Dit jaar was even bijkomen van oud-en-nieuw er niet bij. Ik werd al op 2 januari in Bordeaux verwacht voor de aftrap van de traditionele Bordeaux-proeverij van wijnen op fles – dit keer van de jaargang 2019. Nou ja, niets om over te klagen. Vorig jaar kon het niet doorgaan wegens covid, dus ik was maar al te blij dat het kon. Al zorgde de piek aan omikron-infecties wel voor enige onrust. Je wilt niet te plekke in quarantaine belanden. Ook fijn is dat ze in Bordeaux erg van goede champagne houden, wat heel aangenaam is na een proeverij van tientallen jonge rode wijnen. Gelukkig is de jaargang 2019 relatief benaderbaar, met rijpe tannine. Dat scheelt weer.
Wat het programma zwaar maakt, is dat steeds meer châteaux geen zin hebben hun wijnen in te sturen voor gezamenlijke proeverijen, die altijd per gemeente worden georganiseerd. Daar moet je allemaal apart langs. Het argument is dat ze op het eigen château de omstandigheden beter onder controle hebben. Maar stiekem is het ook een manier om andere wijnen onder de aandacht te brengen. Zo krijg je op Château Léoville-las-Cases ook de wijn van Château Potensac uit de Médoc te proeven, wat bij de proeverijen die worden georganiseerd door het Conseil des Grands Crus Classé’s toch een beetje buiten thema is.
De – eveneens verplichte – proeverij op Château Lafite-Rothschild was een moment om de nieuwe fles van Château Rieussec onder de aandacht te brengen. Hûh, een nieuwe fles? Wat is daar zo bijzonder aan, zo denkt u ongetwijfeld. Nou, die fles is toch wel bijzonder. Hij lijkt een beetje op een glazen veldfles en een enorme bolle kurk er op, zoals u op de foto kunt zien. De vraag komt onmiddellijk op wat de marketeers van de Domaines Barons de Rothschild / Lafite hier mee voor hebben. Het verhaal is dat de groene fles wordt gemaakt van hergebruikt glas, wat bij doorzichtige flessen niet mogelijk is. De grote extra kurk is bedoeld om de fles af te sluiten als de gewone kurk er uit is. Een signaal naar de wijndrinker dat je de fles zonder problemen een maand in de koelkast kunt bewaren. Een goed punt. Velen weten niet dat Sauternes door de aantasting van de druiven door edele rotting eigenlijk niet meer oxideert, dus open goed te bewaren is.
Maar dan de hamvraag: gaat deze uitmonstering, gemaakt door het designbureau dat onder andere ook producten van Alessi ontwierp, ook meer klanten opleveren voor een wijn? Het blijft zoet, dat de laatste jaren amper te slijten valt. Zo weet men in de handel dat je ook Rieussec ‘moet’ afnemen als je Lafite-Rothschild wilt kopen. Sommige importeurs geven daarom Rieussec weg als relatiegeschenk. Iedereen weet het: wat gratis is, is niets waard.
Je zou denken dat de wijn nieuwe, jonge consumenten aan zou moeten trekken – dat lijkt althans de bedoeling. Toch moet de wijn in deze uitmonstering zo’n € 120 per fles gaan kosten, voor deze groep een flinke drempel. Wat misschien zou kunnen helpen, is dat ook de inhoud is ‘gemoderniseerd’. Met een gehalte aan restsuiker van 119 g/l is deze 2019 een vrij lichte Sauternes. Dat zou aan het jaar kunnen liggen, maar dat lijkt niet het geval. Op Yquem kregen we een prachtige, klassieke 2019 in het glas, met ‘gewoon’ zo’n 140 gram restsuiker. Mij lijkt dit een gevaar. Je jaagt de klassieke Sauternes-liefhebbers weg, zonder zeker te weten of je er nieuwe liefhebbers bij krijgt. Bovendien creëer je een stijlbreuk tussen de oudere jaargangen van Rieussec en de jonge. Insiders beweren dat de nieuwe vrouw aan het roer, Saskia de Rothschild, nogal eigenzinnig is, en dat het daar mee te maken heeft.
Ondanks het feit dat Sauternes moeilijk verkoopt, lijkt het me slimmer aan de klassieke stijl vast te houden. Moderniseren met lichter zoet maakt het voor liefhebbers alleen maar lastiger om te weten wat ze kunnen verwachten. Andere châteaux zoeken de oplossing in de productie van meer droog wit en ijveren voor een eigen appellation voor deze wijnen. Dat lijkt me een verstandige strategie.
Ronald de Groot