Nieuw-Zeeland is trots op zijn Pinot Noir, zoveel is duidelijk na mijn bezoek aan de driedaagse conferentie Pinot Noir NZ 2017, begin deze maand gehouden in Wellington. Kosten noch moeite werden gespaard om de 600 aanwezigen te overtuigen van de kwaliteit, potentie, maar vooral eigenheid van de Nieuw-Zeelandse Pinot Noirs.
Steeds meer proberen wijnmakers de afkomst van de wijn te laten zien in het glass
Sprekers van Jancis Robinson tot Maynard James Keenan (zanger van metalband Tool en wijnmaker in Arizona), lunches verzorgd door lokale celebrity chefs en een ronkend galadiner met toeters en bellen – niets was de organisatie te gek. Bovenal lieten meer dan 100 producenten iedere dag hun wijnen proeven. Een unieke gelegenheid om een beter beeld te krijgen van de ontwikkeling van regio’s en producenten.
Heilige processie
De opening is doorspekt met Maori-rituelen en symboliek. Als onderdeel hiervan worden de internationale sprekers in optocht door de zaal naar het podium geleid. Dit roept associaties op met een heilige processie – ongetwijfeld onbedoeld, maar de toon is gezet. Pinot Noir als heilig sacrament, dat wij, de uitverkorenen in de zaal, mogen bewonderen en aanbidden. We horen verhalen over turangawaewae, een Maori principe dat de verbinding tot het land beschrijft. In de daaropvolgende speeches gaat het vaak over deze verbinding, via duurzame wijnbouw tot de unieke elementen van subregio’s en wijngaarden. Uit alles blijkt: de tijd dat we Nieuw-Zeelandse pinot noir over een kam mochten scheren is definitief voorbij. Dus, hoe staan de zaken ervoor?
Stand van zaken – productie
Inmiddels bestaat 15% van het wijngaardoppervlak uit pinot noir, maar dit is slechts goed voor 8% van de jaarlijkse wijnproductie. Pinot noir is dus relatief duur om te produceren. Mede daarom is de productie van pinot noir – veel meer dan bij sauvignon blanc – een zaak van relatief kleine, gespecialiseerde producenten. Mensen met passie voor de druif. Dit geldt zeker voor de twee pinotregio’s bij uitstek, Central Otago en Martinborough / Wairarapa.
Day 2 of Pinot Noir 2017 in all its glory for you ♥️ 🍷 #PinotNoirNZ
–
–
–#nzwine #wine #pinotnoir #wellingtonnz pic.twitter.com/vk5Zra9blb— Pinot Noir NZ (@PinotNoirNZ) 1 februari 2017
Stand van zaken – de wijnen
Op het eerste gezicht heeft Nieuw-Zeeland redelijk goede papieren om wijnen van een constante kwaliteit te maken. Hoewel er duidelijke verschillen zijn tussen jaren, is in de meeste regio’s het groeiseizoen warm genoeg om de druiven elk jaar voldoende te laten rijpen. Maar veel is afhankelijk van de locatie van de wijngaard, de ouderdom van de stokken en de aangeplante klonen. Vooral in de beginjaren (de pinotproductie is pas in de jaren ’80 serieus op gang gekomen) zijn veel minderwaardige klonen aangeplant, waarvan de gevolgen nog steeds zichtbaar zijn.
Hieronder mijn observaties, gegroepeerd in de regioclusters waarin de wijnen te proeven waren tijdens het evenement.
Marlborough en Nelson
Veel aandacht gaat uit naar de Southern Valleys, een subregio van Marlborough in het zuidelijke deel van de Wairauvallei. Het is hier heuvelachtiger en het zijn deze hellingen die met hun klei-/kalksteenbodem pinot noirs met meer gewicht en karakter produceren dan de kiezelbodems van de Wairauvallei.
De grote wijnbedrijven, die een belangrijk deel van de productie in Marlborough domineren, moeten het vooral hebben van ‘instapwijnen’. Een proeftocht langs deze wijnen bewijst hoe lastig het is om plezierige pinot noirs te maken voor een vriendelijke prijs. In het beste geval zijn de wijnen simpel en correct, maar vaker dan me lief is proef ik groene wijnen, die hopeloos uit balans zijn. Voor de beste prijs-/kwaliteitsverhouding loont het op zoek te gaan naar de tweede wijnen van kwaliteitsbewuste producenten. Iets duurder, maar vaak een enorme sprong voorwaarts in smaak. Mijn favorieten van de proeverij waren Staete Landt Map Maker 2014; frisse rode kersen, levendige zuren en een hint van complexiteit (€15 – nog niet geïmporteerd), Seresin Momo 2015; kruidig, aards en rijp, mooie structuur (€20 – Ad Bibendum) en Clos Henri Petit Clos 2014; van jonge stokken, frisse bessen en kersen, soepel (€15 – diverse leveranciers).
Een hogere prijs is zeker geen garantie voor een betere wijn. Teveel wijnen van €25 (of meer) missen karakter. Hier is het zaak om op zoek te gaan naar wijnen afkomstig van de beste bodemsoorten, met lage opbrengst en geen (of minimale) irrigatie. Ook hier maken de wijnen van Seresin weer indruk; de Leah 2014 heeft een mooie kruidige structuur, met minerale frisheid en een onderlaag van rijpe kersen (€27, Ad Bibendum). Spy Valley’s Envoy Johnson Vineyard 2014 is juist meer op het fruit gericht, met rijp rood fruit, kirsch en een mooie dichte, kleiige structuur (€37,50, nog niet geïmporteerd). Ook de wijnen van Dog Point maakten indruk. De 2014 bezit veel donker fruit, goed geïntegreerd hout en een fijne frisse toets.
Central Otago en Waitaki
Is in Marlborough pinot noir nog een bijproduct naast de allesoverheersende sauvignon blanc, in Central Otago speelt pinot noir overduidelijk de hoofdrol, met ruim driekwart van de aanplant. Ondanks dat de regio gekenmerkt wordt door kleinere producenten, waren wijnen in het verleden vaak eenvormig. Dit komt doordat veel kleinere producenten hun wijn laten maken in een gezamenlijke faciliteit, VinPro. Trends onder wijnmakers zijn nu om de verschillen tussen diverse wijngaarden meer te laten zien, het alcoholniveau omlaag te brengen (wijnen boven 14% waren geen uitzondering) en de focus meer te leggen op complexiteit van smaken, dan alleen op makkelijk fruit.Hét probleem van Central Otago is wat mij betreft de prijsstelling van veel wijnen. Het is -een enkele uitzondering daargelaten- bijzonder lastig om een goede wijn te vinden onder €30. En zelfs vanaf deze prijs komen veel wijnen niet verder dan aangenaam fruitig, zonder al te veel complexiteit.
Wijnen die wel iets extra te bieden hebben, komen met een prijskaartje. Ik heb al eerder geschreven over Rippon, Burn Cottage en Felton Road, drie producenten die prachtig individuele wijnen maken. Op deze proeverij was ik ook positief over: Maude, Mt. Maude 2014; uit Wanaka (net als Rippon), maar vrij rijp in stijl, aantrekkelijk kersenfruit, met wat oosterse specerijen en toast (€37,50, nog niet geïmporteerd), Valli Gibbston Vineyard 2010; kersen en pruimen, gedroogde tijm, tikje aards en mooie minerale frisheid, boordevol potentie (nieuwe jaargangen rond €45). De wijnen van Ostler uit Waitaki (North Otago) verdienen een speciale vermelding. Ostler zag als eerste de potentie van dit gebied met een uitermate marginaal klimaat. Het is hier een stuk koeler dan in Central Otago, zozeer zelfs dat het in sommige jaren niet lukt de druiven te rijpen. In een goed jaar kunnen de wijnen echter een prachtige balans ontwikkelen tussen rijp fruit en frisse zuren. Complexe wijnen, vooral de 2010 (in minuscule hoeveelheden gemaakt en lang uitverkocht) maakte indruk.
Noordereiland en Canterbury
Alhoewel in alle wijngebieden van het Noordereiland wel pinot noir wordt verbouwd, heeft vooral Wairarapa (inclusief Martinborough) naam opgebouwd als potentieel topgebied voor pinot noir. In het verleden had ik vaak moeite met de wijnen uit deze streek en op een enkele uitzondering na (in het bijzonder Escarpment, Craggy Range en Dry River) proefde ik ook hier weinig wijnen die de reputatie kunnen waarmaken.Enthousiaster werd ik van de wijnen uit Canterbury, en dan vooral die uit de Waiparavallei, ongeveer een uur rijden ten noorden van Christchurch. Hier lijkt pinot noir echt op zijn plek: glooiende heuvels met bodems van kalksteen en klei, genoeg zon en warmte om de druiven succesvol te rijpen, maar koel genoeg om een mooie balans in de wijnen te houden. Wijnmaker Dom Maxwell van Greystone vergist een gedeelte van zijn druiven ín de wijngaard om de best mogelijke expressie te krijgen. Dit geeft een mooie aardse toets aan de wijn, naast de kersen, pruimen en florale tonen. Fijne tannines maken het geheel af (€28,50, New World Wineries).
Ook goed zijn de wijnen van Pegasus Bay, waar ik experimentele bottelingen proefde met verschillende percentages ‘whole-bunch’ (oftewel, druiven die niet worden ontsteeld, maar als hele tros in het vergistingsvat gaan). Deze techniek kan, mits goed gebruikt, voor extra frisheid en structuur zorgen in de wijn. Dat is in de reguliere botteling van Pegasus Bay (2015) te proeven: fris, met een open structuur en gebalanceerd houtgebruik (€34,50, Ad Bibendum).
Stand van zaken – kwaliteit
De verbinding tot het land, turangawaewae, was alom aanwezig in de verschillende speeches, maar ook in gesprekken met wijnmakers. Steeds meer proberen wijnmakers de afkomst van de wijn te laten zien in het glas. Dat lukt nog niet altijd even goed, maar steeds vaker ook wel. Dat draagt bij aan de verscheidenheid en individualiteit van de Nieuw-Zeelandse pinot noirs. Zijn de wijnen nu dan ook van wereldklasse? Nou nee dat nog niet, maar laten we niet vergeten dat wijnmakers nog volop op ontdekkingstocht zijn. Er is pas 30 jaar ervaring met pinot noir in dit land, de meeste wijngaarden staan op plekken waar tot voor kort nog schapen graasden of kersenbomen stonden. Het zal dus nog flink wat tijd kosten om de potentie het land, klimaat en de druiven écht te begrijpen. Wat dat kan opleveren weten we over een paar generaties.
Lees meer over Nieuw-Zeeland in Perswijn 1, 2017
Tekst: Ronald Wortel
Foto’s: Pinot Noir NZ, The Wandering Palate, Greystone Wines