Het is inmiddels genoegzaam bekend dat in de Europese wijngaarden op grote schaal vorstschade is ontstaan. Eerst was Frankrijk de pineut, maar later kwam ook Italië ‘aan de beurt’. Voor de wijnboeren persoonlijk een catastrofe. Het moet verschrikkelijk zijn om na een koude nacht ’s ochtends alle kapotgevroren bladeren te zien. En dat vaak ook nog na verwoede – en vergeefse – pogingen om door bijvoorbeeld het ontsteken van vuren de temperatuur hoog genoeg te houden. Het unieke van deze vorstaanval is dat ook heel zuidelijke wijngaarden in de vuurlinie lagen. In Frankrijk tot in de Languedoc en in Italië tot helemaal in het zuiden van de laars. In Italië valt de schade uiteindelijk wel mee, met de laagste temperaturen in Piemonte en Toscane. Het optreden van dit soort nachtvorst heeft ook met de klimaatverandering te maken. De stokken lopen eerder uit, dit jaar door warm weer in de tweede helft van maart, dus zijn ze eerder kwetsbaar. De schade is dan ook vrij vroeg in april. Daardoor hebben de stokken ook nog de kans een tweede keer uit te lopen, zodat een deel van de schade alsnog kan worden goedgemaakt. De verliezen zijn dus nog niet exact te schatten, maar zullen toch vrij aanzienlijk zijn.
Op zo’n moment is het goed om te kijken wat de gevolgen zijn. We leven tegenwoordig in een open markt, waarin wijnboeren van over de hele wereld met elkaar concurreren. Een harde realiteit, ook voor de getroffenen. Het doet me denken aan 1991, ook een jaar met ernstige voorjaarsvorst. Destijds meenden producenten in de Loire dat ze hun prijzen flink konden verhogen, om de schade goed te maken. Ze beseften niet dat de consument geen boodschap had aan hun probleem, en massaal overstapte naar wit uit de nieuwe wijnlanden. Een streek als Muscadet heeft zijn marktaandeel hier nooit meer teruggekregen. Een harde les, die er voor heeft gezorgd dat Franse wijnboeren deze fout niet gauw meer zullen maken.
Wel wordt verwacht dat er wereldwijd een tekort aan witte wijn kan optreden. In de Languedoc wordt tegenwoordig veel wit gemaakt, en juist die stokken lopen eerder uit en zijn meer beschadigd. In Chili waren problemen met de oogst van dit jaar door rot, door uitzonderlijke regen in januari en februari, maanden waarin het in de belangrijkste wijngebieden van Chili in deze tijd van het jaar doorgaans droog is. In Zuid-Afrika was de oogst iets kleiner dan gemiddeld, maar goed van kwaliteit. Australië haalde een flinke oogst binnen, maar is niet zo gespecialiseerd in (betaalbaar) wit.
Het ironische is dat bij een prijsstijging door een mogelijk tekort aan wit, daar vooral van wordt geprofiteerd door de degenen die geen schade hebben in de wijngaarden – waar ook ter wereld. En degenen met schade moeten worden geholpen door hun overheid, omdat ze anders kopje onder gaan. Een vreemde markt, en dat om de wijndrinker te plezieren met wijnen voor lage prijzen – om het kort door de bocht te formuleren. Afgelopen week had ik toevallig een gesprek met een insider over voedselprijzen. We moesten concluderen dat voor elk product, of het nu wijn is of melk, of wat dan ook, de producent vaak te weinig krijgt. En dat de hoogste marges verderop in de keten worden gemaakt, bij de supermarkt of in andere winkels, in restaurants, of waar dan ook. Zodat wijnboeren – niet de toppers uiteraard – niet genoeg vlees op de botten hebben om een slechte oogst te kunnen compenseren. Dat is na zo’n vorstaanval toch wel een behoorlijk deprimerende gedachte.
Ronald de Groot
Een groot probleem is niet alleen het bevriezen van de nieuwe uitlopers maar bij vorst is het vaak helder en schijnt de zon op volle kracht, waardoor de reeds beschadigde loten verbranden.
Spannend allemaal en we gaan het zien hoe de schade in de Bourgogne uiteindelijk zal zijn.