Behalve dat ik met plezier Perswijn maakt, ben ik ook gewoon wijnliefhebber. Misschien moet ik het zelfs wel omdraaien. Ik ben vooral wijnliefhebber, en daarom is het heerlijk om ook een wijnblad te maken. Daardoor ben ik ook in de gelukkige omstandigheid mijn liefhebberij helemaal uit te leven. Af en toe word ik daar bij ‘geholpen’ door andere liefhebbers. Nederland telt namelijk talloze proefclubs, die gezamenlijk wijnen proeven, en daar liefst nog lekker bij eten ook. Afgelopen week was ik te gast bij twee van deze proefclubs. Een aanslag op de gezondheid, maar ook een feest. Wat de beide avonden heel bijzonder maakte, was de inzet van de aanwezigen. Letterlijk iedereen aan tafel had zich ingezet om een prachtige fles, of meerdere prachtige flessen op tafel te zetten. We waren het er over eens dat dit de hoeksteen is van dit soort avonden. Voor mensen die er kwalitatief de kantjes vanaf lopen, is aan tafel domweg geen plaats. En aan tafel was ook iedereen het er over eens dat het zo werkt. Sterker nog, iedereen aan tafel heeft bijzondere flessen liggen, die hij of zij nooit zelf zou openmaken om te drinken. Zo’n groot gezelschap van liefhebbers is in dat geval ideaal. Je laat het maximale aantal liefhebbers delen in je bijzondere fles. Tegelijk krijg je daar een glas, of liever gezegd een aantal glazen, van andere bijzondere wijnen voor terug.
Wel was de ene avond totaal anders dan de andere. Op donderdag was gekozen voor een baanbrekend thema. In plaats van te kiezen voor bekende Europese wijnen, was besloten wijnen uit Zuid-Amerika –in de praktijk Chili en Argentinië- op tafel te zetten. Gedurfd, omdat veel proevers die niet zien als ‘klassieke’ topwijnen en bewaarwijnen. De proeverij liet zien dat dat beeld niet terecht is. De kwaliteit is met sprongen gestegen, en het was leerzaam dat te zien. Oudere wijnen, zoals de Altaïr 2004 en Seña 2005 stonden er nog helemaal. Ook onbekende wijnen maakten indruk, zoals Las Tres Marias Cabernet sauvignon 2013 van Viña Gandolini, het toppunt van finesse in Cabernet. Of de fraaie País ‘Matorral’ 2016 van Viña Gonzalez Bastias, een bijzondere cultwijn.
De vrijdagavond was er voor de ‘klassiekers’. Grote Franse wijnen, werkelijk uit alle topgebieden, met fraaie gerechten gecombineerd. Van prachtige Champagnes tot bijzondere Rhônewijnen, grote Bourgognes en grote oude Bordeaux, afgesloten met Vin de Paille en grote Sauternes. Wat een avond! Grote namen, en groots genieten, helemaal volgens hetzelfde principe, met een gezelschap van pure liefhebbers. Te veel op om te noemen, eigenlijk. Alleen al een serie van Roussanne Vieilles vignes 2009 van Beaucastel naast een witte Hermitage van Chave (2007) en een Condrieu Coteau de Vernon 2012 van George Vernay was uniek. Drie grote, maar totaal verschillende witte wijnen. En weer leerzaam. De Roussanne was frisser van stijl dan ik gewend ben. De Chave toonde zich in eerste instantie lastig. Een zeer krachtige wijn, die veel lucht nodig heeft. Bordeaux blijft uniek in hoe de wijnen kunnen ouderen, zoals de prachtige Ducru-Beaucaillou 1970 liet zien. Of de witte Domaine de Chevalier 1995. Grote Bourgogne is magistraal, zoals de geweldige Chambolle-Musigny 2002 van Comtes de Vogue, gemaakt van jonge stokken uit de Grand Cru Musigny. Of de ongelooflijke Montrachet 2005 van Marc Colin. Maar je leert ook van teleurstellingen, zoals de licht gemaderiseerde Domaine de la Mordorée ‘Plume de Peintre’ 2005, een wijn die van Parker ooit 99 punten kreeg. Das war einmal. Ook de Hommage à Jacques Perrin 1995, weer Beaucastel, kwam niet helemaal uit de verf. Yquem 1990 was fris en uitgebalanceerd, mooier dan het verder gerijpte jaar 1995, dat er naast stond. Botrytis blijft essentieel, zelfs voor d’Yquem. Wat een geweld. Dank dat ik er bij mocht zijn. Ik werd wel een beetje schuin aangekeken dat ik niet alle glazen leegdronk. Sorry, heren.
Dit is welgeteld de 100ste overpeinzing. Hij is opgedragen aan de twee jaar geleden overleden René van Heusden, die graag een serie columns op de maandag wilde beginnen, met zijn scherpe pen. De man met de zeis voorkwam dit helaas. We denken nog altijd aan je, René.
Ronald de Groot
Mooi artikel, ben zelf lid van een wijnclub(je) sinds 1982 door contributie en subsidie van onze werkgever aan de p.v. konden wij starten n , in de loop der jaren hebben wij heel wat mooie Bordeaux en Bourgogne mogen proeven, later door prijsstijging ook onze horizon kunnen(moeten) verbreden, wel beschikken wij over een schitterende ruimte om te proeven met een kelder, ,waar wij wel wijnen gekocht in de voorverkoop kunnen laten liggen. De gedachte achter onze club was en is door samen te proeven de kennis van wijn te vergroten en eventuele voor-oordelen weg te nemen en betere wijnen te kunnen aanschaffen als club, maar niveau zoals bovengenoemd met eten en ieder zijn mooie fles meenemen kunnen wij niet halen, wel hebben onze koks van het bedrijfsrestaurant, nog wel eens gekookt en wij hadden dan de bijpassende wijnen, maar de koks zijn gepensioneerd en het bedrijfs- restaurant is overgegaan naar een cateraar, en zo verdwijn langzaam aan alles, ook onze subsidie lijkt te verdwijnen. Maar wij gaan stug door en genieten nog steeds van een mooi product.