Vrij naar Kloos: ik ben een dominee in ‘t diepst van mijn gedachten. En wat doet een dominee graag? Vermanende preken houden! De preek van vandaag heeft als thema: zalig de eenvoudigen van geest?In 2004 werd in het Verenigd Koninkrijk The World of Fine Wine gelanceerd, een magazine dat bewust wenste te kiezen voor een ‘cerebrale’ benadering van wijn.
Volstrekt tegen de tijdgeest in waaraan de initiatiefnemers zich juist zo stoorden. In andere wijnpublicaties meenden ze een te populaire aanpak te bespeuren. Of ze er rijk van zijn geworden, valt te betwijfelen. Maar bestaan doet dat cerebrale blad nog altijd! Dat gegeven biedt intrigerende stof tot nadenken. Want wat is nu eigenlijk de taak van de wijnschrijverij? Louter verkondiging van blijde boodschappen?
Moeten wijndrink(st)ers enkel bevestigd worden in hun opvattingen met gezellige babbelpraatjes vol clichés over lekkere wijntjes en bijbehorende ‘leuke lifestyletips’, of moeten ze juist geprikkeld worden tot nieuwsgierigheid en nadenken? Verdienen ze niet beter dan keer op keer op geforceerd humoristische verkooppraatjes voor wijnen van bepaalde handelaars getrakteerd te worden, of verdienen ze het om volwassen voorlichting te krijgen?
Twaalf jaar na 2004 lijkt de politieke correctheid in wijnland onverminderd te eisen dat we ‘laagdrempeligheid’ als norm aanvaarden. Met kinderwijn en met wijnscribenten die zich als verlengstuk van marketing en reclame moeten opstellen. Vooral niet moeilijk doen, dieper op de materie ingaan en uitleggen waarom een wijn smaakt zoals hij smaakt. Afwijking van dit egalitaire denkpatroon zou immers van ‘elitaire arrogantie’ getuigen. Versimpeling van de werkelijkheid geldt daarentegen als een deugd. Net als in de politiek. Alleen zit de werkelijkheid niet simpel in elkaar. Moet je pretenderen prosecco en zelfs rose d’Anjou fantastisch te vinden om de eenvoudige reden dat die wijnen populair zijn? Of alles wat bio is ophemelen omdat dat zo lekker scoort? En zonder journalistieke scrupules juichende testimonials afgeven voor een of ander wijngebied met voorbijgaan aan complicerende nuances? De ontbrekende stap is dan nog om uit het statistische gegeven dat veel meer Nederlanders prosecco kopen dan madeira te concluderen dat die eerste wijn meer aandacht verdient dan de tweede. Wie een beetje thuis is in het verhaal-achter-de-wijn weet hopelijk wel beter. Uiteraard mag iedereen drinken wat hij of zij als lekker ervaart, maar dat wil nog niet zeggen dat een hype als bewijs kan dienen voor intrinsieke kwaliteit. Wijnaankopen zijn immers allesbehalve op louter kwalitatieve eigenschappen gebaseerd. Maar of je het leuk vindt of niet, verschillen in kwaliteit zijn onloochenbaar. Welke consequenties je daaraan verbindt, is vers twee. Budgettaire overwegingen zijn in dezen alleszins legitiem – Bordeaux 2015 van honderd(en) euro per fles in de voorverkoop is natuurlijk te zot voor woorden –, zolang de zaken maar niet op hun kop gezet worden met de suggestie dat goedkoop identiek is aan goed. Kwaliteit heeft een prijs, altijd en overal.
Wat nodig is, is niet confirmatie, maar confrontatie. Constructieve confrontatie, wel te verstaan, om lezers scherp te houden. Anders dan Prediker beweert, is vermeerdering van kennis immers geen vermeerdering van smart, maar van plezier. Wijndrinkers verdienen daarom beter dan als kleuters in slaap gesust te worden met industriële zoete appelmoes. Zet ze liever als volwassenen bittere spruitjes van de koude grond voor en noem die dan choux de Bruxelles. Diep in zijn hart wil menigeen immers best wel tot die elite van spruitjeskenners behoren. Daar zijn echt geen extreme smaakinspanningen voor nodig, want net als spruitjes zijn wijnen tegenwoordig lang niet meer zo bitter als vroeger. Het is hier voor alles het principe dat telt. Amen.
René van Heusden