Nieuw leven in de wijnbouw van Umbrië - Perswijn
Reportages & Reizen

Nieuw leven in de wijnbouw van Umbrië

Tijdens een korte wijntrip tien jaar geleden verloor ik mijn hart aan Umbrië, het groene hart van Italië. Vanuit schilderachtige Middeleeuwse dorpen op beboste Umbrische heuvels zoals Montefalco, Spello, Todi en Assisi krijgt men een adembenemend zicht op deze prachtige streek, die amper bebouwing kent en bezaaid is met weiland en akkers vol graan, groenten, fruit, olijfbomen en wijnstokken.

Umbrische wijngaarden met het pittoreske stadje Todi in de verte (Foto: Stefaan Soenen)

In de talrijke bossen wordt naarstig naar truffels gezocht om ze te verwerken in zovele typische Umbrische gerechten. Aan de oostelijke horizon verschijnen indrukwekkende Appenijnen, met sneeuw op de hoogste toppen. Er is veel groen in Umbrië door vruchtbare kleibodems en ruim voorradig regenwater dat door de natuur prima wordt vastgehouden. Er is het grote Trasimenomeer, waar grenache wordt geteeld onder de lokale benaming gamay del Trasimeno, en er is de op twee na langste rivier van Italië, de Tiber. Umbrië, één van de weinige wijnstreken in Italië die niet aan de zee grenst, blijft op toeristisch maar ook op wijnvlak in de schaduw leven van de beroemdere buurman Toscane. Ingewijden weten dat Umbrië qua natuur en cultuur weinig moet onderdoen. Bovendien: alles is er goedkoper dan in Toscane, ook wijn. De streek wordt minder platgelopen door toeristen en veel authenticiteit is bewaard gebleven. ‘Kunnen de wijnen wel tippen aan die uit Toscane?’, vraagt men zich natuurlijk af. In 2012 scheef ik een eerste artikel over mijn ervaringen met de beroemdste druif van Umbrië, namelijk sagrantino. Maar hoe is het anno 2023 gesteld met de Umbrische wijnbouw?

Zicht vanuit Montefalco op de Umbrische vallei (Foto: Stefaan Soenen)

Hoera, terug naar Umbrië!

Om de vraag naar de kwaliteit van de Umbrische wijn grondig te beantwoorden, moest ik natuurlijk terug naar Umbrië. Deze keer voor een langere periode, een week in het voorjaar van 2023. De uitvalsbasis werd een wijnhoeve vlak bij Bevagna, een prachtige statige stad in het befaamde wijngebied van Umbrië, Montefalco. Ik bezocht tien wijndomeinen, de meeste in Montefalco maar ook een aantal in Todi, Torgiano, Assisi en Orvieto. Over dit avontuur zal ik verslag doen in een tweedelig artikel voor Perswijn in 2024. Het voorliggende artikel is een amuse-gueule, een versnapering vooraf. Als start wil ik Umbrië even situeren ten opzichte van andere Italiaanse wijnstreken op het vlak van wijngaardoppervlakte, wijnsoorten en productiehoeveelheid. Daarna focus ik op een jonge wijnproducent die mij door zijn werk positief verrast heeft, namelijk Francesco Trabelza Marinucci van wijndomein Le Fonte Azienda Agricola in Bevagna. Francesco is 32 jaar, geboren in Foligno en een exponent van het beloftevolle, nieuwe leven in wijnstreek Umbrië.

Bevagna is een uitstekende uitvalsbasis om wijndomeinen te bezoeken (Foto: Stefaan Soenen)

Het typische van Umbrië ten opzichte van andere Italiaanse streken

In onderstaande tabel kan men zien dat Umbria qua volume één van de kleinere wijnstreken is van Italië. Alleen Molise, Calabria, Basilicata, Ligurië en Aosta zijn kleiner. Het Umbrische wijngaardoppervlakte van 12.400 hectare (totale oppervlakte van 8456 km²) is ongeveer vijf keer kleiner dan Toscane (60.000 hectare; totale oppervlakte van 22.985 km²). In Umbrië wordt bijna evenveel witte als rode wijn gemaakt. Dat is een groot verschil met Toscane dat zich voornamelijk richt op rood. Een belangrijk deel van de witte Umbrische wijn is de alom bekende maar meestal vrij neutrale Orvieto, een blend van hoofdzakelijk trebbiano toscana (aanplant 17% van het totale Umbrische wijngaardareaal) met vaste partner grechetto (13% van het areaal) en nog een aantal bijkomende rassen. Trebbiano toscana wordt lokaal procanico genoemd en in Frankrijk ugni blanc. Onder de term grechetto vallen twee druivenrassen die in feite genetisch niks met elkaar te maken hebben, zelfs weinig door wijnbouwers worden onderscheiden en dus vaak worden geblend: grechetto di Orvieto en, kwalitatiever, grechetto di Todi. In het laatste decennium is in Umbrië veel enthousiasme ontstaan over de lokale trebbiano spoletino, een druif met internationaal allure die geen verwantschap kent met trebbiano toscana. Van spoletino worden klassewijnen gemaakt in zeer diverse stijlen, van sauvignon blanc-achtig tot viognier-achtig (weliswaar met meer zuren). De wijn is altijd toegankelijk, breed in de mond, met hoog smaakgehalte en veel fruit, vaak tropisch fruit. In vergelijking met grechetto di Todi is hij ‘internationaler’ van smaak maar met net iets minder persoonlijkheid. In rood domineert sangiovese de wijngaarden (20%) maar sagrantino (7%) zorgt voor de befaamdheid en het uitgesproken Umbrische karakter van de wijnen. De meeste rode wijnen zijn blends van hoofdzakelijk sangiovese, aangevuld met merlot, sagrantino, cabernet sauvignon, barbera, ciliegiolo en veel meer. Alleen in piepklein Torgiano mag sangiovese op zijn eentje (maar ook in blend) de scepter zwaaien in een aantal fantastische DOCG Torgiano Rosso Reserva. Het pareltje van Umbrië blijft natuurlijk de DOCG Montefalco Sagrantino met wijn van 100% sagrantino. Vooral rond deze hoogst tanninerijke druif is er in Umbrië veel evolutie merkbaar, zowel in wijngaard als cave. De door eik gedomineerde, robuuste stijl Sagrantino met volumeknop volledig opengedraaid blijft bestaan maar er zijn ook wijndomeinen die de kracht en structuur van de druif combineren met elegantie, precisie en vooral drinkbaarheid.

Cijfers voor 2022 (volume in eenheden van duizend hectoliter, bron: Istat data, 2023)

RegioVolumeWitRood/RoséDOPIGPAndere
Abruzzo3,12942%58%31%10%59%
Basilicata8618%82%32%30%38%
Calabria27023%77%12%26%62%
Campania1,47649%51%19%11%70%
Emilia-Romagna6,13955%45%27%33%40%
Friuli–Venezia Giulia2,20986%14%78%15%7%
Lazio1,42971%29%51%28%21%
Liguria7369%31%57%14%30%
Lombardia1,21053%47%60%30%10%
Marche1,39855%45%38%31%31%
Molise51328%72%7%14%80%
Piemonte2,41341%59%94%0%6%
Puglia10,84646%54%7%32%60%
Sardegna68433%67%57%17%26%
Sicilia5,88165%35%38%45%17%
Toscana2,43914%86%64%26%10%
Trentino–Alto Adige1,32573%27%84%15%1%
Umbria59746%54%50%44%7%
Valle d’Aosta1938%62%85%0%15%
Veneto11,87081%19%77%20%3%
ITALY54,00558%42%45%26%29%

Wijnhandel met uitsluitend Umbrische wijn

In het centrum van Geel, een stad in de Belgische provincie Antwerpen, bestaat sinds 2003 een wijnhandel die uitsluitend Umbrische wijn verkoopt, namelijk Umbria.be . De familie Helsen is eigenaar. Zij hebben me goed op weg geholpen in de kennismaking met Umbrische wijn. Hun gamma is bijzonder breed. Tijdens uitgebreide proeverijen ter plaatse leerde ik de enorme diversiteit van de Umbrische wijn kennen. Inderdaad, je vindt in deze streek van Midden-Italië wijnen in zeer uiteenlopende stijlen, meestal blends van allerlei lokale en internationale rassen, zelfs een aantal leuke bubbels. De meeste wijnen die ik proefde, waren kwalitatief prima. Ze worden aan opvallend schappelijke prijzen verkocht, de meeste tussen 6 en 15 euro (webshop voor BE & NL). Gebrek aan naamsbekendheid van Umbrische wijn zal in de prijszetting zeker een rol spelen. Weinig poeha hier rond wijn (dankjewel), leuke winkel, gezellig familiale sfeer en veel productkennis. Deze mensen kennen Umbrië vanzelfsprekend door en door. De jonge Lina Helsen, dochter van medezaakvoerders Michel en Nicole, is een goed opgeleide sommelière. Ze staat nu fulltime in de florerende zaak.

Lina en Nicole Helsen aan hun winkel in Geel (Foto: Stefaan Soenen)

 

Bij Umbria.be leerde ik de wijnen van La Fonte voor het eerst kennen. In een reeks van tachtig wijnen sprongen deze flessen er voor mij dadelijk uit door hun geweldige naturel en energie. De basiswijnen, Patafi Umbria Bianco 2021 in wit en Le Case Umbria Rosso 2020 in rood, kosten amper 10 euro. Dat deed mijn oren flapperen. Het domein bleek vakantiehuisjes uit te baten en al snel werd me duidelijk dat dit mijn uitvalsbasis moest worden om Umbria te ontdekken. Daar, in Bevagna, zou ik van mijn sokken geblazen worden door de topwijnen van Le Fonte die ik in Geel nog niet kon proeven. Dit recente, kleine Umbrische wijndomein is in de Lage Landen nog amper gekend en voor Nederland is nog geen invoerder gevonden. Veel interessant materiaal dus voor een wijnverteller. Op naar Umbrië, op naar La Fonte!

La Fonte Azienda Agricola

De jonge wijnbouwer Francesco is een heerlijke kerel maar wel een warhoofd. Hij is met teveel tegelijk bezig. De degustatie aan de cave op dinsdagvoormiddag, vlak bij het vakantiehuisje, werd op het laatste ogenblik door hem verlaat “want het was de avond ervoor wat laat geworden door een wijnevent”. Geen enkel probleem. Samen met een reisgenoot was ik de avond ervoor pas laat in Bevagna toegekomen vanuit de luchthaven van Perugia door problemen met de huurwagen. Geen Francesco meer op het domein om me op te vangen maar na wat zoeken in het donker wel een sleutel op de voordeur van het vakantiehuisje. Geen optimale communicatie maar goed, we kwamen wel terecht. Een fles Le Case van La Fonte met daarin het sap van sangiovese, cabernet sauvignon en sagrantino verwelkomde ons en ik liet vloeibaar Umbria die avond alvast uitbundig naar binnenglijden. De proeverij was aanvankelijk om 9.30u gepland maar het werd al snel 11u. Tijd genoeg dus om de wijngaard aan het huisje te bewonderen.

Labbonen in de wijngaard van La Fonte (Foto: Stefaan Soenen)

Opvallend vond ik de labbonen die in de rijen tussen de wijnstokken groeiden. Overal in Umbrië zie je ze in wijngaarden. Ik leerde dat deze plant een belangrijke eigenschap heeft die de bodem vruchtbaarder maakt: labbonen kunnen stikstof, dé basisvoedingsstof van de wijnstok, uit de lucht opnemen. Daarenboven heeft bodembedekker labboon diepe wortels die de aarde losser en luchtiger maken, wat weer goed is voor het ondergrondse bodemleven en de waterhuishouding. In de wijngaarden van La Fonte wordt principieel geen kunstmest gebruikt maar ook geen synthetische pesticiden. De grootste wijngaard, grenzende aan het vakantiehuisje, ligt in de zogenaamde Umbrische vallei en is licht golvend. De bodem is erg stenig want hier was vroeger een bedding van een rivier. Daarnaast de typische klei van de streek, gemengd met zand.

Francesco bewerkt de wijngaard samen met zijn vader Guido. De wijngaard wordt momenteel uitgebreid van vier (aanplant 2000-2004) naar zeven hectare. Moeder Patrizia en zus Giulia helpen op het domein met de ontvangst van de gasten en zorgen voor heerlijke hapjes tijdens de proeverij. De grootouders van Francesco hadden een landbouwbedrijf van 200 hectare groot. Ze hielden vee en teelden graan, groenten, olijven en wijndruiven. Het domein werd verdeeld onder de kinderen. In de jaren 90 vatten Guido en Patrizia het beheer van 25 hectare land aan. Ze renoveerden twee boerderijen met de bedoeling om aan agrotoerisme te doen. Het werden dus vakantiehuisjes. Eén van de locaties kreeg een zwembad, jammer genoeg niet de locatie waar ik verbleef. Het domein werd La Fonte genoemd naar een lokale waterbron die nog door antieke Romeinen zou gebruikt zijn om hun vee drinken te geven. Op het domein werden druiven geteeld maar die werden, net zoals in de tijd van de grootouders, verkocht. In 2013 besliste de familie om zelf wijn te maken want Francesco zag dat helemaal zitten. Hij liep stage in Bourgogne en nam een oenoloog onder de arm om advies te geven. Een van de gebouwen werd als cave ingericht. De eerste wijnen van eigen oogst werden in 2015 gemaakt. Naast wijn wordt er op Le Fonte olijfolie gemaakt van eigen olijven. Daarnaast wordt wat saffraan geteeld. Ik vermoed dat zus Guilia daarvoor zorgt.

Francesco Trabalza Marinucci laat zijn wijnen proeven (Foto: Stefaan Soenen)

Voor Francesco is natuurvriendelijkheid en duurzaamheid belangrijk in zijn werk. De zonnepanelen op het dak van de cave wijzen daar al op maar ook het werk in de wijngaard zonder al te veel hulpstoffen. In de cave wordt gewerkt in de geest van de vin naturel-beweging, met spontane gistingen en zonder gebruik van additieven (minimale sulfiet). Een niet te onderschatten voordeel van Francesco is dat hij als sommelier werd opgeleid. Het belang van het proefvermogen van de wijnbouwer en de kennis van internationale benchmarks, in dit geval vooral Bourgogne, wordt in de wijnliteratuur zwaar onderschat. Ik wil graag starten met de beschrijving van naar mijn smaak de allerbeste wijn van Francesco, tegelijk ook een van zijn eerste wijnen want afkomstig van oogstjaar 2015. We vliegen er maar direct in met Sagrantino, het paradepaardje van de Umbriërs.

De eerste Sagrantino van La Fonte, de ‘552’ (Foto: Stefaan Soenen)

De fameuze Sagrantino’s van La Fonte

La Fonte Sagrantino ‘552’ 2015 dus (55 maanden Franse eik; 15,5% alcohol). Voor Francesco was zijn eerste oogst Sagrantino onmiddellijk ook zijn beste oogst tot nu toe. Om de tannine van de sagrantino te temmen haalt hij de wijn vaak van de schillen nog voordat de gisting volledig gestopt is, zeer vroeg dus. Maar in 2015 waren de druiven zo gezond en de schillen zo rijp dat de maceratie lang werd aangehouden. Sagrantino heeft een dikke schil en veel anthocyanen, de wijn is dus zeer donker en ondoorzichtig. In de neus is hij bijzonder expressief en rijk. Ik ruik onmiddellijk gedroogde dadels, pruimedanten, verse pruimen en daarnaast iets floraals, heerlijke rozengeur. Ook balsamico. De wijn is kruidig met nootmuskaat, zoethout en oregano. Hij zet zacht maar krachtig aan, het mondgevoel is bijzonder vol. De wijn is duidelijk ‘warm’ met zijn 15,5% alcohol, een gehalte dat zeker niet uitzonderlijk is voor hedendaagse Sagrantino. Maar de alcohol blijft binnen de lijntjes van het fruit kleuren. De zoetheid van de alcohol lijkt de stevige tannine te verzachten. Sagrantino staat of valt met rijpe tannine. Deze tannine is aangenaam rijp en notig. Hij zorgt voor een bijzondere architectuur in de wijn, iets statigs dat mij doet denken aan de typische gebouwen van Umbrië, bijvoorbeeld in hoofdstad Perugia. De sagrantino-tannine geeft de wijn een gelaagdheid en een uitzonderlijke diepte, iets waar de beste Sagrantino’s in uitblinken. Doorheen het volle fruit van pruimen maar ook krieken verschijnen aards-minerale aroma’s maar ook iets animaals, leder.  Rond om rond eiktoetsen, mokka en cacao. Voldoende fraîcheur en dus niet vermoeiend. Ook iets dat ik typisch vind in Sagrantino: een spannende, groene toets van dennennaalden. En weer die oregano maar ook peper. Deze wijn is nooit agressief in de mond en ook niet astringent zoals jonge Sagrantino vaak. De wijn heeft een zeer lange, nazinderende afdronk. Deze Sagrantino heeft veel volume maar blijft tegelijk precies en gefocust qua aroma. Het kenmerk van een grote wijn (score 17/20, 70 euro op het domein). Dit is een complexe wijn om op de knabbelen, slokje per slokje. Hij heeft iets mysterieus. Maar 552 flessen van gemaakt, zoals de naam van de wijn aangeeft. De wijn kreeg voordat hij op de markt kwam verschillende jaren flesrijping. Hij zit momenteel nog in de verkoop. Enorm bewaringsvermogen.

Het kenmerk van een grote wijn is dat het een wijn is die nog een stuk beter is dan een wijn die al als bijzonder goed beschouwd wordt. Deze bijzonder goede wijn is bij Francesco de Sagrantino Collepoppo 2018. Een DOCG Montefalco Sagrantino moet minstens 37 maanden rijpen, gerekend vanaf december van het oogstjaar, met daarbij een jaar eikrijping en vier maanden op fles. Deze Collepoppo lag 40 maanden op eik waarvan 50% op grote houten foeders en 50% op Franse barrique. De wijn heeft meer rood fruit, framboos maar ook zwarte kers en pruim. Edele neus, wat chocolade. In de mond heeft de wijn iets delicaats, iets lichtvoetigs, ook al is hij duidelijk krachtig. Hij is rijk, elegant met mooie zuren en bezit finesse. Het mondgevoel is zacht, de tannine present maar glad. Deze wijn werd van de schillen afgehaald nog voor het einde van de gisting. Hij eindigt zijn gisting dus als een witte wijn, zou je kunnen zeggen. Deze wijn heeft niet de indrukwekkende tanninestructuur van de ‘552’ maar ook deze lichtere stijl vind ik erg te pruimen: zo elegant had ik Sagrantino nooit geproefd, echt een belevenis (score 16/20; 38 euro op het domein)! De voorlaatste avond van het verblijf in Umbria dronken we met Francesco en zijn vriendin nog een glas Collepoppo 2018 in het vakantiehuis. Heerlijk! Ik vermoed dat deze wijn over een jaar of vijf mooi versmolten zal zijn en minstens nog eens zo lang kan rijpen.

DOCG Montefalco Sagrantino Passito

Uiteraard maakt Francesco ook Montefalco Sagrantino Passito DOCG, een zoete rode wijn die, zoals zoete wijn in het algemeen, veel van zijn populariteit verloren heeft. We proefden oogstjaar 2018 (14,5% alc, 50 cl). Voor deze rode wijn werd de sagrantino twee weken vroeger geplukt dan voor de droge wijn. De oogst gebeurt in kleine bakjes en de druiven worden drie weken binnen te drogen gehangen in netten. 60% van het sap verdampt. Fermentatie op inox, drie weken maceratie op de schillen, geen hout. De wijn geurt en smaakt zeer intens, vooral naar gedroogd rood fruit en chocotoff, ellenlange afdronk. Ook passito’s moeten minstens 37 maanden rijpen maar hout is niet noodzakelijk. De wijn barst van de zuren, dat houdt het zoet mooi fris. Niet de meest complexe of geconcentreerde jonge Passito die ik al proefde maar wel heel lekker (score 15/20; 34 euro ter plaatse). Oorspronkelijk was alle Sagrantino zoete wijn. Droge wijn, Sagrantino Secco, kwam pas laat in de geschiedenis op de proppen. De combinatie van zoet, bitter en zuur maakt deze wijnen uniek. De passito’s zouden in de katholieke rituelen en sacristie (sagrestia) van de streek een vaste plaats hebben gehad. Het woord sagrantino is vermoedelijk afgeleid van de term sagrestia of van sacro, dat heilig betekent.

DOC Montefalco Rosso en IGT Umbria Bianca en Rosso

En dan is er natuurlijk de obligate Montefalco Rosso DOC. Bij Francesco is dat een blend van 60% sangiovese, 15% cabernet sauvignon, 15% sagrantino en 10% merlot. Alleen de sagrantino krijgt houtrijping gedurende twaalf maanden op tweedejaars barrique. De wijnen worden op inox vergist en vier keer per dag overgepompt (veelvuldige remontages). We proeven de Montefalco Rosso Collefredo 2019, genoemd naar de (‘koude’) heuvel waar de druiven groeien. De geur van de wijn doet denken aan gedroogde tomaten (sangiovese?), gestoofde aardbeien, kersen, rozen, mokka, karamel, oregano en peper. De mond is zacht met rijpe, notige tannine en het fruit geeft een praliné-indruk door de mooi verweven alcohol en de houttoets. De Sagrantino-tannine geeft de wijn een mooie diepgang. Prima Montefalco Rosso, een uniek product dat in Umbrië vaak de beste prijs-kwaliteitsverhouding kent (score 15/20; 15,10 euro). De blend moet vooral uit sangiovese bestaan (60-80%). La Fonte heeft geen Montefalco Rosso Riserva, een gelijkaardige blend die 30 maanden moet rijpen waarvan een jaar op hout.

Tenslotte de basiswijnen die mijn interesse in La Fonte hebben gewekt. De IGT Umbria Bianca Patafi 2021 is een blend van 80% grechetto en 20% trebbiano spoletino. Het is een goudgele glou glou-wijn met veel materie, iets aangenaam oxidatief in de neus, sinaasappel, rijpe appel, een toets zespri, rozemarijn en witte peper. De wijn heeft redelijk wat body en bezit een lichte maar fijne tanninekorrel, iets wat grechetto di Todi dikwijls geeft door zijn dikke schil. Gemiddelde concentratie, mooie energie, originele, karaktervolle wijn (score 14/20; prijs 10,40 euro). Spontane vergisting op een temperatuur van 14 à15°C, daarna malo. Patafi is de bijnaam van een familielid dat 100 jaar geleden naar de oorlog trok in Noord-Italië. Toen hij gevraagd werd naar zijn ervaring met de oorlog kwam bij hem als eerste herinnering het geluid van de trein: patafi, patafi, patafi …  De rode Le Case 2020, een IGT Umbria Rosso, is een lichtvoetige wijn met levendige aroma’s van gedroogde tomaat, kersen, rode bes en wat pruim (13,5% alc; 80% sangiovese, 15% merlot, 5% sagrantino, inox). Prima doordrinkwijn om allerlei gerechten te begeleiden (score 13,5/20; 10,40 euro). De rosé-wijn van La Fonte overtuigde me niet door teveel groenige toetsen. Om meer zuren te verkrijgen, vond een eerste deel van de oogst plaats toen de sangiovese en cabernet sauvignon een potentieel alcohol hadden van 10%. De IGT Umbria Bianca Il Bevanato 2021, een 100% trebbiano spoletino (13% alc), vond ik een stuk beter dan de rosé maar kon mij toch niet helemaal bekoren. Het is een oranjewijn die een week op de schillen vergistte met één remontage per dag, alleen inox. De wijn is zeer floraal in de neus, zoete bloesem, honing, iets kokos, tropische vruchten zoals lychee, witte peper. In de mond overheerst de alcohol, de aciditeit is matig maar nog net oké, veel body. Veel concentratie en structuur, dennennaalden, maar voor mij is het geheel wat ruw. Wellicht nog te jong ook. Goede wijn maar tijdens de Umbrië-trip heb ik een aantal betere maar ook duurdere oranjewijnen van spoletino gedronken (score 13,5/20; 17 euro ter plaatse). Geef mij maar een glas Patafi dan!

De rest van mijn Umbriëverhaal verschijnt volgend jaar in het Perswijnblad. Tot dan!

Stefaan Soenen

 

Hieronder nog een korte sfeerimpressie van het prachtige stadje Todi en omgeving.

Reageer op dit item

nl Nederlands