Overpeinzingen: Wijnkaartperikelen - Perswijn
Overpeinzingen
Columns

Overpeinzingen: Wijnkaartperikelen

Op het moment dat ik met vrienden of kennissen in een restaurant zit, komt de wijnkaart al snel mijn kant op. ‘Kies jij maar iets uit. Jij weet prima wat goed is, en wat bij de gerechten past.’ Best begrijpelijk. Op veel wijnkaarten staan wijnen die ik ken van onze proeverijen, wat de keuze er een stuk gemakkelijker op maakt. Maar als ik dan een blik op de wijnkaart werp, dan realiseer ik me vaak ook dat het voor niet-kenners een bijna onmogelijke opgave is om tot een weloverwogen keuze te komen.

Ooit reikten we met ons blad, een tijdje ook samen met Hubrecht Duijker, een prijs uit voor de beste wijnkaart. Een van de belangrijke criteria was een indeling op smaak en/of een beschrijving bij de wijnen wat voor smaak je zou kunnen verwachten. Dat zou een leidraad geven om iets ánders te kiezen, om een beetje op avontuur te gaan. Het heeft maar weinig geholpen, zo valt te vrezen. Nog altijd ritselt het van de wijnkaarten die alleen maar een saaie opsomming zijn van wijnen, niet zelden alleen gesorteerd op prijs, van minder duur naar heel duur. Het enige wat er vanaf kan is een indeling op mousserend, wit, rosé, rood en versterkt. Nou ja, dat is ook wel het minste. Er zijn wel wat restaurants die bij de gerechten een wijnsuggestie geven, wat in elk geval nog een beetje helpt.

Het gevolg is dat de gasten hun keuze ‘op zeker’ maken. Dus dan maar een Chablis, of een Sauvignon blanc of een Merlot, om maar een paar ‘zekerheden’ te noemen.  Zonde natuurlijk, al is het maar omdat de ene Sauvignon of Merlot de andere niet is. Een andere manier om op zeker te gaan, is het bestellen van een arrangement, met bij elk gerecht een passend glas. Dat is tegenwoordig bijna overal verkrijgbaar. Maar ook hier is de zekerheid schijn. Want de kwaliteit van de aangeboden arrangementen verschilt sterk. Helaas ben ik de afgelopen tijd regelmatig arrangementen tegengekomen met risicoloze wijnen, die ook nog eens voor flink hoge glasprijzen werden verkocht, als je dat afzet tegen de inkoopprijs. Ik begrijp heel goed dat restaurants bij de gestegen kosten – huur, personeel, energie – ook moeten verdienen, maar doe dat niet alleen ten koste van de wijndrinker, omdat je bang bent de menuprijzen te verhogen.

Aanleiding voor dit verhaal is dat ik afgelopen week zelf ook genadeloos voor de bijl ging. Op reis in Priorat bestelde ik twee avonden na elkaar een lokale wijn op basis van garnatxa blanca, een druif die ter plekke aan populariteit wint – terecht. De eerste avond genoten we van een fijne fles witte Priorat van Aretheal, van de heuvels boven de 400 meter in het dorp Porrera. Krachtig, opwekkend, fris en aromatisch, even fijn genieten.

De tweede avond maakte ik een uitstapje naar een wijn uit het naburige Montsant. Ik ken de coöperatie van Capçanes als een betrouwbare producent, dus de keuze viel op de witte Garnatxa van dit huis, de Mas Torto. Nadat de wijn in het glas kwam, en mijn tafelgenote de wijn proefde, merkte ze op dat het niet was wat ze er van verwachtte. ‘Je ruikt heel weinig aan dit glas en de smaak is nogal stroef en droog.’ Ik moest haar gelijk geven. Ik inspecteerde de fles. De wijn bleek gemaakt als een rode wijn, met een volledige gisting op de schillen. Dit verklaarde natuurlijk het karakter. Maar uit de wijnkaart kon je dat niet opmaken. Je zou het kunnen googelen voordat je zo’n fles bestelt, maar dat is aan tafel in een restaurant niet zo gezellig. Ik kom terug op mijn punt. De wijnkaart zou dit soort informatie op de een of andere manier moeten geven. In Nederland rangschikken sommige restaurants dit onder de kop ‘oranje wijnen’, om het schilcontact aan te geven. Dat zou al geholpen hebben, hoewel deze wijn overigens niet oranje van kleur was. Bij een wijnkaart zonder informatie liggen dit soort fouten helaas voor iedereen op de loer.

Toch jammer. Het was geen slechte wijn, maar domweg niet onze smaak, en dan heb je weinig keuze dan braaf verder drinken. Aan de andere kant van de tafel klonk het troostend: ‘Dat gebeurt je niet vaak’. Nou, dank je wel. Een heel schrale troost, moet ik zeggen.

Ronald de Groot

Reageer op dit item

nl Nederlands