Ik moet eerlijk zeggen dat ik het maar een lastig verhaal vindt, dat fenomeen ‘natuurwijn’. Onlangs las ik een interessant artikel over dit fenomeen in de NRC, waarin goed te lezen viel dat natuurwijn naadloos past bij een bepaalde ‘subcultuur’. In feite is het een soort statement om natuurwijn te drinken. Daar is in feite niks mis mee. Zo werd je in het Amsterdam van de jaren zestig geacht op een Kreidler-brommer te rijden. Ook een statement.
Maar ja, in dit geval gaat het om wijn. Dat gaat me meer ter harte dan brommers. Dan is het weer jammer om te moeten lezen dat er vooral veel onbegrip bestaat. Niet zozeer over het drinken van natuurwijn, maar vooral over wat nu eigenlijk het verschil is tussen natuurwijn en niet-natuurwijn. En dan heb ik het nog niet eens over de definitie, want niet iedereen is het eens over wat het nu precies is. Er is wel een Franse beweging die een logo heeft en strikte regels hanteert, maar die hebben nog lang niet altijd en overal ingang gevonden.
Hoe wordt gedacht over andere wijnen dan natuurwijn, valt goed af te lezen uit het volgende citaat van Harold Kokke, van Wilde Wijnen. “Waar traditionele, industrieel geproduceerde wijnen vaak voorspelbaar smaken, zijn natuurwijnen ‘wilder’. Omdat deze „lichter” drinken. (…) Ouderwetse wijn was te zwaar tijdens een avondje uit, daarom koos je voor bier of cocktails. Natuurwijn voelt lichter, dus zie je het jonge mensen de hele avond door drinken.” Hij vervolgt: „Je moet over een bepaald soort intellectuele kennis beschikken om er geïnteresseerd in te raken. Niet alleen zijn de smaken van natuurwijn spannender, ook trekt het mensen die begaan zijn met het klimaat en het milieu.”
Kijk, daar heb ik moeite mee. Alsof er geen andere wijnen zijn die uitdagend en spannend zijn, of die een zekere intellectuele kennis vereisen om er van te genieten. Er zijn talloze prachtige wijnen te koop die geen natuurwijn zijn, maar evengoed superspannend zijn. Of prachtig licht. Dat privilege is niet voorbehouden aan natuurwijnen. Het misverstand wordt nog eens neergezet door een liefhebber. „Door de klimaatcrisis wil ik producten kopen die zo ‘puur’ mogelijk zijn. Ik geef dan de voorkeur aan de kleine oplage van een natuurwijnboer in plaats van een op industriële schaal geproduceerde wijn die bij de supermarkt ligt.” Dit is een vergelijking die nergens over gaat. Het enige alternatief voor natuurwijnen wordt toch niet gevormd door industriële wijn uit de supermarkt? Kom op, dan heb je wel een behoorlijk beperkte blik.
Ik kom hier eigenlijk op omdat het onderwerp natuurwijn eigenlijk toevallig ter sprake kwam in een gesprek met Aurélie en Jerôme Vic van Domaine Preignes le Vieux, dat ik afgelopen week had. Aurélie Vic legde uit dat IGP Pays d’Oc tegenwoordig altijd wordt geproefd om te kijken of hij goed getypeerd is en of het is wat de consument er van verwacht. Maar, wierp ik tegen, de consument kan ook een natuurwijn verwachten, is dat dan wel ‘typisch’? De haren van Aurélie gingen recht overeind staan. Wat is dat toch? Wij maken een wijn zonder enige toevoeging, een beetje sulfiet, en verder niets. En wij worden weggezet als producent van wijnen die niet natuurlijk zijn? Dat is impliciet de boodschap. Wat een onzin! In feite voelde ze zich door dit begrip gewoon beledigd. ‘Wij stabiliseren de wijn door koude en filteren met wat bentoniet, om de eiwitten er uit te halen. Want o wee, je moet zien wat we hier terugkrijgen aan flessen als er een sliertje eiwit in drijft of als er tartraatkristallen in zitten. Je moest eens weten.’
Als ik er goed over nadenk, is het ook de schuld van de wijnlobby, die niet wil dat de ingrediënten op een fles wijn worden vermeld. Ik trok onlangs een fles Ridge open, uit Californië, en daar staat gewoon op wat er in zit. Druiven, natuurlijke gist en sulfiet. Door dit te vermelden, kan de consument op het achteretiket zien dat er niets anders is gebruikt, en dat veel conventionele wijnen van kleinere boeren helemaal niets anders bevatten dan wat natuurwijnen ook bevatten. Hoogstens wat meer sulfiet.
En de industriële producenten, die arabische gom gebruiken voor het mondgevoel of geconcentreerde most om de wijn aan te zoeten, die moeten dan met de billen bloot. Maar ja, dan kun je geen statement meer maken met het drinken van natuurwijn, en dat genoegen wil ik niemand ontnemen, natuurlijk. Want hoe meer wijndrinkers, hoe beter.
Jerôme Vic verwoordde het uiteindelijk prachtig. ‘Laten we vooral elke wijndrinker verwelkomen. En niet tegenover elkaar staan, maar ons met elkaar verbonden voelen, als liefhebbers van mooie wijn.’ Zo is het helemaal. Want daar gaat het eigenlijk om.
Ronald de Groot
Eerst de mantel uitvegen van een natuurwijnimporteur in NL door hem zaken in de mond te leggen die hij niet gezegd heeft (of geschreven), de natuurwijnwereld wat belachelijk maken en dan eindigen met ‘verbondenheid’…. il faut le faire.
Ik importeer natuurwijn in BE sinds 2005, in de tijd dat we er nog mee uitgelachen werden.
Maar er is precies nog niet veel veranderd als ik dit lees.
Zo spijtig. Voor elk wat wils, al is dat bij DeSolari – Heilig Hart Brouwerij eerder ‘voor elk wat wilds’.
Beste Hans, afgelopen week zijn er twee prachtige artikelen verschenen over natuurwijn die u vast kunt waarderen. https://perswijn.nl/2022/08/11/wijnfestival-droesem-presenteert-natuurwijnen-uit-de-lage-landen-deel-1/