Toegegeven, ze zijn sportief bij Sopexa. En durf hebben ze er ook, zij het op de verkeerde momenten. Na onze bedenkingen van enkele weken geleden inzake het te verwachten niveau van de wijnen die tijdens de ‘workshops’ op de beurs Bienvenue en France geschonken zouden worden – alle afkomstig van hard discounter Aldi – kregen we een uitnodiging om zelf aan een van die ‘workshops’ deel te nemen. In het kader van wat tegenwoordig zo mooi ‘participerende journalistiek’ genoemd wordt togen we daarom afgelopen vrijdag
Toegegeven, ze zijn sportief bij Sopexa. En durf hebben ze er ook, zij het op de verkeerde momenten. Na onze bedenkingen van enkele weken geleden inzake het te verwachten niveau van de wijnen die tijdens de ‘workshops’ op de beurs Bienvenue en France geschonken zouden worden – alle afkomstig van hard discounter Aldi – kregen we een uitnodiging om zelf aan een van die ‘workshops’ deel te nemen. In het kader van wat tegenwoordig zo mooi ‘participerende journalistiek’ genoemd wordt togen we daarom afgelopen vrijdag blijmoedig naar de Utrechtse Jaareurs, al waar het bewuste ‘lifestyle event’ voor francofielen zich afspeelde. Een fascinerend, zij het lichtjes oubollig geheel, inclusief stands met gerookte knoflook en volkskunst, baretdragende dubbelgangers van Ilja G., lange rijen wachtenden voor gratis koffie en bedrukt papier van de organiserende kwaliteitskrant voor Wakker Nederland, en oorverdovende Franstalige herrie vanaf een podium midden in de hal. Ach ja, en wij in onze naïviteit maar denken dat Franse cultuur synoniem zou zijn met gevoelige chansons om lekker romantisch-existentialistisch bij te zwijmelen. Niks daarvan, louter gekrijs en geblèr van het type technostamp. In de taal van Racine en Molière, dat wel.
Dit alles echter geheel en al terzijde. We waren immers vol verwachting voor die workshop met Franse Aldiwijnen gekomen! Een workshop is volgens de diction(n)aire ‘een gelegenheid waarbij men gezamenlijk creatief bezig is’. Hier bleek het gewoon te gaan om het in aangegegeven volgorde proeven van acht glazen met daarin industriële bijproducten die abusievelijk als ‘Franse wijn’ werden gepresenteerd. En dat is, eerlijk gezegd, nog buitengewoon vriendelijk geformuleerd. ‘Vins de merde’ komt dichter in de buurt. Want dit waren ze dan, die roemruchte vineuze representanten van La Grande Nation, vermeld in volgorde van proeven: Champagne Veuve Durand Brut à 13,99, Chablis à 5,99, Merlot Rosé à 2,19, Vin de Pays d’Oc Merlot à 1,89, Côtes du Rhône à 1,89, Coteaux du Languedoc à 1,39 (!), Médoc Château La Fuie Saint-Bonnet à 3,99 en Côtes de Gascogne Moelleux à 1,99. Voor alle duidelijkheid, de vermelde prijzen zijn telkens per fles van 0,75 liter, niet per vingerhoedje van 1 cl.
De ‘wijnen’ smaakten nog viezer dan onze bangste voorgevoelens ons al hadden doen vrezen. Maar ieder nadeel hep se voordeel: er was wel sprake van een opmerkelijke consistentie in kwaliteit. Of liever, in gebrek daaraan. De spreker van dienst probeerde niettemin gewag te maken van ‘terroir’ en al die fijne Franse ‘tradities’ die voor ‘wijnen-met-een-verhaal’ zouden zorgen. En hoe fijn die appellations wel niet zijn. Maar wat kopen we voor herkomst, wanneer de smaak van geen kant deugt? Ook vreemd: zeggen dat het allemaal op het grote publiek is afgestemd, maar ondertussen in het proefboekje wel foie gras suggereren bij dat valse, zoetzure en stijf van de sulfiet staande appelsap genaamd Côtes de Gascogne moelleux van 1,99! Foie gras, zou de Aldi zich daarmee ook al zo onderscheiden bij het grote publiek? Dat zal toch eerder met blikjes Brabantse leverpastei uit Bulgarije gebeuren. Kortom, wij zijn wel eens geloofwaardiger wijn-spijsssuggesties voor het gemene volk tegengekomen. Trouwens, om nu te zeggen dat we op Bienvenue en France – toegangsprijs 15 euro – regelmatig over als zodanig herkenbare leden van de arbeidersklasse en cliënten van de Sociale Dienst struikelden? Niet echt. De beurs draaide trouwens om heel wat meer dan alleen Gallische wijn, etenswaar en prullaria. Notarissen, belastingadviseurs en makelaars onroerend goed waren ook in opvallend groten getale als exposanten aanwezig. Daar ging het toch wat anders toe dan bij Sopexa. We hebben tenminste geen enkele makelaar gezien die voor avontuurlijk ingestelde starters leuke appartementjes aanbood in een verloederd sociale woningbouwcomplex in de Parijse banlieus. Herstel: levendige, kleurrijke en multiculturele omgeving. Omdat dat zo’n aardige optie is wegens het betaalbare karakter ervan. En toch zo typisch Frans…
De spreker meende Frankrijks rotzooi nog te moeten verdedigen door af te geven op de marketing rond lekkere Spaanse wijnen uit Rueda en Rioja. Niet zo’n sterke actie, zeker niet door ook nog eens te suggereren dat Rueda in Galicië zou liggen. Wartaal van de bovenste plank. Alsof de Médoc ineens onderdeel van de Languedoc zou zijn. Twee gewetensvragen (!) aan zijn adres vanuit de zaal. Of hij dat spul van Aldi zelf wel te hachelen vond? Nou ja, umme, dat moesten we dus even genuanceerd zien, want 80% is supermarkt en wijn-voor-alledag en Nederlanders zijn zuinig en zo. Maar we mogen er wellicht op wijzen dat in de betere Nederlandse supermarkten ook heel fatsoenlijke Franse wijnen te vinden zijn. Aldi is gelukkig niet de enige aanbieder in dit kanaal. En dan die tweede vraag. Wat de spreker van de wijnen van de heer Ilja G. vond? Hier scoorde hij in extremis dat broodnodige eer reddende puntje door te zeggen dat hij op dit soort foute vragen liever niet inging. Maar toen was het kwaad inmiddels al in volle hevigheid geschied. Au plaisir de vous revoir? On s’en doute…
Waarom willens en wetens en met voorbedachte rade een dergelijk treurspel geënsceneerd met een heilloze vlucht naar de onderkant? Omdat er geen budget zou zijn en de o zo medemensvriendelijke Duitse grootgrutter geheel belangeloos wijnen ter beschikking wilde stellen. De vinoloog had ze zelf nog mogen proeven om tot een verantwoorde ‘selectie’ te komen. Tsja, je vraagt je dan in alle gemoede af wat er buiten de boot gevallen is. Volgens de databank van het Wijninformatiecentrum worden op dit eigenste moment zo’n twintigduizend (20.000) Franse wijnen in Nederland te koop aangeboden. Zouden er nu echt niet een paar importeurs te vinden geweest zijn die bereid waren om als sponsors op te treden? Natuurlijk wel. Een fantastisch wijnland als Frankrijk – want op z’n best is het dat wel degelijk – verdient betere promotie dan beschamende wanvertoningen met louter ‘cochonnerie’ en begeleidende ongeloofwaardige praatjes. Francofielen en overige potentiële drinkers van Franse wijnen ook.
René van Heusden