Als er één ding nog maar eens duidelijk wordt uit de ‘militaire operatie’ in Oekraïne, dan is het wel dat handel en politiek meer met elkaar te maken hebben dan de westerse landen hadden gedacht. En zeker de Europese landen. Eerlijk gezegd getuigt het van nogal wat naïviteit om te denken dat het niet zo zou zijn. Dat lijkt misschien op praten achteraf, maar dat is het niet. Zeker in het geval van bijvoorbeeld de gastransporten via de pijpleidingen van Nordstream kan dat moeilijk worden volgehouden. Het was zelfs de gesmade Donald Trump die in 2018 al zei dat Duitsland zich met deze gaspijpleiding volledig afhankelijk zou maken van Rusland. En dat het land wel verwachtte dat de V.S. te hulp zou komen bij de verdediging tegen dat land, binnen het verband van de NAVO.
Wat geldt voor gas, geldt ook voor andere producten. ASML liep keihard aan tegen Amerikaanse druk om zijn geavanceerde machines niet aan China te leveren. En denk niet dat wijn er buiten blijft. Donald Trump, hij weer, ‘strafte’ landen in het Airbus-consortium met hoge importheffingen, met name op wijn. De Italiaanse wijnbouw heeft hier sterk van geprofiteerd.
De ‘Trump-taks’ is inmiddels enigszins glad gestreken, maar het was een waarschuwing voor wat er nog allemaal ging gebeuren. De producenten van Champagne mochten vorig jaar hun wijn in Rusland niet meer als ‘champagne’ verkopen. Alleen Russische mousserende wijnen mochten nog als champagne worden verkocht. Achteraf gezien was dit Poetin die even een vlieg van zich afsloeg, vergeleken met wat hij later deed. Met het huidige conflict is de export van luxegoederen naar Rusland helemaal tot stilstand gekomen.
De boodschap die je hier uit kunt halen, is dat het voor wijnstreken, maar ook voor individuele wijnboeren, verstandig is hun afnemers zo veel mogelijk te spreiden. ‘Leg niet al je eieren in één mandje’, werd vroeger gezegd. Zo spreek ik af en toe producenten uit Californië, die hun wijnen in de V.S. gemakkelijk kunnen verkopen. Als warme broodjes. Waarom zou je dan nog exporteren? Hun antwoord is steevast dat ze hun klantenkring liefst zo veel mogelijk spreiden. Heel verstandig. Een wijn als Opus One, uit Napa Valley, zou fles voor fles volledig in China kunnen worden verkocht, zonder enige inspanning. Maar daar is nooit voor gekozen. Een wijs besluit.
Australië is het meest recente slachtoffer van politieke wrijving. Een deel van de oogst werd niet binnengehaald omdat de grootste klant, China, in de praktijk is weggevallen. Dit in reactie op met name de Australische steun voor een onafhankelijk onderzoek naar de oorsprong van COVID in China. Omdat China en Australië in de jaren daarvoor juist een vrijhandelsverdrag hadden, was Australië de belangrijkste wijnleverancier van China geworden. Het lachen is de Australiërs inmiddels wel vergaan. De export van Australië is gedaald met zo’n 30%. Een flinke slok. Al jaren geleden verbaasde ik me er over dat Australië zijn promotiebudgetten weghaalde uit Europa en zijn kaarten zette op ‘groeimarkt’ Azië, met name China. En andere wijnlanden hebben door schade en schande geleerd dat markten die eenmaal verloren zijn gegaan, niet zo snel weer teruggewonnen kunnen worden. Australië zal daarop in Europa geen uitzondering zijn.
Het vreemde van dit alles is dat wijn en politiek op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Maar politici zien wijn kennelijk als een mogelijkheid een ander land te treffen, misschien wel omdat het een soort cultuurgoed is. Heel ergerlijk. Op zo’n moment verlangen we terug naar politici die wijn zagen als iets waar je vooral van moest genieten. Bijvoorbeeld Winston Churchill. Die hield zo van de champagnes van Pol Roger dat het huis zijn prestigecuvée naar hem heeft vernoemd. Churchill voerde heel wat oorlog, maar een boycot van champagne of wijn in het algemeen zou nooit bij hem zijn opgekomen. Helaas. Zulke politici bestaan niet meer.
Ronald de Groot
Er zit inderdaad veel waarheid in deze.