Impressie van Le Salon des Vins de Loire 2012 - Perswijn
Geproefd & Beoordeeld

Impressie van Le Salon des Vins de Loire 2012

Le Salon des Vins de Loire was dit jaar zeer geschikt voor Loireliefhebbers die veel en serieus wilden proeven. Het was te rustig voor de standhouders, maar ideaal tranquille voor de proevers. Lars Daniëls proefde de wijnen. tekst en foto's: Lars Daniëls MV
Het is opvallend rustig op de beursvloer op woensdag 8 februari 2012. De bezoekersaantallen schijnen ook op de twee voorgaande dagen tegenvallend te zijn geweest. Natuurlijk wordt het weer genoemd als spelbreker – ook in Frankrijk is het deze week zeer koud en ligt er sneeuw – maar er zijn zeker ook andere redenen.

Voor iemand die veel en serieus wil proeven, is het een geluk bij een ongeluk; er is ruimte genoeg en iedereen heeft tijd voor je, mits ze op hun stand zijn.

Liefde voor de Loire

De pers is er gelukkig wel, tenminste, de usual suspects: Michel Bettane, Chris Kissack (‘the Winedoctor’) en natuurlijk de als immer fleurig geklede Jim Budd. Het zijn mensen die veel ophebben met de wijnen van de Loire. Kijk maar eens op www.thewinedoctor.com, u vindt er een enorme hoeveelheid mooie beschrijvingen van Loireproducenten en hun wijnen.

Domaine Aux Moines

De producenten lieten, zoals gebruikelijk op een laatste dag, wat op zich wachten. Als eerste kon ik proeven bij moeder Monique en dochter Tessa Laroche, van Domaine Aux Moines in Savennières-La Roche aux Moines. Ik was ze de avond tevoren al in een leuk restaurantje in Angers tegengekomen, genaamd Le Petit Comptoir.

Ik kreeg eerst 2010 te proeven, en daarna 2004; de jaargangen ertussen waren totaal uitverkocht en qua opbrengst sowieso erg beperkt. Die 2004 was trouwens erg fraai en een goede reminder dat Savennières echt een aantal jaren flesrijping nodig heeft om qua aroma en smaak boeiend te worden.

We gingen uiteindelijk terug tot 1992, en alle wijnen waren nog springlevend. De mooiste was 1999, “het laatste typische jaar”, volgens Monique Laroche, met slechts 13,5% vol., een complex bouquet van honing, gedroogde abrikozen, hooi en noten, een zeer harmonieuze smaak en prachtige zuren. Vanaf 2000 werden de jaren opvallend warmer, zei mevrouw Laroche, en de wijnen rijker, alcoholischer.

Ze is niet de enige wijnproducent die 2000 als begin van een zekere opwarming aanduidt. Het is altijd boeiend om met zo’n enorme ervaringsdeskundige als mevrouw Laroche te praten. Haar geheugen over de jaargangen is feilloos, en de jaren hebben allemaal een typering. Zo is 2003 natuurlijk “l’année de la canicule” (jaar van de extreme warmte) en kende 1992 een “arce en ciel de la pourriture”: grise, rose, noble en een die ik nog niet kende, pourriture blanche. Deze ontwikkelt zich langs het steeltje, dringt zo de druif binnen en geeft een kazige smaak. Maar gelukkig niets daarvan in haar elegante, mooi frisse 1992.

Domaine des Baumard

Next up was een oude bekende, Florent Baumard, van Domaine des Baumard, dat met recht een topproducent genoemd mag worden. Baumard komt in de huidige editie van Perswijn uitgebreid aan bod, dus ik houd het hier beperkt. Gezegd moet worden dat zijn wijnen uitblinken door hun zuiverheid, relatief open karakter en surplus aan sappigheid, dat ze zeer aantrekkelijk maakt. Florent liet me ook zijn rode wijnen proeven, waarvan in het bijzonder zijn Anjou rouge Clos de la Folie 2009 mij beviel. Duidelijk werd eens te meer dat Baumard precies weet wat hij wil, en zowel het werk in de wijngaard als de vinificatie tot in de puntjes beheerst.

Couly-Dutheil

In dezelfde stand was ook Couly-Dutheil te vinden, wellicht het meest emblematische domein van Chinon. Na de witte Chinon Les Chanteaux 2011, een sappige, moderne stijl Chenin, en een knappe Blanc de Franc 2011 (wit van cabernet franc), werd het serieus. De hele serie rode Chinons kwam voorbij, met als hoogtepunten de topwijnen Clos de l’Olive 2010 en Clos de l’Echo 2010.

Vooral die laatste is en blijft een prachtwijn, van een perceel met oude stokken op kleirijke kalkbodem, hoog op de Coteau, waar de invloed van de wind aanzienlijk is. De wijn is compact, geconcentreerd en mooi gestructureerd, 2010 getuigt van grote klasse. Deze wijnen kunnen en moeten ouderen, om al hun klasse te tonen.

Dat merkte ik des te meer toen dezelfde wijnen uit 2009 -een groot jaar- voorbij kwamen; deze zitten nu wat op slot, hebben minder fruit, maar daarvoor zijn nog weinig interessante rijpingsaroma’s in de plaats gekomen, en ook de smaak is nu wat onbeduidend. Maar dat komt zeker goed.

De wijnen van Couly-Dutheil vormden een mooie referentie voor de volgende die ik zou proeven: die van Frédéric Mabileau uit Saint-Nicolas de Bourgueil. Frédéric is mijns inziens een van beste producenten van rode wijnen van de Loire (en sinds kort ook van Chenin!) en daarom heb ik hem geïnterviewd. Een verslag daarvan volgt later, en daarin ook alle details over zijn wijnen.

Domaine Pascal et Nicolas Reverdy

De focus van de dag lag op rode Loire, van cabernet franc, maar voor de afwisseling bezocht ik tussendoor een aantal goed bekendstaande producenten van Loire Sauvignon. Domaine Pascal et Nicolas Reverdy is zo’n producent, une domaine incontournable zoals de Fransen zo mooi zeggen. Ze maken echt terroirgetypeerde Sancerres van mooie percelen bij Maimbray.

De basis Sancerre heet ‘Terre de Maimbray’ en is van 2010 nóg mooier dan die van 2009. Dit is nog eens Sauvignon blanc: niets onrijps of gekunstelds, maar pure, mooi rijpe Sauvignon, vol sap, zuren en dat stukje extra, dat associaties oproept met de kalkbodem waarop de stokken staan.

Van een speciale selectie van oude stokken, maken ze Sancerre Les Angelots, die wordt opgevoed in tweedejaars houten vaten van ongebrand Tronçais-eiken (bois brut). 2010 is mooi, 2009 heeft veel rondeur, maar 2008 is werkelijk prachtig, met in de geur geconfijt fruit, maar in de zeer intense smaak geweldige zuren, en dus spanning en lengte. Chapeau!

Domaine de Juchepie

Op weg naar meer Sauvignons kwam ik langs vriend Eddy Oosterlinck van Domaine de Juchepie in Faye d’Anjou. Eddy, Vlaming, is een prachtkerel, maakt schitterende wijnen en heeft als relatieve buitenstaander een lekkere mening over van alles en nog wat aangaande de wijnbouw in Frankrijk.

Tegenvaller

Over het tegenvallende  bezoekersaantal van de Salon des Vins de Loire (-15% minimaal ten opzichte van vorig jaar), was hij heel duidelijk. Andere beurzen die zijn onstaan als ‘Offs’ van de salon, zoals La Dive Bouteille en in zekere zin ook La Renaissance des Appellations, hebben inmiddels een apart bestaansrecht. Ze vielen nu een week voor de Salon, en voor veel mensen, maar ook producenten, die daar al geweest waren, is de Salon geen must meer. Bovendien, importeurs kunnen moeilijk 2 weken in Frankrijk blijven….

Door de datum van de Salon haast stiekem, zeer laat en zonder goede uitleg naar voren te schuiven, heeft de organisatie van de Salon wellicht gedacht de schade te kunnen beperken of die andere ‘beursjes’ weer van ondergeschikt belang te maken. Maar ze hebben zich daarop verkeken, volgens Eddy. En moeten zich nu afvragen hoe ze het publiek gaan terugwinnen. Goed overleg met de andere organisaties en samen een voor de bezoekers duidelijk, aantrekkelijk en goed te combineren programma opstellen, is de lastige opgave. Wordt vervolgd, zeggen we dan.

Puike presentatie

Eddy heeft trouwens als een van de weinige standhouders begrepen hoe je je wijnen optimaal moet presenteren. Dus bij hem geen lullige miniglaasjes, waar de wijn uitkolkt na eenmaal walsen, maar eigen, grote proefglazen. En alle wijnen had hij gekaraffeerd, waardoor ze geweldig overkwamen, ook zijn twee droge wijnen, Le Sec de Juchepie Les Monts 2009 en Anjou Le Sec de Juchepie Les Clos 2009. Die laatste is echt briljant, wat een lengte!

Philippe Portier

Met een glas geleend van Eddy kwam ik bij Philippe Portier. Dit domein is nog steeds een referentie in Quincy en werd ooit succesvol verkocht in Nederland door Cees van Noord. De wijnen zijn zuiver en aromatisch, vooral de Quincy La Quincyte 2011, vernoemd naar het gesteente quincyte, een opaal dat zich bevindt in het kalksteen, en dat prachtig roze kleurt.

Domaine Vacheron

Het was evenwel tijd voor een echt hoogtepunt, en daarom was het volgende bezoek aan Domaine Vacheron. Vacheron is natuurlijk een van de grote namen van Sancerre, en een bron van inspiratie voor andere producenten, zoals Frédéric Mabileau, die Vacheron roemt om hun serieuze aanpak en heel pure wijnen.

De hele serie witte Sancerres is van zeer hoog niveau, van de ‘gewone’ Sancerre 2010 tot en met de speciale cuvées als Guigne-Chèvres 2010 en Les Romains 2010. Die laatste, van silexbodem, is een van de mooiste Sancerres die ik ooit heb geproefd: super intens, zeer puur, streng, terroir, en een lengte die zeldzaam is bij wijnen van sauvignon blanc.

Maar dan is het bij Vacheron nog niet gedaan, want ze maken ook overtuigende rode Sancerre. De Sancerre rouge 2010 is mooi puur en elegant, de cuvée La Belle Dame 2008 is echt Bourgogne-achtig. Deze wijn komt nu pas op de markt, na een jaar rijping in barrique, een jaar in foudre en een jaar op fles bij Vacheron. Ik zou zeggen: Pallas bellen!

Domaine Olga Raffault

Daarna was het terug naar Cabernet Franc, om te beginnen met de wijnen van Domaine Olga Raffault, ook al zo’n bekende naam, in Chinon. Ze staan trouwens ook goed bekend om hun witte Chinon, Champ-Chenin, een inderdaad knappe wijn met meer diepgang dan de meeste andere witte Chinons.

Zoals de meeste andere serieuze producenten van Chinon, maakt Domaine Olga Raffault een hele serie rode wijnen van verschillende terroirs. De lichtere wijnen komen van de alluviale gronden (zand en kiezel) dichtbij de Vienne, de stevigere wijnen van op het plateau (meer klei), en de beste, meest elegante wijnen van op de hellingen (argilo-calcaire).

De wijnen zijn stuk voor stuk aantrekkelijk en goed gemaakt, maar missen net even dat beetje extra om tot de echte top te behoren. De wijn die dat het meest in zich heeft, is wellicht Chinon Les Picasses, waarvan ik de 2008 proefde. De wijn komt van de Coteau, heeft een lange opvoeding gehad, zonder nieuw hout, en heeft een rustiek randje dat karakter geeft.

Domaine Charles Joguet

Bij Domaine Charles Joguet zit het assortiment op dezelfde wijze in elkaar, dus met een aantal fruitige, maar eenvoudige Chinons van de meer zanderige bodems, en het echte werk van de hellingen. Van die hellingen maakt Joguet een paar wijnen die grote status genieten in Chinon (en daarbuiten): Clos du Chêne Vert en Clos de la Dioterie. Die laatste komt van pure craie, is enorm gestructureerd, maar elegant en bijzonder terroirgetypeerd. Een van de beste Chinons überhaupt.

Domaine Bernard Baudry

Om het rondje Chinon waardig af te sluiten, moest ik enkel nog bij Domaine Bernard Baudry langs. Baudry is ook zo’n bekende naam in Chinon, zoals Raffault, dus let op de voornaam, Bernard. Niet dat Baudry-Dutour, de samenwerking tussen Christophe Baudry en Jean-Martin Dutour die tegenwoordig vier domeinen betreft, minderwaardige wijnen maakt. Maar Bernard Baudry is de echte en terechte referentie.

Hier begint het echte werk al met de Chinon ‘Domaine’, zoals die uit 2010. Het is zo’n wijn waar je helemaal blij van wordt als je Chinon bestelt; een wijn met klasse, precisie en mooie typiciteit, precies wat je je bij Chinon voorstelt. En voor mij gaat daar eigenlijk geen andere wijn echt overheen, maar goed en intrigerend zijn ze zeker, zoals Le Clos Guillet en La Croix Boissé.

Domaine du Hureau

Na al die Chinon was het tijd voor wat contra-expertise uit Saumur, wat betreft Cabernet Franc dan. Bij gebrek aan producenten als Clos Rougeard en Thierry Germain lag het voor de hand om de stand van Domaine du Hureau te bezoeken. Voor de duidelijkheid, hun wijnen worden vermarkt als Château du Hureau.

De wijnen hebben een prachtige puurheid en finesse hier, iets dat Philippe Vatan ook aanmerkt als het verschil met de wijnen van Chinon, die voller zijn. Tuffe is de instapper en exact dat wat Vatan al aangaf: puur, fruitig en elegant, een genot om te drinken. Dat genot wordt niet minder naarmate de cuvées prestigieuzer worden. Uitzonderlijk mooi is de Saumur-Champigny Lisagathe 2010, een geweldige expressie van cabernet franc, om stil van te worden.

Chenin

Een dagje Salon des Vins de Loire kan natuurlijk niet zonder het proeven van wat zoete Chenins, de meest bijzondere wijnen van de streek, die het helaas moeilijk hebben in deze tijd. Zonde, want goede moelleux, en vooral liquoreux is de meest complexe vorm die wijn van chenin blanc kan aannemen. Dat laten de wijnen van Domaine de Juchepie bijvoorbeeld zien, maar dat zei ik eerder al.

Château des Fesles

Die van Château des Fesles dan, een domein in de AOC Bonnezeaux, met een indrukwekkende, maar ook zeer bewogen historie, die minstens teruggaat tot 1070. Het is sinds 2008 eigendom van Grands Chais de France, hetgeen niet direct hoopgevend is. Bonnezeaux ‘Vin Rare’ 2009, in een soort oversized parfumfles, kon me niet echt boeien. Maar gelukkig kwamen er oudere wijnen op tafel, waaronder de zeer filmende 1999, de frisse en mooi aromatische 1998 (die wijn schreeuwt om tarte tatin!) en de compacte 2002, die nog jaren meekan.

Château Pierre-Bise

De onzekerheid over het toekomstige niveau van de wijnen speelt totaal niet bij Château Pierre-Bise. Daar is Claude Papin, zonder twijfel een van de betere wijnboeren van de gehele Loire, tegenwoordig zeker van de hulp van zijn twee zoons René en Christophe. En de wijnen lijken alleen maar beter te worden.

In vogelvlucht liet Papin al zijn liquoreuze wijnen uit 2010 proeven, vatmonsters die nog steeds in vergisting zijn. Dat was extra interessant. Alle wijnen hadden iets oxidatiefs, wat appeligs, in dit stadium, iets dat Papin stimuleert. “Alles dat kan oxideren, kun je maar beter nu kwijt raken, dan ruik je straks niets oxidatiefs meer in de wijn”, zei Papin, terwijl het gesprek op terroir en mineraliteit kwam, een favoriet thema van Papin, en iets dat hem blijft fascineren.

Hij deed een prachtige uitspraak in deze: “Terroir n’est pas les mineraux absorbés, mais le résultat du mode d’assimilation de l’ensemble des mineraux”. Gaat u daar maar even over nadenken, dat doe ik ook.

Terwijl de overige stands om ons heen al leeg waren, en deels afgebroken, schonk Papin nog eens in en kwamen de mondvermaakjes van vrouw Noëlle op tafel. De wijn was amberkleurig, met in het bouquet marmelade, honing, zwarte thee en noten. De smaak was rijk, mooi gerijpt, met prachtige zuren en een zeer lange, wat notige afdronk. Het was Coteaux du Layon-Rochefort Les Rayelles 1995, een perfecte afsluiting van een boeiende dag Salon des Vins de Loire.

Tot slot, een lijstje met favoriete wijnen:

Droog wit:

Domaine Aux Moines, Savennières-La Roche aux Moines 1999 16 pnt

Domaine de Juchepie, Anjou ‘Le Sec de Juchepie Le Clos’ 2009 17 pnt

Domaine des Baumard, Savennières Clos du Papillon 2006 16 pnt

Domaine Pascal et Nicolas Reverdy, Sancerre Les Angelots 2008 16,5 pnt

Domaine Olga Raffault, Chinon blanc Champ-Chenin 2010 15,5 pnt

Domaine du Pas Saint-Martin, Saumur blanc ‘Jurassique’ 2010 16 pnt

Domaine Frédéric Mabileau, Anjou ‘Chenin des Rouillères’ 2011 16 pnt

Domaine Vacheron, Sancerre 2010 15 pnt

Domaine Vacheron, Sancerre Les Romains 2010 17,5 pnt

Rood:

Domaine Couly-Dutheil, Chinon Clos de l’Echo 2010 17 pnt

Domaine Charles Joguet, Chinon Clos de la Dioterie 2009 17 pnt

Domaine Bernard Baudry, Chinon 2010 (‘Domaine’) 16,5 pnt

Château du Hureau, Saumur-Champigny Tuffe 2009 16,5 pnt

Château du Hureau, Saumur-Champigny Lisagathe 2010: 17,5 pnt

Domaine Vacheron, Sancerre rouge Belle Dame 2008 16,5 pnt

Zoet wit:

Domaine des Baumard, Quarts de Chaume 2007 18 pnt

Château Pierre-Bise, Coteaux du Layon-Beaulieu Clos de la Soucherie 2010 16,5-17 pnt

Château Pierre-Bise, Quarts de Chaume 2010 17,5-18,5 pnt

Château des Fesles, Bonnezeaux 2002 17 pnt

Domaine de Juchepie, Coteaux du Layon-Faye ‘La Quintessence de Juchepie’ 2007 18 pnt

Lars Daniëls MV.

Reageer op dit item

nl Nederlands