Belgische wijnen trekken naar Amsterdam - Perswijn
Château Bon Baron
Reportages & Reizen

Belgische wijnen trekken naar Amsterdam

De vzw Belgische Wijnbouwers, een belangenorganisatie van Belgische, voornamelijk Vlaamse wijnbouwers, inviteerde me op hun eerste exportevent voor Belgische wijn in buurland Nederland (dinsdag 26 oktober 2021). De wijnen van 14 Belgische wijndomeinen werden voorgesteld aan overwegend Nederlandse wijnprofessionelen in de feeërieke theaterzaal van het Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond in Amsterdam. Ik hapte toe. Niet vaak krijg ik de gelegenheid om zoveel Belgische wijnen samen te proeven en tegelijk te praten met hun makers.

Hoenshof Cabernet barrique

Een aantal wijnbouwers kende ik nog niet, zoals de mensen van wijndomeinen Vigna (Wijnegem, provincie Antwerpen) en Mérula (Sint-Kruis Brugge, West-Vlaanderen). Naast Vigna en Mérula tekenden ook volgende domeinen present, al dan niet vertegenwoordigd door hun verdeler in Nederland (Vinetiq, Vinites): Château Bon Baron (Dinant, Namen), Vin de Liège (Oupeye, Luik), Chant d’Éole (Quévy-le-Grand, Henegouwen), Entre-Deux-Monts (Heuvelland, West-Vlaanderen), Gloire de Duras (Wilderen, Limburg), Haksberg (Tielt-Winge, Vlaams-Brabant), Vandeurzen (Linden, Vlaams-Brabant), Petrushoeve (Bekkevoort, Vlaams-Brabant), Hoenshof (Borgloon, Limburg), Château Meerdael (Oud-Heverlee, Vlaams-Brabant), Stuyvenberg (Gooik, Vlaams-Brabant) en Waes (Zwijnaarde, Oost-Vlaanderen). Deze selectie kwam tot stand nadat de vzw Belgische Wijnbouwers al zijn leden voor het event had uitgenodigd en wijnhandel Vinetiq aanbood om daar nog een aantal andere, ook Waalse domeinen aan toe te voegen.

Petrushoeve met johanniter

Alle wijnen overschouwend, vind ik dat deze wijnproeverij een vrij goed beeld gaf van wat er momenteel in België aan kwaliteitswijn te vinden is, vooral in wit en rood, iets minder in mousserend. Nederlanders hebben duidelijk minder traditie dan Belgen in het drinken van mousserende wijn maar dat zou in de toekomst wel eens kunnen veranderen. Er werden zowel wijnen van klassieke rassen (chardonnay, pinot noir, pinot gris …) als van nieuwe, interspecifieke rassen (johanniter, souvignier gris, cabernet cortis …) geschonken. Die laatste deden voor de eerste niet onder, concludeerde ik op het einde van de proeverij.

Mousserende wijn: 46% van het Belgische areaal

Heel veel mousserend stond er niet op de proeftafel, terwijl toch bijna 50% van de Belgische wijn bruisend is. Maar wat er stond, was niet mis. De Wiscoutre van Entre-Deux-Monts (chardonnay, kerner) uit het Heuvelland is voor mij een originele en betaalbare (17 à 18 euro) evergreen die recent een dosis complexiteit bijkreeg door het gebruik van reservewijn en zelfs een scheutje wijn uit een solera. In de culinaire Bacquaert Brut (chardonnay, pinot noir) is ook hout gebruikt. Mousserend is het belangrijkste product van de getalenteerde wijnbouwer Martin Bacquaert. Hij verbouwt druiven van 18 hectare wijngaard. In de toekomst zullen steeds meer nieuwe Belgische wijndomeinen met mousserend op de markt komen, met het gevaar op oververzadiging. Logisch dat Entre-Deux-Monts en verdeler Vinetiq hun blik naar het buitenland richten. Ook het door talrijke medailles op internationale wijnwedstrijden befaamd geworden Chant d’Éole was te proeven (95% chardonnay, 5% pinot blanc): heerlijke wijn vol zuiverheid en finesse. Het Henegouws domein groeide in geen tijd naar 29 hectare wingerds en strijdt met buurman Vignoble des Agaises, 31 hectare, voor de plaats van grootste Belgische wijndomein. Hun productiemethode is op dezelfde leest geschroeid als champagne en de stokken wortelen in gelijkaardige kalkgrond. De wijnen van beide domeinen zijn zeer begeerd en in een mum van tijd uitverkocht, zelfs in voorverkoop. Momenteel weinig flessen over voor Nederland, vrees ik. Maar niet getreurd, er zijn zoveel alternatieve wijndomeinen waarvan ik er zelfs een aantal iets hoger inschat qua kwaliteit. Het in Amsterdam presente wijndomein Stuyvenberg uit het Pajottenland is zo’n voorbeeld. Amper 1 hectare wijngaard (uitbreiding binnenkort naar 2) en een voor mij prachtige Brut van 78% chardonnay en 22% pinot noir met veel sappigheid, concentratie en lengte. De vele, mooie Limburgse mousserende wijnen (Schorpion, Genoels-Elderen, Cuvelier, Claire Martin, Aldeneyck, Optimbulles … ) waren niet aanwezig op de proeverij maar zijn grotendeels al vertegenwoordigd in Nederland (bijvoorbeeld door Limburgsewijnthuis). Uit Vlaams-Brabant was Chardonnay Meerdael (8 hectare) aanwezig. Jaren geleden won het domein met zijn Brut (100% chardonnay) de Grote Gouden Medaille in het Concours Mondial de Bruxelles. Ik vond de kwaliteit van de wijn daarna wat slabakkend; het domein rustte precies wat op zijn lauweren (bijvoorbeeld minder tijd rijping sur lattes). Wijnbouwer Paul Vleminckx geeft nu de scepter door aan zijn zoon Laurens. De stijl van de wijn is breder en rijker geworden, de kwaliteit weer beter met nog een duidelijke progressiemarge. Tenslotte bewijst het uitstekende Vin de Liège dat er met de interspecifieke rassen johanniter en souvignier gris prima mousserende wijn te maken is. Maar dat weten de Nederlanders al langer: het percentage aanplant interspecifieke rassen daar is een stuk hoger dan in België. Vooral het Waalse landsgedeelte van België gaat vol voor deze minder ziektegevoelige rassen in het streven naar meer en meer bio (45% van de Waalse wijngaarden is bio). Mousserende wijn in België, we hebben er het beste nog niet van gezien. De hoogste kwaliteit vraagt jarenlange ervaring.

Witte wijn: 31 % van het Belgische areaal

Ik raakte het thema al aan: de Belgische witte wijnen van de nieuwe, interspecifieke druivenrassen deden het in Amsterdam opvallend goed. Ik durf niet zeggen dat met deze rassen (al?) de hoogste kwaliteit kan worden bereikt, zoals bijvoorbeeld Clos d’Opleeuw of Falize met chardonnay, Aldeneyck met pinot gris of Kitsberg met pinot blanc. Ik denk het niet maar alleen een blinde vergelijkende proeverij kan daarover echt inzicht geven. Een wat gerijpte Souvignier Gris van Vin de Liège (Contrepoint met 20% solaris, op de proeftafel in Amsterdam) zal toch een heel eind mee kunnen, denk ik, zoals trouwens ook aan Nederlandse kant de Souvignier Gris van St. Martinus (met wat pinot gris). Souvignier gris, de meest beloftevolle druif van de interspecifieke rassen? Typische bloemigheid en toetsen van (gedroogde) abrikoos. Naast Vin de Liège aan Waalse kant, bewijst ook het Hagelandse domein Petrushoeve aan Vlaamse kant dat er met de nieuwe rassen gescoord kan worden. Binnen een voor de horeca aanvaardbaar prijsbereik van € 12 tot € 14 (winkelprijs) vliegen de flessen Johanniter en Souvignier Gris de deur uit. De consument blijkt niet om de minder bekende druivenrassen te malen: de sappige, karaktervolle smaak van de wijn en het duurzaamheidsverhaal (minder spuitbeurten) overtuigen. Petrushoeve is stevig aan het uitgroeien, met als einddoel 20 hectare. Logisch dat het ook zijn zinnen zet op Nederland. Het Limburgse Hoenshof combineert interspecifieke en klassieke druivenrassen in een blend van 20% chardonnay, 40% johanniter en 40% souvignier gris: rijk, vol en romig (beetje restzoet), sappige perziken en abrikoos. Knap gedaan! Ook wijndomein Waes (4 hectare) en het al genoemde wijndomein Mérula (7,5 hectare) maken zuivere witte wijnen van interspecifieke rassen. De zandgronden waar Mérula op zit, geven opvallend geurige, sappige en toegankelijke wijn met lichte body en weinig kleur. Mérula teelt ook klassieke rassen en zo komen ze bijvoorbeeld tot een blend Sieger/Auxerrois/Johanniter/Solaris. In de toekomst zullen ze zich ook focussen op mousserende wijnen (streefdoel: 60% van het gamma).

In het gamma klassieke, witte druivenrassen was ik onder de indruk van de Riesling Cuvée Spéciale 2020 van het Limburgse Gloire de Duras (6,5 hectare): wat een geweldige wijn is dit! Zeer puur en precies, uitbundige fruitaroma’s op zijn Rieslings (stijl feinherb met gepast restzoet) en dan die fantastische, zinderende zuren in de lange finale. Hebbedingetje. Gloire de Duras is een nieuw en betrouwbaar wijndomein, met verschillende rieslingcuvées als parels aan de kroon. Bijzonder en heel lekker is ook de unieke Albariño 2019 van Wijnkasteel Vandeurzen (6,5 hectare) uit de buurt van Leuven met zijn spannende combinatie van vegetaliteit (gras, paprika) en tropisch fruit (mango, sterfruit). Deze wijn onderscheidt zich van de andere wijnen in het gamma die wel een zekere constantie in kwaliteit hebben maar mij op dit moment (piepjonge stokken) wat gelikt en terroir-aspecifiek voorkomen door vaak stevig houtgebruik (nieuw hout). Het domein heeft verschillende Chardonnays maar ook Grüner-Veltliner, Pinot Noir, Lemberger en zelfs Tempranillo. Deze wijnen profiteren van kelderrust. Als derde ster in de proeverij van witte wijn noem ik de Chardonnay Barrique 2018 van Château Bon Baron, met deze keer een perfecte houtdosering naast veel fruitmaterie, kracht en complexiteit.

Rode en roséwijn, respectievelijk 13% en 10% van het Belgische areaal

Ik moet zeggen dat weinig rosé mij kwalitatief is bijgebleven in Amsterdam, tenzij de stevige maaltijdrosé 2020 van Hoenshof (souvignier gris, muscat blue). Van het rampjaar 2021 (vorst, vochtigheid, valse meeldauw, te weinig zon, vogels, Aziatische fruitvliegjes …) zal veel rosé worden gemaakt en heel weinig rood. De consument lijkt er klaar voor, afgaande op het succes van (zelfs duurdere) Belgische rosé in het voorbije jaar. Met Château Bon Baron was natuurlijk hét huis voor Belgische rode wijn aanwezig en die reputatie werd helemaal waargemaakt met een al wat gerijpte Pinot Noir 2015 (wildgeuren!), een fruitzotte Acolon 2017 (zwart bosfruit) en een fijne La Grande 2018 (gamaret, garanoir, pinot noir). Dat Château Bon Baron meester is in het edele gebruik van hout werd weer al eens duidelijk. In 2021 zullen ook zij nauwelijks rood maken: het geoogste fruit was gewoon niet rijp en gezond genoeg. In een lichtere stijl is mij de Pinot Noir cuvée Émile 2018 van wijndomein Vigna (8 hectare) opgevallen: heel precies op rood fruit, bosaardbeitjes, zacht en rond in de mond, heel plezant en doordrinkbaar en niet zonder finesse. Van opmerkelijke kwaliteit vond ik de houtgelagerde cuvée Rocopo 2019 (100% pinot noir) van wijndomein Haksberg uit het Hageland met geconcentreerd, krachtig sap van aardbei en kers, rijpe tannine en mooi hout, in een brede Duitse stijl. Tenslotte nog een eervolle vermelding voor twee knappe, rode wijnen van interspecifieke druivenrassen. Vooral de houtgerijpte Waes Rood 2019 (rondo, regent, léon-millot) sprak mij aan door zijn lekker sappig, krachtig, zwart fruit en viooltjes. Maar ook de rode wijnen van Hoenshof met cabernet cantor, cabernet cortis en cabaret noir vond ik prima.

De rode wijnen van wijndomein Vigna

Conclusies

Ik moet zeggen dat ik in Amsterdam chauvinistische fierheid heb gevoeld. Belgische wijn heeft in de voorbije jaren duidelijk een kwaliteitsniveau bereikt waarmee kan uitgepakt worden. Er worden plannen gesmeed om dit event in Nederland te herhalen, ditmaal dichter bij de Belgisch-Nederlandse grens. En met meer en betere parkeergelegenheid. Ik hoop dat deze formule ook de Nederlandse wijnbouwers en hun belangenverenigingen aanzet om België met hun wijnen binnen te trekken. Nederlandse wijnen zijn bij ons nauwelijks te verkrijgen. En dat is jammer.

Stefaan Soenen

Reageer op dit item

nl Nederlands