, is er steevast een proeverij, voorafgaand aan de veiling. Ik ben hier zelden van onder de indruk, omdat oudere flessen zich niet in één slok prijs geven, en het vaak een drukte van jewelste is. Niet alle veilingbezoekers hebben kennelijk dezelfde mate van “beroepsernst”. Toch is het sfeerverhogend, en de spuugemmertjes blijven opvallend schoon. Wat ik erg aardig vond, was de gecombineerde kunstbezichtiging en “Hospices” proeverij afgelopen donderdag bij Christie’s. Naast een kunstcollectie waar een gemiddeld museum jaloers op zou zijn, werd hier een serie wijnen gepresenteerd van de Hospices de Beaune veiling, die ik graag bespreek.
Sinds 2005 wordt de wereldberoemde veiling van de Hospices de Beaune geleid door Christie’s. Een daverend succes, want zelfs in een matig jaar als 2007 was de veilingopbrengst maar liefst 26% hoger dan in 2006. Niet in de laatste plaats door de strakke organisatie en de enorme belangstelling. Sommige vaten (à 228 liter) brengen meer dan € 50.000,= op, krankzinnig! De dagen voorafgaand aan deze liefdadigheidsveiling (de opbrengsten gaan daadwerkelijk naar het ziekenhuis) wordt er flink geproefd in de kelders van de Hospices, die tegenwoordig niet meer onder het prachtige Hôtel-Dieu liggen, maar aan de rand van het provinciestadje Beaune. In een gigantische gewelfde kelder slingeren duizenden wijnprofessionals zich een weg tussen de opgestapelde vaten (nog gistende) wijn, die hier ter degustatie wordt aangeboden. Het moge duidelijk zijn dat dit in de eerste plaats folklore is, want het is vrij lastig om zinnige uitspraken te doen over de toekomst van een wijn-in-wording. Toch mag dit niet onderschat worden, en de verschillen tussen een relatief eenvoudige Pernand-Vergelesses en een sjieke Clos de la Roche zijn al goed merkbaar, de concentratie, het aanwezige fruit en de mineraliteit geven al een indruk van de aanwezige potentie. Ik kan niet wachten tot 14 november, als ik samen met expert Karel de Graaf deze geurige gewelven ga opzoeken!
Terug naar Amsterdam, donderdagavond. De tafels stonden opgesteld zoals in de bovengenoemde kelder: dat betekent beginnen met rood, van goed naar beter, en dán pas wit. De meeste mensen die ik ken vinden dit vreemd, maar proef-technisch is het zo gek nog niet. Peter Mansell en zijn team hadden goed uitgepakt met een collectie om van te watertanden:
- 1. Savigny-lès-Beaune 1er Cru, Cuvée Arthur Girard 2005. Medium body met een veelbelovende lichtzoete kersengeur. Niet groots, wel plezierig.
- 2. Beaune 1er Cru, Cuvée Dames Hospitalières 2005. Zoals te verwachten voor dit jaar nog gesloten, bramen en een kruidige afdronk, ondersteund door ferme, rijpe tannines.
- 3. Pommard Premier Cru, Cuvée Dames de la Charité 2003. Heerlijk, dat gulle warme jaar. In Pommard tenminste, witte wijnen mijd ik liever uit 2003. Een atypische, bijna Rhône-achtige gloed, weinig fruit, maar veel zachte kruiden en geïntegreerd hout. De typische Pommard neus, dat aardse, miste ik wel een beetje.
- 4. Corton Grand Cru, Cuvée Charlotte Dumay 2004. Viel wat tegen, goede structuur, medium plus body, maar een wat merkwaardige animale geur, droge tannines en weinig fruit.
- 5. Idem, de 1999. Dat was al andere koek, veel ontwikkeling, deze wijn begint volwassen te worden. Vrij stug nog, veel tannines, maar een grote lengte. Rode Corton zal mijn favoriet nooit worden.
- 6. Clos de la Roche Grand Cru. Cuvée Georges Kritter 2002. Een wijn om geknield te drinken, een omweg door de stromende regen waard! Wát een genot! Typische Morey-St.-Dénis met kracht en elegantie, een complexe geur van verleidelijke rode kersen en zonnige kruiden, subtiel houtgebruik en een eindeloze lengte.
- 7. Mazis-Chambertin Grand Cru, Cuvée Madeleine Collignon 2004. Na de Morey iets tegenvallend, maar zeker heel fraai. Iets vegetale neus van niet helemaal rijpe bramen. Harde tannines maar geen dikke body. Vrij hoge zuren en lengte. Nog maar even terug de kelder in met deze wijn!
- 8. Meursault-Genevrières 1er Cru, Cuvée Philippe LeBon 2006. Oh, wat is deze Meursault uit 2006 toch een juweel. Als een Bond-girl windt ze je om haar vinger met weelderig citrusfruit en subtiele minerale tonen, maar met de precisie van een scherpschutster treft ze je met haar perfecte zuren. Hier kan geen mens vanaf blijven, waarom laten ouderen?
- 9. Meursault-Charmes 1er Cru, Cuvée de Bahèzre de Lanlay 2006. We weten wel dat de climat “Charmes” zijn etymologie vindt in een soort beukhaag, maar niettemin is deze wijn ook een verleider. Weliswaar een minder verfijnde dan de vorige. Meer body en vollere smaak, ik had een uitgesproken voorkeur voor de “femme fatale” Genevrières.
- 10. Idem, 2004. Typische ontwikkeling, richting boenwas en rijpe appels. Deze geur ken ik van 15 jaar oude Meursaults, maar hier verbaast het me. De 2004’s uit koelere delen, zoals Les Narvaux en Tillets, die ik geregeld proef, overtuigen me meer dan deze wat logge Charmes.
- 11. Bâtard-Montrachet Grand Cru, Cuvée Dames de Flandres 2005. Tsja, een kanjer. Zit nog wat verlegen in een hoekje, maar hier straalt de potentie vanaf. Vele dimensies in smaak, en een medium zuurgraad maken dit tot de absolute kroonprins van de proeverij. Ik meld me graag als vrijwilliger om deze over 15 jaar nog eens te proeven!
Al met al dus een zeer geslaagde collectie van diverse oogstjaren en climats. Een zeer goed initiatief van Christie’s en een mooie gelegenheid om de vele gezichten van de Bourgogne te kunnen zien. Voor velen zal de Bourgogne een slangenkuil blijven, waar ze, in hun overtuiging gesterkt door wijncritici als Robert Parker, liever niet aan beginnen. Zonde, want met enige kennis van producenten en wijngaarden valt hier zóveel te genieten! Ambassadeurs van deze ongeëvenaard elegante wijnen, en daartoe reken ik mezelf uiteraard, zijn daarom erg te spreken over dergelijke Bourgogne proeverijen. Misschien een tip voor volgend jaar: nodig een gerenommeerd Bourgogne kenner uit voor toelichting, dan zouden de wijnen nóg beter naar voren komen. Nu moest men het doen met mijn enthousiaste verhalen…