Gisteren vloog ik naar Florence, om Chianti Classico te gaan proeven in het kader van de Anteprima. Een bijzonder moment. De Anteprima van 2020 was de laatste ‘normale’ proeverij die ik voor de covid-lockdowns kon bezoeken. Pas nu, uitgesteld vanuit februari, kom ik weer terug naar normaal. Nou ja, normaal, hier in Italië zijn de QR-codes en de mondkapjes nog lang niet afgeschaft.
Zo’n vlucht, over de prachtig besneeuwde Alpen, is ook even een rustmoment. Even peinzen over het feit dat het allemaal niet zo vanzelfsprekend is. Ik las een essay van Geert Mak in de NRC over de oorlog. ‘Zo tikten ze elkaar af, beleefd groetend, bij de klapdeuren van Hal F, de gaande en de komende crisis. De hal waar je een laatste coronaprik kon halen was vrijwel uitgestorven, een gang verder liepen de eerste vluchtelingen binnen.’
Wat ik bijzonder vind aan deze oorlog is de actieve bemoeienis van de V.S. met het conflict. Het is toch ver van hun bed, goed beschouwd. Gelukkig maar. Bij de vorige president zou dat minder vanzelfsprekend zijn geweest, lijkt me. Het blijft in alle opzichten een bijzonder land, niet altijd goed te begrijpen, moet ik zeggen.
Ooit, op mijn eerste reis door de V.S., lang geleden, werden we in Kentucky uitgenodigd voor een drankje. Tot mijn stomme verbazing kregen we te horen dat het bier van zo’n kilometer of vijftig ver moest komen, omdat dit deel van Kentucky nog altijd een ‘drooglegging’ kende. En ik maar denken dat de drooglegging al in 1933 was afgeschaft. Op een latere reis kwam ik in Utah ‘State Liquor shops’ tegen. Daar heeft de staat nog altijd een monopolie op de drankverkoop, net als in Zweden of Quebec. En in San Francisco kun je overal in mooie wijnbars zoveel wijn drinken als je wilt.
Vaak wordt gezegd dat de landen van de Europese Unie geen eenheid vormen, maar in de V.S. is het in dat opzicht niet heel anders. Zo kun je in veel staten van de V.S. geen wijn uit een van de andere staten bestellen. Inmiddels heeft de Amerikaanse regering onderkend dat dit leidt tot ongewenste marktbelemmeringen voor kleinere bedrijven en wijnproducenten. Het zorgt er voor dat grote distributeurs in sommige staten een veel te machtige concurrentiepositie hebben, waardoor de concurrentie feitelijk wordt uitgeschakeld. In de praktijk controleren een paar grote distributeurs een groot deel van de markt.
De plannen moeten er voor zorgen dat de regels worden versoepeld en dat er daarmee meer concurrentie komt. Ook zouden de regels voor etikettering moeten worden versimpeld, om het kleinere bedrijven gemakkelijker te maken om de markt te betreden. Als het meezit, zou het voor Europese wijnbedrijven gemakkelijker moeten worden om hun wijnen in de V.S. op de markt te brengen.
We gaan het zien. De federale regering is ook afhankelijk van de staten en in de praktijk zijn die tegenwoordig niet allemaal genegen maatregelen van Washington over te nemen. In de praktijk blijken dit soort praktijken hardnekkig. Kijk naar Zweden. Iedere Zweedse collega die ik tegenkom moppert op het monopolie, system bolaget, dat bepaalt welke wijnen geïmporteerd mogen worden. Maar het is een welkome melkkoe voor de staat, die niet geneigd is het te veranderen, onder het mom van bescherming van de volksgezondheid. Inmiddels halen veel Zweden hun wijn uit Denemarken en Duitsland en is illegaal stoken op het platteland een soort nationale hobby.
Tja, wij maken ons druk over bureaucratische overheden, terwijl elders op het continent mensen vechten voor hun leven tegen een nietsontziende overheid. Paradoxaal, maar toch gaat in de schaduw van deze strijd ons (wijn)leven ook weer gewoon door. Ik ga vandaag weer ‘gewoon’ Chianti Classico proeven. Net als voor de eerste crisis.
Ronald de Groot