De jaarwisseling is een moment van terugblikken en vooruitkijken. En van goede voornemens. Nou ja, ik zal het maar eerlijk opbiechten: dry January is niets voor mij en roken heb ik al nooit gedaan. Ik denk dat ik het op mijn leeftijd met een paar glazen wijn per dag ook nog wel een tijdje kan volhouden, zonder een maand over te slaan.
Terugblikken was dit keer niet zo aantrekkelijk. 2020 was een gedenkwaardig jaar – maar niet omdat het zo positief was. Des te meer is het een moment van vooruitblikken, van nieuwe hoop, terugkeer naar ‘normaal’. Maar hoe dat ‘normaal’ er uit zal zien, en wanneer het komt, tja, dat is nog knap lastig te voorspellen.
Het is niet zo moeilijk uit te rekenen dat het niet voor de zomer zal zijn dat we weer wat rustiger kunnen ademhalen, gezien het tempo waarin de vaccinaties zullen gaan plaatsvinden. Een optimist zal vinden dat die paar maanden er ook nog wel bij kunnen. Zelf ben ik eerlijk gezegd een tikje ongeduldig, maar dat zit in mijn karakter. Maar natuurlijk ook in mijn werk. Al die onzekerheden. Hoe moet het met de proeverij van de UGCB op 8 maart? Kan ik mijn primeurproeverijen van de oogst 2020 in Bordeaux van begin april gaan plannen of niet? Natuurlijk niet van levensbelang allemaal, dat snap ik. En het belangrijkste is gezond blijven – dat voor alles.
En hoe gaan we ons straks weer gedragen als de beperkingen zijn opgeheven? Daar is al veel over gezegd en geschreven, en ook dat lijkt me lastig te voorspellen. Dat thuiswerken bijvoorbeeld de ‘norm’ wordt, dat geloof ik niet. Je kunt aan de verplaatsingscijfers van Google zien dat zelfs tijdens de huidige strenge lockdown meer mensen naar kantoor gaan dan in de eerste lockdown. De mens is een sociaal dier, en hoewel veel gemopperd wordt om ‘het kantoor’, wordt het gesprek bij de koffie-automaat met die betweterige collega toch ook gemist. En dat los van het feit dat bij veel beroepen je fysieke aanwezigheid gewoonweg noodzakelijk is.
Toch zou ik me kunnen voorstellen dat we met zijn allen ook hebben geroken aan nieuwe mogelijkheden. Misschien dat er een nieuwe balans komt tussen werken thuis en op kantoor. Voor ons meer interviews op afstand, met de flessen keurig op kantoor. Wie weet. Het werkte wel.
In de NRC van afgelopen zaterdag stond een interessant artikel over het nieuwe zelfbewustzijn van restaurants. Flink wat restaurateurs hebben geïnvesteerd in een eigen webshop voor bezorgen en afhalen, zo vertelt software-ontwikkelaar Raymond Wilders van Formitable. Het bestellen van maaltijden zal ongetwijfeld weer afnemen, maar deels ook een blijvertje zijn, is het idee. Met een webshop kun je als restaurant op meer verschillende manieren je geld verdienen. Bovendien kun je uit de greep blijven van platforms die commissie vragen, zoals The Fork, Deliveroo en UberEats. Dat is naar mijn idee ook gunstig voor de klant zelf, want die commissie moet ergens van betaald worden. The Fork (voorheen Iens) bijvoorbeeld is op het eerste gezicht een website waarop consumenten gezellig restaurants beoordelen, zodat anderen daar hun voordeel mee kunnen doen. Maar het verdienmodel zit in de reserveringen. Doe je als restaurant niet mee? Dan vertelt The Fork je dat je ook kunt kiezen voor een ‘alternatief’ restaurant, dat wél via het platform kan worden gereserveerd. Een slinkse manier om toch commissie op te kunnen strijken.
Ook hebben restaurants gemerkt dat gasten bereid zijn hun maaltijden zelf op te halen, waardoor ze het gebruik van bezorgdiensten kunnen indammen. Als dit het effect is van de lockdown is, dan komt er toch nog iets goeds uit voort.
Ik wens u een goed en vooral gezond 2021, en vooral weer de vrijheid om van goede restaurants te genieten op de manier die u het fijnst vindt. Dan kan ik dat ook.
Ronald de Groot